Afdeling Verkeersveiligheid Team Homologatie en Technische Keuring Koning Albert II-laan 20 bus 2 – 1000 Brussel Tel : 02-553 72 57 Fax : 02-553 71 08 technische.keuring@mow.vlaanderen.be
Instructie VO/MOW/INS.TK/2018-07
aan de erkende instellingen voor automobielinspectie Voertuigen met uitsluitend LNG/CNG als brandstof
1. ALGEMEEN
Deze instructie heeft als doel de keuringen te beschrijven die dienen uitgevoerd te worden op deze voertuigen.
Dit type voertuigen heeft als bijzonder kenmerk dat zij, enerzijds, oorspronkelijk uitgerust zijn zowel met een reservoir bestemd om een voorraad aan vloeibaar gemaakt aardgas op te slaan op een temperatuur van + -160°C als met (een) reservoir(s) met samengeperst aardgas (bijlage 1), en dat, anderzijds, de brandstoftoevoer naar de motor altijd plaatsvindt op basis van gas in gasvormige toestand, dus van het type “monofuel”.
Deze voertuigen beschikken over een Europees gelijkvormigheidsattest, dat als brandstof « NG » vermeldt (zie voorbeeld bijlage 2).
2. DEFINITIES
Aardgas
NG : Natural Gas
NGV : Natural Gas Vehicle NGT : Natural Gas Technology Samengeperst aardgas
GNC : Gaz Naturel Comprimé CNG : Compressed Natural Gas Vloeibaar aardgas
LNG : Liquefied Natural Gas GNL : Gaz Naturel Liquéfié
3. TOEPASSINGSGEBIED
Deze procedure is van toepassing op de voertuigen die enkel op aardgas (monofuel) aangedreven worden, en die gelijktijdig met LNG- en CNG-reservoirs zijn uitgerust.
4. REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Het Reglement R110 is van toepassing op dit type installatie.
5. IN DE PRAKTIJK
Bij een eerste keuring of een periodieke keuring dient de “CNG/LNG”-installatie gekeurd te worden.
De praktische richtlijnen betreffende NGV zijn van toepassing op LNG en CNG.
5.1.1.
De keuring van een voertuig uitgerust met een “CNG/LNG”- installatie zal uitgevoerd worden op voorwaarde dat de druk van de LNG, die kan nagegaan worden op de manometer die op de brandstoftank gemonteerd is, in overeenstemming is met de volgende regel:Druk manometer ≤ Maximale werkdruk van de brandstoftank op het signalisatieplaatje – 2 bar 10 bar = 1 MPa
Voorbeeld: Druk vermeld op het signalisatieplaatje van de tank = 16 bar De keuring zal uitgevoerd worden indien: Druk manometer ≤ 14 bar (16 – 2).
Indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden wat de druk betreft, zal de keuring niet aangevat worden, en zal de klant uitgenodigd worden voor een nieuwe keuring.
5.1.2.
In geval van in werkingtreding van de overdrukklep tijdens de keuring, resulterend in een gasemissie via de overdrukschoorsteen:- Zal de keuring onmiddellijk stopgezet worden;
- Zal de klant gevraagd worden zijn voertuig uit het autokeuringscentrum te rijden;
- Zal geen enkele sanctie toegepast worden;
- Zullen de documenten aan de klant terugbezorgd worden;
- De klant wordt uitgenodigd zijn voertuig opnieuw aan te bieden.
5.2. LNG reservoir
Voor LNG moet elk reservoir van een signalisatieplaatje voorzien zijn (zie bijlage 3), waar de volgende aanwijzingen op een duidelijk leesbare en onuitwisbare wijze moeten aangebracht zijn:
Het serienummer;
De bruto capaciteit in liter;
De markering «LNG» (GNL);
Bedrijfsdruk/de maximale bedrijfsdruk (in MPa of bar);
Tarra = lege massa (kg);
De fabrikant;
Jaar en maand van de goedkeuring (bv. 14/01);
De LNG-tank dient minstens om de 10 jaar (eerste keer 10 jaar na de datum van 1er in dienst van het voertuig) een herbeproeving (visueel) te ondergaan bij een erkende installateur. Met uitreiking van een attest van visuele keuring.
Vanaf 10 juni 2014 (eerste indienststelling van het voertuig) moet het signalisatieplaatje, naast de hierboven vermelde elementen, ook het volgende hernemen:
De aanduiding «PUMP INSIDE, Pump Delivery Pressure *** bar» indien de GNL-pomp gemonteerd is op de tank (***is de geleverde druk);
Het homologatiemerkteken, zoals hieronder afgebeeld:
De letter «L» duidt aan dat het reservoir met LNG kan gebruikt worden.
De letter «M» duidt aan dat het bij een gematigde temperatuur kan gebruikt worden.
De letter «C» duidt aan dat het bij een lage temperatuur kan gebruikt worden.
5.3. Opsporing van lekken
De test met het oog op het opsporen van lekken wordt uitgevoerd op voorwaarde dat de manometer van het LNG-reservoir een druk aanduidt ≥ 1 bar.
Indien de minimale druk niet gerespecteerd wordt, zal de volgende sanctiecode toegepast worden:
6.1.3.f/70/2: N.G.V./L.N.G. : onvoldoende druk (N35/2)
5.4. Etiketten
Het gemengd karakter van de montage (LNG+CNG) vereist de aanwezigheid van 2 etiketten:
Een CNG-etiket (Bijlage 4A) op de achterzijde van het voertuig.
LNG-etiket (bijlage 4B): dient aangebracht te worden in de buurt van de vulaansluiting.
5.5. Milieukeuring
Zie lijst uitzonderingen milieukeuring.
6. TOEPASSINGSDATUM
Deze instructie is van toepassing vanaf 17/12/2018
Voor de minister,
Ir. Filip Boelaert, Secretaris-Generaal
Reden: Ik keur dit document goed Getekend door: Filip Boelaert (Signature) Getekend op: 2018-11-27 07:43:29 +01:00
Bijlage 1: Voorbeelden van voertuigen gelijktijdig uitgerust met LNG- en CNG-reservoirs
LNG-brandstoftank (hier met een inhoud van 560 l).
CNG- brandstoftank (hier 2 maal 140 l)
Bijlage 2: Europees gelijkvormigheidsattest met vermelding van « NG » als brandstof
Bijlage 3: Voorbeeld van signalisatieplaatje voor het reservoir
Bijlage 4 A : CNG-vignet
Bijlage 4 B : LNG-vignet