• No results found

PvE Fietsenstalling op terrein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PvE Fietsenstalling op terrein"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naaldwijk

PvE Fietsenstalling op terrein

Nieuwstraat 4

2266 AD Leidschendam

T +31 (0)70 317 70 05 F +31 (0)70 317 80 66 E info@spark-parkeren.nl W www.spark-parkeren.nl1

(2)

Colofon

Opdrachtgever Gemeente Westland

Titel Naaldwijk

Versie 1.1

Datum 6 december 2017

Projectteam Opdrachtgever

Projectteam Spark Martin Blankendaal Michel Houtkamp Projectleider Spark

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding 4

2 Randvoorwaarden en uitgangspunten 5

2.1 Normen en voorschriften 5

2.2 Locatie 5

2.3 Omvang en gebruik 6

3 Functionele eisen 8

3.1 Routing en omgeving 8

3.2 Ontsluiting 8

3.2.1 Algemeen 8

3.2.2 Fietsers en voetgangers 9

3.3 Stallingsvloer 9

3.4 Hellingen of trappen 11

3.5 Beheerderruimte 12

3.6 CCTV 13

3.7 Verlichting 13

3.8 (Brand)veiligheid 14

(4)

1 Inleiding

De gemeente Westland is voornemens in Naaldwijk een pilot met een bewaakte fietsenstalling op te zetten voor de duur van één tot twee jaar. Op dit moment is nog niet zeker of deze fietsenstalling in een te realiseren gebouw wordt ondergebracht of op maaiveld wordt aangelegd. De gemeente Westland heeft Spark gevraagd een Programma van Eisen (PvE) op te stellen voor het ontwerp van deze fietsenstalling. In overleg met de gemeente zijn hierbij twee PvE’s opgesteld; één PvE voor een onoverdekte fietsenstalling op maaiveld en één PvE voor een gebouw met een fietsen- stalling erin.

Dit PvE is niet volledig in die zin dat het voorafgaand aan –of zelfs tijdens– het ontwerpproces tot in alle details is gedefinieerd en derhalve een éénmalig karakter heeft. Er dient rekening mee te worden gehouden dat gedurende het ontwerpproces op basis van nadere uitwerkingen en onderzoek bepaalde aspecten alsnog worden vastgesteld, nader worden benoemd of kunnen worden gewijzigd.

Aanpassingen en wijzigingen kunnen door alle betrokkenen in het ontwerpproces worden inge- bracht doch uitsluitend door de gemeente Westland worden geaccordeerd. Indien een andere partij dan de gemeente Westland bij de uitwerking constateert dat aan één of meerdere eisen niet voldaan kan worden, of dat één of meerdere eisen leiden tot een inefficiënt of duur ontwerp, dient deze partij dit met de gemeente Westland te bespreken.

(5)

2 Randvoorwaarden en uitgangspunten

2.1 Normen en voorschriften

De volgende normen en voorschriften –als meest relevante– zijn van toepassing, inclusief de daarin opgenomen verwijzingen naar overige van toepassing zijnde normen en voorschriften.

Hierbij geldt dat de meest recente versie van toepassing is, ook indien deze een andere naam heeft gekregen of er een nieuw document is opgesteld dat het in dit PvE genoemde document opvolgt.

• Voorschriften van lokale nutsbedrijven (elektra, CAI, water, telefonie, data e.d.);

• Politie Keurmerk;

• Wegenverkeerswet;

• Arbeidsinspectie en ARBO wetgeving;

• CROW publicatie 230: Ontwerpwijzer fietsverkeer;

• CROW publicatie 291: Leidraad fietsparkeren;

• CROW publicatie 723: ASVV 2012, Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom;

• Nederlandse normen (of de opvolger/vervanger ervan) van de stichting Nederlands

Normalisatie-instituut (NNI), zoals deze zijn vermeld in de publicatie ‘Jaarboek bouw’ (jaarlijkse uitgave NNI), waaronder:

- NEN 1814 – Toegankelijkheid van buitenruimten, gebouwen en woningen;

• Toegepaste materialen moeten allemaal voldoen aan de vigerende Nederlandse en Europese eisen, zoals de Standaard RAW-bepalingen, CE-markeringen, het Bouwstoffenbesluit en de eisen die worden gesteld door het Nederlands Normalisatie-instituut.

• Het bestemmingsplan en de welstandsnota.

2.2 Locatie

In Naaldwijk komt ter plaatse van het te slopen gemeentehuis ruimte beschikbaar voor het mogelijk realiseren van een (bewaakte) fietsenstalling. Hierbij is het van belang dat deze voorziening in de buurt van het centrale busstation en zo dicht mogelijk bij het centrumgebied van Naaldwijk komt te liggen. Hierdoor worden zowel de bezoeker van het centrumgebied en gebruikers van het openbaar vervoer gefaciliteerd. In Figuur 1 is aangegeven waar de mogelijke fietsparkeervoorziening ge- plaatst kan worden.

(6)

Figuur 1 - Locatie fietsenstalling

2.3 Omvang en gebruik

De gewenste omvang van de stalling bedraagt 300 plaatsen plus of min 50 stuks en is mede afhankelijk van de ruimtelijke mogelijkheden die de locatie biedt. De exacte beschikbare oppervlakte is nog niet bekend.

De stalling zal voornamelijk worden gebruikt voor het stallen van fietsen, bromfietsen en scooters van bezoekers en medewerkers van detailhandel, horeca, cultuur, ontspanning, maatschappelijke functies, bioscoop/theater, bibliotheek en het openbaar vervoer.

Het is mogelijk dat de fietsenstalling wordt gerealiseerd op een terrein met hoogteverschillen en groen/bomen. Dit is op dit moment nog niet bepaald.

Op dit moment is nog niet bekend of de fietsenstalling een tijdelijke voorziening is, bij wijze van spreken een bestraat terrein met fietsenrekken en een tijdelijke ruimte voor de beheerder, of een meer permanente voorziening. De randvoorwaarden voor de stedenbouwkundige inpassing van de fietsenstalling zijn in dit stadium beperkt. De fietsenstalling vormt een terrein zonder overkapping.

Alleen voor de beheerder wordt een gebouwtje gerealiseerd.

De wens van de gemeente is dat de fietsenstalling 24/7 geschikt is voor het stallen en ophalen van de fietsen, en gedurende een kortere periode overdag beheerd wordt door een beheerder die fysiek aanwezig is. De stalling wordt niet afsluitbaar.

(7)

De gemeente Westland is voornemens het beheer en de eventuele exploitatie uit te besteden.

Daarmee zal er sprake zal zijn van een bewaakte stalling zonder een werkplaats/reparatievoor- ziening. De tijden waarop de beheerder aanwezig is worden bepaald in overleg met de beheerder/exploitant.

Het is mogelijk dat de fietsenstalling wordt gecombineerd met een openbaar toilet. Hiervoor zijn in dit PvE geen eisen opgenomen.

(8)

3 Functionele eisen

3.1 Routing en omgeving

1. De stalling bevindt zich op een goed te bereiken locatie en is goed vindbaar en direct bereikbaar voor fietsers1 vanuit alle aanrijdroutes;

2. De stalling moet een uitnodigend karakter en duidelijk herkenbaar zijn als fietsenstalling;

3. De stalling moet worden gesitueerd aan fietspaden zie zoveel mogelijk naar de fietsenstalling leiden zonder kruisende bewegingen met andere verkeerssoorten;

4. Het terrein rondom de stalling en de stalling zelf moet voldoende worden verlicht, zodat een goede sociale veiligheid gegarandeerd is. Daarbij moet er ook voor worden gezorgd dat omwonenden geen overlast ondervinden van de verlichting. Hiervoor moet worden voldaan aan de gemeentelijke eisen ten aanzien van de openbare verlichting;

5. De entree van de stalling moet bij nadering goed zichtbaar en herkenbaar zijn. Zichtlijnen op de ingang van de stalling worden bij voorkeur niet belemmerd;

6. De route van en naar de in-/uitgang van de stalling moet obstakelvrij zijn. Dit geldt zowel voor de route(s) van de fietsers als van de routes van de voetgangers van en naar hun bestemming;

7. Bij de inrichting van de omgeving van de stalling (en bij voorkeur ook van het gebied waarvoor de stalling bestemd is) moet dusdanig worden ingericht dat het wild stallen van fietsen zoveel mogelijk wordt voorkomen;

8. Het gebouwtje voor de beheerder moet goed bereikbaar zijn voor hulpverleners, zoals de brandweer;

9. Op toegangsroutes moet bewegwijzering voor fietsers én voor voetgangers worden aangebracht die de gebruikers naar de fietsenstalling leidt;

3.2 Ontsluiting

3.2.1 Algemeen

1. Boven of naast de ingang voor fietsers moet een bord worden gemonteerd waarop de doelgroepen en soort rijwielen zijn aangegeven, evenals het (eventuele) tarief en de tijden waarop de beheerder aanwezig is;

2. Er moet ook bebording worden aangebracht die aangeeft dat onbevoegden (niet-stallers) geen toegang (mogen) hebben tot de fietsenstalling, om de sociale veiligheid te bevorderen;

1 De eisen voor fietsers gelden ook voor bromfietsers en scooters, tenzij uitdrukkelijk is vermeld dat dit niet het geval is.

(9)

3.2.2 Fietsers en voetgangers

3. Het bepalen van de exacte locatie van de ontsluiting voor fietsers en voor voetgangers moet plaatsvinden in overleg met de gemeente Westland;

4. De ontsluiting voor de fietsers en de voetgangers moet dusdanig zijn dat deze “automatisch”

direct na binnenkomst of direct voor vertrekt langs de beheerder(ruimte) komen;

5. Voor fietsers moet één ingaande rijstrook en één uitgaande rijstrook worden aangebracht;

6. Indien voor voetgangers een aparte ontsluiting wordt gerealiseerd moet deze ontsluiting minimaal 2,00 meter breed zijn (in totaal voor beide richtingen);

7. De netto vrije breedte per rijstrook bedraagt 1,50 meter;

8. De netto vrije hoogte bedraagt minimaal 2,30 meter;

3.3 Stallingsvloer

9. Van de capaciteit moet 80% van de fietsen tegen “fietsnietjes” worden gestald die het stallen, aanbinden en ophalen van fietsen van diverse formaten en types goed mogelijk maken (zie voorbeeld op Figuur 2);

10. Het hart-op-hart-afstand van de fietsennietjes moet minimaal 900 millimeter bedragen;

11. De breedte van de gangen tussen de fietsenrekken moet minimaal 2,00 meter bedragen. Deze breedte is ook van toepassing op andere verkeersruimten waarvan de fietsers gebruik maken;

12. Hoofdpaden (bijvoorbeeld paden vanaf de entree van de fietsenstalling naar de gangen tussen de fietsenrekken moeten minimaal 3,00 en bij voorkeur 4,00 meter breed zijn;

13. De fietsnietjes moeten haaks op de gangen tussen de nietjes worden aangebracht. Daarbij moet – eveneens haaks op de gangen – een lengte van 2,00 meter per nietje worden gereserveerd voor het stallen van de fietsen. De nietjes zijn in de praktijk minder lang en moeten daarom centraal in deze lengte worden aangebracht. Dan steken de gestalde fietsen evenredig uit aan de voor- en achterzijde van de nietjes;

14. Van de capaciteit moet 20% van de fietsen gestald worden op gemarkeerde stallingplaatsen, waarbij de fietsen op hun eigen standaard worden gestald. Dit betreft de bromfietsen, scooters en “buitenmodel” fietsen, zoals bakfietsen. De afmetingen van deze vakken moeten minimaal 2,50 bij 0,75 meter bedragen;

15. Als de vereiste capaciteit niet haalbaar is binnen de beschikbare ruimte mag een deel van de nietjes in overleg met de gemeente Westland op een hart-op-hart-afstand van 600 millimeter worden aangebracht en/of mogen de wegen tussen de nietjes 1,50 meter breed worden uitgevoerd;

(10)

16. Bij 10 stallingplaatsen naast de beheerderruimte moeten buitenstopcontacten worden

aangebracht voor het opladen van elektrische fietsen. Indien in een later stadium blijkt dat extra stopcontacten/laadpunten nodig zijn kunnen de leidingen daarvoor alsnog onder de bestrating worden aangebracht. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:

- De transformator moet voldoende capaciteit bieden voor het opladen van elektrische fietsen (dit aandachtspunt geldt bij grote aantallen);

- De stopcontacten moeten dusdanig worden aangebracht dat ze goed bereikbaar zijn. Dit betekent dat ze niet achter de fietsenrekken kunnen worden aangebracht;

- De stopcontacten moeten als de beheerder niet aanwezig is automatisch kunnen worden uitgeschakeld via een tijdklok;

17. Het terrein ruimte moet dusdanig worden ontworpen dat er sprake is van goed overzicht zonder nissen of hoeken waarop weinig zicht is;

18. De concrete afmetingen van de fietsnietjes zijn leveranciers-afhankelijk en moeten in overleg met de gemeente Westland worden bepaald;

19. In de verkeersruimten en de gangen tussen de fietsenrekken mogen geen obstakels aanwezig zijn;

20. De fietsenstalling moet in overleg met de gemeente Westland worden bestraat en eventueel van riolering worden voorzien;

21. De route naar noemenswaardige functies in de omgeving van de stalling voor fietsers en voetgangers moet nabij de betreffende uitgangen met bebording en dergelijke duidelijk herkenbaar worden aangeven;

22. Alle gangpaden en stallingsplaatsen moeten worden genummerd;

23. Rondom de fietsenstalling moet op een afstand van 1,00 meter van de gestalde fietsen (zodat schoonmaak goed mogelijk is) een hek of heg worden aangebracht. De uitvoering hiervan moet in overleg met de gemeente Westland worden bepaald. Zaken die hierbij een belangrijke rol spelen zijn de zichtbaarheid vanaf de openbare weg en het park, de inpassing in het park en de wens om te voorkomen dat fietsendieven eenvoudig fietsen over de afscheiding kunnen tillen;

(11)

Figuur 2 - Voorbeeld fietsnietje

3.4 Hellingen of trappen

Als hellingen of trappen worden toegepast binnen de fietsenstalling of bij de ontsluiting ervan gelden daarvoor de volgende eisen:

24. De breedte van een hellingbaan of trap moet minimaal 2,50 meter bedragen (geschikt voor tweerichtingsverkeer);

25. Bij een hellingbaan voor fietsers te voet mag het hellingpercentage maximaal 20% bedragen;

26. Bij een trap wordt bij voorkeur een hellinghoek van 18% toegepast, met een aantrede van 50 centimeter en een optrede van 9 centimeter of een aantrede van 60 centimeter en een optrede van 10 centimeter. De maximale hellinghoek mag 40% bedragen, met een aantrede van 30 centimeter en een optrede van 12 centimeter;

27. Aan beide zijden van de trap moeten goten worden aangebracht;

28. Als metalen goten worden toegepast kan een breedte van 0,10 en een diepte van 0,04 meter worden aangehouden;

29. Als betonnen goten worden toegepast kunnen deze worden uitgevoerd conform Figuur 3 (bron:

CROW-publicatie 291);

30. De minimale afstand tussen het midden van de goot en de wand of de trapleuning bedraagt op trapperhoogte (3 tot 50 centimeter vanaf de onderzijde van de goot) 20 centimeter en op stuurhoogte (80 tot 120 centimeter vanaf de onderzijde van de goot) 40 centimeter;

(12)

Figuur 3 – Afmetingen betonnen fietsgoot

3.5 Beheerderruimte

10. De beheerderruimte moet een compacte voorziening zijn met een uitstraling die past in een park-omgeving. Deze uitstraling moet in overleg met de gemeente Westland worden uitgewerkt;

31. De beheerderruimte wordt niet voorzien van aansluitpunten voor telefoon en data; de beheerder zal via een mobiele telefoon bereikbaar zijn;

32. De afmetingen van de beheerderruimte moeten dusdanig zijn dat kan worden voldaan aan de eisen die in deze paragraaf worden gesteld, waarbij sober en doelmatig ruimtegebruik het uitgangspunt is;

33. Deze beheerderruimte bestaat uit een kantoorruimte inclusief pantry en voorportaal toilet en een toilet;

34. Als een openbaar toilet wordt gerealiseerd hoeft de beheerderruimte niet over een toilet en voorportaal toilet te beschikken; de beheerder kan dan gebruik maken van het openbare toilet;

35. De beheerderruimte moet zich op een centrale plaats bevinden die goed aansluit op de ontsluiting voor de fietsers en de voetgangers;

36. De beheerderruimte heeft een zichtrelatie met de fietsenstalling. Vanuit de beheerderruimte moet goed zichtbaar zijn wat in de fietsenstalling gebeurt;

37. In de beheerdersruimte moet een monitor worden geplaatst waarmee controle wordt gehouden op de aankomende en vertrekkende fietsers en voetgangers. Deze monitor en de bijbehorende camera maken deel uit van het CCTV-systeem (zie paragraaf 3.6);

38. De beheerderruimte moet worden voorzien van ramen die kunnen worden afgesloten met luiken;

39. De beheerderruimte moet volledig afsluitbaar zijn;

40. De pantry mag vanaf buiten en vanuit de fietsenstalling niet zichtbaar zijn;

41. De beheerderruimte moet worden voorzien van een aansluiting op een koudwaterleiding met tussenmeter en riolering;

42. De pantry moet worden voorzien van een close-in boiler met voldoende capaciteit en een aanrecht met gootsteen met mengkraan;

(13)

43. In de kantoorruimte en de pantry moeten 4 stuks dubbele wandcontactdozen worden aangebracht;

44. De beheerderruimte moet worden voorzien van klimaatbeheersing (een temperatuur van 17 tot en met 25 graden Celsius moet mogelijk zijn);

45. Het toilet moet vorstvrij worden uitgevoerd;

46. De beheerderruimte wordt voorzien van een werkkast met een minimale afmeting van 1,30 bij 0,80 meter;

47. De werkkast moet bij voorkeur vanuit de voorruimte van het toilet bereikbaar zijn;

48. In de werkkast moeten aansluitingen op de waterleiding en riolering aanwezig zijn;

49. De werkkast moet worden voorzien van een uitstortgootsteen;

50. De werkkast moet worden voorzien van legplanken, kledinghaken en bezemhouders;

51. De beheerderruimte wordt voorzien van een technische ruimte voor de volgende onderdelen:

- de verdeelinrichting;

- de centrale apparatuur CCTV ;

- een wandgoot met 8 wandcontactdozen 230 volt verdeeld over 2 groepen;

- de meterkast(en);

- de verwarmingsinstallatie voor de beheerderruimte;

52. De technische ruimte moet vorstvrij zijn;

3.6 CCTV

53. De doelstelling van het CCTV-systeem is het observeren en eventueel vastleggen van fietsers en voetgangers die de stalling betreden en verlaten;

54. Uitgegaan wordt van één camera die aan de beheerderruimte wordt bevestigd en die wordt gericht op de in-/uitgang voor fietsers en voetgangers. Dat houdt in dat alle openbare toegangen en uitgangen van de fietsenstalling moeten worden geobserveerd;

3.7 Verlichting

55. Het verlichtingsniveau van de verkeersruimte direct voor de beheerderruimte moet 100 lux zijn, gemeten op 1 meter boven de vloer;

56. Het verlichtingsniveau van de beheerderruimte moet 400 lux zijn, gemeten op 1 meter boven de vloer;

57. Het verlichtingsniveau op het terrein moet aansluiten op de eisen voor de straatverlichting die de gemeente Westland heeft opgesteld;

58. De verlichting moet energiezuinig zijn, bijvoorbeeld LED-verlichting;

(14)

3.8 (Brand)veiligheid

59. De beheerderruimte moet worden voorzien van een rookmelder en van een poeder- dan wel CO2-blusser.

(15)

©2017,Spark B.V.

info@spark-parkeren.nl, 2266 AD Leidschendam tel 070-317 70 05, fax 070-317 80 66

Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Spark B.V.. Alle rechten voorbehouden.

All rights reserved. No parts of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without prior written permission of Spark B.V.

Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Spark B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voortvloeiend uit eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de in dit document

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Translations ‘Van hart tot hart’ from page 24 From heart to heart.. We meet and we greet, too shallow

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Nog erger is dat Verenso ook cijfers heeft gebruikt van mensen die niet of nauwelijks gereanimeerd konden worden, namelijk van mensen die een zogenaamd niet- schokbaar ritme hebben..

U wordt op de Hart hulp opgenomen via de Spoedeisende hulp of polikliniek Cardiologie met klachten van uw hart.. De volgende aandoeningen zijn een reden voor opname op de Hart

Een zorgverzekeraar dient dus in beginsel uit te gaan van de beoordeling en de professionele autonomie van de behandelend arts en mag zodoende niet op de stoel van deze arts

Het clubgebouw wordt vernieuwd in een duurzame stijl, huidige oppervlakte van ongeveer 80m2 voldoet op hoofdlijnen aan de wensen.. • De accommodatie van de Jeu de

19 Het actieve element zit niet alleen daar waar de (geestelijk) verzorger zich actief inzet voor de andere, daar waar de professionele competenties worden gepro- fileerd, maar

We hebben de lijsttrekkers in de drie gemeenten gevraagd wat men in het algemeen van de aandacht van lokale en regionale media voor de verkiezingscampagne vond en vervolgens hoe