• No results found

De intradisciplinaire overdracht is van groot belang

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De intradisciplinaire overdracht is van groot belang"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KLINISCHE PRAKTIJK Het is vrijdagmiddag half vijf, de weekendoverdracht is begonnen. Het is een komen en gaan van aiossen. Pie- pers en telefoons gaan af. Zaalarts A start met de over- dracht: ‘Er wordt vanavond een Hb aan je doorgebeld.’

Vervolgens draagt zaalarts B over: ‘Meneer Jansen 68 jaar, met in de voorgeschiedenis hypertensie, is giste- ren opgenomen met een bloeding op basis van een ulcus duodeni. Er is vanmiddag een tweede gastrosco- pie verricht waarbij er hemostase is bereikt door mid- del van het plaatsen van clips. Zijn laatste Hb-gehalte om 14:00 uur was 6,8 mmol/l na 2 bloedtransfusies. Er volgt om 20:00 uur een Hb-controle. Indien het Hb is gezakt onder de 5 mmol/l of indien patiënt hemodyna- misch instabiel wordt, dient er overlegd te worden met de radioloog ten aanzien van een angiografische embo- lisatie. Er dient tevens een bloedtransfusie plaats te vinden bij een Hb onder de 5 mmol/l. De dienstdoende radioloog is reeds op de hoogte van de mogelijke nood- zaak van embolisatie.’

D

e intradisciplinaire overdracht is van groot belang voor de continuïteit van de zorg en draagt bij aan de patiëntveiligheid. Volgens de Joint Commission International (JCI), een Amerikaans kwaliteitsinstituut, is 67% van de medische fouten het gevolg van miscom- municatie. Meer dan de helft van deze fouten blijkt toe te schrijven aan een gebrekkige overdracht. De JCI en de World Health Organization bevelen aan om de over- dracht te standaardiseren. In dit artikel geven wij 10 tips om uw overdracht te verbeteren.

Tip 1 STandaardiSeer formaT en inhoud van de overdrachT Het format en de inhoud van de overdracht dienen gestandaardiseerd te zijn. Onderdelen die aan bod moe- ten komen zijn: de relevante medische voorgeschiedenis, de actuele probleemlijst, de actielijst – lopende consul- ten, volgend aanvullend onderzoek –, een anticiperend beleid voor te verwachten problemen en eventuele behandelbeperkingen.

Tip 2 draag SelecTief over

De tijdsdruk is een beperkende factor voor de kwaliteit van de overdracht. Afhankelijk van het type overdracht – ochtend-, avond-, nacht- of weekendoverdracht – kan de overdracht is van groot belang voor de continuïteit van

de zorg en draagt bij aan de patiëntveiligheid. volgens de Joint commission international (Jci), een amerikaans kwali- teitsinstituut, is 67% van de medische fouten het gevolg van miscommunicatie. meer dan de helft van deze fouten blijkt toe te schrijven aan een gebrekkige medische overdracht.

de Jci en de World health organization bevelen aan de over- dracht te standaardiseren en artsen te trainen, om zo de kwaliteit van de medische overdracht te verbeteren. Tijdens de opleiding tot arts of medisch specialist is er weinig aan- dacht voor overdragen als essentiële medische competentie.

in veel klinieken ontbreekt het aan training of een gestan- daardiseerd format voor de overdracht. in dit artikel bespre- ken wij 10 tips ter verbetering van de kwaliteit van uw intradisciplinaire overdracht.

UMC Utrecht, afd. Interne Geneeskunde, Utrecht.

Drs. S. van der Leij, aios interne geneeskunde;

prof.dr. M.M.E. Schneider,

prof.dr. K.A.H. Kaasjager, internisten, opleiders.

AMC Amsterdam, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr. S.E. Geerlings, internist, opleider.

Contactpersoon: prof.dr. M.M.E. Schneider (m.m.e.schneider@umcutrecht.nl).

STaND vaN zaKEN

Optimaliseer uw overdracht: 10 tips

Stephanie van der Leij, Margriet M.E. Schneider, Suzanne E. Geerlings en Karin a.H. Kaasjager

(2)

KLINISCHE PRAKTIJK

er een selectie worden gemaakt van patiënten en onder- delen die aan bod dienen te komen. Bij de ochtend- of avondoverdracht kan er bijvoorbeeld meer nadruk wor- den gelegd op het educatieve aspect, terwijl de nacht- en weekendoverdracht vooral de continuïteit van de zorg als doel hebben.

Tip 3 Zorg voor een anTiciperend beleid

Gedurende de overdracht moet het duidelijk zijn welke specifieke acties er worden verwacht van de dienstdoende arts bij bepaalde bevindingen. Deze moeten zo concreet mogelijk zijn, bijvoorbeeld bij welke Hb-waarde een bloedtransfusie gegeven moet worden.

Tip 4 WeeS duideliJk over behandelbeperkingen

Als de dienst begint, moet het duidelijk zijn of en welke behandelbeperkingen er gelden. Voor de dienst zijn vooral de volgende categorieën van belang: (a) maximaal beleid; (b) niet reanimeren, wel intensive care (IC); en (c) niet reanimeren, geen IC. Ook het besluit om behandel- beperkingen in te stellen voor eventuele operaties of het beginnen met hemodialyse zou idealiter al genomen moeten worden voordat de dienst begint.

Tip 5 STandaardiSeer de volgorde van Te beSpreken paTiënTen De overdracht dient uiteraard te beginnen met patiënten die direct door een collega moeten worden gezien. Wij adviseren om hierna een vaste volgorde aan te houden voor de overige te bespreken patiënten. Een bruikbare volgorde is bijvoorbeeld om na de spoedeisende patiën- ten de nieuw opgenomen patiënten per afdeling te bespreken, gevolgd door de nieuwe ontwikkelingen bij patiënten die al opgenomen zijn.

Het verdient aanbeveling om de dienstdoende assistent al voor de overdracht 1 of 2 leerzame patiënten te laten selecteren die relatief uitgebreid besproken worden, zeker wanneer er sprake is van een opleidingssituatie.

Hierbij dient er voldoende tijd te zijn om aanvullend onderzoek en overwegingen uitgebreid aan bod te laten komen. De overige te bespreken patiënten dienen relatief kort en bondig overgedragen te worden.

Tip 6 WiJS een voorZiTTer aan

De medische overdracht dient geleid te worden door een voorzitter die niet alleen de inhoud en structuur van de overdracht, maar ook de klok in de gaten houdt. De voor- zitter bewaakt dat er ruimte is voor opmerkingen, cor- recties en vragen. Dit kan de opleider zijn, maar ook een ander staflid. Ook aiossen kunnen de overdracht voorzit- ten om zich te bekwamen in de competentie ‘organisatie’.

Tip 7 beperk onnodige onderbrekingen

Voorkom dat de overdracht onnodig wordt onderbroken door piepers of telefoons en collega’s die te laat binnen- komen. Piepers en telefoons staan tijdens de overdracht uit. De dienstpiepers of -telefoons kunnen tijdelijk wor- den beheerd door een van de aiossen, buiten de over- drachtsruimte. De verpleegkundigen en poli-assistenten kunnen geïnstrueerd worden om alleen in noodgevallen te storen tijdens de overdracht.

Tip 8 STel aanWeZigheid verplichT

Idealiter zijn alle aiossen en supervisoren van de klini- sche afdelingen tijdens de overdracht aanwezig. De supervisor kan de aios zo nodig aanvullen bij vragen of discussie over een patiënt. Vooral in het weekend is de aanwezigheid van de supervisor van belang voor de con- tinuïteit van de zorg.

Tip 9 overdragen kan Worden aangeleerd

Ondanks de cruciale betekenis van de medische over- dracht voor de continuïteit en veiligheid van de zorg, wordt hier vaak niet op getraind. Het format moet voor iedereen duidelijk zijn, ook voor beginnende aiossen. Leg dit dus vast in het inwerkprogramma en gebruik eventu- eel zakkaartjes of een poster in de overdrachtsruimtes.

De klinische praktijkbeoordelingen kunnen worden gebruikt voor feedback ter verbetering van de over- drachtsvaardigheden.

Tip 10 Zorg voor een veilige leeromgeving

De mogelijkheid om tijdens de overdracht vragen te stel- len leidt tot een beter begrip van de casus. De aanwezig- heid van de dienstdoende supervisor draagt bij aan een veilig leerklimaat.

De medische overdracht wordt vaak gekoppeld aan onderwijs. Er kan voor gekozen worden om een ‘vraag van de dag’ of ‘vraag van de week’ te laten beantwoorden.

Hierbij wordt een kwestie uitgezocht die onbeantwoord bleef bij het bespreken van een casus; het antwoord wordt aansluitend aan een volgende overdracht gepresenteerd.

Ook terugkoppeling van het klinische beloop van eerder gepresenteerde complexe casuïstiek is leerzaam.

achTergrond

Er zijn verschillende soorten overdrachten: (a) de intra- disciplinaire overdracht, zoals die tussen de dag- en avonddienst binnen één specialisme plaatsvindt, (b) de interdisciplinaire overdracht, bijvoorbeeld wanneer een patiënt door de internist aan de chirurg wordt overgedra- gen, en (c) de transmurale overdracht, wanneer de pati- ent uit het ziekenhuis ontslagen wordt. In dit artikel bespreken wij de intradisciplinaire overdracht.

(3)

KLINISCHE PRAKTIJK De overdracht is van groot belang voor de continuïteit

van de zorg en draagt bij aan de patiëntveiligheid. Vol- gens de Joint Commission International (JCI), een Ame- rikaans kwaliteitsinstituut, is 67% van de medische fou- ten het gevolg van miscommunicatie. Meer dan de helft van deze fouten blijkt toe te schrijven aan een gebrekkige medische overdracht.1 De JCI en de World Health Orga- nization bevelen aan om de overdracht te standaardise- ren en om artsen te trainen ter verbetering van de kwali- teit van de medische overdracht.1,2

Vrijwel alle artsen hebben te maken met medische over- drachten. Desondanks is er tijdens de opleiding tot arts of medisch specialist weinig aandacht voor overdragen als essentiële medische competentie. In veel klinieken ontbreekt het aan training of aan een gestandaardiseerd format voor de overdracht.

Eind 2014 vond het congres ‘Modernisering medische vervolgopleidingen’ plaats, dat werd georganiseerd door de KNMG. Hier werd door 2 van de auteurs (S.E.G. en K.A.H.K.) de workshop ‘Optimalisatie van de dienstover- dracht’ gegeven. Tijdens deze workshop gaven artsen uit diverse vakgebieden verbeterpunten voor de overdracht aan. Naar aanleiding van deze workshop en een literatuur- onderzoek hebben wij 10 tips geformuleerd ter verbetering van de kwaliteit van uw intradisciplinaire overdracht.

Tip 1 STandaardiSeer formaT en inhoud van de overdrachT Het format en de inhoud van de overdracht dienen gestandaardiseerd te zijn. Onderdelen die aan bod moe- ten komen zijn: de relevante medische voorgeschiedenis, de actuele probleemlijst, de actielijst – lopende consul- ten, volgend aanvullend onderzoek –, een anticiperend beleid voor te verwachten problemen en tot slot de even- tuele behandelbeperkingen.1,3-11

Bij alle patiënten, ook degenen die niet mondeling wor- den overgedragen, dient er tevens een geschreven over- dracht te zijn in het patiëntendossier. Het maken van onderscheid tussen hoofd- en bijzaken en het overdragen van de essentie van een casus is leerzaam voor de aios en leidt tevens tot het behoud van de aandacht van degenen die bij de overdracht aanwezig zijn.

In een recent onderzoek, dat werd uitgevoerd in de oplei- dingsklinieken van Harvard Medical School en gepubli- ceerd in The New England Journal of Medicine, werd het effect onderzocht van een vernieuwd overdrachtspro- gramma op medische fouten.4 Het programma bestond onder andere uit een gestandaardiseerde overdracht en een training in communicatie rond de overdracht. De implementatie van dit overdrachtsprogramma leidde tot een afname in medische fouten en vermijdbare onbe- doelde nadelige effecten tot 30%.

Ook in andere studies leidde het standaardiseren van de inhoud van de overdracht tot een toename van de kwali-

teit en volledigheid van de overdracht en tot een afname in medische fouten.3,4,6,12

Er zijn diverse ezelsbruggetjes ontwikkeld voor het stan- daardiseren van de overdracht (tabel). Er is op grond van de literatuur geen voorkeur aan te geven voor het gebruik van een van deze ezelsbruggetjes.8

Tip 2 draag SelecTief over

Als er veel patiënten over te dragen zijn in korte tijd, zoals tijdens de maandagochtendoverdracht, moet voor- komen worden dat de ziekste of leerzaamste patiënten te weinig aandacht krijgen.

Afhankelijk van het type overdracht – ochtend-, avond-, nacht- of weekendoverdracht – kan er een selectie wor- den gemaakt van patiënten en onderdelen die aan bod dienen te komen. Bij de ochtend- of avondoverdracht kan er bijvoorbeeld meer nadruk worden gelegd op het edu- catieve aspect van de overdracht, terwijl de nacht- en weekendoverdracht vooral tot doel hebben de continuï- teit van de zorg te bewerkstelligen.

Tijdens de ochtendoverdracht moeten alle nieuw opge- nomen patiënten besproken worden. Bij de overige over- drachten is het van belang om te bedenken voor welke patiënten een aanvullende mondelinge overdracht gewenst is. Ernstig zieke patiënten, leerzame casuïstiek en patiënten bij wie tijdens de dienst een specifieke actie wordt verlangd, dienen mondeling overgedragen te wor- den.Zeker als er sprake is van een opleidingssituatie, verdient het aanbeveling om 1 of 2 leerzame patiënten relatief uitgebreid te bespreken. Ook aanvullend onderzoek en overwegingen kunnen hierbij worden besproken. Vervol- gens kunnen patiënten met eenvoudige problematiek kort en bondig overgedragen worden. Patiënten die kort kunnen worden overgedragen zijn bijvoorbeeld patiënten bij wie een eenduidige diagnose is gesteld, bijvoorbeeld

‘appendicitis’ of ‘pneumonie’.

Tabel voorbeelden van ezelsbruggetjes voor een vast format van de overdracht

acroniem format

SBaR Situation, Background, assessment, Recommendation I-PaSS Illnes severity, Patient summary, action list, Situation

awareness and contigency planning, Synthesis by receiver 5-P’s Patient, Plan, Purpose, Problems, Precaution

SIGNOUT? Sickness or do not resuscitate, Identify, General hospital course, New events of the day, Overal health status, Upcoming possibilities with a plan, Task to complete, Questions?

(4)

KLINISCHE PRAKTIJK

Tip 3 Zorg voor een anTiciperend beleid

Een frequent genoemde tekortkoming van de overdracht is het ontbreken aan een anticiperend beleid.5,8-11,13 Gedu- rende de overdracht moet het duidelijk zijn welke speci- fieke acties er worden verwacht van de dienstdoende arts bij bepaalde bevindingen. Deze specifieke acties moeten zo concreet en meetbaar mogelijk zijn, bijvoorbeeld: bij welke Hb-waarde dient de patiënt een bloedtransfusie te krijgen? Een anticiperend beleid leidt tot continuïteit; het zorgt ervoor dat de dienstdoende arts minder onnodig opzoekwerk hoeft te doen en dat de patiënt tijdig zorg ontvangt.

Tip 4 WeeS duideliJk over behandelbeperkingen

Op het moment dat de dienst begint moet het duidelijk zijn of en welke behandelbeperkingen er gelden. Deze dienen niet alleen tijdens de overdracht vermeld te wor- den, maar ze dienen tevens eenvoudig in het elektroni- sche patiëntendossier terug te vinden te zijn.

Voor de dienst zijn vooral de volgende categorieën van belang: (a) maximaal beleid; (b) niet reanimeren, wel intensive care (IC); en (c) niet reanimeren, geen IC. In veel ziekenhuizen wordt het beleid met een code aange- duid. Doordat in het land verschillende codes worden gebruikt – code B kan in het ene ziekenhuis iets anders betekenen dan in een ander ziekenhuis – kan er verwar- ring optreden, vooral bij beginnende arts-assistenten die nog niet vertrouwd zijn met de terminologie van hun ziekenhuis. Wij willen er daarom voor pleiten om tijdens de overdracht niet met codes te werken, maar met ondub- belzinnige termen. Ook het besluit om behandelbeper- kingen in te stellen voor eventuele operaties of het begin- nen met hemodialyse zou idealiter al genomen moeten worden voordat de dienst begint.

STrucTuur

Tip 5 STandaardiSeer de volgorde van Te beSpreken paTiënTen De overdracht zou moeten beginnen met de meest spoedeisende patiënt, naar wie eventueel direct een col- lega toe moet om de zorg over te nemen.10,11 Wij adviseren om na de presentatie van de meest spoedeisende patiënt een vaste planning aan te houden voor de overige te pre- senteren patiënten. Een bruikbare volgorde is bijvoor- beeld om na de spoedeisende patiënt de nieuw opgeno- men patiënten per afdeling te bespreken, gevolgd door de nieuwe ontwikkelingen bij patiënten die al opgenomen zijn. Het aanhouden van een vaste structuur tijdens de overdracht leidt tot een afname van het aantal patiënten dat vergeten wordt over te dragen.10

Aandacht voor patiënten die zijn opgenomen op een leenbed – dat wil zeggen: op een verpleegafdeling van een ander specialisme – is van groot belang, aangezien

de zorg voor deze patiënten extra alertheid en logistieke inspanningen vereist.

Tip 6 WiJS een voorZiTTer aan

De medische overdracht dient geleid te worden door een voorzitter die zelf geen dienst heeft of heeft gehad. De voorzitter bewaakt de inhoud en structuur van de over- dracht, houdt de tijd in de gaten en leidt eventuele dis- cussies. De voorzitter moet uiteraard op de hoogte zijn van het lokale format van de medische overdracht.

Het dient van tevoren bekend te zijn wie deze voorzit- tersrol op zich neemt. Naast opleiders of stafleden kun- nen ook aiossen de overdracht voorzitten; aiossen kun- nen zo de competentie ‘organisatie’ ontwikkelen.

Aangezien de overdracht een belangrijk opleidingsmo- ment is, dient de voorzitter te bewaken dat er ruimte is voor opmerkingen, correcties of vragen. Het is van belang om afspraken te maken over het moment van vragenstel- len. Wij geven er de voorkeur aan om dit na de presenta- tie van elke casus te doen om het aantal onderbrekingen te beperken.

Tip 7 beperk onnodige onderbrekingen

Voorkom dat de overdracht onnodig wordt onderbroken door piepers en telefoons of door collega’s die te laat bin- nenkomen, aangezien dit de concentratie verstoort en daarmee de kwaliteit van de overdracht negatief beïn- vloedt. Frequente onderbrekingen leiden tevens tot een langere overdrachtstijd.13

Piepers en telefoons behoren tijdens de overdracht uit te staan. De dienstpiepers of -telefoons kunnen tijdelijk worden beheerd door een van de aiossen buiten de over- drachtsruimte.

In een aantal ziekenhuizen wordt gebruikgemaakt van posters met ‘niet storen tijdens de dienstoverdracht’.

Deze posters hangen op de verpleegkundige teamposten om te voorkomen dat electieve telefoontjes worden ver- richt tijdens overdrachtstijd.14

onderWiJS en opleiding

Tip 8 STel aanWeZigheid verplichT

De aanwezigheid van de dienstdoende supervisor draagt bij aan een veilig opleidingsklimaat voor de aios.

De supervisor kan de dienstdoende aios zo nodig aan- vullen bij vragen of discussie over een gepresenteerde patiënt.

Het is van belang dat alle verantwoordelijke aiossen tij- dens de overdrachten aanwezig zijn om relevante patiën- ten voor de dienst over te dragen of eventuele informatie te ontvangen over veranderingen bij patiënten die al opgenomen zijn. Idealiter zijn ook alle supervisoren van de klinische afdelingen aanwezig. Tijdens de weekend-

(5)

KLINISCHE PRAKTIJK overdrachten is de dienstdoende supervisor zo mogelijk

aanwezig om de continuïteit te waarborgen.

De aanwezigheid van de verantwoordelijke artsen tijdens de overdracht voorkomt extra telefoontjes nadien. Aan- gezien deze telefoontjes nogal eens ongelegen komen, is er minder gelegenheid om aanvullende vragen te stellen en daarmee minder begrip van de casus. Het gebrek aan contact van aangezicht tot aangezicht wordt in onder- zoek aangemerkt als risicofactor voor miscommunica- tie.3,5

Tip 9 overdragen kan Worden aangeleerd

Ondanks de cruciale rol van de medische overdracht in de continuïteit en de veiligheid van de zorg, ontbreekt het vaak aan training hierin. Het aantal artsen dat in deeltijd werkt is de laatste jaren toegenomen.15 Het aantal overdrachten en het belang van een kwalitatieve over- dracht is hiermee toegenomen.

Er is onderzoek gedaan naar het effect van overdrachts- training in combinatie met het implementeren van een vast format voor de overdracht. In deze studies werden significante afnames in het aantal medische fouten en onbedoelde nadelige effecten gezien.4,6,11,12 Overdragen, al dan niet in een gestandaardiseerd format, is een vaardig- heid die kan worden aangeleerd.

Aangezien er een continue instroom is van nieuwe aios- sen, is het van belang om het overdrachtsformat vast te leggen in het inwerkprogramma en op zakkaartjes of posters.

De klinische praktijkbeoordelingen – bijvoorbeeld stan- daard op de maandagochtend – kunnen worden gebruikt voor feedback ter verbetering van de overdrachtsvaar- digheden van de aios.

De Nederlandse Internisten Vereniging heeft een trai- ningsmodule ontwikkeld ter verbetering van de dienst- overdracht. Deze trainingsmodule is bedoeld voor de overdracht van de interne geneeskunde, maar is ook bruikbaar voor andere specialismen. Ook is er een evalu- atieformulier beschikbaar om de kwaliteit van uw over- dracht te beoordelen (www.internisten.nl/kwaliteit/

dienstoverdrachten/dienstoverdrachten).14 Tip 10 Zorg voor een veilige leeromgeving

De overdracht is een belangrijk opleidingsmoment voor de aios. De mogelijkheid om tijdens de overdracht vragen te stellen naar aanleiding van een casus leidt tot een beter begrip van de casus.3,11Het in aanraking komen met – nieuwe – ziektebeelden en eventuele discussies naar aanleiding van casuïstiek leiden tot een toename van medische kennis en begrip. Tijdens het overdragen zelf worden diverse medische competenties ontwikkeld, zoals medisch handelen, organiseren, communicatie en samenwerken.

Het is van belang om te zorgen voor een veilig leerkli- maat. De aanwezigheid van de dienstdoende supervisor draagt zoals eerder genoemd hieraan bij. Het veranderen van de opstelling bij de overdracht, bijvoorbeeld door de aios vooraan plaats te laten nemen, kan bijdrage aan een laagdrempelig klimaat om vragen te stellen.

Tijdsdruk is een beperkende factor voor het educatieve aspect van de overdracht. Het aanhouden van een vaste structuur en planning van de overdracht zal echter lei- den tot meer tijd voor leerzame casuïstiek.

De medische overdracht wordt vaak gekoppeld aan een opleidingsmoment in de vorm van een presentatie. In sommige klinieken wordt ervoor gekozen om een ‘vraag van de dag’ of ‘vraag van de week’ te laten beantwoorden.

Dit kan een diagnostische, therapeutische of prognosti- sche vraag zijn die onbeantwoord bleef bij het bespreken van een casus tijdens de overdracht. Een van de aiossen verricht een literatuuronderzoek en presenteert deze aansluitend aan de overdracht. De terugkoppeling van eerder gepresenteerde complexere casuïstiek kan even- eens als opleidingsmoment dienen.

concluSie

De overdracht is een essentieel maar onderbelicht onder- deel van onze dagelijkse werkzaamheden. De overdracht is van groot belang voor de continuïteit van de zorg en de patiëntveiligheid. Daarnaast voorkómt een goede over- dracht tijdrovende en onnodige werkzaamheden voor de dienstdoende arts.

De overdracht is ook een belangrijk opleidingsmoment.

Het prioriteren van te bespreken patiënten en het creëren van een veilig leerklimaat, waarbij laagdrempelig vragen kunnen worden gesteld, leidt tot een beter begrip van casuïstiek.

Door het invoeren van een aantal eenvoudige aanpassin- gen, zoals het standaardiseren van de inhoud en struc- tuur en het trainen van artsen, wordt de overdracht niet alleen kwalitatief beter, maar ook leerzamer en efficiën- ter.

in een serie artikelen in de rubriek Stand van zaken worden de huidige kennis en recente inzichten over een onderwerp samengevat in enkele praktische tips. meer achtergrondinformatie over deze tips is te vinden op www.ntvg.nl.

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Aanvaard op 9 september 2015

Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9085

> kiJk ook op WWW.nTvg.nl/a9085

(6)

KLINISCHE PRAKTIJK

1 Sentinel event data: root causes by event type. Chicago: The Joint Commission; 2014.

2 World Health Organization Collaborating Centre for Patient Safety.

Patient Safety Solutions. Genève: WHO; 2007.

3 Graham KL, Marcantonio ER, Huang GC, Yang J, Davis RB, Smith CC.

Effect of a systems intervention on the quality and safety of patient handoffs in an internal medicine residency program. J Gen Intern Med.

2013;28:986-93.

4 Starmer AJ, Spector ND, Srivastava R, et al; I-PASS Study Group.

Changes in medical errors after implementation of a handoff program. N Engl J Med. 2014;371:1803-12.

5 Arora V, Johnson J, Lovinger D, Humphrey HJ, Meltzer DO.

Communication failures in patient sign-out and suggestions for improvement: a critical incident analysis. Qual Saf Health Care.

2005;14:401-7.

6 Starmer AJ, Sectish TC, Simon DW, et al. Rates of medical errors and preventable adverse events among hospitalized children following implementation of a resident handoff bundle. JAMA. 2013;310:2262-70.

7 Starmer AJ, O’Toole JK, Rosenbluth G, et al; I-PASS Study Education Executive Committee. Development, implementation, and dissemination of the I-PASS handoff curriculum: A multisite educational intervention to improve patient handoffs. Acad Med. 2014;89:876-84.

8 Starmer AJ, Spector ND, Srivastava R, Allen AD, Landrigan CP, Sectish TC; I-PASS Study Group. I-pass, a mnemonic to standardize verbal handoffs. Pediatrics. 2012;129:201-4.

9 Bump GM, Jovin F, Destefano L, et al. Resident sign-out and patient hand-offs: opportunities for improvement. Teach Learn Med.

2011;23:105-11.

10 Tapia NM, Fallon SC, Brandt ML, Scott BG, Suliburk JW. Assessment and standardization of resident handoff practices: PACT project. J Surg Res. 2013;184:71-7.

11 Arora VM, Manjarrez E, Dressler DD, Basaviah P, Halasyamani L, Kripalani S. Hospitalist handoffs: a systematic review and task force recommendations. J Hosp Med. 2009;4:433-40.

12 Bigham MT, Logsdon TR, Manicone PE, et al. Decreasing handoff-related care failures in children’s hospitals. Pediatrics. 2014;134:e572-9.

13 Date DF, Sanfey H, Mellinger J, Dunnington G. Handoffs in general surgery residency, an observation of intern and senior residents. Am J Surg. 2013;206:693-7.

14 Tervoor M, van Gurp P, Geerlings SE, Schouten L. De overdracht kan een stuk beter. Med Contact (Bussum). 2013;68:2391-3.

15 Capaciteitsplan 2013. Utrecht: Stichting Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen; 2013.

liTeraTuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ministeriële verantwoordelijkheid voor ambtelijk handelen betekent dat de minister het genomen besluit voor zijn verantwoording moet kunnen nemen; niet dat hij elke beslissing

Voor beide doelgroepen werd vervolgens de vraag gesteld wat de reden(en) zou(den) kunnen zijn waarom zij over één of meerdere onderwerpen geen duidelijk beeld heeft (hebben)..

 Jaarlijks is vanaf 1 september geactualiseerde informatie over de stand van de aanvullende pensioenen beschikbaar op Mypension.be. Timing

De buurt is niet alleen een belangrijke eenheid van sociale en ruimtelijke ongelijkheid, maar ook een platform voor gemeenschapsvorming en de dagelijkse sociale interactie

Wanneer zij op de predikstoel maar weinig, en dat zeer flauw, van het leven en de kracht van inwendige Godzaligheid spreken, en buiten dezelve zorgvuldig vermijden

Gods Geest en genade zal die ook bewaren in de harten der ware gelovigen; maar wat aangaat de openbare Belijdenis en deszelfs voordelen daaromtrent heeft God alle heilige

heeft de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) een brief verstuurd aan alle gemeenteraden van de regio Rijnmond om te informeren over het voornemen van de gemeente

Het lijkt erop dat de klachten telkens werden veroorzaakt door een obstructie van de keel.. Normaal mengt de gel zich uitstekend met het speeksel om vervolgens te vervloeien,