• No results found

Natuuronderzoek Science Park 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuuronderzoek Science Park 2005"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuuronderzoek Science Park 2005

(2)
(3)

3

Natuuronderzoek Science Park 2005

Dienst Ruimtelijke Ordening, Amsterdam maart 2006

(4)

4

(5)

Inhoud

1. Inleiding ... 7

2. Werkwijze ... 8

3. Resultaten ... 9

Vogels ...9

Zoogdieren ...10

Amfibieën en reptielen ...10

Grondwerkzaamheden ...10

4. Aanbevelingen ... 11

5 Kaarten ... 13

Kaart 1 Weidevogels en roofvogels ...14

Kaart 2 Rietzangvogels ...15

Kaart 3 Zoogdieren ...16

Kaart 4 Amfibieën ...17

(6)

6

(7)

1. Inleiding

In opdracht van de natuurmanager Sciencepark Amsterdam onderzochten de stadsecologen van de Dienst Ruimtelijke Ordening in 2005 de volgende specifieke natuurwaarden in het Sciencepark.

- Nestelplekken van roofvogels;

- De aanwezigheid van Ringslangen in het gebied;

- De aanwezigheid van de Rugstreeppad en de Zandhagedis;

- Vindplaatsen van amfibieën;

- De broedende weidevogels en rietzangvogels;

- De broedvogels van het NS-talud;

- Aanwezigheid van zoogdieren.

Dit onderzoek is erop gericht om gegevens te verstrekken zodat bij de werkzaamheden op het Sciencepark zo zorgvuldig mogelijk omgegaan kan worden met dieren die worden beschermd door de flora- en faunawet.

(8)

2. Werkwijze

Het onderzoeksgebied wordt begrensd door de Ringvaart, de ringweg A10, de spoorbaan en de Molukkenstraat. Ook werden waarnemingen gedaan bij het parkje ten oosten van woonwijk De Meer. De werkwijze is vrijwel identiek aan die, gevolgd in 2004. Broedvogels werden

geïnventariseerd volgens de SOVON-richtlijnen. Voor amfibieën en reptielen werden de RAVON- richtlijnen gehanteerd. Voor onderzoek aan zoogdieren zijn inloopvallen geplaatst.

(9)

3. Resultaten

Vogels

De enige roofvogel die in 2005 broedde in het gebied was de Torenvalk (zie kaart 1). Die broedde net als in 2004 in een boomsingel vlakbij de universiteitsgebouwen. De Buizerd, Ransuil, Boomvalk en Havik werden alleen jagend gezien. Deze soorten broeden allen in de directe omgeving van het park: Diemerpark, (Buizerd), Flevopark (Ransuil), Overdiemerpolder (Boomvalk) en bij De Diem (Havik).

Op het weilandje bij Anna’s Hoeve broedden de volgende weidevogelsoorten: Tureluur (1 paar, jongen zijn gezien), Kievit (3 paar, van alle paren zijn jongen gezien). De Grutto, de Watersnip en de Wintertaling werden baltsend gezien, maar zijn voortijdig vertrokken: ze haalden de SOVON- datumgrenzen niet. Verder hebben op het weilandje nog de volgende vogelsoorten gebroed:

Nijlgans (1 paar, 8 jongen), Bergeend (3 paar), Grauwe Gans (4 paar), Krakeend (1 paar). Van de laatste drie soorten werden geen jongen gezien, zodat niet kon worden bewezen dat het broeden succesvol was.

Een paartje Scholeksters broedde op het dak van één van de universiteitsgebouwen.

De volgende vogelsoorten broedden (allen met 1 broedpaar) op het NS-talud langs het voormalige volkstuincomplex:

-Braamsluiper -Tuinfluiter -Zanglijster -Groenling -Tjiftjaf -Bosrietzanger -Ekster

Op het NS-talud met aangrenzende ruigte ten oosten van de Kruislaan broedden:

-Witte Kwikstaart (2 paar) -Meerkoet (1)

-Krakeend (1) -Koekoek (1) -Grasmus (1) -Groenling (1) -Nachtegaal (1) -Ekster (1) -Fitis (3)

-Bosrietzanger (5) -Tuinfluiter (1) -Waterhoen (1) -Merel (1) -Koolmees (1) -Fazant (3) -Pimpelmees (1) -Zwartkop (1)

Rondom de plas bij wijk De Meer, langs het oostelijke tracé van de ontsluitingsweg broedden vijf paar Kleine Karekieten (kaart 2).

(10)

10

Zoogdieren

Hermelijn en Wezel vormen een aanvulling op de soortenlijst van 2004. Alle in 2004

waargenomen soorten werden ook in 2005 in het gebied aangetroffen. Dit waren: egel, mol, bosspitsmuis, huisspitsmuis, haas, konijn, veldmuis, woelrat, muskusrat, dwergmuis, bosmuis, bruine rat, vos en huiskat. De vindplek van enkele opvallende zoogdieren staat aangegeven op kaart 3. De Muskusrat handhaafde zich ondanks het wegvangen door rattenvangers in 2004.

De Dwergvleermuis werd regelmatig jagend boven het gebied gezien. Er zijn geen aanwijzingen dat deze soort kolonies bewoont binnen het gebied.

Amfibieën en reptielen

Ondanks uitvoerig en gericht onderzoek werd de Rugstreeppad wederom niet aangetroffen in het gebied. En dit terwijl het nieuwe biotoop er soms aantrekkelijk uitziet met sloten met zandige, kale oevers. Dat de komst van de Rugstreeppad in komende jaren niet denkbeeldig is bewijst het opduiken van deze soort op het ontruimde terrein van Van Gend en Loos langs de Cruqiuskade in Zeeburg. De Rugstreeppad heeft hiermee weer bewezen zeer mobiel te zijn en de raarste plekken te kunnen vinden. Het NS-talud kan mogelijk als aanvoerroute fungeren voor padden vanuit de omgeving van Diemen.

Het talud van het spoorwegemplacement is door zijn ruige begroeiing niet meer toegankelijk en dus niet onderzocht. Het is in zijn huidige vorm absoluut ongeschikt voor de Zandhagedis. Gezien deze staat van het talud en aangezien de laatste waarneming van deze soort uit 2001 stamt kan de Zandhagedis in dit voor deze soort geïsoleerd liggende gebied als lokaal uitgestorven worden beschouwd.

Naar de Ringslang werd gericht gezocht. Net als in 2004 werd deze soort in 2005 echter niet waargenomen in het gebied. De faunapassage onder het viaduct van de A 10 aan de oostzijde werd in 2005 verbeterd door het aanbrengen van zware boomstobben. Als de faunapassage aan de westzijde van de A 10 ook wordt gerealiseerd (actie Pro Rail) dan kunnen Ringslangen zich vanuit hun leefgebied bij Diemen-Noord richting Sciencepark gaan verplaatsen.

De vier algemeenste amfibieën van Amsterdam zijn verspreid over het plangebied aanwezig bij geschikte wateren (kaart 4). Dit betreft Groene Kikker, Bruine Kikker, Pad en Kleine Watersalamander. Zij zijn in het gebied sterk achteruit gegaan doordat de vijvers in de

volkstuintjes verdwenen zijn. Door in de nieuwe wijk geïsoleerde poelen aan te leggen kan de amfibieënstand sterk worden verhoogd.

Grondwerkzaamheden

Het zand storten over de voormalige volkstuinen Frankendael en De Molukken werd zorgvuldig uitgevoerd, namelijk vanuit één richting en in een laag tempo, waardoor voor dieren steeds een vluchtweg openbleef. Die zal vooral ’s nachts goed benut zijn. Ondanks deze voorzichtige werkwijze, waarbij de adviezen van de stadsecoloog goed zijn opgevolgd, zullen toch amfibieën en kleine zoogdieren bedolven zijn. Dit is onvermijdelijk bij een project van deze omvang.

(11)

4. Aanbevelingen

- De rugstreeppad verdient onverminderde aandacht. Deze mobiele soort kan elk jaar opduiken in het gebied, vooral omdat de sloten nu een geschikt biotoop vormen.

- Ook de komst van de Ringslang lijkt een kwestie van tijd te zijn. Het is aan te bevelen de moni- toring in komende jaren specifiek op deze soorten af te stemmen.

- Een doelgericht en nauwkeurig onderzoek naar vleermuizen (verblijfplaatsen, fourageerroutes en voedselgebied) is aan te bevelen om de resultaten uit 2004 te actualiseren.

- Bij de grondwerkzaamheden is zorgvuldig gehandeld. In geval van twijfel welke handelswijze het beste is kan de stadsecoloog van DRO worden geraadpleegd.

- De amfibieën in het gebied hebben een gevoelige klap gekregen door het verdwijnen van de volkstuintjes met vijvers. Door de aanleg van geïsoleerde poelen kan de stand worden hersteld of verbeterd.

(12)

12

(13)

5 Kaarten

(14)

14

Kaart 1 Weidevogels en roofvogels

(15)

15

Kaart 2 Rietzangvogels

(16)

16

Kaart 3 Zoogdieren

(17)

17

Kaart 4 Amfibieën

(18)

Colofon

Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam Auteur: Remco Daalder, Martin Melchers

Datum: maart 2006

Meer info bij: Remco Daalder, tel. 020 - 552 7927 www.dro.amsterdam.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De jaarrekening 2017 van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag is een integrale jaarrekening met daarin zowel de programma’s voor Verkeer en

· Voldoende ontwikkelruimte voor bedrijvigheid Focus op onderwijs, onderzoek, zorg en valorisatie Dagelijks reizen duizenden mensen van en naar het Utrecht Science Park om

Naast het onderzoek naar de wenselijkheid van windmolens in het Utrecht Science Park, doet de universiteit onderzoek naar de technische en financiële haalbaarheid van het

Uit de actualisatie is gebleken dat in het plangebied mogelijk de strikt beschermde soorten bunzing, hermelijn en wezel (kleine marterachtigen) en grote vos en grote

Let op: Wanneer u voor deze optie kiest, heeft de zorg toegang nodig tot uw woning..

Dit betreft de fase waarin opdracht aan de opdrachtnemer wordt gegeven tot het verrichten van ambtelijke en niet-ambtelijke werkzaamheden tot het moment dat er

Op maandag 9 maart start aannemer Van Wijlen in de Waterbeemd met de werkzaamheden, zoals deze op 1 oktober 2019 tijdens de bewonersbijeenkomst aan belangstellenden zijn

Mogelijk moet u nog voor een aantal andere medewerkers eHerkenning aanschaffen, die gaan inloggen op Mijn DUO en het Internet Schooldossier. En als uw medewerkers eHerkenning