• No results found

Jaarverslag 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jaarverslag 2012"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar- verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inhol- land 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012

Jaarverslag

2012

(2)
(3)

Voor u ligt het jaarverslag 2012 van Hogeschool Inholland. Het jaarverslag beschrijft de belangrijkste activiteiten, de behaalde resultaten en ontwikkelingen en gaat uitgebreid in op de implementatie van het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma en de hiermee samenhangende ombuiging van de organisatie. Met het jaarverslag 2012 legt Hogeschool Inholland verantwoording af over het verslagjaar.

Voor Hogeschool Inholland is 2012 een jaar van opbouw. Een jaar waarin een nieuwe Raad van Toezicht en nieuwe leden van het College van Bestuur zijn geïnstalleerd en waarin de in 2011 in gang gezette ontwikkelingen vorm krijgen. Inholland maakt dit jaar de keuze voor profilering op waarde(n)vol onderwijs.

Het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma wordt geïmplementeerd en de in september 2011 afgekondigde reorganisatie krijgt zijn beslag: er wordt afscheid genomen van meer dan 500 collega’s.

2012 is ook het jaar waarin de vier in 2011 onder vuur liggende opleidingen (BE, CE, VTM en MEM) worden beoordeeld door de NVAO. BE en VTM worden geaccrediteerd en CE en MEM krijgen een herstelperiode om het niveau van het eindwerk op peil te brengen. Voorjaar 2012 start ook het traject

‘portfoliorationalisatie’: een samenhangend pakket maatregelen om invulling te geven aan zowel het Stra- tegisch Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om het portfolio financieel robuuster te maken. En tot slot wordt alles op alles gezet om de in 2011 sterk afgenomen instroom weer op peil te brengen.

Als College van Bestuur zijn wij ons er zeer van bewust dat in het afgelopen jaar veel van alle medewer- kers is gevraagd. Na een uiterst bewogen periode kan de balans opgemaakt worden en kan gecon- cludeerd worden dat er een nieuw fundament onder de hogeschool is gelegd. Het is in dit kader zeer bemoedigend dat de instroom van studenten zich herstelt. Maar ook nu nog ligt de hogeschool onder het vergrootglas van politiek en pers. Aanpassing van het portfolio past bij onze strategische keuzes en is noodzakelijk voor het vormgeven van een ander Inholland. Daarbij zijn nieuwe maatregelen onvermijdelijk en deze zullen in alle lagen van de organisatie worden gevoeld. Wij zijn er echter van overtuigd dat we op de goede weg zijn en dat we hiermee de basis leggen voor een ander Inholland. Zowel de NVAO als de staatsecretaris spraken in de zomer openlijk hun vertrouwen in de hogeschool uit en de instroom- cijfers laten zien dat ook de studenten geloven in het andere Inholland. Maar komend jaar staan we als organisatie voor de enorme uitdaging om gedurende deze veranderingen de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek te verbeteren. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we er met elkaar in zullen slagen deze ambities te realiseren.

Namens het College van Bestuur, Doekle Terpstra

Voorwoord

(4)
(5)

Inhoudsopgave Jaarverslag 2012

Voorwoord 3

1 Bestuurlijke verantwoording 7

1.1 Strategisch Programma en prestatieafspraken 7

1.2 Het andere Inholland 8

1.3 Samenwerking 8

1.4 Reorganisatie 8

1.5 Accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), 9 Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement

(MEM) en Commerciële Economie (CE)

1.6 Instroom 9

1.7 Suriname 9

1.8 Onderwijs en Onderzoek 10

1.9 Portfoliorationalisatie 10

1.9.1 BBA 10

1.9.2 Inholland International College 11

2 Raad van Toezicht 12

3 Corporate Governance 14

3.1 Statuten 15

3.2 Bestuursreglement 15

3.3 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht 15

3.4 Integriteit 15

3.5 Veiligheid 15

3.6 Bestuur en Toezicht 16

3.6.1 College van Bestuur 16

3.6.2 Raad van Toezicht 17

3.6.3 Directeuren 18

3.6.4 Medezeggenschap 18

3.6.5 Control 18

3.6.6 Overlegstructuur 19

3.7 Communicatie naar de stakeholders 19

3.8 Marktactiviteiten 19

3.9 Klachtafhandeling 20

4 Onderwijs en Onderzoek 21

4.1 Onderwijs 21

4.1.1 Verbinding als Opdracht en Ruimte voor Presteren 21 4.1.2 Prestatieafspraken: Presteren in verbinding 22

4.1.3 Portfolio 22

4.1.4 Sirius programma 23

4.1.5 Accreditatie 23

4.2. Studentgegevens 24

4.2.1 Instroom 2012 nader bekeken 24

4.2.2 Ontwikkeling instroom 2012 24

4.2.3 Kengetallen studiesucces 25

4.3 Analyse profiel Inhollandstudent met een mbo-vooropleiding 31

4.4 Onderzoek 33

(6)

5 Internationalisering 38

6 2012 – een jaar van opbouw 39

7 Feiten en cijfers 50

7.1 Financiële cijfers 50

8 Personeel en organisatie 53

9 Studentenaantallen 57

(7)

Voor Hogeschool Inholland is 2012 een jaar van opbouw. Een jaar waarin na het roerige 2010 en 2011 een voltallige nieuwe Raad van Toezicht is geïnstalleerd en waarin het interim-College van Bestuur plaats maakt voor een College van Bestuur dat voor een aantal jaren benoemd wordt. Een jaar ook waarin de in 2011 in gang gezette ontwikkelingen vorm moeten krijgen en waarin Inholland de keuze maakt voor profilering op waarde(n)vol onderwijs. Het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma wordt vertaald in ambities ten aanzien van de onderwijsprestaties en het profiel van de toekomst. De in september 2011 afgekondigde reorganisatie krijgt zijn beslag en dat betekent een afscheid van een groot aantal collega’s.

2012 is ook het jaar waarin de vier in 2011 onder vuur liggende opleidingen (BE, CE, VTM en MEM) worden beoordeeld. Voorjaar 2012 start eveneens het traject ‘portfoliorationalisatie’: een samenhangend pakket maatregelen om invulling te geven aan zowel het Strategisch Programma als aan de bedrijfs- economische noodzaak om het portfolio financieel robuuster te maken. Tot slot is 2012 het jaar waarin alles op alles wordt gezet om de in 2011 sterk gedaalde instroom weer op peil te brengen.

Inholland is van nature een open hogeschool met oog voor elkaar en voor elkaars waarden. Studenten zijn divers in achtergrond, vooropleiding en in hun doelen voor de toekomst. Inholland staat open voor iedere aankomende student die de capaciteit en de ambitie heeft binnen nominale duur zijn studie af te ronden.

Studenten krijgen het onderwijs dat bij hen past. Er is structuur mogelijk voor wie daar behoefte aan heeft en ruimte voor extra uitdagingen voor wie dat zoekt, bijvoorbeeld in een internationale context. Ongeacht de verscheidenheid van onze studentenpopulatie hebben studenten hun ambities gemeen: heldere en hoogwaardige ambities ten aanzien van hun opleiding bij Inholland en hun persoonlijke ontwikkeling.

Inholland kiest voor een scherp onderwijs- en onderzoeksprofiel. Onderwijs en onderzoek staan centraal:

meer docenten per student, professionalisering van docenten en uitstekende ondersteuning. Uitgangs- punt is een structureel kleinere hogeschool: kwaliteit gaat voor kwantiteit. De organisatie komt in dienst van het onderwijs en dat betekent een totale ommekeer.

1.1 Strategisch Programma en prestatieafspraken

In het Strategisch Programma wordt de nieuwe koers helder uiteengezet: anders dan voorheen wordt samenwerking en verbinding gezocht. Dat wordt het andere Inholland: een netwerkhogeschool die een betrouwbare partner is in een snel veranderende omgeving. Deze lijn sluit naadloos aan bij het beleid van het ministerie van OC&W. Staatssecretaris Zijlstra wil in 2012 in het kader van een hoofdlijnen akkoord prestatieafspraken sluiten met hogescholen. Op 5 mei stuurt Inholland het document ‘Presteren in Verbinding’ naar de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek. Deze commissie beoordeelt de door Inholland ingediende prestatieafspraken in september als ‘zeer goed’ en op 1 november worden de afspraken getekend door de staatssecretaris van Onderwijs.

Met de prestatieafspraken geeft Inholland vorm aan haar toekomst door zich op een aantal hoofdthema’s te profileren. Speerpunten zijn met name de creatieve economie, de gezonde samenleving en een duur- zame techniek en groen. Om tot goed onderwijs te komen, zal het onderwijs waar mogelijk versterkt worden door samenwerking. Afbouw wordt niet uitgesloten als het kwaliteitsperspectief op termijn niet gevonden kan worden. Inholland neemt afscheid van het idee van versterken door concurreren.

‘Samenwerken is het nieuwe concurreren’ wordt het devies. De prestatieafspraken worden nader vormge- geven in onder meer de jaarplannen van de domeinen en door interne monitoring van de uitvoering van de prestatieafspraak. Alle opleidingen doen daaraan mee. Daar waar de hogeschool ook nadrukkelijk de verbinding met externe partners centraal stelt, zal ook in dat traject sprake zijn van veelvuldige interactie

1 Bestuurlijke

verantwoording

(8)

1.2 Het andere Inholland

Op 4 september vindt de jaaropening plaats en worden de contouren van het andere Inholland helder geschetst: een Inholland dat door een diep dal is gegaan en geleerd heeft van de lessen uit het verleden.

Het startsein wordt gegeven voor ‘de weg van waarde(n)vol Inholland’. De keuze voor profilering op waarde(n)vol onderwijs biedt kansen om recht te doen aan de bestaande diversiteit in de hogeschool- gemeenschap. Het andere Inholland is niet alleen een hogeschool die professionals opleidt; de complexe samenleving vraagt meer dan louter vaklieden. Professionals moeten in toenemende mate overweg kunnen met reflectie en zingevingsvraagstukken en worden geacht te kunnen denken in termen van oorzaak en gevolg. Het zijn begrippen die meer en meer aan de orde komen in een maatschappij die zich volop en fundamenteel aan het heroriënteren is. Inholland wil daar als een door ‘waarden’ gedreven hogeschool met waarde(n)vol onderwijs een bijdrage aan leveren. Of het nu gaat om betere afspraken, je thuis voelen, een actievere houding van studenten of een persoonlijke aanpak: iedereen hier heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen waarden waarvoor ruimte is bij Inholland.

Tijdens de jaaropening wordt ‘Wij-Inholland’ succesvol geïntroduceerd: een initiatief ter stimulering van de ambitie waarde(n)vol onderwijs. Jaarlijks kunnen maximaal vijf multidisciplinaire projecten in aanmer- king komen; aanvragen worden beoordeeld op ondernemingszin, creativiteit en samenwerking met de regio.

1.3 Samenwerking

Het streven tot samenwerken zoals verwoord in het Strategisch Programma resulteert in 2012 in het aangaan van een aantal concrete samenwerkingsovereenkomsten.

Op 25 januari wordt een intentieverklaring getekend met de regio Noord-Holland Noord: gemeenten en bedrijven in de regio Noord-Holland Noord slaan de handen ineen om onderwijs en arbeidsmarkt in de regio nog intensiever met elkaar te verbinden. Hogeschool Inholland (Alkmaar) speelt daar als de belang- rijkste hogeschool van de regio een grote rol in.

Met de VU wordt op 8 juni jl. een convenant getekend waarin de intentie tot samenwerking wordt afge- sproken. Dit convenant markeert een stap in een proces dat enkele jaren geleden is gestart en dat te zijner tijd moet uitmonden in een convenant over huisvesting en samenwerking.

Op 25 juni tekenen de drie Colleges van Bestuur van Inholland, iPabo en Windesheim een intentiever- klaring om te gaan samenwerken in een zogenaamde Educatieve Alliantie. Binnen deze alliantie willen zij de kwaliteit van het onderwijs gezamenlijk versterken. Centraal staat het gezamenlijk ontwikkelen van onderwijs, mét het werkveld. De lerarenopleidingen en daarmee samenhangend onderzoek en dienst- verlening zullen worden versterkt door bundeling van expertise en door samen met het scholenveld het onderwijs verder te ontwikkelen waarbij nauw zal worden samengewerkt met de VU.

1.4 Reorganisatie

Hogeschool Inholland gaat in 2012 niet alleen herprofileren maar ook reorganiseren. Een reorganisatie is nodig om een kwaliteitsslag te maken binnen de hogeschool. Bovendien zijn er de komende jaren door de afgenomen instroom aanzienlijk minder financiële middelen beschikbaar en wordt Inholland net als alle hogescholen getroffen door overheidsbezuinigingen. Dit alles vraagt om een forse kostenreductie.

De reorganisatie moet het aantal voltijds arbeidsplaatsen per 1 januari 2013 met 470 verminderen.

Op 15 september 2011 wordt de reorganisatie formeel afgekondigd. Op 1 februari 2012 worden de formatieplannen betreffende het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) voorgelegd aan de deel- raden van de medezeggenschap en op 23 maart wordt het Inhollandbrede formatieplan Onderwijs Personeel (OP) de hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR) aangeboden.

De nieuwe inrichting is erop gericht om docenten en docententeams in positie te brengen. De kwaliteit van onderwijs en onderzoek (het primaire proces) is een resultante van de kwaliteit van onderwijs- gevenden en hun teams. De uitdaging is om de organisatie zodanig in te richten dat het primaire proces

(9)

met beduidend minder medewerkers optimaal wordt gefaciliteerd en ondersteund. In het nieuwe Inhollandmodel resulteert dit uitgangspunt in de keus voor een indeling in drie hoofdprocessen:

primair, secundair en tertiair.

Primair proces: alle werkzaamheden die nodig en noodzakelijk zijn voor het realiseren van de beoogde kwaliteit van het onderwijs en onderzoek en van de contractactiviteiten;

Secundair proces: gestandaardiseerde en geconcentreerde vormen van directe ondersteuning aan onderwijs, onderzoek en organisatieonderdelen;

Tertiair proces: gericht op het functioneren van de instelling als geheel, het bewaken van de eenheid van beleid, het afleggen van verantwoording naar de buitenwereld over de instelling als geheel en het vervullen van de expertfunctie.

Conform planning krijgen alle ondersteunende medewerkers (OOP) voor 1 juli een brief waarin wordt aangegeven of ze een plaats in de nieuwe organisatie krijgen. Er wordt een mobiliteitscentrum ingericht ter begeleiding van diegenen die niet geplaatst worden. Doel is om met behulp van training en opleiding medewerkers zoveel mogelijk van werk naar werk te begeleiden.

Het College van Bestuur benoemt vervolgens begin juli de stafhoofden voor de stafafdelingen Facilitaire Zaken en Huisvesting, Informatievoorziening, Financiën en Business Control, Bestuurszaken en de nieuw te vormen stafafdeling Onderwijsbeleid bestaande uit de voormalige diensten Onderwijs en Onderzoek (O&O), Internationale Zaken (IZ) en Onderwijsaudit. Per 1 november wordt het hoofd HRM benoemd.

De aansturing van de stafafdeling Communicatie zal per 1 januari 2013 wijzigen; de aansturing van ICT blijft ongewijzigd.

1.5 Accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE)

Begin juli worden de langverwachte uitkomsten van het door de NVAO uitgevoerde onderzoek naar het al dan niet intrekken van de accreditatie van de opleidingen Bedrijfseconomie (BE), Vrijetijdsmanagement (VTM), Media en Entertainmentmanagement (MEM) en Commerciële Economie (CE) bekend. Dit onder- zoek is uitgevoerd op basis van een beoordeling van de opleidingen aan de hand van het accreditatie- kader. De NVAO bevestigt in haar rapportage aan de staatssecretaris dat Inholland essentiële kwaliteits- sprongen heeft gemaakt. De opleidingen BE en VTM voldoen nu op grond van de 16 door de NVAO gehanteerde standaarden aan de accreditatie-eisen. Voor MEM en CE geldt dat zij voldoende scoren op 15 van de 16 standaarden. Voor standaard 16 (‘toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’) adviseert de NVAO de staatsecretaris beide opleidingen een verbeterperiode van een jaar te verlenen ten aanzien van de borging van het onderdeel afstuderen. Benadrukt wordt overigens dat de opleidingen wel beschikken over een adequaat systeem van toetsing, maar nog niet in voldoende mate kunnen aantonen dat gewaarborgd wordt dat afgestudeerden de beoogde eindkwalificaties hebben gerealiseerd.

De staatssecretaris neemt dit advies van de NVAO over.

1.6 Instroom

Voorjaar 2012 wordt een Taskforce Instroom gestart. De Taskforce zet alles op alles om de in 2011 inge- zette tendens te keren. Domeinen worden intensief ondersteund bij de voorbereiding en uitvoering van wervingsactiviteiten en er wordt succesvol geëxperimenteerd met nieuwe activiteiten die beter aansluiten bij de verwachtingen van de huidige student. Een voorbeeld is ‘speeddating studiekeuze’, waarbij de potentiële student in korte tijd kan kennismaken met een aantal studierichtingen. Voor de ouders komen er speciale voorlichtingsavonden en op bestuurlijk niveau worden contacten met het mbo geïntensiveerd.

Deze inspanningen resulteren in een toename van de instroom van 3,5% ten opzichte van de instroom in 2011 per 1 oktober.

1.7 Suriname

Op 1 oktober wordt een overeenkomst getekend tussen Inholland Select Studies (ISS) en de Mr. F.H.R. Lim A Po Stichting (FHR) inzake de overdracht van de zeggenschap in en beheer van Stichting Hoger Beroeps-

(10)

afwikkelt op een wijze waarop er geen kwetsbaarheid ontstaat op het gebied van onderwijswetgeving en borging van de kwaliteit van het geboden onderwijs.

1.8 Onderwijs en Onderzoek

Het andere Inholland komt ook tot uiting in een herstructurering van het onderwijsmodel. In de nieuwe onderwijsvisie wordt afscheid genomen van de minorstructuur. De minors worden afgebouwd en in plaats daarvan komt er een steviger bachelorstructuur. De variëteit en diversiteit voor de student wordt door middel van afstudeerrichtingen georganiseerd. Tegelijkertijd staat de rol van de docent als vakbekwame professional centraal. In nieuw te vormen onderwijsteams nemen docenten binnen de teams zelf de leiding op de vormgeving en de inrichting van het onderwijs binnen de afgesproken kaders en wettelijke regelingen. Docenten krijgen dus meer professionele ruimte met als uitgangspunt dat verantwoordelijk- heid genomen wordt en tegelijkertijd verantwoording wordt afgelegd over gemaakte keuzes.

Daarnaast wordt een stevige onderzoeksagenda gekoppeld aan de prestatieafspraken. Veel aandacht voor praktijkgericht onderzoek zorgt niet alleen voor een kwalitatieve versterking van het onderwijs, maar legt ook een belangrijke verbinding met de omgeving en het werkveld. Praktijkgericht onderzoek helpt bij het realiseren van de maatschappelijke opdracht om betekenisvol te werken aan vraagstukken waar de samenleving mee worstelt.

Om beter vorm te kunnen geven aan de nieuwe visie op onderwijs wordt in het kader van de reorganisatie besloten de afdelingen Onderwijs &Onderzoek, Internationale Zaken en Audit samen te voegen tot één stafafdeling Onderwijsbeleid.

1.9 Portfoliorationalisatie

Conform het Strategisch Programma en de met het ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraken is het noodzakelijk het opleidingenportfolio inhoudelijk robuust en financieel toekomstbestendig te maken.

Voorop staat dat studenten de best mogelijke, gedegen (kennis)basis geboden wordt om hen voor te bereiden op hun professionele toekomst. Daarnaast speelt de nadrukkelijke wens vanuit het werkveld om overzicht en helderheid te creëren in het opleidingenportfolio. Dit kan gerealiseerd worden met het aanbrengen van focus en massa in het opleidingsaanbod. Een aantal opleidingen en opleidingsvarianten wordt geherstructureerd of afgebouwd en een aantal opleidingen wordt samengevoegd tot degelijke, voor het (regionale) werkveld herkenbare bredere opleidingen. Voorbeelden zijn de te vormen brede bachelor Business Management (BBA) en het Inholland International College.

Daarnaast is er de absolute noodzaak om Inholland financieel solide te houden. De financiële gevolgen van de in studiejaar 2011-2012 sterk verminderde instroom zullen adequaat opgevangen moeten worden.

Het sluiten van de desbetreffende opleidingen heeft geen effect voor zittende studenten. Wel zullen er gevolgen zijn voor de omvang van de personele formatie van de domeinen / opleidingen die het betreft. In de periode 2013-2017 zal dan ook een reductie plaatsvinden van een aantal arbeidsplaatsen.

Het College van Bestuur neemt op 29 november een voorgenomen besluit over de start van het traject portfoliorationalisatie.

In 2012 worden in het kader van de portfoliorationalisatie twee principebesluiten genomen om bestaande onderwijsvormen om te buigen naar een op moderner leest geschoeide variant: de introductie van de BBA en het Inholland International College.

1.9.1 BBA

Om het brede aanbod van economische opleidingen meer te structureren wordt besloten om 6 oplei- dingen binnen het economisch domein te clusteren tot een BBA met daaraan gekoppeld een aantal afstudeerrichtingen. Daarmee wordt een moderne 21e eeuwse variant op de heao neergezet.

Deze ontwikkeling sluit goed aan bij de wensen van het ministerie van OC&W en biedt studenten een aantrekkelijke optie om de BBA-graad te verwerven. Tevens wordt met deze keuze tegemoet gekomen aan de dringende wensen vanuit het werkveld om overzicht en helderheid te creëren in het onderwijs- aanbod.

(11)

1.9.2 Inholland International College

Inholland heeft een relatief groot aantal internationale studenten en kent 7 internationale (Engelstalige) opleidingen of opleidingsvarianten verspreid over 2 domeinen: International Business and Management Studies (IBMS), Marketing Management (MM), International Communication Management (ICM), International Media and Entertainment Management (IMEM), Leisure Management (LM) en Tourism and Recreation Management (TRM). In het nieuw te vormen Inholland International College worden bestaande internationale opleidingen aaneen gesmeed tot een sterkere bacheloropleiding. Hiermee kan een belang- rijke bijdrage geboden worden aan een daadwerkelijk internationale leeromgeving, zowel in curriculaire, als in facilitaire zin. Ook het positioneren van de opleiding als brede bachelor, met een aantal afstudeer- richtingen sluit goed aan bij de voorstellen van de Brede Bachelor Business Administration (BBA) zoals hierboven beschreven.

(12)

De Raad van Toezicht is in 2012 nauw betrokken geweest bij de stappen die het College van Bestuur in de richting van een ander Inholland zet: de ontwikkeling van de instroomcijfers, de stand van zaken rond de vier (en vanaf de zomer twee) onder curatele gestelde opleidingen, de reorganisatie, de overeenkomst met Inholland Suriname en het hoofdlijnenakkoord en de hieruit voortvloeiende prestatieafspraken zijn regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen. De Raad van Toezicht is vanaf het voorjaar nauw aange- sloten op het traject ‘portfoliorationalisatie’ en geeft eind november groen licht voor het starten van het traject. Met dit samenhangend pakket maatregelen wordt invulling gegeven aan zowel het Strategisch Programma als aan de bedrijfseconomische noodzaak om de portefeuille van opleidingen financieel robuuster te maken.

De Raad van Toezicht heeft veel aandacht voor de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onder- zoek en volgt de uitwerking van het eind 2011 vastgestelde Strategisch Programma nauwgezet. De Raad van Toezicht keurt de jaarrekening 2011 en de begrotingen 2011-2012 en 2012–2013 goed en stelt het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht alsmede het rooster van aftreden van de Raad van Toezicht vast. Uitgangspunt van dit rooster is dat na de benoeming tweemaal kan worden herbenoemd.

Hiermee wordt de continuïteit van de Raad van Toezicht op de langere termijn geborgd.

De Raad van Toezicht vergadert regelmatig op de verschillende vestigingen en laat zich ter plekke door de betreffende vestigingsdirecteur bijpraten en rondleiden. Op die manier krijgt de Raad van Toezicht een beter beeld van de hogeschool in brede zin. Eind 2012 wordt op verzoek van de Raad van Toezicht een zelfevaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht gestart. Doel is het functioneren van de Raad van Toezicht in haar eerste jaar onder de loep te nemen.

In december 2011 benoemt de Raad van Toezicht dr. M.J.W.T. Nollen als lid van het College van Bestuur.

Hij volgt per 1 maart mr. H.J. Rutten op. Per 1 april 2012 benoemt de Raad van Toezicht vervolgens drs. H. de Deugd als lid van het College van Bestuur. In april wordt D. Terpstra tot medio 2014 herbe- noemd tot voorzitter van het College van Bestuur omdat de Raad van Toezicht een voltallige bestuurs- wisseling ongewenst acht in een fase die vraagt om bestuurlijke stabiliteit en continuïteit.

De Raad van Toezicht komt in 2012 zes keer bijeen in een reguliere vergadering. De onderwijscommissie vergadert twee keer; de auditcommissie drie keer en de remuneratiecommissie komt tweemaal bijeen:

de commissie bespreekt met het voltallige College van Bestuur de prestatieafspraken voor 2013 en met elk collegelid wordt een bilateraal gesprek gehouden. En ten slotte heeft de Raad van Toezicht tweemaal overleg gevoerd met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR).

Samenstelling van de Raad van Toezicht per 31 december 2012 H.W. Breukink (voorzitter)

Functie: commissaris ING Group, Haagwonen, Nieuwe Steen Investments, Brink Groep, voorzitter Raad van Commissarissen Heembouw Holding B.V., voorzitter Raad van Toezicht Omring

Benoeming: 1 juli 2011 tot en met 1 juli 2015

M.F. Andriessen Functies:

— Interimbestuurder en adviseur Nevenfuncties:

— Instellingsauditor NVAO en FIBAA

— Voorzitter bestuur NVVE

— Voorzitter Raad van Toezicht Blijfgroep

— Voorzitter bestuur CEC

2 Raad van Toezicht

(13)

— Voorzitter bezwaarcommissie NALL

— Lid Raad van Toezicht Adviesraad VOvA

— Lid Bestuur Klein Pompei

Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015 L.E.C. van der Sluis

Functie:

— Hoogleraar Strategisch Talent Management, Nyenrode Business Universiteit Nevenfuncties:

— Lid Raad van Toezicht ROC Leiden

— Buitengewoon hoogleraar North-West University, Vanderbijlpark, Zuid-Africa

— Vakgroepvoorzitter Leadership & Management Development, Nyenrode Business Universiteit

— Lid Jury Logistiek Manager van het Jaar

Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015 K. van der Steenhoven

Functie:

— Waarnemend SG van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nevenfuncties:

— Voorzitter Raad van Toezicht Het Nieuwe Instituut te Rotterdam

— Lid Raad van Toezicht CVO te Rotterdam

Benoeming: 1 december 2011 tot en met 1 december 2015 H.J. Rutten

Functie:

— Interim lid College van Bestuur Hogeschool Inholland (tot 1 maart 2012)

— Lid College van Bestuur ROC Midden Nederland (vanaf 1 april 2012) Nevenfuncties:

— Voorzitter RvC Parnassia Groep ( GGZ Randstad)

— Voorzitter RvC SPF Beheer ( uitvoering Spoorweg Pensioenfonds e.a.)

— Voorzitter Stichting Studielink ( student inschrijving hoger onderwijs)

Benoeming: 1 april 2012 tot en met 1 april 2016 Samenstelling Onderwijscommissie

M.F. Andriessen (voorzitter) L.E.C. van der Sluis

Samenstelling Auditcommissie K. van der Steenhoven (voorzitter) H.J. Rutten

Samenstelling Remuneratiecommissie H.W. Breukink (voorzitter)

L.E.C. van der Sluis

(14)

Hogeschool Inholland telt in het verslagjaar bijna 30.000 studenten. Verspreid over Noord- en Zuid-Holland worden op 10 locaties 72 bacheloropleidingen aangeboden op alle vakgebieden.

Daarnaast heeft Inholland 9 Associate-degreeprogramma’s, 5 masteropleidingen en 2 universitaire pabo’s (Academische Lerarenopleiding Basisonderwijs). De opleidingen die Inholland in Suriname aanbiedt, worden de komende jaren afgebouwd.

Basisstructuur Hogeschool Inholland

Hogeschool Inholland sluit aan bij de Branchecode Governance Hogescholen, die vanaf februari 2006 van kracht is voor alle hogescholen in Nederland. In naleving van de branchecode Governance hechten het College van Bestuur en de Raad van Toezicht veel belang aan het verstrekken van inzicht in de bestuurs- structuur en naleving van de code. Hogeschool Inholland voldoet volledig aan de branchecode zoals blijkt uit een onderzoek (d.d. medio april) van een onafhankelijke commissie die op verzoek van de HBO-raad onderzocht of hogescholen aan de verplichtingen voldoen.

3 Corporate Governance

Inholland Service Organisatie Werving Instroom en Relatie- management

Domein Management, Finance en Recht

Domein Communicatie, Media en Muziek

Domein Gezondheid, Sport en Welzijn

Domein Onderwijs, Leren en Levens beschouwing

Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica

Domein Argriculture

Domein Marketing, Toerisme en Vrijetijds- management Stafafdelingen

– Bestuurszaken

– Bestuurlijke informatievoorziening – Communicatie

– Facilitaire Zaken + huisvesting – Finance, Business Control en CSA – Human Resource Management – Onderwijsbeleid

– ICT

Rotterdam, Dordrecht & Delft Den Haag

Amsterdam/Diemen Haarlem

Alkmaar

College van Bestuur

(15)

3.1 Statuten

Hogeschool Inholland is de naam voor de Stichting Hoger Onderwijs Nederland. In de statuten legt Inholland de grondregels en bepalingen van deze stichting vast. Zo beschrijft ze haar doelstellingen en grondslag, maar ook de verantwoordelijkheden en taken van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.

3.2 Bestuursreglement

Hogeschool Inholland legt in haar bestuursreglement de regels vast over de besturing van Hogeschool Inholland. Het reglement bevat bepalingen over benoemingen, schorsing en ontslag. Tevens omschrijft dit reglement de taken en bevoegdheden van het College van Bestuur, directeuren en afdelingshoofden.

3.3 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht

Op het College van Bestuur van Hogeschool Inholland wordt toegezien door de Raad van Toezicht.

In het Huishoudelijk Reglement is vastgelegd hoe de Raad van Toezicht dit doet. Het reglement bevat bepalingen over de taken en bevoegdheden alsmede over de samenstelling van de raad. Informatie over de leden van de Raad van Toezicht is te vinden onder het kopje Raad van Toezicht.

3.4 Integriteit

Het College van Bestuur heeft in 2012 de integriteitscode vastgesteld. Hogeschool Inholland wil met deze Integriteitscode aangeven welke rol het begrip integriteit binnen de hogeschool speelt. Deze code bevat geen geboden of verboden, maar biedt een handvat waarin wordt aangegeven wat wordt verstaan onder integriteit. In de geest van de code kunnen besluiten over integriteitsdilemma’s genomen worden.

Iedereen – bestuur, management, medewerkers, studenten en toezichthouders – is aanspreekbaar op na- leving. De integriteitscode vormt de basis van Hogeschool Inholland en komt tot uiting in het handelen en gedrag van de organisatie, medewerkers en studenten. De integriteitscode wordt geconcretiseerd in een aantal regelingen en reglementen van Hogeschool Inholland waaronder:

— Klokkenluidersregeling

— Regeling vertrouwenspersonen

— Reglement Hoor- en adviescommissie personeel Inholland

— Klachtenregeling studenten (Studiegids art. 45 en 46)

— Regeling studeren met een handicap of functiebeperking

— Reglement Bruikleen apparatuur

— Declaratiereglement

— Treasurystatuut

Daarnaast is externe regelgeving van toepassing, waaronder:

— Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek

— Branchecode Governance van de HBO-raad

— Cao HBO

3.5 Veiligheid

De missie van Inholland op veiligheidsgebied kan als volgt worden samengevat: “Inholland streeft naar een studie en werkklimaat waarin onze studenten en medewerkers veilig zijn en zich veilig voelen in positieve verbintenis met de hogeschool, als belangrijke voorwaarde voor een zo optimaal mogelijk studie- en werkklimaat.”

Nadrukkelijk wil Inholland er voor zorgen dat haar studenten en medewerkers niet alleen veilig zijn, maar zich ook veilig weten en voelen. Om dat optimaal te kunnen doen, wil Inholland dicht bij de student, medewerker, markt en maatschappij staan en gericht en actief inspelen op ontwikkelingen in de samen- leving en de organisatie die van invloed zijn op de risico’s van de organisatie, medewerkers en/of studenten. Inholland conformeert zich daarbij aan geldende wet- en regelgeving in relatie tot arbeids- omstandigheden en andere voor de veiligheid relevante wet- en regelgeving.

(16)

Het begrip veiligheid heeft in deze context meerdere betekenissen. Veiligheid in de zin van geborgenheid als ook veiligheid in de zin van afwezigheid van risico’s op criminaliteit, ongevallen of rampen. In 2013 zal een integraal veiligheidsbeleidsplan worden vastgesteld, waarna met domeindirecteuren en stafhoofden zal worden uitgewerkt hoe implementatie vorm krijgt. De primaire verantwoordelijkheid voor veiligheid ligt niet bij een paar specialisten, maar bij de leidinggevenden en uitvoerenden van het normale primaire proces. Onder regie van de Inhollandbrede Regiegroep Veiligheid wordt systematisch gemonitord hoe het – Inhollandbreed en op verschillende deelgebieden - met de veiligheid gesteld is, worden zo nodig verdiepende analyses uitgevoerd en worden flankerende of ondersteunende activiteiten uitgevoerd.

Inholland hanteert een groeimodel om het veiligheidsbeleid verder te verbeteren, aan te scherpen en actueel te houden. Daarbij worden periodiek deelterreinen geselecteerd waaraan een tijdlang extra aandacht wordt besteed om het beleid op dat deelterrein op een hoger plan te brengen.

3.6 Bestuur en Toezicht 3.6.1 College van Bestuur

Het College van Bestuur is het centrale bestuursorgaan van Hogeschool Inholland. De leden worden voor bepaalde tijd benoemd door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland en het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht is vastgelegd voor welke besluiten goedkeuring nodig is van de Raad van Toezicht.

Samenstelling 2012 D. Terpstra (voorzitter)

Mw. Dr. B. E. van Vucht Tijssen (tot 1 april 2012) Mr. H.J. Rutten (tot 1 maart 2012)

Dr. M.J.W.T. Nollen (vanaf 1 maart 2012) Drs. H. de Deugd (vanaf 1 april 2012)

3.6.1.1 Takenpakket

Het College van Bestuur heeft een breed takenpakket, waaronder: het vaststellen van de strategie, missie en doelstellingen, het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs, de zorg voor huisvesting en het beheer van financiële, materiële en personele middelen, de zorg voor de veiligheid en de gezondheid en overige arbeidsomstandigheden in de gebouwen en op de terreinen van Inholland.

Het College van Bestuur beschouwt haar bestuurlijke opdracht als collectieve verantwoordelijkheid:

collegiaal bestuur is het uitgangspunt.

3.6.1.2 Portefeuilleverdeling 2012

Het College van Bestuur wil een gedegen invulling geven aan de opdracht die zij heeft meegekregen en werkt samen in een stijl van onderlinge collegialiteit, verbondenheid, complementariteit en samenhang.

Als uitgangspunt hanteert het College van Bestuur de sleutelwoorden uit het Strategisch Programma:

Verbinding als opdracht. Dat betekent in de portefeuilleverdeling het op basis van vertrouwen gezamenlijk bewaken van samenhang en integraliteit in het besef dat voorbeeldgedrag in het topmanagement funda- menteel is in het veranderingsproces dat Inholland doorvoert.

(17)

Portefeuilleverdeling 2012

Leden College van Bestuur Portefeuilles Regio

Doekle Terpstra Voorzitter

— Overall Strategie (incl internationaal), coördi- natie en verbinding

— Bestuurszaken

— Communicatie (Corporate woordvoering)

— Reputatiemanagement

— Externe vertegenwoordiging

— Hogeschoolmedezeggenschap

— Onderwijsaudit (Strategie)

— Regio Amsterdam

— (Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Haarlem)

Marcel Nollen Lid

portefeuille Bedrijfsvoering

— Financiën & Business Control (incl risico- management)

— Communicatie (operationele bedrijfsvoering)

— Vastgoed

— Facilitaire Zaken

— Holdingactiviteiten

— Human Resource Management

— ICT

— Informatiebeleid en informatievoorziening

— Reorganisatie en programmaraad

— Instroom

— Regio Rotterdam (incl Dordrecht en Delft)

Huug de Deugd Lid

portefeuille Onderwijs &

Onderzoek

— Onderwijs- en Onderzoeksbeleid

— Internationaal Onderwijs

— Kwaliteit, kwaliteitsbeleid, accreditatie en valorisatie

— Veiligheidsbeleid

— Studentondersteuning

— Docentenbeleid

— Onderwijsaudit (inhoud)

— International College

— Regio Den Haag (incl. regio Leiden).

— Regio Alkmaar (incl.

regio Noord-Holland Noord

3.6.1.3 Bezoldiging

De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht.

De Raad van Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Remuneratiecommissie. Het is het beleid van de Raad van Toezicht om de vigerende bezoldigingscode te volgen. Voor hogescholen is dat de Uitwerking Bezoldiging Bestuurders Hogescholen. Voor de bezoldiging van College van Bestuur en de Raad van Toezicht wordt verwezen naar het hoofdstuk Financiën en Cijfers.

3.6.2 Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting Hoger Onderwijs Nederland en de met haar

verbonden instellingen. Voor de selectie van de Raad van Toezicht in 2011 is een gespecialiseerd bureau ingeschakeld en is geadverteerd in diverse media zodat onafhankelijkheid geborgd werd. De profielschets voor de Raad van Toezicht is gepubliceerd via de website www.inholland.nl.

Samenstelling per 31 december 2012 Drs. H.W. Breukink (voorzitter)

Mw. Dr. M.F. Andriessen Prof. Dr. L.E.C. van der Sluis Drs. K. van der Steenhoven Mr. H.J. Rutten

(18)

Conform het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht wordt het rooster van aftreden jaarlijks door de Raad van Toezicht vastgesteld. Het rooster van aftreden wordt gepubliceerd op de website www.inholland.nl.

3.6.3 Directeuren

De opleidingen bij Hogeschool Inholland zijn georganiseerd in 7 domeinen. Elk domein wordt aange- stuurd door een directeur; de stafafdelingen worden aangestuurd door een stafhoofd. De verantwoorde- lijkheden en (gemandateerde) bevoegdheden van de directeuren en stafhoofden zijn vastgelegd in het directiereglement. De directeur/het stafhoofd is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat van het eigen domein of stafafdeling. De directeuren en stafhoofden sturen vanuit hoge- schoolbrede strategische kaders en zijn via het tweewekelijkse directieoverleg (College van Bestuur, domeindirecteuren, stafhoofden) mede-initiërend bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van het strategisch beleid. Directeuren en stafhoofden kunnen worden belast met hogeschoolbrede taken en leggen verantwoording af aan het College van Bestuur.

3.6.4 Medezeggenschap

De Hogeschoolmedezeggenschapsraad van Hogeschool Inholland speelt een rol bij de vaststelling van het beleid van de hele hogeschool door middel van advies- en instemmingsrecht. Er vindt regelmatig overleg plaats met het College van Bestuur over zaken op het gebied van onderwijs, organisatie en finan- ciën. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten over onderwer- pen die belangrijk zijn voor werk en studie binnen de hogeschool. De medezeggenschap voor het hoger beroepsonderwijs is in de wet geregeld.

Hogeschool Inholland kent medezeggenschap op verschillende niveaus:

— op hogeschoolniveau is er de Hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR);

— voor de ondersteunende diensten is er de Medezeggenschapsraad Ondersteunende Diensten (OMR)

— op domeinniveau zijn er Domeinmedezeggenschapsraden (DMR);

— er is een aparte deelraad voor Verloskunde.

De HMR bestaat uit 24 leden, die voor de helft uit en door het personeel worden gekozen en voor de helft uit en door de studenten. De zittingstermijn is voor beide geledingen twee jaar. Na afloop van de zittings- termijn zijn de leden herkiesbaar.

Naast de Hogeschoolmedezeggenschapsraad kent de hogeschool ook domeinmedezeggenschapsraden (DMR’en en de deelraad Verloskunde) en de OMR. Deze raden worden betrokken bij het beleid van hun domein of de stafafdelingen. De domeinraden tellen 10 leden en de deelraad Verloskunde telt 8 leden, waarvan de ene helft studenten en de andere helft medewerkers. De OMR telt 8 personeelsleden.

De zittingstermijn voor leden van de domeinmedezeggenschapsraden, de deelraad Verloskunde en OMR bedraagt eveneens 2 jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar.

3.6.5 Control

De controlfunctie bij Inholland is gericht op het verbeteren van de efficiëntie, kwaliteit, transparantie en de verspreiding van informatie. Beheersing van de financiële posities, processen en procedures en facilitering van het primaire proces zijn kerntaken. De belanghebbenden (intern en extern) worden voorzien van de benodigde (plannings)rapportages. De controlfunctie is ingericht naar de organisatieonderdelen instel- ling, domeinen en staven, en wordt (functioneel) aangestuurd door de concerncontroller. Control stelt kaders op basis van de uitgangspunten van het College van Bestuur en van geldende wet- en regelgeving en vertaalt dit naar een organisatiebrede P&C-cyclus.

(19)

3.6.5.1 Interne controle

Inholland Onderwijsaudit, onderdeel van de stafafdeling Onderwijsbeleid, heeft als doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de beheersing van de organisatie, zowel op het gebied van onderwijs en onderzoek (primaire processen) als op het gebied van onderwijsondersteunende processen, door middel van toetsing van opzet, bestaan en werking van de beheersingsmaatregelen (de PDCA cyclus). Zij voeren geen financiële audits uit. Onderwijsaudit werkt zowel ten behoeve van het (decentrale) management als het College van Bestuur van Inholland en werkt op basis van een Auditjaarplan dat wordt vastgesteld door het College van Bestuur. De opdrachtgevers van de individuele audits zijn in beginsel de proces- eigenaren, doorgaans een domeindirecteur. Bij organisatiebrede audits kan het College van Bestuur ook als opdrachtgever fungeren. De rapportages van de audits zijn primair bestemd voor de opdrachtgever.

De aandachtspunten die uit de audits naar voren komen, vormen een onderdeel van de management- rapportages aan het College van Bestuur.

3.6.6 Overlegstructuur

Het College van Bestuur hecht veel belang aan een efficiënte en effectieve beleidscyclus. Daarvoor is het noodzakelijk dat de agendering van het Collegeoverleg structureel inhoudelijk wordt opgepakt en dat het directieoverleg een beleidsinitiërende en beleidsvoorbereidende rol heeft. De beleidscyclus wordt ondersteund door een proactieve planning van de agenda’s van zowel het College-overleg als het directieoverleg. Voordelen hiervan zijn een meer professionele beleidsvoorbereiding, een professionele vergadercultuur en minder ad-hocgedrag.

Het Directieoverleg is in principe het overlegorgaan voor beleidsvorming; besluitvorming vindt plaats in het Collegeoverleg. Beleidsvoorbereiding vindt plaats met participatie van domeinen en diensten en wordt besproken in het directieoverleg. Een definitief beleidsvoorstel gaat vervolgens voor besluitvor- ming naar CvB-overleg. Communicatie en monitoring vindt plaats via directieoverleg.

De overlegstructuur is als volgt georganiseerd:

— Tweewekelijks directieoverleg met College van Bestuur, domeindirecteuren, stafhoofden en de directeur van de Holding, voorgezeten door de voorzitter van het College van Bestuur;

— Wekelijks overleg van het College van Bestuur.

3.7 Communicatie naar de stakeholders

Hogeschool Inholland beschikt over een aantal communicatiemiddelen om de stakeholders te informeren.

Voorbeelden hiervan zijn het jaarverslag, de kalenderjaarrekening, de collegejaarafsluiting, de website en intranet, het personeelsblad ENZO, persberichten en de ’CvB-updates’. Hogeschool Inholland zet steeds vaker social media in om contacten met de diverse doelgroepen te onderhouden. Het College van Bestuur bezoekt de verschillende vestigingen regelmatig om ter plekke contacten te onderhouden op de locatie.

3.8 Marktactiviteiten

Verreweg de meeste studenten volgen een bacheloropleiding. Bachelors vormen het hart van het onder- wijs van Inholland. Om hoogwaardige kwaliteit te kunnen bieden, wil Inholland haar opleidingen zoveel mogelijk in keten aanbieden verbonden met onderzoek, de beroepspraktijk en in netwerk of in samen- werking met collega’s. Associate degrees vormen daar onderdeel van indien ze voorzien in een sterke vraag uit de markt, volume creëren en onderdeel kunnen worden van deze onderwijsketen. Juist de verbinding in deze driehoek van onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt door uitwisseling op kennis en praktijk relevantie zorgt voor innovatiekracht in het onderwijs en is randvoorwaardelijk voor kwaliteit.

Zowel door middel van post-initieel als ook deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed aanbod voor leven-lang-leren. De basis is echter altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs.

Het leven-lang-lerenaanbod is daaraan complementair, voor de deeltijdstudent, voor de alumnus en voor de docent die zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen.

Op basis van de ambities van Inholland in het private domein zal op termijn het beleid inzake publiek-

(20)

3.9 Klachtafhandeling

Inholland hanteert de vigerende regelgeving op het gebied van klachten en bezwaren. Het studenten- statuut 2011-2012 gaat in hoofdstuk 3.8 uitgebreid in op de procedures voor en de definities van klachten en geschillen. Dit studentenstatuut is via Intranet toegankelijk voor alle studenten. De geschillen die zijn gebaseerd op de regels in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden behandeld door de examen- commissies van de opleidingen. De geschillen als gevolg van geschillen over andere regels van het Studentenstatuut, zoals bijvoorbeeld het Inschrijvingsreglement of Profileringsfonds worden behandeld door de Bezwaarschriftenadviescommissies. De klachten worden behandeld door de klachtencoördina- toren van de domeinen. Zij zetten de klacht uit bij betrokken personen en zien toe op een adequate en tijdige afwikkeling. De klachten die via andere wegen binnenkomen, waaronder rechtstreeks via het College van Bestuur of de domeindirecteur worden eveneens via de klachtencoördinator afgehandeld, zodat een eenduidige afhandeling wordt geborgd.

De klachtenprocedure van Inholland is via Intranet goed toegankelijk voor alle studenten en heeft dienst- verlening als uitgangspunt. Waar een klacht tevens een bezwaar inhoudt of andersom, wordt deze waar nodig uitgesplitst voor klachtencoördinator, adviescommissie bezwaarschriften of een examencommissie.

Per 1 september is een registratiesysteem voor alle klachten en geschillen in gebruik genomen. Hiermee zetten de klachtencoördinatoren van de domeinen en de juristen de klachten en geschillen in procedure en kan de afhandeling via het systeem gevolgd worden. Met dit systeem is het tevens mogelijk om in een vroegtijdig stadium trends en ontwikkelingen in de ingediende klachten en geschillen te signaleren zodat snel actie kan worden ondernomen. De aan dit systeem gekoppelde digitale studentportal is vanaf 1 november in gebruik. Studenten kunnen geheel digitaal via een keuzemenu en invulformulier een klacht of geschil indienen; waarna automatisch wordt doorgeleid naar de desbetreffende klachtencoördinator of jurist voor de verdere behandeling.

Hogeschool Inholland is zich zeer bewust van het belang van een goede klachtafhandeling en doet er alles aan om de procedures helder en toegankelijk te maken, bureaucratie te voorkomen en binnen de daarvoor gestelde termijnen te reageren. Bij een gegronde klacht worden adequate maatregelen getroffen om herhaling in de toekomst te voorkomen.

(21)

4.1 Onderwijs

4.1.1 Verbinding als Opdracht en Ruimte voor Presteren

In december 2011 heeft de hogeschool het nieuwe Strategisch Programma ‘Verbinding als Opdracht’

vastgesteld en de daarmee samenhangende onderwijsnotitie ‘Ruimte voor Presteren’. Het Strategisch Programma komt voort uit de noodzaak van een ingrijpende verandering van de hogeschool. In het Strategisch Programma worden vier nauw met elkaar samenhangende thema’s benoemd en uitgewerkt:

— Kwaliteit van onderwijs en onderzoek

— Onderwijsgerichte bedrijfsvoering

— Besturingsmodel

— Financiële ombuigingen

Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die de professionele ruimte van de docent centraal stelt.

Hoofduitgangspunt is dat het realiseren van kwaliteit ligt in de handen van degenen die het onderwijs uitvoeren: de individuele onderwijsprofessional en het opleidingsteam als geheel. Organisatie en processen binnen de opleiding worden zodanig ingericht dat het inhoudelijk primaat van de opleiding bij de docenten en het docententeam ligt. De professionele ankerpunten zijn leidend voor de inhoud van de opleiding. Concreet betekent het een uitwerking van de opleidingsorganisatie waarbij de wettelijke gedefinieerde commissies (examencommissie en opleidingscommissie) en de functie van curriculum- ontwikkeling en kwaliteitsborging van de toetsen expliciet worden georganiseerd en de interactie in de processen in de opleiding worden gedefinieerd. Daarenboven wordt de ondersteunende functie binnen de hogeschool zodanig ingericht dat deze maximaal in dienst staat van het onderwijs zelf.

Het onderwijs van Inholland sluit aan bij de NVAO en Dublin-descriptoren en de geformuleerde basis- elementen van het hbo-niveau: een gedegen theoretische basis, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en beroepsethiek en maatschappelijke en internationale oriëntatie.

Het onderwijs van Inholland richt zich op de beroepspraktijk, waarbij het oplossen van complexe pro- blemen in de praktijk centraal staat. In het opleidingsprogramma is expliciet aandacht voor de binnen competenties te onderscheiden componenten kennis, houding en vaardigheden. Het onderwijs van Inholland legt een duidelijk accent op de noodzakelijke en gevalideerde kennisbasis, mede in relatie tot praktijk onderzoek. In alle studiejaren heeft de kenniscomponent een herkenbare plaats.

Inholland biedt intensieve, uitdagende en heldere programma’s waarbij gestreefd wordt naar een hoog niveau. Specialisatiemogelijkheden krijgen vorm door gestructureerde afstudeerrichtingen.

Bovendien wordt de nadruk gelegd op, naast de door de NVAO beschreven criteria voor basiskwaliteit, constructieve samenwerking met de beroepspraktijk en stevige individuele toetsen.

Inholland wil studiesucces bevorderen door ondersteuning van het keuzeproces bij de instroom, door de functies van de propedeuse sterk in te vullen, onder andere door verhoging van de norm voor het bindend studieadvies, en door aandacht voor en uitdaging van alle studenten.

De kanteling naar een onderwijsgedreven instelling wordt mede gerealiseerd door de in oktober 2011 ingezette, en per 1 januari 2013 gerealiseerde, reorganisatie van de hogeschool. In de reductie in de

4 Onderwijs en

Onderzoek

(22)

4.1.2 Prestatieafspraken: Presteren in verbinding

In het verlengde van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en het eigen Strategisch Programma

‘Verbinding als Opdracht’ heeft Inholland in mei 2012 een voorstel ingediend voor het maken van een prestatieafspraak tussen de hogeschool en de Staatssecretaris van OCW. Dit voorstel is vervolgens door de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek (RCHOO) als zeer goed beoordeeld. Op basis van dit advies is de prestatieafspraak bekrachtigd.

In de prestatieafspraken kiest Inholland voor een drietal zwaartepunten. Die zwaartepunten zijn:

Creatieve economie, Gezonde samenleving en Duurzame techniek en Groen. Daarmee samenhangend zal Inholland, samen met andere partners, uitwerking geven aan minimaal een tweetal Centers of Expertise. Dit zijn topcentra voor onderzoek en onderwijs met een landelijke uitstraling. Het betreft het Center of Expertise Creatief/ICT en een Center of Expertise in het Agrarisch Domein.

De afspraken met betrekking tot het onderwijs gaan over het verhogen van de onderwijskwaliteit, het studiesucces en het terugbrengen van de indirecte kosten. De studenttevredenheid zal worden vergroot en het aantal docenten met een masterdiploma zal in 2016 tien procent hoger liggen.

In de prestatieafspraken zijn daarnaast voornemens opgenomen ten aanzien van het opzetten van 3-jarige routes voor vwo’ers, masteropleidingen en excellentietrajecten in het onderwijs. Tevens zijn voornemens opgenomen ten aanzien van het onderwijsaanbod. Het gaat daarbij vooral om het voornemen de inter- nationale opleidingen te clusteren in het Inholland International College en de invoering van de brede Bachelor Business Administration (BBA).

4.1.3 Portfolio

4.1.3.1 Brede Bachelor Business Administration en Inholland International College

Inholland heeft in haar Strategisch Programma opgenomen en in de prestatieafspraken bevestigd om het onderwijsaanbod in de economische sector en het internationale onderwijs te herijken.

Brede Bachelor Business Administration

Het economisch opleidingsportfolio van Inholland bestaat nu uit acht bacheloropleidingen die op één tot vijf locaties worden aangeboden. Recente en verwachte externe (arbeidsmarkt)ontwikkelingen vragen om herijking van dit aanbod. In 2012 is gestart met de ontwikkeling van een brede bachelor Business Consultancy voortbouwend op de huidige opleidingen Commerciële Economie, Financial Services Management, Human Resources Management, Logistiek en Economie, Bedrijfskunde MER en Small Business &Retail Management. Beoogd wordt een planningsneutrale conversie en een start van de nieuwe opleiding per 1 september 2014.

Inholland International College

Het huidige opleidingsportfolio internationale/Engelstalige opleidingen van Inholland bestaat uit een internationale opleiding en vijf Engelstalige varianten van Nederlandse opleidingen. Met dit aanbod beschikt Inholland over belangrijke ingrediënten die de praktijk van het huidige innovatietijdperk nodig heeft: ‘traditional’ business en creativiteit. Deze ingrediënten worden nu echter los van elkaar aangeboden, terwijl de praktijk vraagt om een samensmelting. Inholland speelt op de externe ontwikkelingen in door met ingang van september 2014 in plaats van de zes bestaande internationale opleidingsvarianten een nieuwe internationale opleiding aan te bieden, op één locatie: International Business Innovation Studies.

4.1.3.2 Portfoliorationalisatie

Het College van Bestuur neemt op 6 december een voorgenomen besluit over het aanpassen van het portfolio.

De portfoliomaatregelen betreffen de volgende groepen van maatregelen:

1. Educational Engineering: het optimaliseren van de bedrijfsvoering van (groepen van) opleiding(svariant)en binnen de kaders van kwaliteit;

2. Stopzetten van een aantal opleidingen en opleidingsvarianten;

(23)

3. Het implementeren van de BBA, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van een aantal bijbehorende opleidingen;

4. Het implementeren van het IIC, inclusief de planningsneutrale conversie dan wel beëindiging van een aantal bijbehorende opleidingen.

Hiervan afgeleid zijn andere maatregelen te formuleren:

5. Aanpassen van de organisatie van en in de domeinen;

6. Aanpassen van de behorende ondersteunende organisatie in personele zin;

7. Aanpassen van de behorende ondersteunende organisatie in materiële zin:

a. Huisvesting;

b. ICT;

c. Overig;

8. Het op basis van aanvullende besluitvorming doorvoeren van overige maatregelen in onderwijs en ondersteuning om de efficientie en effectiviteit te verhogen.

Besluitvorming inzake de zgn. Educatieve Alliantie wordt opgeschort (maart 2013) in verband met het nog nader uitwerken van te maken afspraken.

4.1.4 Sirius programma

Hogeschool Inholland neemt deel aan het Sirius Programma, een programma dat tot doel heeft de beste studenten in het hoger onderwijs te laten excelleren. Het is onderdeel van het Platform Bèta Techniek en wordt gefinancierd door het ministerie van OCW.

Op 1 november 2012 heeft de tweede audit, de zogeheten mid-term review, plaatsgevonden. De con- clusie van het auditpanel was onder andere dat Inholland kwalitatief goede honoursprogramma’s aan- biedt maar dat de studentenaantallen achter zijn gebleven bij de gestelde prognose aan de start van het project. Daarnaast stelde de auditcommissie vast dat Inholland een zeer uitdagende klus voor de boeg heeft in het laatste jaar van de projectperiode: welke resultaten kunnen gerealiseerd worden?

Mede op basis van deze audituitkomsten heeft Inholland, in goed overleg met Sirius, besloten af te zien van verder gebruik van de subsidiegelden. Zij neemt langer de tijd om honoursprogramma’s op zetten in de betreffende domeinen (zoals opgenomen in de Prestatieafspraken).

4.1.5 Accreditatie

In 2012 zijn de volgende opleidingen door de NVAO geaccrediteerd:

1. Landscape, Environment & Management 2. Plattelandsvernieuwing

3. Food, Commerce & Technology 4. Voedingsmiddelen Technologie 5. Luchtvaarttechnologie

6. Vrijetijdsmanagement 7. Werktuigbouwkunde 8. Bedrijfseconomie

De NVAO heeft in juli 2012 de rapportages opgeleverd over de vier opleidingen die in 2011 door de Inspectie als ‘zeer zwak’ waren beoordeeld. Op basis van deze rapportages zijn twee opleidingen geaccrediteerd (Vrijetijdsmanagement en Bedrijfseconomie). Van twee opleidingen is vastgesteld dat deze voldoende scoren op 15 van de 16 NVAO-standaarden. Deze opleidingen, Commerciële Economie en Media en Entertainment Management worden in 2013 opnieuw beoordeeld op de standaard

‘Toetsing en gerealiseerd niveau’.

(24)

Voor de volgende opleidingen heeft Inholland in 2012 een accreditatieaanvraag ingediend:

1. Imam/Islamitische Geestelijk werker 2. Verloskunde

3. Culturele en Maatschappelijke Vorming 4. Informatica

5. International Business & Management Studies 6. Sociaal Juridische Dienstverlening

7. Verpleegkunde

8. Personeel en Arbeid/HRM

4.2. Studentgegevens

4.2.1 Instroom 2012 nader bekeken

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de instroom bij Hogeschool Inholland. De instroom wordt bekeken aan de hand van criteria die ook worden gebruikt voor ramingen ten behoeve van de bekostiging. Daarbij wordt aangegeven hoeveel studenten voor het eerst bij Inholland aan een studie zijn begonnen in vergelijking met studenten die zich opnieuw inschreven al dan niet bij dezelfde opleiding.

Bovendien wordt gekeken naar de vooropleiding van die studenten en de provincie waar zij vandaan zijn gekomen.

Definities

— Instroom: Alle bekostigde studenten die in september van het aangegeven jaar voor het eerst stonden ingeschreven bij Hogeschool Inholland. Een student wordt als instromer gekenmerkt, als deze niet eerder bekostigd is geweest bij Inholland, ofwel; het eerste jaar dat een student bekostigd wordt.

— Aanmeldingen opleiding: Alle bekostigde studenten die in september van het aangegeven jaar voor het eerst stonden ingeschreven bij de opleiding. Dit is inclusief studenten die al eerder bekostigd zijn geweest bij Hogeschool Inholland (omzwaaiers).

— Omzwaaiers: Student die al eerder bij Hogeschool Inholland bekostigd is geweest, maar zich voor het eerst inschrijft voor de betreffende opleiding.

4.2.2 Ontwikkeling instroom 2012

Op grond van het fotobestand ‘Bekostiging & Aanmelders’ van oktober 2012 kan tabel 1 worden samen- gesteld. In de eerste kolommen wordt het aantal herinschrijvers en de nieuwe instroom van Hogeschool Inholland weergegeven, uitgesplitst naar haar locaties. In de laatste kolommen wordt eerst het aantal nieuwe aanmeldingen per opleiding (8310) weergegeven en daarnaast het aantal omzwaaiers (1454) binnen deze groep.

Tabel 1. Instroom op locatieniveau

herin- schrijving

instroom totaal aandeel aanmelding opleiding

omzwaaiers aandeel

Alkmaar 2.522 914 3.436 13% 1.062 154 15%

Amsterdam 2.943 1.230 4.173 18% 1.523 314 21%

Delft 666 289 955 4% 298 12 4%

Den Haag 2.445 622 3.067 9% 742 124 17%

Diemen 3.672 962 4.634 14% 1.143 184 16%

Dordrecht 245 69 314 1% 80 11 14%

Groningen 106 48 154 1% 48 1 2%

Haarlem 4.331 1.384 5.715 20% 1.561 177 11%

Hoofddorp 117 1 118 0% 2 1 50%

Rotterdam 5.836 1.382 7.218 20% 1.851 476 26%

2012 22.883 6.901 29.784 100% 8.310 1.454 17%

(25)

De locaties Rotterdam en Amsterdam hebben de meeste omzwaaiers en Delft heeft in verhouding het laagste aantal studenten dat al eerder een andere opleiding deed (Groningen, Dordrecht en Hoofddorp worden buiten beschouwing gelaten). Opmerkelijk is dat de instroom voor Haarlem als kleinere locatie op hetzelfde niveau komt als Rotterdam. Verder is de instroom in 2012, met dezelfde criteria als in 2011, zo’n 3,5% hoger, voornamelijk door toenames in Haarlem en Amsterdam, respectievelijk in Alkmaar en Diemen. Als de ontwikkeling van de instroom in 2012 nader wordt bekeken ten opzichte van 2011 ontstaat het volgende beeld (tabel 2).

Tabel 2. Kenmerken van de instroom: vooropleiding en herkomst

Vooropleiding 2011 2012 Herkomst 2011 2012

HAVO 2.825 3.132 Noord Holland 2.138 2.531

MBO 2.281 2.516 Rijnmond 1.185 1.116

VWO 445 426 Amsterdam 839 980

Buit.Dip. 434 395 Haaglanden 755 861

21+ 378 179 Flevoland 222 240

HBO 198 189 Rest Zuid Holl. 126 132

WO 54 46 Overig 1.370 1.041

Overigen 20 18 Instroom 6.635 6.901

Instroom 6.635 6.901

Wat betreft de proportionele verdeling over de vooropleidingen is er nauwelijks wijziging in de instroom, noch in de herkomst uit de gedefinieerde wervingsregio’s. Inholland kreeg alleen in Rijnmond 5% minder instroom, uit de rest van Nederland -24% (Overig). In de vooropleidingen daalde de instroom van studen- ten die met een 21+ toets werden toegelaten met -52,6% (-199).

Uit een andere interne bron is bekend dat de afname van de instroom ook wordt veroorzaakt door minder herinschrijvingen (-8%), qua volume voornamelijk herleidbaar naar Diemen, respectievelijk Rotterdam en Haarlem. Qua instroom verloor Den Haag het meeste (-11%) gevolgd door Rotterdam (-9,5%). Het aantal omzwaaiers nam af met 357 (-19%), waarvan het grootste aandeel in Delft. Dat laatste is een illustratie van het bewuste keuzegedrag van de Delftse studenten.

4.2.3 Kengetallen studiesucces

In deze paragraaf worden enkele kengetallen rond het studiesucces van Inhollandstudenten nader uitge- werkt. De kengetallen zijn gedefinieerd volgens de prestatieafspraken, die zijn gemaakt met het ministerie in het kader van het Hoofdlijnenakkoord. De gegevens betreffen alleen voltijdbachelorstudenten, die met hun inschrijving bij Inholland voor het eerst begonnen met een opleiding in het hoger onderwijs.

Definities kengetallen studiesucces en legenda

— Instroom: Alle bekostigde voltijdbachelorstudenten, die in september van het aangegeven jaar voor het eerst stonden ingeschreven bij Hogeschool Inholland. In deze paragraaf worden onder instroom dus niet gerekend studenten die al eerder in het hoger onderwijs stonden ingeschreven.

Bron: 1CijferHO (DUO).

— Cohort: Cohort is hier het jaar waarin de student bij Inholland is begonnen.

— Uitvallers: Het aandeel van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij Hogeschool Inholland staat ingeschreven. Bron: 1CijferHO (DUO).

— Switchers: Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na 1 jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij Hogeschool Inholland.

Bron: 1CijferHO (DUO).

— Herinschrijvers: Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijdbachelorstudenten (eerstejaars ho) dat zich na 1 jaar studie opnieuw inschrijft bij Hogeschool Inholland. Bron: 1CijferHO (DUO).

— Diplomarendement: Het aandeel van de voltijdbachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar

(26)

— Legenda bij de tabellen en grafieken: Domeinen Hogeschool Inholland. Agri: Agriculture; CMM:

Communicatie, Media en Muziek; GSW: Gezondheid, Sport en Welzijn; MFR: Management, Finance en Recht; MTV: Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement; GSW: Gezondheid, Sport en Welzijn;

OLL: Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing; TOI: Techniek, Ontwerpen en Informatica; Verlos:

Verloskunde

4.2.3.1 Studiesucces: instroom en herinschrijving

Vanaf het moment dat een student zich inschrijft bij Hogeschool Inholland begint een gezamenlijk streven van zowel student als instelling om binnen de gestelde tijd een diploma te halen. Het grootste deel van de studenten dat zich heeft ingeschreven zal zich na een jaar opnieuw inschrijven bij Inholland om de studie te vervolgen (herinschrijving). In figuur 1 staat de ontwikkeling van de instroom en de herschrijvingen na het eerste jaar. Uit de figuur blijkt dat de zowel de instroom cohort 2011 als de herinschrijvingen cohort 2010 zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande cohorten.

Bron: 1 cijfer ho bestand (DUO), maart 2012

Bron: 1 cijfer HO bestand DUO; april 2012

Inholland kent domeinen waarin verwante opleidingen zijn geclusterd. Als de ontwikkeling van de instroom wordt vergeleken op domeinniveau binnen Hogeschool Inholland (figuur 2), dan lijkt de dalende trend evenredig van toepassing op zes van de acht domeinen. Alleen bij de kleinere domeinen Agriculture en Verloskunde blijkt de daling niet of geringer te zijn ingezet.

instroom herinschrijf Figuur 1. Ontwikkeling instroom en herinschrijvingen Inholland

3000 4000 5000 6000 7000

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

2008 2009 2010 2011 Figuur 2. Ontwikkeling instroom op domeinniveau

1.000 800 600 400 200 1.200 1.400 1.600

0

CMM GSW MFR MTV OLL TOI Verlos Agri

(27)

4.2.3.2 Studiesucces: uitval, switch en diplomarendement

Hogeschool Inholland wil betere prestaties op het gebied van studiesucces. Zo is het streven de groep studenten die zich voortijdig uitschrijft bij de opleiding (switch) of instelling (uitval) te verkleinen.

Daarnaast is het doel een toename te realiseren van het aantal studenten dat binnen de gestelde tijd Hogeschool Inholland met een diploma (rendement) verlaat. Figuur 2 geeft een overzicht van de ontwik- keling van deze drie indicatoren in de afgelopen jaren.

Bron: 1 cijfer ho bestand (DUO), maart 2012

Uit de figuur blijkt dat zowel uitval als rendement onder druk staan. Uitval is ten opzichte van cohort 2009 gestegen met 6% terwijl het rendement ten opzichte van cohort 2005 is gedaald met 5%. De omvang van de groep switchers bleef relatief stabiel.

Als de ontwikkeling van uitval, switch en rendement wordt vergeleken met die bij de vijf grote hoge- scholen in de Randstad is het beeld dat, alhoewel hogeschool Inholland rond het gemiddelde presteert, de prestaties op het gebied van uitval en rendement bij Inholland wat sterker daalden dan bij de andere Randstedelijke hogescholen. Met andere woorden nam de uitval bij Inholland na 1 jaar toe en het diplomarendement nam af. De omvang van het switchen is bij Inholland relatief laag. Zie hiervoor tabel 3.

Tabel 3. Ontwikkeling rendement, uitval en switchen bij G5 Randstad hogescholen

Uitval (na 1 jaar) Switch (na 1 jaar) Rendement (na 1 jaar)

Cohort 2009 2010 2009 2010 2009 2010

Haagse Hogeschool 29% 29% 11% 12% 61% 61%

Hogeschool Inholland 28% 34% 8% 7% 66% 61%

Hogeschool Rotterdam 23% 24% 10% 11% 64% 64%

Hogeschool Utrecht 33% 32% 10% 10% 63% 63%

Hogeschool van Amsterdam 33% 30% 11% 12% 62% 59%

Randstad (G5, ongewogen) 29% 30% 10% 10% 63% 62%

Bron: overzichten prestatieindicatoren uit 1 cijfer ho, samengesteld door DUO (april, 2012)

uitval na 1 jaar switch na 1 jaar rendement na 5 jaar Figuur 3. Ontwikkeling studiesucces hogeschool Inholland

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Cohort

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Voor de historische verenigingen van Akersloot, Alkmaar, Callantsoog, de Egmonden, Heerhugowaard, De Rijp en Schagen en voor de vereniging van Eigentijdse Vrouwen van

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Research voor Beleid een inventarisatie gemaakt van alle rijksmonitoren onder medeover-

Adressen die getrokken zijn op basis van speciale kenmerken (risicosignalen) kunnen een rol spelen indien (1) de populatiecijfers bekend zijn voor deze kenmerken en (2) binnen