• No results found

Rijksmonitoren anno 2012: Inventarisatie ten behoeve van de Staat van Bestuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rijksmonitoren anno 2012: Inventarisatie ten behoeve van de Staat van Bestuur"

Copied!
117
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rijksmonitoren anno 2012

Inventarisatie ten behoeve van de Staat van Bestuur

Eindrapport

Een onderzoek in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Judith Zweers Ton Grimmius Inge Harteveld

(2)

2

Disclaimer van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderzoek berust bij de auteurs. De inhoud vormt niet per definitie een weergave van het standpunt van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

(3)

Inhoudsopgave

Deel 1: inventarisatie en analyse 5

1 Achtergrond, definitie en werkwijze 7

1.1 Achtergrond van de inventarisatie 7

1.2 Definitie ‘rijksmonitor medeoverheden’ 8

1.3 Wijze waarop de inventarisatie is uitgevoerd 9

1.4 Kanttekeningen bij het proces en de uitkomsten 10

2 Analyse van de inventarisatie 11

2.1 Overzicht per departement 11

2.2 Beleidsterreinen 13

2.3 Aantal monitoren per mede-overheid 14

2.4 Grondslag voor de monitoren 15

2.5 Ontwikkelingen 15

Deel 2: factsheets per monitor 17

(4)

4

(5)

Deel 1: inventarisatie en analyse

(6)
(7)

1 Achtergrond, definitie en werkwijze

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Research voor Beleid een inventarisatie gemaakt van alle rijksmonitoren onder medeover- heden die in de jaren 2011 en 2012 liepen. De inventarisatie is opgesteld ten behoeve van de Staat van het Bestuur 2012. Het hier voorliggende rapport bevat deze inventarisatie.

Dit hoofdstuk bevat de achtergrond van het onderzoek, de definitie van het begrip ‘rijks- monitor’, en de werkwijze die wij hebben gehanteerd. In hoofdstuk 2 worden de belangrijk- ste bevindingen van deze inventarisatie weergegeven.

In deel II van dit rapport zijn de factsheets met informatie per geïnventariseerde rijksmoni- tor te vinden.

1.1 Achtergrond van de inventarisatie

Staat van Bestuur

Vanaf 2006 brengt BZK eens in de twee jaar de zogenoemde ‘Staat van het Bestuur’ uit. Dit is een trendrapportage waarin feiten en cijfers over bestuurlijke en financiële ontwikkelin- gen in het decentraal bestuur centraal staan.1

Onderdeel van de Staat van het Bestuur is een overzicht van rijksmonitoren die betrekking hebben op medeoverheden. Dit zijn monitoren van de departementen en planbureaus (het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, het Planbureau voor de Leefomge- ving en het Centraal Bureau voor de Statistiek) gericht aan gemeenten, provincies en wa- terschappen. Met andere woorden het gaat om een periodieke uitvraag van gegevens onder de medeoverheden.

In elke Staat van Bestuur is een overzicht te vinden van het aantal rijksmonitoren per de- partement. In dit overzicht is tevens het aantal monitoren uit voorgaande jaren opgeno- men, om de ontwikkeling van het aantal rijksmonitoren te kunnen volgen. In de Staat van Bestuur 2010 is het aantal geïnventariseerde rijksmonitoren in de jaren 2006, 2008 en 2010 opgenomen.2

Informatiebehoefte

In 2012 wordt de volgende Staat van Bestuur opgesteld. Ook hierin zal een overzicht wor- den opgenomen van het aantal rijksmonitoren onder medeoverheden in 2011 en 2012.

Daarnaast dient het – voor zover mogelijk –zicht te bieden op ontwikkelingen hierin. Deze inventarisatie moet in elk geval inzicht geven in de volgende aspecten:

1 Staat van het Bestuur 2010. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag, augustus 2010, p. 3.

2 Staat van het Bestuur 2010. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag, augustus 2010, p. 70, tabel 58.

(8)

8

bureau/beleidsterrein.

Conclusies over de ontwikkeling (groei, stabiliteit, afname) van het aantal monitoren.

Waar mogelijk een verklaring van de geconstateerde ontwikkeling in het aantal monito- ren.

Daarnaast geeft de inventarisatie een korte beschrij- ving en typering van elke monitor, aan de hand van een aantal gegevens (zie kader).

1.2 Definitie ‘rijksmonitor mede- overheden’

Een beperktere definitie dan in 2010

In principe zou ten behoeve van de vergelijkbaarheid met de resultaten van 2010 de inventarisatie in 2012 zoveel mogelijk gelijk moeten zijn aan die van 2010.

Eén van de doelstellingen van de inventarisatie van de rijksmonitoren is het vaststellen van eventuele ontwikkelingen in aantal Rijksmonitoren over de ja- ren. Een complicatie hierbij is dat de inventarisatie van 2010 zich niet heeft beperkt tot monitoren gea- dresseerd aan medeoverheden1, terwijl dit in 2012 expliciet wel de bedoeling is. De inventarisatie van 2010 bevat een groot aantal monitoren die niet zijn gericht op medeoverheden.

Voor de inventarisatie van 2011/2012 zijn wij uitgaan van een beperktere definitie:

Rijksmonitoren onder medeoverheden zijn: door het rijk periodiek (longitudi- naal) uitgevoerde gestandaardiseerde gegevensverzamelingen (van in principe vaste gegevens) onder medeoverheden.

Rijksmonitor: de monitor wordt uitgezet door of onder verantwoordelijkheid van een departement, het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), het Centraal Planbureau (CBP), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Medeoverheid: een gemeente, provincie of waterschap is de geadresseerde van de mo- nitor, dat wil zeggen de instantie die wordt geacht de gegevens te leveren.

Periodiek/longitudinaal: de gegevensverzameling vindt plaats op (in principe) van te voren bepaalde tijdstippen. Er is dus sprake van een planmatige gegevensverzameling.

Hiermee worden gegevensverzamelingen die bijvoorbeeld ad hoc worden herhaald van de inventarisatie uitgesloten.

Gestandaardiseerde gegevensverzameling: in principe worden in de opeenvolgende gegevensverzamelingen dezelfde gegevens opgevraagd.

1 In 2010 is de volgende definitie gehanteerd: het systematisch en periodiek volgen en presenteren van be- leidsrelevant geachte ontwikkelingen. (D. de Kool, Inventarisatie Rijksmonitoren 2010. Center for Public In- novation, Rotterdam, november 2010, p. 8.),

Gegevens per monitor

 Naam/typering monitor

 Beleidsterrein

 De verantwoordelijkheid, beleids- inhoudelijke motivatie/doelstelling die ten grondslag ligt aan de moni- tor

 ‘Formele’ grondslag van de moni- tor (wettelijk: wet, amvb, rege- ling; rijksbeleid/rijks-doelstelling bijvoorbeeld beleidsnota of –brief;

specifieke aanleiding zoals verzoek van de Tweede Kamer)

 Leverancier van de monitorgege- vens (provincie, gemeente, water- schap)

 Looptijd (startjaar en eventueel voorzien eindjaar) en periodiciteit (ieder jaar, tweejaarlijks e.d.).1

(9)

Ten slotte nog een opmerking over de looptijd van de monitor. Om te kunnen beoordelen of 2011 en 2012 binnen de looptijd van een monitor vallen, is steeds gevraagd naar het startjaar, eindjaar en de periodiciteit. Dit, om te voorkomen dat een monitor met bijvoor- beeld een driejarige meetcyclus die in 2010 voor het laatst is uitgevoerd en pas voor 2013 weer op de agenda staat, over het hoofd zou worden gezien.

1.3 Wijze waarop de inventarisatie is uitgevoerd

De inventarisatie kende een viertal fasen.

Vaststellen van contactpersonen bij departementen en planbureaus.

Inventarisatie rijksmonitoren: samenstelling voorlopig overzicht.

Toetsing van de inventarisatie via contactpersonen.

Opstellen definitief overzicht.

Fase 1: Contactpersonen per departement en planbureau

Ten behoeve van de inventarisatie heeft BZK een beroep gedaan op het interdepartementa- le Regeldruk Coördinatoren Overleg (RCO). De regeldrukcoördinatoren fungeerden in dit onderzoek in principe als contactpersonen voor de verschillende departementen. In een aantal gevallen werd door de regeldrukcoördinator voor het betreffende departement een andere contactpersoon aangewezen. Voor één departement konden wij niet over een con- tactpersoon beschikken (I&M): wij hebben bij dit departement contact gezocht met de se- cretariaten van de verschillende directies.

Fase 2: Inventarisatie rijksmonitoren

Om tot een zo compleet mogelijke inventarisatie te komen, hebben we de voor de Staat van het Bestuur 2012 relevante monitoren langs vier elkaar aanvullende zoekmethoden ge- inventariseerd.

Interne gegevensverzameling onder collega’s van het onderzoeksbureau Panteia1 waar Research voor Beleid deel van uitmaakt.

Raadpleging website rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl)

Internetsearch op basis van zoektermen als ‘monitor bzk gemeente’, ‘nulmeting bzk ge- meente’, ‘herhalingsmeting’, ‘longitudinaal onderzoek’ etc.

Confrontatie met resultaten 2010: vergelijking van de resultaten van de voorgaande drie stappen met het overzicht van 2010 met als doel na te gaan of in de inventarisatie mo- nitoren zijn gemist die mogelijk wel aan de definitie voldoen.

Het resultaat van de inventarisatiefase was een voorlopig overzicht van rijksmonitoren ge- richt op medeoverheden. Voor iedere monitor werd een factsheet met gegevens van de monitor ingevuld.

1 Panteia is een allround onderzoeksbureau voor economisch en sociaal beleidsonderzoek, transportonderzoek en marktonderzoek. Panteia bestaat uit zeven samenwerkende business units, waaronder Research voor Be- leid.

(10)

10

De departementen zijn in de gelegenheid gesteld het voorlopige overzicht dat betrekking heeft op hun organisatie te becommentariëren en waar nodig te actualiseren en aan te vul- len. Hiertoe zijn aan de contactpersonen van de verschillende departementen alle ingevulde factsheets toegestuurd van de op hun departement betrekking hebbende monitoren die we tijdens de inventarisatiefase hebben geïnventariseerd. We verzochten de contactpersonen de factsheets te toetsen op volledigheid. Zij konden tevens aangeven welke monitoren niet aan de definitie voldoen (deze werden van de lijst afgevoerd) en welke monitoren in de lijst ontbraken en derhalve dienden te worden toegevoegd (hiervan werd door de contactper- soon een ingevulde factsheet aangeleverd).

De planbureaus en het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie hebben wij voorafgaand geen inventarisatie voorgelegd. Zij hebben zelf aangegeven in hoeverre zij rijksmonitoren, die aan de definitie voldoen, uitzetten en hebben zelf ingevulde factsheets aangeleverd.

Fase 4: Definitief overzicht rijksmonitoren 2012

Op basis van de verbeteringen en aanvullingen van de departementen en planbureaus zijn de definitieve factsheets opgesteld en is het definitieve bestand met rijksmonitoren verkre- gen.

1.4 Kanttekeningen bij het proces en de uitkomsten

Wij kunnen niet met zekerheid zeggen of de uiteindelijke lijst rijksmonitoren volledig is, om de volgende redenen.

Sommige monitoren, die onder verantwoordelijkheid van meer dan één departement val- len, werden door het ene departement/planbureau wel en door het andere niet als een rijksmonitor aangeduid. In deze gevallen hebben wij op basis van de ingevulde facts- heets en, indien aanwezig, de motivatie voor afwijzing, besloten of al dan niet sprake is van een rijksmonitor volgens onze definitie. Afwijzing van een monitor ging niet altijd gepaard met een toelichting op de reden hiervan.

Sommige departementen hebben rijksmonitoren toegevoegd aan onze eerste inventari- satie. Aangezien binnen departementen in de regel geen centraal overzicht bestaat van de aanwezige rijksmonitoren, en veel contactpersonen moeite hadden de informatie bin- nen hun departement te verzamelen, kunnen zij niet met zekerheid zeggen dat alle rijksmonitoren boven water zijn gekomen. Bij I&M beschikten wij niet over een contact- persoon, maar hebben wij de afzonderlijke directies benaderd. Dit is niet in alle gevallen gelukt.

Op vijf monitoren uit onze inventarisatie hebben wij, na voorleggen hiervan bij de be- treffende contactpersonen, geen reactie gekregen. Deze vier monitoren hebben wij niet meegeteld in het totaaloverzicht; wij kunnen niet met zekerheid zeggen dat hier sprake is van monitoren die aan de gestelde definitie voldoen.

(11)

2 Analyse van de inventarisatie

In totaal hebben wij 481 Rijksmonitoren, gericht op medeoverheden geïnventariseerd. In deel 2 van dit rapport is informatie te zien per rijksmonitor. In dit hoofdstuk vatten we de belangrijkste bevindingen samen.

2.1 Overzicht per departement

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal rijksmonitoren per departement en per planbureau. Hierin is te zien dat BZK, SZW en EL&I verantwoordelijk zijn voor de mees- te rijksmonitoren (respectievelijk 12, 8 en 7 monitoren). Daarnaast zijn er monitoren bij de departementen VWS (5), I&M (4), V&J (2) en OCW (2). Door het WODC (niet opgenomen in de tabel) is aangegeven dat het geen monitoren kent die aan de definitie voldoen.

Ten slotte is het CBS verantwoordelijk voor nog eens 8 monitoren.

Tabel 2.1 Overzicht aantal rijksmonitoren per departement/planbureau

Departement Aantal rijksmonitoren 2011-2012

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 12

Sociale Zaken en Werkgelegenheid 8

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 7

Volksgezondheid, Welzijn en Sport 5

Infrastructuur en Milieu 4

Veiligheid en Justitie 2

Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2

Financiën 0

Defensie 0

Algemene Zaken 0

Buitenlandse Zaken 0

Planbureau

Centraal Bureau voor de Statistiek 8

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Plan Bureau 0

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Totaal 48

1 Op vijf door ons geïnventariseerde rijksmonitoren hebben wij van de betreffende departementen geen reactie ontvangen. Deze monitoren hebben wij niet in het totaaloverzicht meegenomen. Het gaat om de volgende monitoren:

- Resultaat Leren en Werken 2005-2011 (OCW) - Actieplan laaggeletterdheid 2012-2015 (OCW) - Primaire waterkeringen (I&M)

- Ruimte voor de rivier (I&M) - Ruimtelijke Verkenning (I&M)

(12)

12

nitoren vallen onder verantwoordelijkheid van meer dan één departement: in onderstaand overzicht is dit aan de rechterzijde te zien. Hierin is, indien de monitor wordt uitgevoerd door een planbureau, tevens het betreffende planbureau te vinden.

In totaal acht monitoren vallen onder verantwoordelijkheid van het CBS en niet onder ver- antwoordelijkheid van een departement. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om monitoren die worden uitgevoerd op basis van Europese afspraken.

Tabel 2.2 Monitoren per departement/planbureau

Naam monitor Medeverantwoordelijk departement

Uitvoering via planbureau

Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) 1. Integriteitsmonitor (Bedreigd Bestuur 2012)

2. Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak 3. Monitor Wet dwangsom

4. Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO)*

5. Risbo-monitor

6. Monitor Burgerparticipatie**

7. Iv3-matrices (Informatie voor derden) van decentrale overheden Financiën CBS 8. Woningbouw en woningvoorraad (formulier W015, W055 en W053) CBS 9. Waardering Onroerende Zaken (WOZ)

10.Wet openbaarmaking uit publ. middelen gefinancierde topinkomens

Financiën CBS

11.Topinkomens in de (semi-)publieke sector

12.Monitor Overheidsbrede implementatieagenda dienstverlening en e-overheid i-NUP

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 1. WSW-statistiek

2. Pilot Loondispensatie

3. Monitor tijdelijke middelen schuldhulpverlening 2009-2011 4. Monitor Wet investeren in jongeren

5. Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) CBS

6. Statistiek Re-integratie door gemeenten (SRG) 7. Bijstandsdebiteurenstatistiek

8. Bijstandsfraudestatistiek

CBS CBS

CBS

Ministerie van Ec. Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

1. BIZ-initiatieven (bedrijfsinvesteringszones) BZK

2. Nederland Open in Verbinding*** BZK

3. LMF Landelijk meetnet Flora en Milieu I&M PvdL 4. Meetnet Weidevogels, (onderdeel NEM Netwerk Ecologische Monitoring)

5. Nalevingsmeting Europees aanbesteden 6. Statistiekverplichting europees aanbesteden 7. PAS (Programmatische Aanpak Stikstof)

(13)

Vervolg tabel 2.2

Naam monitor Medeverantwoordelijk departement

Uitvoering via planbureau

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

1. Decentralisatie Uitkering Jeugd OCW

2. Kinderrechtenmonitor SCP

3. Monitor Stedelijk Kompas

4. Gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid

5. Monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur

Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) 1. Monitor Duurzaam Inkopen

2. IBIS-werklocaties

3. Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

4. Gemeentelijk Afval CBS

Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) 1. Beleidsinformatie jeugdzorg

2. Monitor wet 'Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast’

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) 1. Landelijke VVE-monitor

2. VVE bestandsopname

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 1. Brandweerstatistiek

2. Enquête regionale werkgelegenheid 3. Gevangenisstatistiek

4. Produktiestatistiek industrie, sociale werkvoorziening (SBI 32991) 5. Omgevingsvergunningen met activiteit bouwen (formulier W011) 6. Verkeersindexcijfer

7. Kwartaal statistiek vacatures en ziekteverzuim 8. Statistiek zuivering afvalwater

* De monitor bestaat uit een uitvraag onder ambtenaren.

** Uitvoering door het door BZK gefinancierde Prodemos, dat de monitor niet in opdracht van BZK uitvoert.

*** De monitor loopt officieel t/m 2011, maar de laatste uitvraag vond plaats in 2010.

2.2 Beleidsterreinen

Onderstaande tabel geeft een globale indruk van de verschillende beleidsthema’s van de rijksmonitoren. Voor gedetailleerde informatie over de beleidsvelden en de beleidsinhoude- lijke achtergrond van de rijksmonitoren verwijzen wij naar de factsheets in deel 2 van dit rapport. De beleidsthema’s en de beleidsinhoudelijke grondslagen voor de rijksmonitoren zijn te divers om hier nadere conclusies aan te verbinden. Zo lijkt het aantal monitoren op het gebied van de leefomgeving hoog, maar moet hierbij in het oog worden gehouden dat

(14)

14

ruimtelijke ordening).

 

Tabel 2.3 Beleidsthema’s van de rijksmonitoren

Beleidsterrein Aantal monitoren

Leefomgeving 7

Economie, bedrijvenvestiging, landbouw & veehouderij 7

Veiligheid, integriteit 6

Sociale zekerheid 4

Arbeidsmarkt, werk & inkomen, sociale werkvoorziening 4

Vastgoed en woningmarkt 3

Sport/onderwijs/cultuur 3

Integratie en burgerparticipatie 2

Jongeren en kinderrechtenthema’s 2

Financieel/economisch 2

Maatschappelijke opvang, wmo, welzijn 2

E-overheid / ICT en overheid 2

Overig* 4

Totaal 48

* Overig is: Bestuur, HRM/personeelsbeleid, Infrastructuur/wegen, Schuldhulpverlening.

2.3 Meetfrequentie en aantal monitoren per mede-overheid

Minder dan de helft van de rijksmonitoren (21) heeft een jaarlijkse meetfrequentie (zie on- derstaande tabel). Bijna een kwart heeft een hogere meetfrequentie: vijf monitoren hebben een halfjaarlijkse frequentie, twee monitoren kennen ieder kwartaal een meting, en vijf monitoren hebben een maandelijkse meting.

Tabel 2.4 Meetfrequentie rijksmonitoren

Meetfrequentie Aantal Percentage

Per maand 5 10%

Per kwartaal 2 4%

Per half jaar 5 10%

Per jaar 21 44%

Per 2 jaar 7 15%

Per 3 jaar 1 2%

Anders* 7 15%

Totaal 48 100%

* Anders betekent meestal dat meetmomenten variabel zijn.

In onderstaande tabel is het aantal monitoren per medeoverheid opgenomen. Bij 85% van de rijksmonitoren (41) vindt meting plaats bij gemeenten; bij ruim een derde van de rijks- monitoren (19) is sprake van meting bij provincies, en bij een kwart (12) zijn waterschap- pen (mede-)doelgroep van de monitor.

(15)

Tabel 2.5 Aantal rijksmonitoren per mede-overheid

Medeoverheid Aantal %

Gemeente 41 85%

Provincie 19 40%

Waterschap 12 25%

Totaal 48* 100%*

* Aangezien één monitor onder meer dan één type mede-overheid kan worden uitgezet, tellen de aantallen en percentages op tot meer dan 48 en 100%. Het aantal ‘41’ en het percentage van ‘85%’ bij gemeenten bij- voorbeeld betekent dat bij 41 van de 48 monitoren sprake is van meting bij gemeenten. Dit is 85% van alle (100%) geïnventariseerde rijksmonitoren.

2.4 Grondslag voor de monitoren

Formele grondslag

Onderstaande tabel laat zien wat de formele grondslag van de rijksmonitoren is. Minder dan de helft heeft een wettelijke grondslag. Bij 19% van de rijksmonitoren is de grondslag gelegen een EU-verordening of andere internationale afspraken. Bij 17% is sprake van een beleidsnota of -brief. Verder valt op dat 15 rijksmonitoren meer dan één type formele grondslag kennen.

Tabel 2.6 Formele grondslag rijksmonitoren (meerdere grondslagen/monitor mogelijk)

Grondslag Aantal %

Wet 20 42%

EU-verordening/internationale afspraken 9 19%

Beleidsnota of -brief 8 17%

Regeling 7 15%

Verzoek Tweede Kamer 6 13%

Bestuurlijke afspraken 4 8%

Amvb 3 6%

Anders 7 15%

Totaal 48* 100%*

* Aangezien een rijksmonitor meer dan één type grondslag kan hebben, tellen de totalen (aantallen en per- centages) op tot meer dan 48 en 100%.

Wat betreft de beleidsinhoudelijk grondslag voor de monitoren verwijzen wij naar de facts- heets van de monitoren in deel 2 van dit rapport. Zoals ook al is opgemerkt in paragraaf 2.2 is de diversiteit hierin te groot om hier algemene conclusies aan te kunnen verbinden.

2.5 Ontwikkelingen

Aangezien voor deze inventarisatie een andere definitie is gehanteerd dan voor de voor- gaande inventarisaties, is vergelijking hiermee niet goed mogelijk. De inventarisatie van 2010 leidde tot een totaal van 360 rijksmonitoren en liet een gestage stijging van het aan- tal zien sinds 2006. Dit aantal verschilt sterk met het door ons gevonden en door de depar- tementen getoetste aantal van 48 rijksmonitoren. Dit heeft echter voornamelijk te maken

(16)

16

zinvol.

De enige informatie over ontwikkelingen in het aantal monitoren kunnen we halen uit de start- en eindjaren van de 48 monitoren.

Bijna een derde van de rijksmonitoren (29%) bestaat al 12 jaar of langer. Opvallend is vooral de toename van het aantal monitoren in de periode 2009-2010, een toename die vooral in 2010 te zien is (zeven monitoren gestart). Voor de toename in 2009-2010 zijn vooral BZK en SZW (beide drie monitoren) verantwoordelijk. Van de 10 in 2009-2010 ge- starte monitoren zijn er zes alweer gestopt of worden in 2012/2013 beëindigd. Drie van de- ze in 2009-2010 gestarte monitoren hebben een onbepaalde looptijd.

Tabel 2.7 Startjaar rijksmonitoren

Startjaar Aantal %

2000 of eerder 14 29%

2001-2002 4 8%

2003-2004 1 2%

2005-2006 8 17%

2007-2008 4 8%

2009-2010 10 21%

2011-2012 5 10%

Onbekend 2 4%

Totaal 48 100%

Als we naar de geplande einddatum voor de in 2011-2012 lopende rijksmonitoren kijken, dan valt op dat voor bijna driekwart geen einddatum is gepland. In de periode 2011-2012 eindigt 21% van de rijksmonitoren. De overige 8% eindigt binnen een tot drie jaar (zie on- derstaande tabel).

Tabel 2.8 Eindjaar rijksmonitoren

Eindjaar Aantal %

2011 6 13%

2012 4 8%

2013 2 4%

2014 1 2%

2015 1 2%

Geen einddatum 34 71%

Totaal 48 100%

Al met al kunnen we op basis van de gegevens over start- en eindjaren van de rijksmonito- ren concluderen dat zich in de afgelopen jaren geen grote veranderingen in aantal monito- ren hebben voorgedaan. De jaren 2009-2010 laten weliswaar een grotere toename zien dan in andere jaren, maar als we de monitoren die al beëindigd zijn dan wel binnen een jaar beëindigd worden daarvan aftrekken, is het aantal gestarte monitoren even groot als in an- dere jaren.

(17)

Deel 2: factsheets per monitor

(18)
(19)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie x

Waterschap x

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders x

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

niet bepaald 2012

eens per 4 jaar 2. Beleidsterrein:

Integriteitsmonitor (Bedreigd Bestuur 2012)

veiligheid en integriteit

(20)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Het ministerie van BZK heeft in 2004 en 2008 onderzocht in welke mate organisaties in het openbaar bestuur een integriteitsbeleid voeren dat voldoet aan wat in wet- en regelgeving en in bestuurlijke afspraken is vastgelegd. Met de koepelorgansaties is afgesproken dat het openbaar bestuur de belevingen van integriteit en integriteitsbeleid zal monitoren. De koepelorganisaties hebben daarbij aangegeven de borging van integriteit in de organisatiecultuur van groot belang te vinden. In 2012 wordt daarom een integrale Integriteitsmonitor gehouden.

Afspraak met koepelorganisaties (VNG, IPO, UvW)

(21)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar x

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet x

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

? 2007

0

2. Beleidsterrein:

Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak

veiligheid

(22)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

BZK verantwoordelijk voor goed openbaar bestuur

Net als in 2007 en 2009, is in 2011 een landelijk onderzoek gedaan naar aard en omvang van agressie en geweld tegen werknemers en politieke ambtsdragers

met een publieke taak (In 2012 voor het eerst met administratieve lasten voor decentrale overheden).

(23)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar x

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2011 2010

0

2. Beleidsterrein:

Monitor Wet dwangsom

bestuur

(24)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Toezegging aan de 2e kamer

BMC Onderzoek voert in 2010 en 2011 in opdracht van het ministerie van BZK de Monitor Wet dwangsom uit. Deze monitor moet inzicht opleveren in de uitvoeringspraktijk (ervaringen en knelpunten) van de Wet dwangsom bij gemeenten. De monitor wordt uitgevoerd door middel van een internetenquête onder alle gemeenten. Het onderzoek moet aanbevelingen opleveren voor gemeenten en de wetgever. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben afgesproken dat de ervaringen van gemeenten met de Wet dwangsom gedurende een periode van twee jaar zullen worden gemonitord om na te gaan of er knelpunten zijn bij de toepassing van de wet.

(25)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie x

Waterschap x

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar x

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2. Beleidsterrein:

Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO)*

HRM/Personeelsbeleid

1999

0

niet bepaald

(26)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

* Uitvraag vindt plaats onder een steekproef van ambtenaren die bij medeoverheden werkzaam zijn

Behoefte aan kennis over personeel, mobiliteit en tevredenheid hierover.

Het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek is een tweejaarlijks onderzoek dat in opdracht van het Minisiterie van BZK wordt uitgevoerd. In het onderzoek komen uiteenlopende onderwerpen aan de orde, zoals bijvoorbeeld: de aantrekkelijkheid van overheidswerkgevers, voorkeuren voor en waardering van arbeidsvoorwaarden door overheidswerknemers en werknemers uit de zorg- en marktsector, en verschillen in interne en externe mobiliteit van deze groepen.

(27)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar x

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2013 2010

0

2. Beleidsterrein:

Risbo-monitor

integratie

(28)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

De monitor vindt plaats op verzoek van de betrokken gemeente.

In opdracht van de rijksoverheid wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de positie van Marokkaans-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse jongeren op de terreinen van onderwijs, arbeid en uitkeringen en criminaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in 35 gemeenten, die met elkaar samenwerken om problemen op deze punten onder Marokkaans-Nederlandse en Antilliaans- Nederlandse jongeren aan te pakken.

(29)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar x

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2. Beleidsterrein:

Monitor Burgerparticipatie*

burgerparticipatie

2009

0

niet bepaald

(30)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

* Deze monitor wordt niet uitgevoerd in opdracht van BZK, maar door Prodemos dat door BZK wordt gefinancierd

Informatiewens vanuit BZK en ProDemos over de stand van zaken mbt activiteiten van gemeenten om te komen tot burgerparticipatie

BZK en ProDemos willen via monitoring te weten komen wat de gemeenten voor activiteiten inzetten om burgers te betrekken bij het beleid; de monitor is gericht op vormen van

burgerparticipatie die de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid tot doel hebben.

(31)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek X

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties X

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën X

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente X

Provincie X

Waterschap X

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders X

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling X

beleidsnota/brief 0

2. Beleidsterrein:

Iv3-matrices (Informatie voor derden) van decentrale overheden

(gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen)

Financiën van decentrale overheden

Niet bepaald 2005

Iv3-begrotingen: 1x per jaar ; Iv3-kwartaalgegevens: 4x per jaar ; Iv3-jaargegevens: 1x per jaar

(32)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

N.B. De formele grondslag voor de monitor is de regeling Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) van BZK. Daarnaast zijn deze gegevens ook verplicht o.b.v. EU-verordeningen

De beleidsinhoudelijke redenen zijn: a) gegevens noodzakelijk voor de uitvoering van de toezichtstaak van BZK en provincies en b) gegevens noodzakelijk voor de samenstelling van kwartaal- en jaargegevens van de Nationale rekeningen (EU-verplichting). Deze laatste gegevens worden ook gebruikt voor de samenstelling van de Excessive Deficit Procedure (EDP), de verplichte verantwoordingsrapportage aan de Europese Commissie over het overheidstekort en -schuld. Om deze reden zijn de belangijkste externe gebruikers van deze gegevens BZK, de provincies, Financiën (EMU-saldo en -schuld), Eurostat en de Europese Commissie.

(33)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek X

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties X

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid X

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente X

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand X

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet X

amvb X

regeling 0

beleidsnota/brief 0

1992

0 2011

2. Beleidsterrein:

Woningbouw en woningvoorraad (formulier W015, W055 en W053)

Vastgoed en woningmarkt

(34)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

De gegevens worden geleverd aan het Ministerie van BZK en SZW in het kader van de Financiële verhoudingswet. De wet vervult een grote rol bij het doorgeven en herverdelen van centraal geïnde belastingen aan lokale overheden. Welke maatstaven worden gehanteerd, op welke wijze en

volgens welke bedragen wordt nader ingevuld door Algemene Maatregelen van Bestuur en regelingen en besluiten van de ministers. Met de gegevens worden tevens statistieken gemaakt over woningbouw en woningvoorraad.

0

(35)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek X

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties X

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën X

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente X

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar x

eens per 2 jaar x

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet X

amvb X

regeling X

beleidsnota/brief 0

1997

0

Niet bepaald

2. Beleidsterrein:

Waardering Onroerende Zaken (WOZ)

Vastgoed en woningmarkt

(36)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

De gegevens worden geleverd aan het Ministerie van BZK in het kader van de Financiële

verhoudingswet. De wet vervult een grote rol bij het doorgeven en herverdelen van centraal geïnde belastingen aan lokale overheden. Welke maatstaven worden gehanteerd, op welke wijze en

volgens welke bedragen wordt nader ingevuld door Algemene Maatregelen van Bestuur en

regelingen (zoals de Ministeriële Regeling belastingcapaciteit 2011) en besluiten van de ministers.

Daarnaast worden statistieken gemaakt over de WOZ.

0

(37)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie x

Waterschap x

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar x

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2. Beleidsterrein:

Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens

Topinkomens

Niet bepaald 2006

0

(38)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Advies van Commissie Dijkstal overgenomen door het kabinet

Sinds 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) van kracht. Deze wet regelt dat elke instelling die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het inkomen per functie moet publiceren, indien dit inkomen uitgaat boven dat van de Minister. Door de commissie Dijkstal is een evaluatie van de Wopt uitgevoerd. Hierin is het advies opgenomen dat er een jaarlijks rapport wordt opgesteld over de hoogte en ontwikkeling van de topinkomens. Het Kabinet heeft dit advies overgenomen.

(39)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie x

Waterschap x

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar x

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

Niet bepaald 2003

0

2. Beleidsterrein:

Topinkomens in de (semi) publieke sector

Topinkomens

(40)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Sinds 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) van kracht. Deze wet regelt dat elke instelling die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het inkomen per functie moet publiceren, indien dit inkomen uitgaat boven dat van de Minister. Door de commissie Dijkstal is een evaluatie van de Wopt uitgevoerd. Hierin is het advies opgenomen dat er een jaarlijks rapport wordt opgesteld over de hoogte en ontwikkeling van de topinkomens. Het Kabinet heeft dit advies overgenomen. Omdat de Wopt alleen van toepassing is op beloningen boven het normbedrag is aanvullend onderzoek nodig. Het gewenste aanvullend onderzoek is een herhaling van het onderzoek Topinkomens in de (semi)publieke sector. Het onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de hoogte, samenstelling en ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden van functionarissen en politieke ambtdragers.

Advies van Commissie Dijkstal overgenomen door het kabinet

(41)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties x

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks x

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief x

2. Beleidsterrein:

Monitor Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e- overheid; i-NUP

e-overheid

Niet bepaald 2005

0

(42)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

0

In de Overheidsbrede visie op dienstverlening ‘Dienstverlening – samen doen’ is de ambitie op gebied van dienstverlening van de gezamenlijke overheden vastgelegd voor de periode tot 2020.

Rijk en mede-overheden willen met elkaar de kwaliteit van dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen handhaven en waar mogelijk verbeteren, ook in deze tijd waarin de

overheidsfinanciën onder druk staan. Gebruik van de basisvoorzieningen van de e-overheid is hiervoor onmisbaar. De overheid, zowel Rijk als medeoverheden kan de kwaliteit van de

dienstverlening alleen handhaven en verbeteren, door digitalisering van diensten en processen. Dat is goedkoper, kan met minder mensen en draagt zo bij aan de compacte overheid. Om uitvoering te geven aan deze overheidsbrede visie op dienstverlening, wordt voortgebouwd op het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP) waarin de basisinfrastructuur voor de elektronische dienstverlening is ontwikkeld. Voor de periode tot 2015 is een implementatieagenda opgesteld. De voortgang op deze agenda wordt vanuit 3 perspectieven gemonitord:

1. Op basis van de sturing aan de hand van de ontwikkelcyclus

(ontwikkelen, implementeren, gebruiken, evalueren, doorontwikkelen) wordt twee keer per jaar overheidsbreed de voortgang gemonitord worden voor de programmaraden in de vorm van voortgangsrapportages. Een beknopte versie hiervan wordt gemaakt voor het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep. In wezen gaat het hierbij om de rapportage over de voortgang van het jaarplan van de programmaraad.

2. Monitoring van de behaalde resultaten op gebied van de e-overheid voor bedrijven ten behoeve van de sturing van de klankbordgroep voor bedrijven.

3. De monitoring van de voortgang van de implementatie bij gemeenten maakt, in het verlengde van de door KING uitgevoerde 0-meting, deel uit van de opdracht aan KING om het implementatie- programma uit te voeren. Het verzamelen van de gegevens is zo ingericht dat dit zo min mogelijk administratieve lasten oplevert voor gemeenten.

(43)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid x

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks x

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling x

beleidsnota/brief 0

niet bepaald 2000

0

2. Beleidsterrein:

WSW-statistiek

Sociale zaken - sociale werkvoorziening

(44)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

De Wsw-statistiek wordt uitgevoerd bij gemeenten en WGR-verbanden. In de Wsw-statistiek worden op persoonsniveau gegevens verzameld van alle personen die geïndiceerd zijn voor de Wet Sociale Werkvoorziening, op de wachtlijst staan, een dienstbetrekking hebben bij de gemeente of werken onder begeleiding bij een reguliere werkgever.

0

(45)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid x

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks x

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet x

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2013 2010

0

2. Beleidsterrein:

Pilot Loondispensatie

arbeidsmarkt

(46)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Onder de noemer 'Werken naar vermogen' voert het kabinet in de periode 2010-2013 vier pilots uit die samen antwoord moeten geven op de vraag: "Hoe kunnen meer mensen met een

arbeidsbeperking aan het werk worden geholpen in een reguliere baan?". Een van de pilots is gericht op het 'toetsen van een nieuwe systematiek, waarbij de inzet van het instrument

loondispensatie centraal staat'. Loondispensatie betekent dat de werkgever minder dan het wettelijk minimumloon (WML) mag betalen als de werknemer door zijn arbeidsbeperking minder productief is. Aan deze pilot doen 32 gemeenten mee. De monitor en evaluatie resulteert halfjaarlijks in een rapportage.

0

(47)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid x

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar x

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet 0

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2011 2010

0

2. Beleidsterrein:

Monitor tijdelijke middelen schuldhulpverlening 2009-2011

schuldhulpverlening

(48)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

In de monitor wordt aangegeven wat de gemeentes hebben gedaan met het extra budget dat in 2009 is uitgetrokken voor de schuldhulpverlening.

0

(49)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek 0

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid X

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente X

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand 0

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders X

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet X

amvb 0

regeling 0

beleidsnota/brief 0

2011 2010

Eerste halfjaar 2010: drie meetmomenten M.i.v. tweede halfjaar 2010 t/m juli 2011: eens per kwartaal

2. Beleidsterrein:

Monitor Wet investeren in jongeren

werk en inkomen

(50)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

Voor de WIJ is de reguliere statitiek minimaal aangepast. Voor de wettelijke evaluatie na twee jaar waren tijdelijk aanvullende gegevens nodig onder een steekproef van gemeenten. Ook kwamen gegevens van de monitor eerder beschikbaar dan die van de statistiek.

0

(51)

1. Departement(en) of planbureau(s):

Sociaal Cultureel Planbureau 0

Centraal Planbureau 0

Planbureau voor de Leefomgeving 0

Centraal Bureau voor de Statistiek x

Ministerie van Algemene Zaken 0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0

Ministerie van Buitenlandse Zaken 0

Ministerie van Defensie 0

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 0

Ministerie van Financiën 0

Ministerie van Infrastructuur en Milieu 0

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid x

Ministerie van Veiligheid en Justitie 0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0

3. Mede-overheid (meerdere antwoorden mogelijk)

Gemeente x

Provincie 0

Waterschap 0

4. Startjaar 5. Eindjaar

6a. Hoe vaak vindt in het kader van de monitor een meting (opvraag van gegevens) plaats?

eens per maand x

eens per kwartaal 0

halfjaarlijks 0

eens per jaar 0

eens per 2 jaar 0

eens per 3 jaar 0

anders 0

6b. Meetmoment, anders:

7a. Formele grondslag:

wet x

amvb 0

regeling x

beleidsnota/brief 0

2. Beleidsterrein:

Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS)

Sociale zekerheid

Niet bepaald 1965

0

(52)

8. Beleidsinhoudelijke grondslag:

0

In kaart brengen ontwikkelingen in het aantal bijstandsuitkeringen (WWB, IOAZ, IOAW, Bbz etc.) en het profiel van de uitkeringsontvanger in termen van leeftijd, geslacht, herkomstgroepering e.d.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In beide modes wordt door lid Den Boer overwogen 'dat deze maatregel disproportioneel is, aangezien het een forse inbreak betekent op de privacy van mensen en daarbij het beoogde

Als u nu snijdt in de scope van het programma, tot wat haalbaar en strikt noodzakelijk is om het huidige niveau van dienstverlening te handhaven, vergroot u de kans op succes van

wanneer moeten tussentijdse mijlpalen uiterlijk gerealiseerd zijn en welke capaciteit en randvoorwaarden zijn hiervoor nodig. Stel duidelijke meetpunten vast om de

In het tweede lid van artikel 2.2.1 van het besluit is bepaald dat de inhouding op de bezoldiging ter zake van aanspraken bij arbeidsongeschiktheid, bedoeld in de artikelen 106

coalitieakkoord 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'.^ Deze brief geeft een eerste beeid van de gevolgen voor individuele gemeenten en provincies van de

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018-2020) voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 juli 2018 de salarisbedragen

Wij weten van deze monitoren niet of ze afvielen omdat ze inmiddels gestopt zijn, of omdat ze inhoudelijk niet aan de definitie voldoen (bijvoorbeeld omdat geen sprake is van

a) Taken in het sociale domein die door alle gemeenten afzonderlijk kunnen wor- den uitgevoerd, bijvoorbeeld gemeentelijke eerstelijnszorg. Gemeenten zor- gen ervoor zorgen dat