• No results found

WELZALIG HIJ, DIE DE GOD VAN JAKOB TOT ZIJN HULPE HEEFT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WELZALIG HIJ, DIE DE GOD VAN JAKOB TOT ZIJN HULPE HEEFT"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WELZALIG HIJ, DIE DE GOD VAN JAKOB TOT ZIJN HULPE HEEFT

28 augustus 2016 - 19:00 uur

SAMEN AVONDMAAL VIEREN ANDREASKERK – PUTTEN

Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling van dienst: Gerda Arendshorst

Organist: Wieger Jan Schaap

Lector: Stoffel Bos

Koster: N. Kuyt / G. Mulder

(2)

2 Intocht: Psalm 150

1 Looft God, looft Hem overal.

Looft de Koning van ’t heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen.

Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet.

Hem zij eer, Hij zij geprezen.

2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem!

Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen.

Votum & Groet ELB 302

1 Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed.

Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart.

2 Met Uw liefde, Heer kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed.

3 Zie mij voor U staan, zondig en onrein.

O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn.

4 Jezus op Uw woord, vestig ik mijn hoop.

U leeft en U verhoort mijn bede tot U.

Gebed

(3)

3 OTH 267 / Opw. 7

Heer, God, U loven wij.

Heer, U belijden wij.

Vader in eeuwigheid

zingt ’t gans heelal uw Naam.

Aarde en hemel, Heer, zingen uwen Naam ter eer, heel uw schepping door, eeuwig met ’t engelenkoor:

Heilig, heilig, heilig

is onze God, de HEER Zebaoth.

Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.

Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.

Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja. Amen.

Schriftlezing: Psalm 146

1

Halleluja!

Loof de HEER, mijn ziel.

2

De HEER wil ik loven, zolang ik leef, mijn God bezingen zolang ik besta.

3

Vertrouw niet op mensen met macht, op een sterveling bij wie geen redding is.

4

Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde, op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.

5

Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God,

6

die hemel en aarde heeft gemaakt, de zee en alles wat daar leeft,

hij die trouw is tot in eeuwigheid,

7

recht doet aan de verdrukten, brood geeft aan de hongerigen.

De HEER bevrijdt de gevangenen,

8

de HEER opent de ogen van blinden,

de HEER richt de gebogenen op,

(4)

4

de HEER heeft de rechtvaardigen lief,

9

de HEER beschermt de vreemdelingen, wezen en weduwen steunt hij,

maar wie kwaad doen, richt hij te gronde.

10

De HEER is koning tot in eeuwigheid, je God, Sion, van geslacht op geslacht.

Halleluja!

Preek Psalm 146

1 Zing, mijn ziel, voor God uw Here, zing die u het leven geeft.

Zing, mijn ziel, uw God ter ere, zing voor Hem zolang gij leeft.

Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor den Heer uw God.

3 Heil wien Jakobs God wil bijstaan, heil die God ter hulpe riep.

Want zijn heil zal niet voorbijgaan, God is trouw aan wat Hij schiep.

Wat in hemel, zee of aard woont, is in zijn hand bewaard.

4 Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht.

Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht.

Hij geeft den gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet.

(5)

5 VIERING AVONDMAAL

Collecte

Credo – OTH 152 (v. Westering)

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde.

En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen is van de heil’ge Geest, geboren uit de maagd Maria,

die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle,

ten derden dage wederom opgestaan van de doden.

Opgevaren ten hemel,

zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders;

vanwaar Hij komen zal

om te oordelen de levenden en de doden.

Ik geloof in de heilige Geest.

Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen;

vergeving der zonden;

wederopstanding des vleses;

en een eeuwig leven.

Amen, amen, amen.

Tijdens de rondgang Gezang 360: 1,2; OTH 150, Gez. 443

(6)

6

Gez. 360: 1,2 1 Heer, wij komen vol verlangen, op uw roepstem naar uw dis,

want door schuld met schrik bevangen zoekt ons hart vergiffenis:

slechts in U bestaat ons leven, die uw bloed voor ons woudt geven;

laat ons dan in brood en wijn met Uzelf gespijzigd zijn.

2 Sterk ons wankelend vertrouwen, geef ons zelf wat Gij geboodt:

dat wij met oprecht berouwen enkel rusten in uw dood;

ja, vervul ons met uw krachten, opdat wij uw wet betrachten, zegen zo uw sacrament,

dat ons hart U steeds meer kent.

OTH 150 1 Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.

Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.

Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga, zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.

Ik zal niet meer vrezen want U bent bij mij.

Heer, ik bid U, blijf mij nabij.

2. ’k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, eeuw’ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.

U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:

één met God de Vader en verenigt met uw volk;

tot de dag gekomen is van uw wederkomst, dan brengt U ons thuis in Gods rijk.

(7)

7

3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.

Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.

En niets in dit leven zal ons scheiden Heer;

zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.

Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd en in uw vergeving leef ik nu.

4. Vader van het leven, ik geloof in U.

Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.

Kom hier in ons midden, Geest van liefd’ en kracht.

U die via duizend wegen ons hier samen bracht;

en op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods rijk.

Gez. 443

1 Liefde Gods die elk beminnen hemelhoog te boven gaat, kom in onze harten binnen met uw milde overdaad.

Jezus, één en al ontferming, daal vanuit den hoge neer met uw heerlijke bescherming in ons bevend hart, o Heer.

2 God almachtig boven mate, die zo nederig verscheen, keer opeens terug en laat ons nooit meer, nooit meer hier alleen.

Laat ons in de kerk U prijzen met uw heiligen omhoog tot in ’s hemels paradijzen wij U zien van oog tot oog.

3 Wat Gij eenmaal zijt begonnen o voltooi het: maak ons rein, tot de wereld is gewonnen en in U hersteld zal zijn, tot wij eeuwig bij U wonen, schrijdende van licht tot licht, leggend onze gouden kronen zingend voor uw aangezicht.

Dankgebed

(8)

8 Slotlied Gez. 390: 1,2,3

1 ’k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied.

Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.

Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, Gij, milde bron van zegeningen:

zulk een ontfermer waart Gij mij.

2 Uw trouwe zorg wou mij bewaren, uw hand heeft mij gevoed, geleid;

Gij waart nabij in mijn bezwaren, nabij in elke moeilijkheid.

Deez’ avond roept mij na mijn zorgen tot rust voor lichaam en voor geest.

Heb dank, reeds van de vroege morgen zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

Zegen

3 Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht.

Ik ken de rots waarop ik bouwe:

hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Eens aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Vertel de kinderen dat het vandaag in de kinderdienst gaat over een psalm waarin wordt opgeroepen om te zingen voor God, en dat ze dit nu gaan doen?. - Laat de muziekmensen

Want dan zijn we straks heidens terug bij af, en niet in de goede wereld die Hij voor ogen heeft6. In het tweede couplet van zijn gedicht had de dichter het klagend

De Wet moet de zondaar doden aan al zijn werken voor God, want indien de erfenis uit de (werken der) wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door

Ik heb u dikwijls uitgelegd hoe het kwam, dat de Heere Jezus een handelende zowel als een stervende Zaligmaker was, niet alleen om te lijden wat wij hadden moeten

Ze worden daarmee opgeroepen een leven lang christen te zijn en zelf helend en zalvend te zijn voor de mensen rondom zich?. De praktijk ziet er vaak minder

wij aanbidden U, o God van trouw (God van trouw). U ziet mij als een kind dat gered is, dankzij het bloed van het Lam. Hier ben ik, geef mijzelf aan U over, ik ben gekocht en

[r]

[r]