Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

1

Teken een architect

Lees het volgende verhaal:

Een architect heeft een hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede rivier kunnen rijden. De architect wil de brug groot, veilig en mooi maken.

Zie de architect voor je die na een lange dag nadenken ineens een geweldig idee heeft voor de brug. Bedenk hoe blij en enthousiast de architect eruit ziet. Hardop roepend: ‘dit wordt een geweldige brug!’ Maak een tekening van deze architect.

2

Oriëntatieopdracht

Tijdens deze opdracht leer je hoe www.ditdoeik.nl werkt.

Op Dit doe ik vind je foto’s, filmpjes en verhalen van vrouwen en mannen die werken in Wetenschap & Techniek. Bijvoorbeeld als werkvoorbereider, medewerker geo-informatie, laborant, afvalwater-expert of medisch technicus in een ziekenhuis.

Sommige beroepen op Dit doe ik ken je misschien al.

Er staan vast ook beroepen op die je nog niet kent.

 Individuele opdracht

 Tijd: 5 minuten

Opdracht 1

 Ga naar www.ditdoeik.nl en kies voor ‘basisschool.

 In het venster zie je allerlei beelden van mensen aan het werk.

 Ga je met je muis over de foto’s.

 Er staan meer foto’s op dan je in beeld ziet.

 Je kunt meer foto’s bekijken door met je muis over de pijltjes aan de zijkant van het venster te gaan.

 Klik op een foto of filmpje dat jou aanspreekt.

 Lees het verhaal bij de foto of bekijk het filmpje.

 Kende je dit beroep al?

 Wat vind je ervan?

Opdracht 2

 Links onderaan de pagina vind je een menu. Klik op ‘sterren’

 Kies steeds de foto die jou het meest aanspreekt

 Probeer het snel te doen

 Denk niet te lang na

 De foto’s die jou meer aanspreken, komen meer in het midden van het venster

 Klik op de foto die het meest in het midden staat en lees het verhaal of bekijk het filmpje

 Noteer hier onder het beroep:……….

Harten/Mijn Beelden

Verzamel de foto’s en filmpjes door ze te ‘harten’.

Je kunt ze dan terugvinden in ‘Mijn Beelden’

Let op: als je Dit doe ik sluit, is ‘Mijn beelden’ weer leeg.

Wil je foto’s of filmpjes langer bewaren? Je kunt ze printen, naar jezelf e-mailen of kopiëren naar een portfolio.

3

Ontdek je talenten – individuele opdracht

 Individuele opdracht

 Tijd: 15 minuten

Ontdek wat jouw talenten zijn en bij welke beroepen deze talenten van pas komen.

Opdracht 1

 Pak het werkblad ‘Talenten’

 Knip de talenten uit en leg ze voor je op tafel

Opdracht 2

 Kies 10 talenten die bij jou passen. Kies de talenten die beter bij jou passen dan andere talenten

 Leg de andere talenten weg

 Noteer hier onder welke 10 talenten jij hebt gekozen

Talent 1 Talent 2 Talent 3 Talent 4 Talent 5 Talent 6 Talent 7 Talent 8 Talent 9 Talent 10 Wat is talent?

Een talent is iets waar je op dit moment goed in bent. Je hoeft er niet het beste in te zijn van iedereen.

Bijvoorbeeld:

Je hebt niet alleen talent voor voetbal als je in het nationale elftal voetbalt. Je hebt talent in voetbal als je dat beter kunt dan bijvoorbeeld turnen of hoogspringen.

Je talenten kunnen ook veranderen. Misschien ben je nu heel goed in ‘luisteren’ en later veel beter in ‘uitleggen’. Talent heeft dus te maken met wat je goed kunt, maar ook met wat je leuk en interessant vindt.

4

Opdracht 3

 Kies uit de 10 talenten, de 4 talenten die het beste bij jou passen

 Noteer ze hieronder:

Talent 1 Talent 2 Talent 3 Talent 4

5

Ontdek je talenten – Groepsopdracht

Ontdek je talenten en bij welke beroepen ze van pas komen

 Groepsopdracht

 15 minuten

Opdracht 1

 Ga met z’n tweeën, drieën of vieren bij elkaar zitten

 Pak allemaal een werkblad ‘Talenten’

 Knip de talenten uit en leg ze op een stapeltje

 Iedereen legt zijn eigen stapeltje voor zich neer

Opdracht 2

Tijdens deze opdracht kiezen jullie talenten voor elkaar

Belangrijk:

Kies talenten voor elkaar waarvan je vindt dat de ander daar goed in is (beter dan in iets anders). Of waarvan je weet dat de ander dat heel leuk vindt om te doen. Vertel elkaar ook waarom je vindt dat de ander daar goed in is.

 Iedere leerling krijgt minimaal 6 talenten (bij groepjes van 2 leerlingen) en maximaal 12 talenten (bij groepjes van 4 leerlingen).

 Misschien passen niet alle talenten even goed, maar dat is niet erg.

 Wijs iemand aan die begint

 Leg zijn/haar talentenstapeltje uit op tafel, zodat je alle talenten kunt zien

 Hij/zij kiest eerst zelf een talent uit

 De anderen kiezen één voor één een talent

 Vertellen waarom je dit talent bij haar/hem vinden passen

 Doe dit 3 keer: iedereen kiest dus 3 talenten voor iedere deelnemer

 Noteer de talenten die je krijgt (en die je zelf koos) op het werkblad

 Leg de andere talenten weg

 Doe dit voor alle deelnemers Wat is talent?

Een talent is iets waar je op dit moment goed in bent. Je hoeft er niet het beste in te zijn van iedereen.

Bijvoorbeeld:

Je hebt niet alleen talent voor voetbal als je in het nationale elftal voetbalt. Je hebt talent in voetbal als je dat beter kunt dan bijvoorbeeld turnen of hoogspringen.

Je talenten kunnen ook veranderen. Misschien ben je nu heel goed in ‘luisteren’ en later veel beter in ‘uitleggen’. Talent heeft dus te maken met wat je goed kunt, maar ook met wat je leuk en interessant vindt.

6 Talent 1

Talent 2 Talent 3 Talent 4 Talent 5 Talent 6 Talent 7 Talent 8 Talent 9 Talent 10

Opdracht 3

Deze opdracht doe je individueel.

 Kies uit de talenten van de vorige opdracht 4 talenten die het beste bij jou passen.

 Noteer ze hier onder:

Talent 1 Talent 2 Talent 3 Talent 4

7

Talenten en beroepen

 Individuele opdracht

 Tijd: 10 tot 20 minuten

In de vorige opdracht heb je vier talenten opgeschreven. Voor deze opdracht ga je op zoek naar beroepen waarbij die talenten van pas komen.

Opdracht 1

 Ga naar www.ditdoeik.nl en kies ‘basisschool’

 Ga naar het zoekmenu (‘maak selectie’), links onderin op de site

 Klik op ‘Talenten’

 Je ziet nu alle talenten van Dit doe ik

 Klik op een van jouw talenten

 Je ziet nu foto’s en filmpjes van beroepen waarbij dit talent van pas komt

 Zie je geen foto’s en filmpjes? Kies dan een ander talent uit jouw lijstje

Opdracht 2

 Pak een werkblad ‘Talenten en Beroepen’

 Vul in:

 Welk talent je hebt gekozen

 Naam, beroep en opleiding

 Omschrijf in je eigen woorden het beroep

 Welke talenten bij dit beroep van pas komen

 Hoe jouw talent bij dit beroep van pas komt

 Wat jou aanspreekt dit beroep en waarom

 Wat jou minder aanspreekt in dit beroep en waarom

 Sla deze foto op in ‘mijn beelden’

 Doe hetzelfde voor een ander talent (of zo vaak als de leerkracht aangeeft)

8

werkblad: werelden en beroepen

Ontdek de 7 werelden van techniek en de beroepen die daarbij horen.

 Individuele opdracht

 10 minuten per wereld

Er zijn heel veel verschillende beroepen in Wetenschap & Techniek. De ontwerper van een mp3-speler doet heel iets anders dan iemand die een brug maakt.

Om je beter inzicht te geven in waar Wetenschap & Techniekberoepen voorkomen, hbben we de beroepen over zeven werelden verdeeld.

Per wereld vind je foto’s, filmpjes en verhalen van mensen die een beroep en opleiding in Wetenschap & Techniek hebben.

Dit zijn de 7 werelden van Wetenschap & Techniek

 Stijl & ontwerpen

 Geld & Bedrijf

 Mens & Medisch

 Voeding & Gezondheid

 Verkeer & Ruimte

 Onderzoek & Ontdekken

 Water, Energie & Natuur

Ieder beroep past in een wereld. Sommige beroepen passen in meerdere werelden.

 Een ‘Projectmanager bouw’ past bij ‘Verkeer & Ruimte’, maar ook bij ‘Geld &

Bedrijf’.

 Een ‘Procestechnoloog Afvalwerking’ past bij ‘Water, Natuur & Energie’ maar ook bij ‘Onderzoeken & Ontdekken’.

 Een ‘Wegontwerper’ past bij ‘Stijl & Ontwerpen’, maar ook bij ‘Verkeer & Ruimte’.

Opdracht 1

Kies twee verschillende werelden (of zoveel als de leerkracht aangeeft) en ga per wereld op zoek naar beroepen die jou aanspreken.

 Ga naar www.ditdoeik.nl en kies voor ‘basisschool’

 Ga naar het zoekmenu (‘maak selectie’), links onderin

 Kies een ‘wereld’ die je aanspreekt.

 Je ziet nu foto’s en filmpjes van beroepen die in deze wereld passen.

 Ga met je muis over de foto’s en filmpjes en lees de teksten

 Kies een van de foto’s en filmpjes, lees de tekst goed

 Maak de volgende opdracht:

9

Opdracht 2

 Pak het werkblad ‘Werelden en Beroepen’.

 Noteer op het werkblad:

 De wereld die je hebt gekozen

 Naam, beroep en opleiding

 Omschrijf in je eigen woorden het beroep

 Omschrijf in je eigen woorden wat hij/zij leuk vindt aan haar/zijn beroep

 Welke talenten komen bij dit beroep van pas

 Wat spreekt jou aan in dit beroep en waarom

 Wat spreekt jou minder aan in dit beroep en waarom

 Sla deze foto op in ‘mijn beelden’

 Doe dit ook voor een andere wereld (of zo vaak als de leerkracht aangeeft)

10

presenteren

Kies één uit de vorige opdracht het beroep dat je het meeste aanspreekt. Vertel over dit beroep aan je klasgenoten.

Welk beroep heb je gekozen?

………..

Vertel aan je klasgenoten:

 Welk beroep je hebt gekozen?

 Wat het beroep inhoudt (in je eigen woorden)?

 Met welke opleiding je dit beroep kunt doen?

 Welke talenten komen van pas bij dit beroep?

 Wat spreekt jou aan in dit beroep?

 Wat spreekt jou minder aan in dit beroep?