• No results found

Reactie minister van Financiën op het rapport Begrotingsreserves

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Reactie minister van Financiën op het rapport Begrotingsreserves"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

misterie van Financiën

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag

De president van de Algemene Rekenkamer Lange Voorhout 8

2514 ED Den Haag

Directie Begrotingszaken Korte Voorhout 7

2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.ni Inlichtingen Erik Baaliens

Datum 21 maart 2016

Betreft Reactie conceptrapport Begrotingsreserves

Geachte heer Visser,

Ik heb uw conceptrapport Begrotingsreserves met belangstelling gelezen. Uw vier aanbevelingen in het conceptrapport Begrotingsreserves geven mij aanleiding tot de volgende reactie.

In de eerste aanbeveling bepleit u om een uitgebreidere toelichting op de post begrotingsreserves in de saldibalans op te laten nemen met voor de Staten- Generaal relevante informatie. In de derde aanbeveling adviseert u de ministers om eventuele aanvullende afspraken over begrotingsreserves die met de minister van Financiën zijn gemaakt, openbaar te maken.

Deze aanbevelingen neem ik over. In aansluiting op de bestaande bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 over de informatievoorziening met betrekking tot

begrotingsreserves (artikelen 5, lid 5, en 54, lid 4) zal het model van de Saldibalans in de Rijksbegrotingsvoorschriften worden aangevuld met relevante aanvullende kwalitatieve informatie. Eventueel kan hiervoor worden verwezen naar de begroting of een suppletoire begroting als die informatie daarbij al is verstrekt.

Deze aanvullende informatie zal in de Rijksbegrotingsvoorschiften ook meer expliciet worden voorgeschreven voor de ontwerpbegroting en de suppletoire begrotingen.

Hiermee komt zowel via de begroting als de verantwoording (jaarverslag) jaarlijks informatie beschikbaar voor de Staten-Generaal over de belangrijkste afspraken die met de minister van Financiën zijn gemaakt over de instelling van een begrotingsreserve, waaronder een risicovoorziening.

Voor nieuwe risicoregelingen geldt al vanaf 2014 de afspraak dat het toegepaste Toetsingskader risicoregelingen, met daarin informatie over de instelling van een risicovoorziening, ter informatie aan de Tweede Kamer zal worden voorgelegd. Op die wijze wordt de Tweede Kamer dus ook bij de vormgeving van een nieuwe risicoregeling, inclusief de bijbehorende risicovoorziening, betrokken.

Overigens zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2016 al aangescherpte instructies opgenomen voor de verantwoording over het meerjarige verloop van

T 070-3427329 F 070-3427946 ex.baavens©minfin.ni

Ons kenmerk 13Z/2016/59 14 Uw brief (kenmerk) 16000328 R Bijlagen

Pagina 1 van 2

(2)

tio

J.R.V. . Oh selbloe

risicovoorzieningen (een belangrijke categorie begrotingsreserves). Deze nieuwe instructies worden bij de jaarverslagen 2015 voor het eerst toegepast.

De tweede aanbeveling betreft het verzoek om in het saldo van een reserve een onderscheid te maken tussen het deel dat juridisch verplicht is en het deel dat (nog) niet juridisch verplicht is. Hierrnee zou de Tweede Kamer beter zicht krijgen op het deel waarop recht van amendement kan worden uitgeoefend.

Deze aanbeveling neem Ik over. In het saldo van een reserve zal onderscheid worden gemaakt tussen het deel dat juridisch verplicht is en het deel dat niet juridisch is verplicht. Daarbij zal de noodzaak van het aanhouden van het niet juridisch verplichte deel in de begrotingsreserve worden toegelicht. Het

budgetrecht, waaronder het recht van amendement, wordt normaliter uitgeoefend als via de begroting een toevoeging of een onttrekking aan een begrotingsreserve aan de Staten-Generaal wordt voorgelegd. Wel moet daarbij in ogenschouw worden genomen of er al dan niet een wettelijke regeling ten grondslag ligt aan de uitgaven die uit een begrotingsreserve moeten worden betaald. Als er sprake is van een wettelijke regeling, dan hebben ook de Staten-Generaal zich daaraan in beginsel gecommitteerd. Verder geldt in het verplichtingen-kasstelsel dat zodra een deel van een begrotingsreserve juridisch verplicht wordt, daarvoor een

verplichtIngenraming in de begroting moet worden opgenomen. Deze raming wordt dan door de Staten-Generaal geautoriseerd, ook ais betaling wellicht pas In een later jaar zal plaatsvinden (in dat latere jaar wordt dan de kasuitgave

geautoriseerd).

In de vierde aanbeveling geeft u in overweging - gelet op het toenemende belang van het aanhouden van reserves - om te onderzoeken of Mksbrede toevoeging van een baten-lastenboekhouding aan een strakke verplichtingen-kasboekhouding wellicht een optie is. Naast het argument van het aanhouden van reserves, geeft u hiervoor nog drie redenen aan: (1) Het baten-lastenstelsel (bis) geeft inzicht In Integrale kosten van geleverde prestatie in meerjarig perspectief, (2) bis geeft de mogelijkheid te informeren over de omvang en samenstelling van de financiële positie van de departementen en (3) bis draagt bij aan betrouwbare en vergelijkbare statistieken van de overheidsfinanciën van de lidstaten.

Ik stel voor om een gezamenlijke werkgroep (Algemene Rekenkamer en ministerie van Financiën) te starten die gaat onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van een rijksbrede toevoeging van een baten-lastenboekhouding aan de huidige verplichtingen-kasboekhouding, waarbij rekening wordt gehouden met internationale ontwikkelingen.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Directie BegrotIngszaken

Ons kenmerk BZ/2016/59 M

Pagina 2 van 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U beveelt aan om nader te onderzoeken waar de grootste en meest voorkomende meer en minderopbrengsten van de niet-belastingontvangsten precies vandaan komen, en om duidelijkheid

Aanbeveling 6: Wij bevelen de staatssecretaris van SZW aan om toe te zien op de naleving van gemaakte afspraken over een tijdige en adequate indiening van de laatste

Zoals ook al in het rapport opgenomen wordt de asielreserve ook gebruikt voor het meenemen naar het volgende jaar van de in een kalenderjaar verkregen toerekening aan ODA

rijksverantwoording 2014. In deze reactie ga ik in op de belangrijkste rijksbrede onderwerpen uit uw conceptrapport voor zover deze betrekking hebben op de financiële informatie,

De Rekenkamer stelt terecht vast dat de staat nog niet in alle gevallen de formele zeggenschap heeft, die de staat als aandeelhouder nodig acht voor de uitvoering van het beleid

U geeft aan dat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de ontwikkeling in eigen inkomsten, en dat een uitsplitsing van de eigen inkomsten ontbreekt. Ik onderschrijf

Ik deel uw constatering dat met deze actieve invulling van mijn toezichtsrol rijksbrede tekortkomingen in het financieel beheer kunnen worden onderkend en eventuele

Het beeld dat u schetst in uw rapport Staat van de rijksverantwoording 2013 over de financiële informatie (Rijksrekening), de beleidsinformatie, de bedrijfsvoering en de