• No results found

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: COVID-19

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: COVID-19"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, CULTUUR, ICT EN FACILITAIR MANAGEMENT EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS, SPORT, DIERENWELZIJN EN VLAAMSE RAND EN DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME EN DE VLAAMS MINISTER VAN BRUSSEL, JEUGD EN MEDIA

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Betreft: COVID-19 – terugbetaalbaar voorschot ter ondersteuning van de opstart van de evenementensector

Samenvatting

Sinds de lockdown zijn alle events afgelast. De nationale veiligheidsraad laat kleine events vanaf 1 juli terug toe en het gebruik van de CERM zal organisatoren en overheden bijstaan bij de

inschatting van het COVID-risico van events. Massa-events zullen echter ten vroegste terug worden toegelaten na 31 augustus.

De eventsector met de bedrijven betrokken bij de organisatie van events kan daardoor slechts moeizaam heropstarten. Het gebrek aan perspectief voor heropstart van massa-events en het risico op een mogelijke tweede uitbraak zorgen voor grote onzekerheid. Hierdoor worden er geen initiatieven voorbereid en kan de sector niet opstarten. Deze periode van onzekerheid zal blijven duren zolang er geen voldoende grote vaccinatiegraad bij de bevolking is

Dit voorstel beoogt het verstrekken van het nodige werkkapitaal aan organisatoren om nieuwe activiteiten voor te bereiden en op te zetten vanaf het najaar 2020.

Dit werkkapitaal wordt ter beschikking gesteld onder de vorm van een terugbetaalbaar voorschot, waarbij de terugbetaling afhankelijk is van het effectief kunnen doorgaan van het event. Indien het event geannuleerd wordt omwille van redenen gekoppeld aan

overheidsmaatregelen met betrekking tot COVID-19 vervalt de verplichting tot terugbetaling.

1. SITUERING

A. BELEIDSVELD/BELEIDSDOELSTELLING

Economie

B. VORIGE BESLISSINGEN EN ADVIEZEN

geen

VR 2020 1707 DOC.0906/1BIS

(2)

2. INHOUD

1. Situering

De evenementensector ligt bijna volledig stil sinds de maatregelen van de nationale veiligheidsraad van kracht werden. In de enquêtes van de ERMG rapporteren de bedrijven week na week omzet dalingen van rond de 90%. Ongeveer 75% van het personeel in de sector staat nog steeds op tijdelijke werkloosheid. De bedrijven rapporteren een jobverlies van meer dan 20% of ongeveer 8.000 arbeidsplaatsen. Het aandeel bedrijven dat een faillissement vreest schommelt rond de 25%.

Uit een studie van het expertisecentrum Publieke Impact van de Karel de Grote Hogeschool (KdG) eind maart op initiatief van de sector en met ondersteuning van Toerisme Vlaanderen en

EventFlanders blijkt dat de evenementensector in België een gemiddeld omzetverlies verwacht van 54% in 2020 ten opzichte van 2019.

• Organisatoren van evenementen schatten het verlies op 1,3 miljard euro (-52%) .

• Toeleveranciers van evenementen verwachten meer dan 3,6 miljard euro te verliezen (-55%).

Deze cijfers gaan er van uit dat de meeste events kunnen hernemen vanaf september 2020.

Een niet-exhaustieve lijst van bedrijven die onderdeel uitmaken van de evenementensector zijn:

• Evenementorganisatoren: bedrijfsfeesten, congressen, seminaries, sportmanifestaties, productlanceringen, beurzen, teambuildings, stadsspelen, huwelijken, fashionevents,…

• Verhuurders van locaties

• Cateringbedrijven

• Technische leveranciers: podiumbouwers, tentenbouwers, standenbouwers, audiovisueel materiaal (licht – audio – video,…), …

• Verhuurders: meubilair, decoratie, stroomgroepen, tijdelijk sanitair, bloemen & planten, transport, tijdelijk personeel, vloerbedekking, …

• Freelancers: technici, roadies, eventorganisatoren, hostessen, presentatoren, fotografen, communicatieprofessionals, modellen, EHBO-diensten,…

• Artiesten en entertainment: bands, zangers, dansers, performers, artiesten,…

De sector heeft een uitgesproken netwerkkarakter. Eén evenement impliceert indirect +/- 4 gerelateerde sectoren (hotels, horeca, transport, ...) en veel meer subindustrieën zoals print- en vertaalfaciliteiten, de schoonmaakindustrie, productie van merchandising, cultuursector voor animaties, …

2.

Probleemstelling

De huidige onzekerheid over welke activiteiten en evenementen in het najaar zullen toegelaten zijn, en onder welke randvoorwaarden inzake bescherming van de volksgezondheid maken een

effectieve, snelle en volledige heropstart van deze sector problematisch. Dit wordt versterkt door het risico dat de zogenaamde tweede golf tot een nieuwe reeks annulaties van evenementen zou leiden. Om een gedeeltelijke opstart te faciliteren heeft de sector niet alleen nood aan

werkingskapitaal, maar ook aan een verzekeringsmechanisme. Op dit ogenblik is het onmogelijk voor de sector om zich te laten financieren of verzekeren op de private markt gelet op de risico’s verbonden aan een overheidsoptreden, bijvoorbeeld dat alle evenementen terug geannuleerd moeten worden.

De Vlaamse overheid kan met een gepast financieringsmechanisme, voorzien van een

verzekeringsformule, een oplossing bieden voor dit probleem. Via een terugbetaalbaar voorschot voor projecten kan deze dubbele doelstelling worden gerealiseerd.

3.

Beleidsmaatregelen

Het voorstel is om via VLAIO een formule van terugbetaalbare voorschotten te ontwikkelen waarbij werkingskapitaal of overbruggingskapitaal aan bedrijven uit de sector ter beschikking gesteld

(3)

wordt ten belope van maximaal de in de begroting opgenomen niet recupereerbare kosten. De terugbetaalbare voorschotten kunnen beslist worden tot 31 december 2020 onder het tijdelijke staatssteunkader dat de Europese Commissie creëerde naar aanleiding van Covid-19. De minister bevoegd voor Economie zal hiermee rekening houdende een uiterste indieningsdatum voor projecten bepalen, dat zal vermoedelijk 1 november 2020 zijn. In het geval de Europese Commissie het tijdelijke kader verlengt, zal de Vlaamse regering deze steunmaatregel kunnen verlengen.

Er komt een eerste oproep in september voor events tot 31/12/2020. Deze oproep zal een open end financiering kennen, weliswaar rekening houdende met het budgettair kader zoals toegelicht in deze nota. Een tweede oproep zal in oktober gelanceerd worden met een deadline die het mogelijk maakt om voor 31 december 2020 een beslissing te nemen voor events die in 2021 plaatsvinden.

Aan de ondernemers wordt de kans geboden om in het kader van een specifiek event, of een evenementenreeks, dat ze organiseren een terugbetaalbaar voorschot aan te vragen. Dit verzekert hen van de nodige cash om investeringen te doen en bestellingen te plaatsen.

Het terugbetaalbaar voorschot mag maximaal 60% van de totale kost van het event bedragen en mag niet hoger zijn dan de in de begroting opgenomen niet recupereerbare kosten bij annulatie. In het aanvraagdossier zal beargumenteerd en aangetoond worden welke kosten niet recupereerbaar zijn in geval van annulatie van het evenement door de covid-19-maatregelen. Uitgaven voor voedsel en drank zijn in elk geval niet accepteerbaar. Indien het event niet mag doorgaan op basis van op het moment van aanvraag nog niet gekende maatregelen vanuit de nationale veiligheidsraad of lokale overheid of gouverneur, maar duidelijk gerelateerd aan Covid-19, vervalt de verplichting tot terugbetaling. De vrijstelling van terugbetaling is beperkt tot maximaal het bewezen bedrag van de niet-recupereerbare kosten en de onvermijdbare facturen. De organisator dient eveneens het bewijs te leveren dat de leveranciers en dienstverleners correct betaald werden voor de reeds geleverde diensten.

Het besluit van de Vlaamse Regering bevat ook de mogelijkheid voor de organisator om met het agentschap Innoveren en Ondernemen in contact te treden in de situatie waar (tijdelijke) maatregelen in de periode tussen de toekenning van het terugvorderbaar voorschot en het plaatsvinden van het evenement een impact hebben op het evenement of de onzekerheid over de organisatie van het evenement sterk vergroten. Ook in dit geval kan onder de randvoorwaarden beschreven in het besluit van de Vlaamse Regering aanvaard worden dat het event geannuleerd wordt met steun van het agentschap Innoveren en Ondernemen.

Voor een evenementenreeks, waarbij bijvoorbeeld enkele evenementen doorgingen en andere niet wordt in het besluit van de Vlaamse Regering en de overeenkomst een proportionele verdeling gemaakt van het terug te betalen bedrag (vb. 10 concerten waarvan er zes doorgingen en vier niet, dan wordt 6/10de van het voorschot terugbetaald).

(4)

Het Besluit van de Vlaamse Regering zal aangemeld worden bij de Europese Commissie onder artikel 107, 3b of 3c VWEU. De meest toepasselijke piste van het tijdelijk raamwerk dat de

Commissie uitvaardigde is deel 3.1. Dat laat toe dat maximaal 800.000 euro per onderneming kan ter beschikking gesteld worden. Gelet op het feit dat een aantal andere Vlaamse maatregelen zich ook op dit artikel baseren (vb. achtergestelde leningen PMV) moet de potentiële cumulmogelijkheid in hoofde van de ontlener nagegaan worden. Het kader laat toe dat de steun gegeven wordt in de vorm van een subsidie, lening, voorschot, garantie, etc.. Een formule waarbij het een voorschot betreft, dat niet moet terugbetaald worden in het geval het event verplicht geannuleerd wordt, is dus toegelaten.

Een belangrijke voorwaarde is dat de onderneming geen onderneming in moeilijkheden was op 31 december 2019. Recent heeft de EU-commissie deze voorwaarde voor kleine ondernemingen laten vallen.

Het terugbetaalbare voorschot moet aangevraagd worden voordat het event plaatsvindt en uiterlijk op de datum bepaald door de minister bevoegd voor economie bij het lanceren van de oproep.

Door de terugbetaalbare voorschotten te koppelen aan een specifiek project of evenement via de hoofdorganisator van het evenement kan de hele keten van toeleveranciers bediend worden. Het terugbetaalbare voorschot voor de evenementensector wordt beperkt tot deze hoofdorganisator van een specifiek evenement. Deze moet in zijn aanvraag aantonen dat met het project

geïnvesteerd wordt in Vlaamse eventsector en de toeleveranciers.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1 geeft een aantal definities weer om het besluit werkbaar te maken. De belangrijkste definitie is uiteraard die van evenement. Deze definitie is gebaseerd op een model vanuit het expertisecentrum van de Karel de Grote Hogeschool rond evenementen. Peter Decuypere,

eventexpert, heeft er ook twee modellen rond ontwikkeld. De omschrijving van een event vertrekt vanuit 8 DNA-elementen die absoluut noodzakelijk moeten worden ingevuld om van een event - waar ook ter wereld, wanneer ook georganiseerd- te kunnen spreken.

De volgende 8 DNA-elementen, die waardevol moeten worden ingevuld, vormen samen de altijd geldige DNA-structuur van een event

1. entertainment, dit omvat de show en services;

2. plaats;

3. tijd;

4. doelgroep (publiek);

5. naam;

6. klasse: dit omvat de typologie, bv. beurs, congres, muziekfestival, theater,….;

7. management: dus de organisatie;

8. eventdoel (gestelde KPI's, verwachte ROI, en eigenlijk finaal altijd in geld uit te drukken)

Als 1 DNA-element ontbreekt dan heb je geen event, en het is net het samenspel van waardevolle invullingen van elk DNA-element dat elk event uniek maakt. Uiteraard kan je dan elk DNA-element nog opdelen in sub-DNA-elementen.

Om een voldoende afbakening te kunnen maken van het toepassingsgebied van dit besluit wordt vertrokken van deze definitie.

De overige definitie zijn klassieke definities binnen steunbesluiten vanuit de bevoegdheid Economie.

Artikel twee geeft aan vanuit welk staatssteunkader de regeling wordt opgemaakt. De einddatum van 31 december 2020, waarvoor een steunbeslissing moet genomen worden, wordt expliciet in het besluit opgenomen, aangezien de Europese Commissie dat vraagt. Als de Europese Commissie haar tijdelijk kader zou verlengen, voorziet het besluit al onmiddellijk een bepaling zodat het besluit,

(5)

eigenlijk de uiterste indieningsdatum en dus de mogelijkheid voor de minister om nog een oproep te organiseren, mee verlengd wordt.

Artikel drie sluit aan bij het beleid van de Europese Commissie inzake toegelaten staatssteun voor ondernemingen in moeilijkheden.

Artikel 4, 5, 6, 7, 8 en 9 zijn voorwaarden waaraan de steunaanvrager moet voldoen om in

aanmerking te kunnen komen voor het krijgen van steun. Gelet op het maximum van 800.000 euro verkregen steun op basis van het tijdelijk framework waaronder deze maatregel valt, zal dit een belangrijk na te kijken element zijn. Belangrijk is ook dat verenigingen zonder winstoogmerk worden toegelaten tot de maatregel, wat binnen de sectoren sport, cultuur, congressen, festivals belangrijk is. Overheden worden dan weer uitgesloten van het toepassingsgebied, aangezien die hun eigen beleid kunnen voeren en desgevallend beroep kunnen doen op het noodfonds voor gemeenten.

Artikel 10 voorziet een belangrijke voorwaarde voor het evenement, namelijk dat het een breder effect heeft op de heropstart van de gehele sector. De beschikbare financiële middelen voor deze maatregel zijn waarschijnlijk niet zo ruim dat elk evenement dat wil gebruik maken van deze maatregel dit ook zal kunnen. De doelstelling is om evenementen te kiezen die een breed effect hebben binnen de sector, zodat deze zo ruim mogelijk op gang kan komen.

Belangrijk is dan ook dat elk evenement een business plan voorlegt, waaruit blijkt dat de organisatie financieel en technisch haalbaar is. Dit wordt voorzien in artikel 11, 12, 13.

De Vlaamse overheid zal de steun uiteindelijk beperken tot de niet recupereerbare kosten en onvermijdbare facturen. Artikel 14 verplicht de steunaanvrager van deze kosten een overzicht bij te houden, de effectief te verlenen steun bij annulatie van het evenement snel bepaalbaar is.

Om de additionaliteit van de maatregel te verzekeren, conform de Europese regels, wordt in artikel 15 bepaald dat het evenement ten vroegste kan plaatsvinden na de datum van indiening van de steunaanvraag.

Artikel 16 bepaalt een aantal evenementen die niet in aanmerking komen voor steun, het betreft ofwel evenementen die niet veilig kunnen georganiseerd worden, of evenementen die niet wenselijk bevonden worden om steun te genieten.

Waar artikel 16 bepaalde evenementen uitsluit van steun, worden in artikel 17 criteria opgenomen om de ontvankelijke evenementen te rangschikken. Deze evenementen sluiten aan bij het gevoerde Vlaamse beleid inzake Sport, Congrestoerisme, Cultuur, … Daarnaast betreft het criteria met

betrekking tot de betrouwbaarheid van de steunaanvrager en de economische meerwaarde van het evenement om de gehele sector op gang te krijgen.

Artikel 19 geeft weer dat de steun bestaat uit een terugvorderbaar voorschot. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen zal de steun niet terugvorderen als beslissingen vanuit de nationale veiligheidsraad, de Vlaamse, provinciale of lokale overheid, maar rechtstreeks gerelateerd aan Covid- 19 de organisator dwingen tot annulatie van het evenement, of de organisatie van het evenement in die mate beperken of onzeker maken dat de organisator beslist tot annulatie van het evenement.

Artikel 19, 20 en 21 bepalen de hoogte van de steun in bedrag en percentage, en de kostenbasis waarop de steun mag berekend worden. De steun wordt ook beperkt tot de niet recupereerbare kosten en onvermijdbare facturen.

Artikel 22, 23 en 24 bepalen dat de minister bevoegd voor economie een oproep organiseert tot indiening van projecten via de applicaties van het agentschap Innoveren en Ondernemen.

(6)

Na indiening van het project wordt eerst door het agentschap Innoveren en Ondernemen de ontvankelijkheid getoetst zoals voorzien in artikel 25, 26, 27.

Nadien organiseert het agentschap Innoveren en Ondernemen een jury waarbij personeelsleden van VLAIO, Toerisme Vlaanderen en Event Flanders, het departement Cultuur, Jeugd en Media en Sport Vlaanderen samen de projecten beoordelen aan de hand van de criteria en tot een rangschikking komen van de projecten. Dit wordt bepaald in artikel 28.

Artikel 29 bepaalt dat de steun toegekend wordt door het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. In principe volgt deze het voorstel van de jury, tenzij hij een afwijking motiveert. De steunaanvrager wordt conform artikel 30 op de hoogte gebracht van de genomen beslissing.

Artikel 31 en 32 bepalen dat de steun in één schijf wordt uitbetaald, en de termijnen waarbinnen dit moet gebeuren.

Artikel 33 bepaalt de vergoeding die de steunaanvrager moet bepalen om het genot van de maatregel te hebben.

Artikel 34 bepaalt dat de steunaanvrager de genoten steun volledig moet terugbetalen, dat wil zeggen rekening houdende met de vergoeding voorzien in artikel 33, dus een hoger bedrag dan hij uitbetaald gekregen heeft, indien het evenement door ging. De maatregel dekt enkel het risico op annulatie door maatregelen COVID-19. Het bedrijfseconomische risico wordt niet afgedekt. Ook als het evenement verlieslatend was, moet de steun terugbetaald worden.

Artikel 35, 36, 37 voorziet de nodige bepalingen zodat de afdeling Inspectie van VLAIO controles kan uitvoeren om de effectief te verkrijgen steun te bepalen, maar ook op het rechtmatig gebruik van de steun.

Indien uit deze controles blijkt dat een terugvordering nodig is voorzien artikel 38 en 39 deze mogelijkheid en welke bedragen moeten teruggestort worden.

Artikel 41 en 42 zijn slotbepalingen die de inwerkingtreding en bevoegdheid regelen.

3. BESTUURLIJKE IMPACT

A. BUDGETTAIRE IMPACT VOOR DE VLAAMSE OVERHEID

In het kader van de tweede begrotingscontrole in september 2020 zal een krediet van 50 miljoen euro ter beschikking gesteld worden voor de uitvoering van deze maatregel. Het agentschap Innoveren en Ondernemen zal hiervoor de nodige amendementen voorbereiden en indienen. Gelet op de aard van de maatregel zal deze 50 miljoen euro als een verhoging van de

vastleggingsmachtiging van het Hermesfonds gevraagd worden, zodat de subsidies kunnen toegekend worden binnen het Hermesfonds. Deze verhoging zal vanuit de Corona-provisie ter beschikking gesteld worden.

Er dient eerst gebruik te worden gemaakt van eventuele nog beschikbare middelen voorzien voor de handelshuurleningen. De uiterste indieningsdatum voor de handelshuurlening is op dit moment bepaald op 1 oktober 2020. VLAIO zal hiertoe volmacht krijgen op de rekeningen van de

(7)

handelshuurlening. Hiertoe zal de nodige kredietherverdeling na 1 oktober dienen te gebeuren van het begrotingsartikel voor de handelshuurlening naar het Hermesfonds.

Het verlies is afhankelijk van het eventueel voorvallen van tweede uitbraak van het Coronavirus en de maatregelen die in het kader van de bescherming van de volksgezondheid moeten worden genomen. In de huidige omstandigheden is de kans en de omvang van dergelijke gebeurtenis niet in te schatten. Eventuele maatregelen kunnen zowel nationaal als eerder lokaal zijn én beperkt in de tijd. Het is dus niet zeker dat alle evenementen die steun zullen genieten getroffen zullen worden door eventuele maatregelen.

De vergoeding van twee procent wordt betaald door de steunaanvrager door de vastlegging en uitbetaling van de steun slechts te voorzien op 98 procent van het toegekende bedrag. De terugbetaling door de ondernemer zal wel de volledige 100 procent van het bedrag betreffen.

Het gunstige advies van de heer Inspecteur-generaal van Financiën werd verkregen op 9 juli 2020.

De heer Inspecteur-generaal van Financiën suggereert enkele verbeteringen aan het ontwerp. Artikel 4 en 16 van het ontwerp werden aangepast conform de suggestie van de heer Inspecteur-generaal van Financiën. De betrokken administraties zullen, zoals de heer Inspecteur-generaal van Financiën terecht aangeeft, de criteria nog moeten omzetten in een beoordelingskader. Conform de suggestie van de heer Inspecteur-generaal van Financiën werd het steunpercentage verlaagd, naar 60%. Om de eenvoud van de maatregel te behouden en de kost van de bouw van de aanvraagapplicatie te beheersen werd enkel dit percentage aangepast en geen afzonderlijk percentage geplaatst op de niet recupereerbare kosten en onvermijdbare facturen. Dit kan ook gemotiveerd worden doordat het percentage verlaagd werd, waardoor sowieso een voldoende eigen bijdrage van de

steunaanvrager noodzakelijk is.

Wat de opmerking van de heer Inspecteur-generaal van Financiën betreft over de gesloten

enveloppes, dit werd al voorzien. De opmerking betreffende de personeelsinzet binnen VLAIO moet gezien worden in het licht van de al genomen maatregelen in het kader van de COVID-crisis die VLAIO binnen het bestaande personeelsbestand heeft opgenomen. VLAIO vraagt voor deze

maatregel enkel een versterking van de personeelsbezetting op de al onderbezette dienst financiële verwerkingen om de taak van terugvorderingen die in het kader van deze maatregel sterk

uitgebreid zal worden op een correcte manier te kunnen invoeren.

Het begrotingsakkoord werd bekomen op 15 juli 2020.

B. ESR-TOETS

Het betreft een ESR 32.00 en 51.12.

C. IMPACT OP HET PERSONEEL VAN DE VLAAMSE OVERHEID

Zonder budgettaire weerslag is er het engagement van Toerisme Vlaanderen, het departement Cultuur, Jeugd en Media en Sport Vlaanderen om deel uit te maken van de task force die ingediende projecten beoordeelt en in een rangschikking omzet. Deze administraties voorzien voldoende menskracht om binnen de door de Vlaamse Regering gestelde deadlines tot een voorstel van rangschikking te komen, ongeacht het aantal ingediende projecten.

VLAIO krijgt een vergoeding om tijdelijk, tot einde 2021, de financiële ondersteuningsdienst te versterken met 1 VTE van niveau B voor het opvolgen van de uitbetalingen en terugvorderingen van deze maatregel. Hiertoe wordt het wedderefertekrediet (begrotingsartikel: EC0-1EAB2ZZ-LO) van VLAIO éénmalig verhoogd tot einde 2021 met 75.000 euro vanuit de Coronaprovisie.

(8)

De gemiddelde budgetlast voor een contractueel personeelslid B1 met zes jaar anciënniteit bedraagt op jaarbasis 49.963,91 euro. Gelet op een geschatte periode van werking van anderhalf jaar wordt 75.000 euro gevraagd.

De Vlaamse minister bevoegd voor de interne dienstverlening van de Vlaamse overheid heeft akkoord verleend op … 2020.

D. IMPACT OP DE LOKALE EN PROVINCIALE BESTUREN

Er is geen impact voor de lokale en provinciale besturen.

- personeel: er is geen impact voor het bestaande personeel bij de lokale besturen en geen nood tot wervingen;

- werkingsuitgaven: er is geen impact op de lopende uitgaven van de lokale en provinciale besturen;

- investeringen en schulden: er zijn geen investeringen voor de uitvoering van het voorstel van beslissing nodig;

- ontvangsten: er worden geen bijkomende financiële middelen aan de lokale en provinciale besturen ter beschikking gesteld;

Het voorstel heeft geen impact op de werking van de lokale en provinciale besturen.

4. VERDER TRAJECT

Na goedkeuring van het voorstel zal het agentschap Innoveren en Ondernemen het ontwerp

aanmelden bij de Europese Commissie. Na goedkeuring door de Europese Commissie zal de minister bevoegd voor Economie het voorstel opnieuw voorleggen aan de Vlaamse Regering voor definitieve goedkeuring. Gelijktijdig zal de minister van Economie via ministerieel besluit de eerste twee oproepen geopend verklaren. De eerste oproep voor evenementen die doorgaan voor 31 december 2020 en de tweede oproep voor evenementen die doorgaan tussen 1 januari 2021 en 30 september 2021. Beide oproepen zullen gelijktijdig opengesteld worden, maar een verschillende uiterste indieningsdatum hebben.

(9)

5. VOORSTEL VAN BESLISSING

De Vlaamse Regering beslist:

1° haar principiële goedkeuring te geven aan het bijgaande ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instellen van een terugbetaalbaar voorschot ter ondersteuning van de opstart van de evenementensector;

2° de Vlaamse minister bevoegd voor de economie te gelasten het ontwerp van besluit aan te melden bij de Europese Commissie.

De Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management

Jan JAMBON

De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw

Hilde CREVITS

De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand

Ben WEYTS

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme

Zuhal DEMIR

De Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media

Benjamin DALLE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2° de Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs en vorming, te gelasten over voornoemd ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Betreft: - Voorontwerp besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de

In juli 2020 besliste de VR met betrekking tot de Uitvoering voor het jaar 2020 van het Open Science beleid voor Vlaanderen en de Flemish Open Science Board (FOSB)

SuperNova Space moet een unieke beleving worden voor de Vlaming en een trefpunt zijn voor bedrijven uit de ruimtevaartsector en andere sectoren die meerwaarde kunnen geven

In zijn rol van beleidsvoorbereiding heeft het Departement EWI in het voorjaar van 2018 een benchmarking via een overheidsopdracht gegund aan het consultancybureau Technopolis BV.

Vervolgens zal het bedrag van 3000 euro vermeld in het ministerieel besluit van 20 november 2017 houdende de regeling van subsidies aan ondernemingen voor uitgaven ter bevordering van

De Vlaamse Regering hecht haar definitieve goedkeuring aan bijgaand ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21

Het ontwerp van besluit werd door de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de