Rekenpuzzels
1 Monstergetallen
a Omcirkel het monster met het getal dat er niet bij hoort.
Schrijf er ook bij waarom dat getal er niet bij hoort.
b Tel de getallen van de monsters die je bij a hebt omcirkeld bij elkaar op.
+ + + =
Welke getal moet erbij om er 1000 van te maken?
Omcirkel het goede monster.
16 32
27
54
63
18
45 12
63 48
36
64
72
56
28 32
24
18
42
49
36
32
56
48
Omdat .
Omdat .
Omdat .
Omdat .
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 3 Pluspunt 3 | groep 6 | Rekenpuzzels
66 866 806
PLUSPUNT 3 | WERKBLADEN | GROEP 6
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 2 van 3 Pluspunt 3 | groep 6 | Rekenpuzzels
PLUSPUNT 3 | WERKBLADEN | GROEP 6
2 Kraak de code!
Om de kluis te openen, moet je ervoor zorgen dat de sommen kloppen.
Vul de juiste tekens in : + – of × .
3 Puzzelen met maanden a Vul de puzzel in.
de 11e maand is de 4e maand is de 1e maand is de 10e maand is de 9e maand is
b Wat staat onder de pijl?
De hoeveelste maand is dat?
4 Speuren met getallen
a Welke getallen komen eruit?
4 12 66 = 114 240 6 50 = 90 1200 260 93 = 1033 8 35 4 = 70
n o v e m b e r
januari februari maart
april
mei juni
juli augustus
september
oktober november december
dima wo vrdo za zo ma di wodo vr zazo
ma di wodo vr zoza
madi wo vrdo za zo
×4
×7
×9
×5
×10
×10
×6
×12
...
...
...
...
...
...
6
210=a
270=l
720=n
360=o 600=l
120=b
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 3 van 3 Pluspunt 3 | groep 6 | Rekenpuzzels
PLUSPUNT 3 | WERKBLADEN | GROEP 6
b Zoek bij elke uitkomst de letter en schrijf hem erachter.
Welk woord lees je van boven naar beneden?
5 Puzzelen
a Vul de puzzel in.
10 centimeter = 1 1000 ml = 1 1 uur = 60 1 minuut = 60 1 kilo = 1000
b Wat staat onder de pijl?
Hoeveel centimeter is dat?
6 Spiegelbeeld tekenen
Teken dezelfde figuren, maar nu gespiegeld.
d e c i m e t e r
Lengte, inhoud, tijd, gewicht...
Alles door elkaar!