Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
1. Wat is de aanleiding?
In 2018 zijn de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (Stb. 2013/414), het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (Stb. 2014/46) en de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (Stcrt. 2014/32149) geëvalueerd.
Naar aanleiding daarvan hebben verschillende stakeholderbijeenkomsten plaatsgevonden met de rechtspraak en de koepelorganisaties van curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren.
Hieruit zijn een aantal aandachtspunten met betrekking tot het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (hierna: het Besluit kwaliteitseisen) naar voren gekomen, welke hebben geleid tot wijziging van het Besluit kwaliteitseisen.
2. Wie zijn betrokken?
Curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren, accountants en de rechtspraak.
3. Wat is het probleem?
Het Besluit kwaliteitseisen dient op onderdelen te worden gewijzigd, veelal als gevolg van vragen om verduidelijking in het besluit ten aanzien van de opleidingseisen, de accountantsverklaring en de vrijstellingen. Daarnaast wordt het Besluit kwaliteitseisen aangepast aan de Wet adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind die op 1 januari 2021 in werking is getreden.
4. Wat is het doel?
Het actualiseren en verduidelijken van de kwaliteitseisen die worden gesteld aan curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren, zodat adequaat toezicht geborgd blijft.
5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?
De verduidelijking en actualisering van het Besluit kwaliteitseisen kan alleen door een wijziging van dit besluit tot stand komen.
6. Wat is het beste instrument?
De kwaliteitseisen voor curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren zijn nu geregeld in het Besluit kwaliteitseisen. Een wijziging in deze kwaliteitseisen moet daarom plaatsvinden door middel van een wijziging van het besluit.
7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?
Voor curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren leiden de voorgestelde wijzigingen van de kwaliteitseisen tot beperkte gevolgen. De huidige invulling van de eisen in de praktijk worden vooral verduidelijkt; op een enkel punt kan er een kleine werklast zijn in het actualiseren van de afspraken en doelstellingen van de beschermingsmaatregel. De rechtspraak zal zich daarop instellen in het kader van het toezicht op deze wettelijke vertegenwoordigers.
Het besluit heeft geen gevolgen voor de rijksbegroting.
Burgers voor wie een beschermingsmaatregel wordt ingesteld, kunnen er op vertrouwen dat de kwaliteit van hun wettelijk vertegenwoordiger geborgd blijft.
Er zijn geen gevolgen voor het milieu.