Uilen-geluk
Tine
bron
Tine, Uilen-geluk. C.M. van Gogh, Amsterdam 1895
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/tine002uile01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
2
[Uilen-geluk]
IN EEN OUD GEBOUW LEEFDE EENS EEN UILENPAAR.
ZIJ WAREN ZEER GELUKKIG HET HEELE JAAR.
Tine, Uilen-geluk
3
IN DE WERELD BENEDEN HEN WAREN VELE HOENDERS, DIE NIETS DEDEN DAN DRINKEN EN
Tine, Uilen-geluk
4
ETEN, EN ALS ZE DAN MET ETEN EN DRINKEN KLAAR WAREN,
Tine, Uilen-geluk
5
BEGONNEN ZE TE VECHTEN. EN DAT DUURDE ZOO MAAR ALTIJD DOOR.
Tine, Uilen-geluk
6
OP EENS ONTDEKTE DE PAUW DE UILEN EN NU WILDE HIJ WETEN WAAROM DIE OOK NIET VOCHTEN. ‘ZOUDEN ZIJ SOMS GELUKKIG ZIJN?’
Tine, Uilen-geluk
7
DAAROP DOEN DE ANDERE VOGELS AAN DEN PAUW EEN VOORSTEL, OM NAAR DE UILEN TE GAAN. HIJ ZOU HUN WEL KUNNEN VRAGEN WAT DE REDEN VAN HUN STILZIJN IS. MET EEN BUIGING NEEMT HIJ ZIJN OPDRACHT AAN
Tine, Uilen-geluk
8
EN NA ZICH NOG EENS EXTRA GEPOETST TE HEBBEN, STAPT HIJ ER AL PRONKENDE HEEN.
Tine, Uilen-geluk
9
BIJ DE UILEN AANGEKOMEN PRONKT HIJ, LAAT AL ZIJN VEEREN TRILLEN EN KRABT MET ZIJN POOTEN, OM DE AANDACHT TE TREKKEN.
Tine, Uilen-geluk
10
DE UILEN ZETTEN GROOTE OOGEN OP EN ZEGGEN: ‘WEL PAUWTJE, GA JIJ JE VRIENDJES MAAR HALEN, DAN ZULLEN WIJ JE ALLES VERTELLEN!’
Tine, Uilen-geluk
11
EN TOEN ALLE VOGELS BIJ ELKAAR WAREN BEGONNEN DE UILEN HUN VERHAAL:
Tine, Uilen-geluk
12
‘ALS HET LENTE IS, ZIEN WIJ ALLES HERLEVEN. DE BOOMEN KRIJGEN HUN KNOPJES EN BLADEN, HET GRAS ZIJN DUIZENDE KLEINE BLOEMEN, EN ALLES JUICHT OM ONS HEEN.
Tine, Uilen-geluk
13
DAN KOMEN ER PLANTJES, BIJEN EN HOMMELS EN VELE KLEINE VLIEGEN. ZE ZIJN ALLEN DRUK IN DE WEER.
Tine, Uilen-geluk
14
VLINDERS FLADDEREN EN VERZAMELEN HONING UIT DE GOUDEN ZONNEBLOEMEN, DAN IS HET ZOMER.
Tine, Uilen-geluk
15
EN ALS ALLES IN VOLLE PRACHT IS, DE BOOMEN MET HUN ZWARE KRUINEN ONS TOEWUIVEN, EN DE PLANTEN, DOOR DE ZON
GEKOESTERD, ZICH BREED UITSPREIDEN, DAN ZITTEN WIJ IN HET BOSCH OP EEN SCHADUWRIJK PLEKJE EN ZIJN GELUKKIG EN TEVREE.
Tine, Uilen-geluk
16
DAN WORDT HET HERFST EN DE SPIN, DIE DEN ZOMER IN AL ZIJN PRACHT, STIL ACHTER EEN BLAD VERSCHOLEN, BEWONDERD HAD, SPINT HAAR NET, OM ZOO DE BLADEN NOG WAT BIJEEN TE HOUDEN.
Tine, Uilen-geluk
17
EN ALS DE BLADEN GEVALLEN ZIJN. EN DE AARDE MET SNEEUW IS BEDEKT, TREKKEN WIJ NAAR ONS OUDE HUIS EN LEVEN DAAR RUSTIG VOORT. - DAN IS HET WINTER.
Tine, Uilen-geluk
18
‘ONZIN’, SCHREEUWDEN DE VOGELS, WANT ZE BEGREPEN ER NIETS VAN, DAT KAN GEEN GELUK ZIJN
Tine, Uilen-geluk
19
EN DE VOGELS, DIE LIEVER WILDEN BLIJVEN PRONKEN, ETEN, DRINKEN EN VECHTEN, KEERDEN HUN RUG NAAR DE UILEN, EN ZETTEN HUN OUDE LEVEN VOORT.
Tine, Uilen-geluk
20
DE UILEN SCHOVEN NOG WAT DICHTER BIJ ELKAAR, KNIPTEN EENS MET HUN OOGEN, EN PEINSDEN VERDER.
Tine, Uilen-geluk