• No results found

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie · dbnl"

Copied!
530
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Johan de Brune de Oude (1588-1658).

Descriptieve auteursbibliografie

onder redactie van P.J. Verkruijsse, W.A. Hendriks en J. Mateboer

bron

P.J. Verkruijsse, W.A. Hendriks en J. Mateboer, Johan de Brune de Oude 1588-1658. Descriptieve auteursbibliografie. Amsterdam: Schiphouwer en Brinkman, 1988

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/verk005joha01_01/colofon.htm

© 2005 dbnl / P.J. Verkruijsse, W.A. Hendriks, J. Mateboer

(2)

4

Portret van Johan de Brune de Oude (1656) (gravure door Th. Matham naar W. Eversdyck; zie

bibliografie 1044)

(3)

7

Door-siet, erknauwt dit Boeck, ghy sult de waerheyt spooren.

(Ioh. de Brune. In: Philip van Lansbergen, 1629)

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(4)

9

Voorwoord [bij de 1

e

druk]

Bibliografisch onderzoek en haastwerk verdragen elkaar niet. Toch zijn er

omstandigheden waar snelheid geboden is om in ieder geval iets tot stand te brengen wat er anders nooit zou komen. Een te organiseren herdenking van de vierhonderdste geboortedag van Johan de Brune de Oude is aangegrepen om aandacht te geven aan deze zo ondergewaardeerde Zeeuwse auteur van wie alleen de Emblemata en het Banket-werk enige bekendheid genieten.

Over beide genoemde werken deden in de weinige secundaire literatuur over De Brune die er is de wildste geruchten de ronde. Hoe zit de drukgeschiedenis van die publikaties in elkaar en wat heeft hij dan nog meer geschreven? Vragen die alleen bibliografisch opgelost kunnen worden; vragen die opgelost móeten worden voordat er een nieuwe ‘Von Winning’, een moderne biografie, over De Brune tot stand zal kunnen komen.

Aangezien de universitaire onderzoeksprogramma's steeds minder flexibel zijn geworden en een bibliografisch project met betrekking tot De Brune niet op afzienbare termijn via andere geldstromen op gang gebracht zou kunnen worden, is

noodgedwongen gekozen voor een andere opzet. De subjectieve bibliografie (de beschrijving van de werken van De Brune) is aangevat als oefenstof voor studenten binnen de jaarlijkse cursus Analytische Bibliografie, gegeven door de derde

ondertekenaar van dit voorwoord aan het Instituut voor Neerlandistiek (vakgroep Historische Letterkunde en Tekstinterpretatie) van de Universiteit van Amsterdam.

Dat betekende dat binnen één semester eerst de theoretische grondslagen van dit vak moesten worden aangebracht om met vrucht de De Brune-praktijk in te kunnen. Dat de deelnemers aan de cursus hun 4-punts-verplichtingen niet al te strikt hebben opgevat en zelfs bereid waren in het volgende semester hun onbekende bibliotheken te exploreren, stemt tot dankbaarheid aan Maria Bendermacher, Jan van den Berg, Loes ten Berge, Klaas Brands, Marjolein Even, Ita Joosten, Mieke Koeman, Franklin Ollivieira, Mirjam Padt, Brigit Taling, Marjo van Vliet, Marleen de Vries, Darja de Wever en Margot de Zeeuw.

Een belangrijk deel van de objectieve bibliografie is tot stand gekomen als afsluitend werkstuk van de tweede ondertekenaar van het voorwoord in het kader van de opleiding tot wetenschappelijk bibliothecaris aan de Universiteit van Amsterdam. De eerste ondertekenaar heeft zijn kans schoon gezien om door het organiseren van de De Brune-herdenking zijn oude liefde weer op te vatten en het gedurende lange tijd verzamelde materiaal hier onder te brengen.

Uit de geschetste samenwerking is deze bibliografie ontstaan. Hoewel ze niet

volmaakt is (de beperkingen worden in de inleiding aangegeven), hopen wij dat ze

kan dienen als basis voor een bloeiende De Brune-filologie. Wellicht volgen in de

nabije toekomst moderne edities van enkele van zijn werken. Met name de Emblemata

en het Banket-werk zouden naar onze mening hiervoor in aanmerking komen.

(5)

8

Bij het samenstellen van een bibliografie is de niet genoeg te waarderen hulp van een groot aantal medewerkers van bibliotheken onmisbaar. Al diegenen die verbonden zijn aan de in de lijst geraadpleegde collecties opgesomde bibliotheken zijn wij zeer veel dank verschuldigd.

Speciale vermelding in verband met ons verleende diensten verdienen Inter Documentation Company (IDC), J. de Kruys, R. Rijkse van de Zeeuwse Bibliotheek, Prof. Dr. M.A. Schenkeveld-Van der Dussen en Drs. M. de Schepper.

Drs. W.A. Hendriks, Hilversum Drs. J. Mateboer, Utrecht

Dr. P.J. Verkruijsse, Universiteit van Amsterdam

Voorwoord bij: Supplement op de descriptieve auteursbibliografie van Johan de Brune de Oude

Ter gelegenheid van de herdenking van Johan de Brune verscheen in 1988 van de hand van P.J. Verkruijsse, W.A. Hendriks en J. Mateboer de descriptieve

auteursbibliografie van Johan de Brune de Oude 1588-1658 bij de Amsterdamse uitgever Schiphouwer en Brinkman (Kikkenstein 210, 1104 AJ Amsterdam).

In het voorwoord van die bibliografie werd al uiteengezet dat de omstandigheden waaronder ze tot stand kwam niet ideaal waren. Wij maken dan ook gaarne gebruik van deze mogelijkheid om aanvullingen te publiceren. Uiteraard danken wij de recensenten in de vaktijdschriften voor hun opmerkingen en supplementen (Henk de Kooker en P.J. Koopman zijn als secundaire literatuur in dit supplement

opgenomen) en diegenen die ons op andere wijze hebben voorzien van aanvullend materiaal: Dr. W.J. op 't Hof, Drs. J. Jansen, Drs. J.H. Kluiver, Drs. M. de Schepper en Prof. Dr. B. van Selm. Wij betreuren het zeer dat Prof. Dr. L. Strengholt, die van zoveel belangstelling heeft blijk gegeven ten aanzien van onze De Brune-activiteiten en die ons op belangrijk materiaal voor dit supplement heeft geattendeerd, inmiddels overleden is.

De auteurs van dit supplement hebben bij bibliotheekbezoek in het kader van hun gewone onderzoek telkens ook gedacht aan De Brune. Voor zover de tijd en

gelegenheid het toelieten, zijn exemplaren van werk van De Brune getraceerd en in een enkel geval gecollationeerd. De resultaten daarvan worden gegeven als supplement op de subjectieve bibliografie.

De objectieve bibliografie is in dit supplement aanzienlijk uitgebreid (de secundaire literatuur is bijgewerkt tot en met oktober 1989), maar - zo vermoeden wij - nog lang niet compleet. Voor de waarderingsgeschiedenis van De Brune blijft iedere vermelding van zijn naam of werk uit het verleden een welkome aanvulling op de tot nu toe bekende gegevens. De door De Kooker gesignaleerde lacune, dat bij de secundaire literatuur van vóór 1800 niet de bibliotheeksignatuur van het door ons gebruikte exemplaar was opgegeven, is in dit supplement opgevuld (de aldus aangevulde beschrijvingen zijn echter niet in de index op het supplement opgenomen).

Voorwoord bij: supplement 2

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(6)

Met dank aan mevrouw drs. Marja Geesink, mevrouw drs. J. Mateboer, drs. M. de Schepper en drs. M. Weststrate voor een aantal aanvullingen.

Amsterdam, september 2000 P.J. Verkruijsse

Voorwoord bij de 2

e

druk

In deze 2

e

druk - die met welwillende toestemming van de uitgever van de 1

e

druk, de heer Jan Bethlehem van uitgeverij Schiphouwer en Brinkman - in digitale vorm wordt opgenomen in de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (dbnl), zijn - met toestemming van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschappen der Wetenschappen wat betreft het eerste supplement - de twee volgende supplementen verwerkt:

W.A. Hendriks en P.J. Verkruijsse. ‘Supplement op de descriptieve

auteursbibliografie van Johan de Brune de Oude’, in: P.J. Verkruijsse e.a. (red.).

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Een Zeeuws literator en staatsman uit de zeventiende eeuw. Middelburg: Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der

Wetenschappen, 1990 (Werken, 6), p. 120-146. [Deze bundel is ook in haar geheel opgenomen in de dbnl.]

W.A. Hendriks en P.J. Verkruijsse. Descriptieve auteursbibliografie van Johan de Brune de Oude. Supplement 2. Internet: (september 2000).

Er is sinds het verschijnen van het tweede Supplement geen systematisch nieuw onderzoek gedaan naar de bibliografie van De Brune. Wel zijn aanvullingen na 1998 verwerkt op basis van de gegevens die de BNTL verschaft.

Amsterdam, juni 2001

P.J. Verkruijsse

(7)

10

Inleiding

De doelstelling van deze De Brune-bibliografie is wat betreft het subjectieve gedeelte het verzamelen van alle door de Brune geschreven ‘literaire’ teksten en het idealiter vaststellen van de drukgeschiedenis van iedere publicatie om een basis te leggen voor het editeren van werk van De Brune. De bibliografie wordt een

‘auteursbibliografie’ genoemd omdat - uitsluitend wegens tijdgebrek; niet om principiële redenen! - alleen het auteurschap van De Brune hier aan bod komt. De lange publieke loopbaan van Johan de Brune heeft tal van officiële stukken opgeleverd waarin hij als advocaat, stedelijk bestuurder, griffier van de rekenkamer, secretaris van de Staten en pensionaris van Zeeland de hand gehad heeft. Manuscripten, brieven en archivalia moesten helaas buiten het onderzoek blijven.

Het objectieve gedeelte van de bibliografie heeft uiteraard gegevens geleverd die van belang waren voor het onderbouwen en vervolledigen van de subjectieve bibliografie; zij heeft verder tot doel bij te dragen aan de waarderings-en

receptiegeschiedenis van (het werk van) De Brune en tenslotte levert zij materiaal voor eventuele editeurs en biografen.

De Smallegange-bibliografie van P.J. Verkruijsse uit 1983 [Mattheus Smallegange (1624-1710); Zeeuws historicus, genealoog en vertaler. Descriptieve

persoonsbibliografie. Nieuwkoop 1983] heeft model gestaan voor de onderhavige, zodat voor uitgebreide toelichting bij de gevolgde methode kortheidshalve naar de verantwoording daarvan verwezen kan worden. Enige restricties ten aanzien van de De Brune-bibliografie dienen hier echter gegeven te worden. Zoals in het voorwoord reeds werd vermeld, is het onderzoek voor een belangrijk deel gerelateerd aan het universitaire onderwijs en kon er ook zeer weinig onderzoekstijd in geïnvesteerd worden. Dat betekent dat de vuistregel van de analytisch bibliograaf met voeten getreden is: er is niet uitputtend gezocht; te weinig collecties zijn bezocht; te veel exemplaren waarvan het bestaan bekend is, zijn niet gecollationeerd. Wel zijn de bezochte bibliotheken (en impliciet dus de niet-bezochte) vermeld en ook zijn onder het kopje ‘niet-gecollationeerde exemplaren’ bibliografisch bekende exemplaren opgesomd opdat eenieder het tekort schietende werk kan vervolmaken.

Begrenzing

Voor het verzamelen van de literatuur over De Brune is uitgegaan van de monografie van Von Winning waarin uiteraard veel secundaire literatuur ter sprake komt. Verder is het sneeuwbalsysteem in werking gezet om vanuit recente vermeldingen het spoor terug te volgen. Voor bepaalde categorieën literatuur heeft men bij onderzoek naar auteurs uit de Nederlandse periode van de renaissance steun aan de

Bredero-bibliografie [E.K. Grootes, P.C. Punt en P.J. Verkruijsse. Objectieve persoonsbibliografie van G.A. Bredero (1618-1969). Leiden 1986]. Veel

literatuurgeschiedenissen en schoolboeken staan daar reeds overzichtelijk bijeen.

Voor De Brune is tevens wat gerichter gekeken in de literatuur betreffende emblematiek en piëtisme en in literatuur die betrekking heeft op diegenen met wie hij contact heeft gehad: met name Jacob Cats en Constantijn Huygens, maar ook Joan de Brune de Jonge met wie hij nogal eens verwisseld wordt.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(8)

Opgenomen zijn in principe alle publicaties waarin De Brune voorkomt vanaf de

eerste vermelding (in dit geval 1623) tot en met 1998, met incidentele toevoegingen

tot juli 2001. Ook terloopse vermeldingen zijn opgenomen met het oog op een te

vervaardigen waarderingsge-

(9)

11

schiedenis. Vermeld zijn zowel monografieën als bloemlezingen met secundaire gegevens, schoolboeken, tijdschriftartikelen en publicaties uit dagbladen. De beschrijvingen zijn vervaardigd na autopsie.

De subjectieve bibliografie is tot stand gekomen dank zij gegevens uit de objectieve bibliografie en via systematisch-bibliografisch onderzoek in de Centrale Catalogus in Den Haag en bezoek aan een aantal grote collecties. Dit onderzoek is

noodgedwongen beperkt gebleven door gebrek aan officiële onderzoekstijd en dientengevolge onderzoeksgeld.

Niet opgenomen zijn archivalia met betrekking tot De Brune, evenmin als brieven (geëditeerde brieven zijn via de objectieve bibliografie boven water gekomen) en manuscripten (bijv. inscripties in alba amicorum). Wel opgenomen zijn alle gedrukte

‘literaire’ (niet-zakelijke) teksten die met zekerheid van de hand van De Brune zijn, inclusief alle herdrukken en uitgaven, verschenen tijdens en na zijn leven (i.c. vanaf de eerste bekende publicatie in 1611). Ook bloemlezingen en tekstedities waarin werk van hem is opgenomen, zijn beschreven (tot en met de laatst bekende: de bloemlezing van Komrij uit 1986).

Inrichting van de subjectieve bibliografie

Iedere druk, herdruk, titeluitgave, ook van latere bloemlezingen en edities, heeft een volgnummer gekregen binnen de chronologie waarin ze geplaatst zijn. De relatie tussen de drukken, herdrukken en titeluitgaven wordt onmiddellijk na de transcriptie van de titel gegeven. Titeluitgaven worden als onderdeel van de druk dáár volledig beschreven; op de chronologische plaats van de titeluitgave worden alleen de facsimile van de titelpagina opgenomen en de titelbeschrijving en wordt verder terugverwezen naar de druk. Het apart opnemen van titeluitgaven is een handreiking aan de gebruiker van de bibliografie die normaliter zal zoeken op het jaartal dat hij op de titelpagina aantreft.

Iedere beschrijving bestaat uit een aantal onderdelen die door vetgedrukte kopjes worden voorafgegaan. Is een bepaald onderdeel niet van toepassing, dan ontbreekt het. Boeken van anderen waarin verspreid werk van De Brune is opgenomen, worden niet gedetailleerd beschreven; de beschrijving beperkt zich tot de desbetreffende bladen, pagina's en signaturen.

Eerst worden zo mogelijk (soms is het niet verantwoord om kopieën te maken) facsimile's van de titelpagina('s) afgedrukt. Aangegeven is uit welk van de gecollationeerde exemplaren het facsimile genomen is. Bij bloemlezingen en tekstedities van na de 18e eeuw zijn geen reproducties meer opgenomen.

De beschrijving wordt geopend met een volgnummer vanaf 1001.

Daarna komt een volledige transcriptie van de titelpagina('s), in het geval van afwijkingen bij titeluitgaven voorafgegaan door vetgedrukte kopjes die aangeven op welke uitgave de beschrijvingen betrekking hebben. De transcripties zijn vervaardigd volgens onderstaande regels:

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(10)

de gotische kapitalen I/J en U/V worden gelezen als I en V en gereduceerd tot de onderkastletters i en v;

-

de Duitse komma (/) wordt getranscribeerd als ‘,’;

-

variante lettervormen worden niet onderscheiden: de lange wordt s en de   wordt ss;

-

alleen echte ligaturen worden als ligaturen overgenomen, dus ‘Æschylus’ blijft

‘Æschylus’, maar ‘AEschylus’ wordt ‘Aeschylus’; voor de ‘et’-ligatuur wordt -

de ampersand gebruikt: &; ‘VV’ voor ‘W’ wordt overgenomen als ‘VV/vv’, behalve als er een ‘V’ is bijgesneden om ‘W’ te suggereren;

in kapitaal gezette woorden worden gereduceerd, behalve de beginkapitaal:

zowel ‘Facsimile-Uitgave’ als ‘FACSIMILE-UITGAVE’ wordt getranscribeerd als ‘Facsimile-Uitgave’;

-

als een titelpagina in meerkleurendruk is, wordt dat tussen rechte haken

aangegeven, bijv.: [in rood en zwart], waarna de rode gedeelten onderstreept

-

(11)

12

worden;

lijnen, drukkersmerken, vignetten, fleurons, ornamenten, gravures, lijsten e.d.

worden tussen rechte haken aangegeven, maar niet omschreven of opgemeten, -

bijv.: [lijn], [fleuron]; spreuken in vignetten worden tussen de rechte haken opgenomen, bijv.: [vignet: Spe & Metu.];

abbreviaturen op de titelpagina worden overgenomen.

-

Onmiddellijk na de transcripties volgen verwijzingen naar volgende of vorige drukken, uitgaven en edities.

Het bibliografisch formaat en de collatieformule vormen het volgende onderdeel van de beschrijving. Daarbij zijn de hieronder gegeven regels in acht genomen:

een ononderbroken signaturenreeks is een reeks zonder de letters J, U en W; een volledig signaturenalfabet van A tot en met Z telt dus 23 letters;

-

bovengeschreven cijfers geven het aantal bladen per katern aan: A-Z

4

= 23 katernen van elk vier bladen;

-

ontbrekende bladen worden in de formule aangegeven: A-C

4

D

4

(-D2) E-Z

4

= het tweede blad van het D-katern ontbreekt;

-

niet-alfabetische tekens uit het voorwerk worden precies zo weergegeven: *,

*

*

*

, †, enz.;

-

niet-gesigneerde bladen of katernen uit het voorwerk worden aangegeven met  :  

4

A-Z

4

;

-

toegevoegde bladen - geen prenten! - elders in het boek worden aangeduid met   en in de formule opgenomen: A-C

4

D

4

(D3+ ) E

4

(E2+

2

 

2

) F-Z

4

= na het derde -

blad van het D-katern en het tweede blad van het E-katern is één, respectievelijk zijn twee conjuncte bladen toegevoegd;

een cancellans (verbeterblad) wordt in de signaturenreeks vermeld met een

±-teken: A-C

4

D

4

(±D4) E-Z

4

= het vierde blad van het D-katern is vervangen;

-

als ook exemplaren voorkomen met het cancellandum (te verbeteren blad) wordt dat in het variantenoverzicht aangegeven;

na de signaturenreeks komt tussen rechte haken allereerst een aanduiding van hoeveel bladen per katern gemiddeld gesigneerd zijn; daarvoor wordt het $-teken -

gebruikt, wat betekent: ‘alle katernen zijn gesigneerd tot en met blad ..’; tussen ronde haken komen vervolgens de afwijkingen van dat gemiddelde en de foutieve signaturen: A-Z

4

[$3 (-A1, A2, Z3; +A4; K2 gesigneerd als K3)] = alle katernen zijn gesigneerd tot en met het derde blad, uitgezonderd het A-katern waar blad 1 en 2 niet gesigneerd zijn en het Z-katern waar blad 3 niet gesigneerd is; in het A-katern is er een blad met een extra signatuur: A4; in het K-katern is een fout gemaakt in de signering: de signatuur K3 komt tweemaal voor;

katernen uit de reeks die van de normale opbouw afwijken, worden apart genoteerd om aan te geven tot hoever die gesigneerd zijn: 4

o

: A-C

4

D

2

E-Y

4

Z

2

-

[$3; D

2

$2; Z

2

$1] = alle katernen zijn gesigneerd tot en met het derde blad; het uit twee bladen bestaande D-katern heeft op beide bladen signaturen, maar van de twee bladen van het Z-katern is alleen het eerste gesigneerd;

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(12)

als een afwijking niet in alle exemplaren voorkomt, kan ook in het gedeelte van de formule tussen de rechte haken een ±-teken gebruikt worden; in het

-

variantenoverzicht blijkt dan welke exemplaren de afwijking al dan niet hebben:

[$3 (-A1; ±A4)] = de katernen zijn normaal tot en met het derde blad gesigneerd, maar in het A-katern ontbreekt in alle exemplaren de signatuur A, terwijl in sommige exemplaren een katernsignatuur A4 aanwezig is.

De paginaformule bestaat uit een opgave van het aantal bladen en na een =-teken de formule, samengesteld volgens onderstaande regels:

het aantal buiten de normale paginareeks vallende niet-gepagineerde aantal pagina's uit voor- en nawerk wordt in cursief en tussen rechte haken genoteerd;

-

(13)

13

pagina's die wel binnen de normale reeks vallen, maar waarop een paginanummer ontbreekt, komen in cursief;

-

fouten in de paginering worden aan het eind tussen ronde haken gegeven;

-

als een afwijking in de paginering niet in alle exemplaren optreedt, wordt dat aangegeven met het ±-teken; in het variantenoverzicht wordt aangegeven welke exemplaren de afwijking al dan niet hebben;

-

een voorbeeld: 100 bladen = p. [20] 1-10 11-48 49 50-170 [10] (12 gepagineerd als 21, 34 als 34, ± 102-103 als 104-105) = de eerste 20 pagina's uit het voorwerk -

zijn niet gepagineerd en horen ook geen paginanummer te hebben; de daarop volgende 10 pagina's zijn evenmin gepagineerd, maar horen wel bij p. 11 aan te sluiten; op p. 49 ontbreekt het paginanummer en de laatste 10 pagina's zijn weer niet gepagineerd; de foutieve nummering 104-105 op p. 102-103 komt niet in alle exemplaren voor.

Onder het kopje signatuurposities is een volledig overzicht opgenomen van alle signaturen zoals ze onderaan het blad voorkomen met hun positie ten opzichte van de onderste tekstregel, waarvan een gedeelte getranscribeerd wordt en het

desbetreffende stuk onderstreept; een ‘’ geeft een spatie aan; kan een positie om bepaalde redenen niet genoteerd worden dan staat er ‘[niet]’.

Van niet-meegesigneerde prenten is aangegeven waar ze zich in de katernen bevinden of behoren te bevinden.

Als er meer uitgaven binnen een druk zijn, wordt hier aangegeven waaruit de verschillen tussen die uitgaven bestaan. Welke exemplaren tot welke uitgave behoren, is vermeld in het variantenoverzicht.

Onder het kopje inhoud wordt een volledig overzicht gegeven van alle onderdelen van een werk, inclusief de blanke pagina's; de titels van de desbetreffende onderdelen worden getranscribeerd volgens de principes zoals die gelden voor de titelpagina.

De gecollationeerde exemplaren zijn arabisch genummerd en alfabetisch op bewaarplaats opgenomen; na de plaats volgt de afgekorte naam van de instelling (de volledige naam is te vinden in de lijst van geraadpleegde instellingen) en de

bibliotheeksignatuur. Eventuele olim-signaturen worden tussen haakjes gegeven.

Daarna volgen per exemplaar herkomstgegevens en eventuele defecten of afwijkingen ten opzichte van de ‘ideal copy’.

De niet-gecollationeerde exemplaren, bekend uit het bibliografisch onderzoek, zijn op dezelfde wijze geordend als de wel gecollationeerde. De redenen of oorzaken van niet collationeren kunnen divers zijn: de bibliotheek is wegens tijdgebrek of te grote afstand niet bezocht; de bibliotheek is wel bezocht, maar de tijd ontbrak om het desbetreffende exemplaar te collationeren; het exemplaar was op een bepaald moment bij de binder of stond niet op zijn plaats.

In het variantenoverzicht worden de varianten beletterd volgens het alfabet. Bij iedere letter wordt vermeld de drukvorm waarin, het folium waarop en de categorie waarin een variant aangetroffen is. Daaronder worden van iedere met romeinse cijfers aangegeven staat één of meer kenmerken genoteerd, gevolgd door de nummers van de exemplaren waarin de staten te vinden zijn. Na een #-teken volgt toelichting omtrent de aard van de variant. Een voorbeeld: 1001=a=II, ex. 3, verwijst naar exemplaar 1028 F 8 van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg van Joan de Brunes Proverbia uit 1619 waarin op fol. *1r in het uitgeversadres ‘inde Druckerije’ staat,

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(14)

hetgeen een persvariant is ten opzichte van bijv. 1001=a=I, ex. 2, het exemplaar van de Universiteitsbibliotheek Leiden, 1155 F 21, waar in het impressum staat ‘by de oude Beurse’.

Onder het kopje commentaar wordt getracht aan de hand van gegevens uit het analytisch- en systematisch-bibliografisch onderzoek de drukgeschiedenis van het desbetreffende boek te reconstrueren.

Tenslotte zijn onder literatuur verwijzingen opgenomen naar de objectieve

bibliografie (via volgnummer plus pagina's) of naar niet verder in de bibliografie

opgenomen algemenere literatuur (in dat geval met volledige titelbeschrijving).

(15)

14

Inrichting van de objectieve bibliografie

De titels in de objectieve bibliografie zijn chronologisch geordend en binnen het jaar gealfabetiseerd op auteur of anonieme titel. Deze methode leidt ertoe dat recensies geplaatst kunnen zijn voor het gerecenseerde boek, maar het kiezen voor een zeer strikte chronologie is in veel gevallen toch niet mogelijk omdat juiste

verschijningsdata niet te achterhalen zijn. Door het invoegen van de supplementen is de alfabetisering binnen het jaar uiteraard verstoord; per supplement is opnieuw gealfabetiseerd.

De beschrijvingen in de objectieve bibliografie bestaan uit auteur, titel, ondertitel, drukaanduiding, impressum, serietitel, pagina's betreffende De Brune en indien nodig een korte toelichting betreffende de inhoud. In geval van tijdschriftartikels staat de titel van het artikel tussen enkele aanhalingstekens. Na de tijdschrifttitel volgt het jaargangnummer, het jaartal tussen haakjes, eventueel een nummer van de aflevering en de eerste en laatste pagina van het desbetreffende artikel.

Resultaten

Het ‘bibliograafwerk’ heeft - zoals zo vaak bij toepassing van de

analytisch-bibliografische methoden - ook nu weer tot verrassingen geleid. Natuurlijk zouden er correcties komen op de bibliografie van Von Winning uit 1921, maar dat de 26 drukken en uitgaven die daar beschreven worden, zouden uitdijen tot boven de zestig (tot in de 18e eeuw) mag opmerkelijk heten. Het ligt zelfs in de lijn der verwachting dat ook de huidige bibliografie niet compleet is: er is immers nog steeds geen goede ingang op lof- en drempeldichten in het voorwerk van oude drukken.

Dat onder ‘Brune’, ‘Bruine’, ‘Brunaeus’ of ‘Spe et Metu’ nog werk van Johan de Brune aangetroffen kan worden, bleek al direct op de studiedag in 1988 toen Op 't Hof met een drempeldicht aankwam uit een vertaling van Thomas Morris (zie 1024a).

Het feit dat er nu meer dan zestig drukken en uitgaven bekend zijn, hoeft overigens niet te wijzen op een grotere populariteit van deze Zeeuwse auteur dan tot nu toe verondersteld is. Het Banket-werk maakt inderdaad een flitsende start met twee drukken in 1657, een derde druk in 1658, een vierde - aangevuld met een tweede deel - in 1660 en nog een Appendix daarbij uit de jaren '60. Het Nieuw opgedist banket-werk van 1699 laat echter zien dat er van de tweede druk van 1657 toen nog steeds voldoende voorraad was om als titeluitgave op de markt te brengen!

De veelgeroemde Emblemata omvatten vier nummers, maar zijn slechts tweemaal gedrukt: van de eerste druk van 1624 worden de restanten in 1636, aangevuld met wat nieuw materiaal aan het eind, als ‘tweeden druck met nieuwe plaeten en eenige Zedespreucken vermeerdert’ nogmaals aan het publiek aangeboden. Pas in 1661 blijkt een combinatie van twee Amsterdamse boekverkopers het aan te durven dit werk van De Brune opnieuw op de pers te leggen. Het duurt dan tot 1969 en 1970 voordat de Emblemata weer op de markt komen, nu in de vorm van respectievelijk microfiches en een (slechte) facsimile-uitgave.

Een derde werk van De Brune dat een herdruk beleefd heeft, is zijn

psalmbewerking. Van de eerste druk van 1644 bestaan waarschijnlijk twee uitgaven;

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(16)

van de tweede druk van 1650 zijn drie uitgaven bekend (twee in 1650 en een in 1662). De Siel-gerechten - een werk dat weinig sporen heeft achtergelaten in de De Brune-filologie - zijn na de editio princeps van 1632 tweemaal herdrukt: in 1643 (twee uitgaven) en 1660.

Het kleinere werk van De Brune is meegedragen op de waarderingsgolven van anderen. Zijn gedicht op Huygens' Costelick Mal wordt mede opgenomen in de Otia en in vele latere edities van die tekst. Zijn gedicht op Teellincks Balsem Gileads wordt met nog een aantal gedichten van zijn hand opgenomen in alle vier drukken van de Zeeusche Nachtegael. Alle de keur-spreucken van Salomon beleven niet minder dan zes drukken via de enorme populariteit van de peperdure

verzameld-werk-uitgaven van Johannes de Mey waarin ze in het voorwerk opgenomen zijn.

De gehele 18e en het eerste kwart van de 19e eeuw is het stil om De Brune.

Opmerkelijk is dan ineens het verschijnen van een geheel aan hem gewijde bloem-

(17)

15

lezing in de serie ‘Keur van Nederlandsche letteren’ in 1828. Vanaf 1852 is hij vervolgens regelmatig aan te treffen in allerlei anthologieën.

Het beeld dat de objectieve bibliografie levert, is weinig anders: in de 17e en 18e eeuw wordt De Brune af en toe genoemd en vanaf de tweede helft van de 19e eeuw neemt het aantal vermeldingen toe. Vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw is er - mede door de publicaties van Von Winning en Meertens - duidelijk meer belangstelling voor De Brune. Maar de receptiegeschiedenis is weer een onderwerp apart ...

Enkele intrigerende bibliografische problemen vragen nog om een oplossing. Zo moet er een editie van de Psalmen verschenen zijn te Schiedam bij Thomas Dircksz.

Cel-born in 1651 (terloops vermeld in een noot in Kleerkooper-Van Stockum). Een vertaling of in ieder geval een editie van de Emblemata zou te Heidelberg gedrukt zijn in 1659 (vermeld in Dielitz). Zelfs als Heidelberg een verlezing voor Middelburg zou zijn, blijft het jaartal 1659 nog opmerkelijk genoeg om met het bestaan van zo'n editie rekening te houden. Een exemplaar van de eerste druk van De Vriend van Armen en Rijken, een tijdschrift uit 1853, is blijkbaar nergens bewaard.

Maar niet alleen drukwerk uit het verre verleden is soms moeilijk te achterhalen, ook recente uitgaven zijn vaak niet of nauwelijks te traceren, bijvoorbeeld alle drukken of oplagen van de Spectrum-uitgave Profijtelijk vermaak.

Hoewel er geen totaalcollatie is toegepast, is toch een aantal varianten tussen exemplaren van bepaalde drukken aan het licht gekomen. Dat is uiteraard het geval met uitgaven die via persvarianten tot stand gekomen zijn. Maar eveneens is gebleken dat juist in de bijdragen van De Brune aan de Zeeusche Nachtegael correcties op de pers hebben plaatsgevonden, waaronder een tekstuele wijziging die nog niet

gesignaleerd was in de facsimile-editie van 1982 (zie bibliografie 1008, variant c).

Zelfs de facsimile-uitgave van de Emblemata van 1970 heeft een cancel opgeleverd (zie 1099, variant a)! Met nadruk zij tenslotte vermeld dat het collationeren van verschillende drukken niet gebeurd is. Wij achten het de taak van de eventuele tekstediteur om verschillen tussen drukken op te sporen en af te wegen als onderdeel van het proces van vaststelling van de ideale tekst.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(18)

16

Gebruikte afkortingen

British Library BL

Centrale catalogus CC

Centrale Catalogus van dag-, nieuws- en weekbladen CCD

Centrale Catalogus van Periodieken CCP

deel dl.

druk dr.

herz.

herz.

F.W.H. Hollstein. Dutch and Flemish etchings, engravings and woodcuts ca. 1450 - 1700. Dl. 1-.. Amsterdam 1949-....

Hollstein

illustratie(s) ill.

Library of Congress LoC

Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur MEW

Nieuwe Rotterdams(ch)e Courant NRC

De Nieuwe Taalgids NTg

National Union Catalog NUC

Rijksarchief RA

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde TNTL

Universiteitsbibliotheek UB

uitgave uitg.

volume

vol.

(19)

17

Geraadpleegde collecties

De raadpleging heeft plaatsgevonden (deels via gedrukte catalogi) in de periode 1987 tot en met 1998.

Gemeente-archief Amsterdam, GA

Openbare Bibliotheek Amsterdam, OB

Openbare bibliotheek: Toonkunstbibliotheek Amsterdam, OB: TB

Prentenkabinet Rijksmuseum Amsterdam, Rijksmuseum

Universiteitsbibliotheek Universiteit van Amsterdam

Amsterdam, UB

Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam

Amsterdam, UB: IvN

Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit Amsterdam, UB-VU

Museum Plantin-Moretus Antwerpen, Plantin

Stadsbibliotheek Antwerpen, SB

Deutsche Staatsbibliothek (microfiche-catalogus) Berlijn, DSB

Koninklijke Bibliotheek Albert I Brussel, KB

Universitaire Faculteiten St. Aloysius (via on-line-catalogus Libis)

Brussel, UFSAL

Technische Universiteit Delft, TU

Centrale Catalogus, Koninklijke Bibliotheek 's-Gravenhage, CC

Koninklijke Bibliotheek 's-Gravenhage, KB

privé-collectie J. de Kruys 's-Gravenhage, de Kruys

Universiteitsbibliotheek Rijksuniversiteit Groningen, UB

Stadsbibliotheek Haarlem, SB

privé-collectie M.A. Schenkeveld-Van der Dussen Heemstede, Schenkeveld

privé-collectie W.A. Hendriks Hilversum, Hendriks

Koninklijke Bibliotheek (microfiche-catalogus) Kopenhagen, KB

Universiteitsbibliotheek Rijksuniversiteit Leiden, UB

Katholieke Universiteit Leuven Leuven, KUL

Université Catholique de Louvain (verwijzingen uit de ‘verhuisregisters’ van de bibliotheek van de KUL)

Louvain-la-Neuve, UCL

Zeeuwse Bibliotheek Middelburg, ZB

Rijksarchief in Zeeland Middelburg, RA

privé-collectie P.J. Verkruijsse Nieuwkoop, ex meis

Atlas van Stolk Rotterdam, Atlas van Stolk

Rotterdamsch Leeskabinet (gedrukte catalogus) Rotterdam, Leeskabinet

Algemene Bibliotheek Rijksuniversiteit Utrecht, AB

Letteren-Bibliotheek Rijksuniversiteit Utrecht, LB

Herzog August-Bibliothek Wolfenbüttel, HAB

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(20)

18

Chronologisch overzicht van het werk van De Brune

In de eerste kolom staan de jaren waarin werk verschenen is; in de tweede kolom staat een short title. Kolom 3 verwijst naar de nummers in de subjectieve bibliografie van eerste drukken; in kolom 4 staan de herdrukken en in kolom 5 titeluitgaven of andere uitgaven. Indien een nummer tussen haken staat, betekent dat een alleen bibliografisch gevonden druk of uitgave.

5 4

3 2

1

1000 Disputatio

1611

1001 Proverbia, Of, De spreucken van

Salomon 1619

1002 Proverbia, Of, De spreucken van

Salomon 1619

1003 Grond-steenen Van een vaste Regieringe 1621

1004 Hemels-Feest

1621

1005 Aen Mr. Willem Teellinck

1622

1006 Aen den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1622

1007 Aen den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1623

1008 In: Zeevsche Nachtegael

1623

1009 Emblemata of Zinne-werck

1624

1010 Aan den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1625

1011 In: Neder-Landtsche Gedenck-Clanck 1626

1012 Graf Schrift, D. Hermanni Favkeel

1628

1013 Aen De Heer Philips Van Lansberge

1629

1014 Sege teecken [...] Frederick Hendrick 1629

1015 Gods banniere [...] Frederick Heyndrick 1631

1016 Siel-gerechten

1632

1017 In: Zeevsche Nachtegael

1632

1018 In: Zeevsche Nachtegael

1633

1019 Aan den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1634

1020 Lvctor Et Emergo. Zeeland spreeckt

1634

1021 Lvctor Et Emergo. Zeeland spreeckt

1634

1022 Ad Nobilissimos Potentissimosque

Zelandiæ Ordines 1634

1023 Nievvve VVyn In Oude Le'er-Zacken 1636

1024 Emblemata of Zinne-werck

1636

1025 Aan den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1641

1026 Aan den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens

1643

(21)

1027 Siel-gerechten

1643

1028 Ziel-gherechten

1643

1029 Aan den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Huygens 1644

1030 De CL. Davids Psalmen

1644

[1031]

De CL. Psalmen Davids 1644

1032 Wat pooght ghy konstich handt

1645

1033 Salomons Hoogh-Lied

1647

1034 Grafdigt op de Heeren Adriaen en

Samuel de Brune 1649

1035 Davids Psalmen

1650

1036 Davids Psalmen

1650

1037 Aen De Heer Philips Van Lansberge

1650

1038 In: Zeevsche Nachtegael

1651

[1039]

De CL. Psalmen Davids 1651

1040 Ontwerp voor een gedenkpenning

1651

1041 Alle de keur-spreucken van Salomon

1656?

1042 Alle de keur-spreucken van Salomon

1656?

1043 Alle de keur-spreucken van Salomon

1657

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(22)

19

1044 Banket-Werk Van Goede Gedachten

1657

1045 Banket-Werk Van Goede Gedachten

1657

1046 Bancket-Werck Van Goede Gedachten,

dl. 1 1657

1047 Banket-Werk Van Goede Gedachten

1658

1048 Aen Mr. VVillem Teellinck

1659

1049 Bankket-Werk Van Goede Gedagten,

dl. 1 1660

1050 Bankket-Werk Van Goede Gedagten, dl. 2

1660

1051 Ziel-gerechten

1660

1052 Appendix. Bij: Bankket-Werk Van

Goede Gedagten 1660-69?

1053 Grond-Steenen Van een vaste

Regeringe 1661

1054 Emblemata of Zinne-werck

1661

1055 Emblemata of Zinne-werck

1661?

1056 De CL. Davids Psalmen

1662

1057 Alle de Keur-spreucken van Salomon

1681

1058 Het Nieuw Opgedist Banket-Werk

1699

1059 Het Nieuw Opgedist Banket-Werk, dl.

2 1699

1060 Alle de Keur-spreucken van Salomon

1704

1061 Alle de Keur-spreucken van Salomon

1706

1062 Alle de Keur-spreucken van Salomon

1742

1063 Keur van Nederlandsche letteren

1828

1064 In: J.A. Alberdingk Thijm

1852

[1065]

In: de Vriend van Armen en Rijken 1853

1066 In: de Vriend van Armen en Rijken

1853

1067 In: Leesmuseum

1857

1068 In: Leesmuseum

1858

1069 In: Leesmuseum

1859

1070 In: J.F.J. Heremans

1864

1071 Aen Den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Hvygens 1865

1072 In: J. van Vloten

1869

1073 In: J. van Vloten

1870

1074 Aen Den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Hvygens 1884

1075 Aen Den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Hvygens 1892

1076 Aen Den Hoogh-gheleerden Heer

Constantin Hvygens 1904

1077 In: J.A.N. Knuttel. Proza

1913

1078 In: J.A.N. Knuttel. Bloemlezing

1914

1079 In: G.A. Brands

1927

1080 In: Nederlandtsche Gedenck-Clanck

1942

(23)

1081 In: Nederlandtsche Gedenck-Clanck

1943

1082 Bancket-werck van goede gedachten.

Bloemlezing 1943

1083 Bancket-werck van goede gedachten.

Bloemlezing 1943

1084 In: Nederlandtsche Gedenck-Clanck

1947

1085 In: A. Weijnen

1952

1086 In: John B. Knipping en P.J. Meertens 1956

1087 In: A. Weijnen

1956

1088 In: R. Nieuwenhuys

1959

1089 In: A. Weijnen

1960

1090 In: R. Nieuwenhuys

1964

1091 In: A. Weijnen

1965

1092 In: A. Sassen

1968

1093 In: A. Weijnen

1968

1094 In: Nederlandtsche Gedenck-Clanck

1968

1095 In: Profijtelijk vermaak

1968

1096 Emblemata of Zinne-werck (1624).

Microfiche-editie 1969

1097 Emblemata of Zinne-werck (1661).

Microfiche-editie 1970

1098 In: A. Sassen

1970

1099 Emblemata Of Zinne-Werck.

[Facsimile-editie]

1970

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(24)

20

1100 In: Profijtelijk vermaak

1973

1101 In: C. van de Ketterij

1974

1102 In: Profijtelijk vermaak

1974

1103 In: A. Weijnen

1974

1104 In: C. van de Ketterij

1976

[1105]

In: Profijtelijk vermaak 1978

1106 In: C. van de Ketterij

1981

1107 In: Zeevsche Nachtegael

1982

1108 In: P.J. Meertens / Hilary Sayles

1983

1109 In: Gerrit Komrij

1986

1110 Over het behoud van de Nederlandse taal

1990

(25)

21

Subjectieve bibliografie Werken van De Brune (1000-1110)

1000

Disputationem Theologicarum Secunda, De Baptismo: quam. favente Deos preside D. Francisco Gomaro, S.S. Theologiae Doctore & Professore, in illustri Schola Theologica Reipublicae Middelburgensis, publice tueri conabitur Johannes Brunaeus Middlb. Octob. XXVII. Horâ X. in Novi Templi Choro. [vignet] Middelburgi Zelandorum [lijn] Ex Officina Symonis Moulert. Anno M D C XI.

4

o

: A-B

4

. 8 bladen

exemplaren:

=1 AMSTERDAM, UB: O 65-821.

commentaar:

Theologische disputatie van Johan de Brune, verdedigd op 27 oktober 1611 te Middelburg.

literatuur:

Thijs Weststrate. ‘By Symon Moulert, Drucker Ordinaris der Heeren Staten van Zeelandt’; het bedrijf van Symon Moulert en zijn erfgenamen als drukkers-ordinaris van de Staten van Zeeland en als zelfstandige drukkers-boekverkopers 1597-1646.

Amsterdam 2000, dl. 2, p. 143-144 (Doctoraalscriptie Historische Nederlandse Letterkunde, UvA).

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(26)

22

1001: titelpagina (ex. 2)

(27)

23

1001

Proverbia, Of, De spreucken van Salomon: Nu eerst uyt de Hebreeusche in onse Neder-duytsche tale over-gheset, ende in alle duystere plaetsen uyt-gheleght, ende verklaert Door Iohannem de Brune I.C. [vignet] Tot Middelbvrgh, By Symon Moulert, Boeckvercooper woo-nende op den Dam, by de oude Beurse Anno 1619.

andere uitgave:

Proverbia, Of, De spreucken van Salomon: Nu eerst uyt de Hebreeusche in onse Neder-duytsche tale over-gheset, ende in alle duystere plaetsen uyt-gheleght, ende verklaert Door Iohannem de Brune I.C. [vignet] Tot Middelbvrgh, By Symon Moulert, Boeckvercooper woo-nende op den Dam, inde Druckerije. Anno 1619.

andere uitgave: 1002

8

o

: *

8

A-P

viij

[$4 (-*1, *3, *4, Aiij, Eiiij, Giij, Niiij; Diij gesigneerd als Biij, ± Iiiij als Iiiiij, Kij als K[ij op z'n kop])]

128 bladen = p. [16] 1-238 [2] (de paginanummers 90, 120 en 150 staan rechts in plaats van links op deze verso-pagina's; 211 en 237 staan links in plaats van rechts op deze recto-pagina's)

signatuurposities:

en segghe

*2

spreucken A

verdruckinghe Aij

eerlick Aiiij

straft B

met de spotters Bij

wort/

Biij

verstandt Biiij

redenen C

swaert/

Cij

eerlijck Ciij

soo menighe Ciiij

gheseghenste.

D

/ sijn Dij

rechtveerdigheyt.

Biij[=Diij]

oversettinghen verminckt Diiij

verbergen de E

scheppende Eij

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(28)

Godt sal Eiij

raders F

terstont Fij

overgeset Fiij

Medecijne Fiiij

verstaen G

herte des Gij

verdriet/ waer Giiij

lieden H

rechtveerdelick Hij

van Hiij

etc. Dit spreeckwoort Hiiij

veel I

versmaedt Iij

seggende: Ick Iiij

brengen. Ick Iiiiij

of:

brengen. Ick Iiiij

der K

maer de Kij

maer het Kiij

ghedoodt Kiiij

begrijp L

wetenschap Lij

comen.

Liij

Godt/

Liiij

spel/

M

daer van Mij

ooren van Miij

beenen. Want Miiij

het Silver N

neer-slaende Nij

gheselle des Niij

ongemack/

O

standtvastelick Oij

geslachte dat Oiij

Bock:

Oiiij

verdriedt P

maer Pij

wech-smelt Piij

Camers ende Piiij

uitgaven:

Er zijn twee uitgaven van deze tekst, die alleen verschillen in het impressum wat

betreft het uitgeversadres: ‘by de oude Beurse’ is via

(29)

24

een persvariant in een gedeelte van de oplage vervangen door ‘inde Druckerije’.

inhoud:

titelpagina

*1r

[blank]

*1v

Aen de achtbare, wijse, Godt-vruchtighe vergaderinghe, den Kercken-raet der Stadt Middel-burgh in Zeelandt, V.E.S.

[= Vrede En Salicheyt].

*2r-7v

Ad viros studiosos, præscriptio.

*8r-v

tekst van de Proverbia Salomonis.

Aj r-Pvij v

[blank]

Pviij

gecollationeerde exemplaren:

LEIDEN, UB: 1075 A 28.

= 1

Herkomst: Mij. Ned. Lett.

LEIDEN, UB: 1155 F 21.

= 2

MIDDELBURG, ZB: 1028 F 8.

= 3

Herkomst: David Passonier Az.; Collectie Meertens.

Opbouw: Blad P viij weggesneden.

variantenoverzicht:

buitenvorm *-katern: *1r (impressum):

= a

ex. 2 uitgeversadres: by de oude Beurse

=I

ex. 1, 3 uitgeversadres: inde Druckerije

=II

# Wijziging in het impressum via een persvariant in een deel van de oplage. De weinig elegante manier waarop ‘inde Druckerije’ aangebracht is, doet vermoeden dat ‘by de oude Beurse’ staat I is.

binnenvorm I-katern: Iiiij r (signering):

= b

ex. 2 Iiiij gesigneerd als Iiiiij

=I

ex. 1, 3 Iiiij correct gesigneerd

=II

# Correctie via persvariant (I -> II) van een foute signatuur.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(30)

commentaar:

Van deze eerste publikatie van De Brune, opgedragen aan de Middelburgse kerkeraad, bestaan twee uitgaven, die slechts verschillen in een via een persvariant aangebrachte wijziging in het impressum. Er zijn geen echt overtuigende argumenten aan te geven voor prioriteit van de ene uitgave boven de andere. Vergelijking van een aantal impressa van Simon Moulert (werkzaam 1597-1623) zou wellicht duidelijkheid kunnen brengen.

literatuur:

Le Long 1732-01, p. 771; De la Rue 1734-01, p. 21; De la Rue 1741-01, p. 42-43;

Cat. Bibl. Zeeuwsch Gen. 1883-01, p. 472; Von Winning 1921-04, I; Meertens

1943-02, p. 306-307, 395.

(31)

25

1002: titelpagina (ex. 1)

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(32)

26

1002

Proverbia, Of, De spreucken van Salomon: Nu eerst uyt de Hebreeusche in onse Neder-duytsche tale over-gheset, ende in alle duystere plaetsen uyt-gheleght, ende verklaert Door Iohannem de Brune I.C. [vignet] Tot Middelbvrgh, By Symon Moulert, Boeckvercooper woo-nende op den Dam, inde Druckerije. Anno 1619.

andere uitgave van: 1001

commentaar:

Dit is een andere uitgave van de Proverbia van hetzelfde jaar: alleen het uitgeversadres

is via een persvariant gewijzigd. Zie voor de beschrijving 1001.

(33)

27

1003: titelpagina (ex. 3)

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(34)

28

1003

De Grond-steenen Van een vaste Regieringe, Gheleyt End Wtgestelt Tot bericht end nuttigheyt van alle goede Vader-landers. Door I.D.B. I.C. Spe Et Metv. [vignet] Tot Middelbvrgh, [lijn] Gedruckt by Hans vander Hellen, voor Ian Pieterssen vande Venne, woonende op den hoeck vande nieuwe Burse, 1621.

2e dr.: 1053; zie ook 1013a 8

o

: *

a

A-M

8

[$5 (-*1, *2)]

104 bladen = p. [16] 1-192 (42 gepagineerd als 24, 79 als 49).

signatuurposities:

peert

*3

republijcke

*4

wy-water

*5

hy A

keeringhe A2

Heydensch A3

hebbende,sal A4

gelucksaligheyt A5

ghehult B

sonder B2

hemel hebben B3

gheluckigen B4

ghebeden B5

vertalen C

Alsoo verhaelt C2

Capenaten C3

Tonneelen, noch C4

gheslachte, door C5

gheopent D

ghegheven D2

palen niet D3

huyden-daechsche D4

stoutelick D5

het gene E

wercken E2

verhooght E3

Fransche Historien E4

hielden de E5

te F

ende visschen

F2

(35)

niet weder F3

meer dit F4

Godsalicheydt oock F5

daghelicx G

teerheyt G2

ons G3

Psalm verhaelen G4

dat eeuwelick G5

seer H

vergaderinghe H2

dwing-landers H3

dat sy H4

gheheylighde H5

Hare I

dwaes I2

Sisamenes I3

recht I4

van liefde I5

de K

eersuchtich, maer K2

dominatur K3

Tiberius K4

goets K5

ghehoorsaemheyt L

regieren L2

souden beschreven L3

menichte L4

onbequaem ghekent L5

treffelickste M

Groote?

M2

malcanderen M3

of toe M4

te wesen M5

inhoud:

titelpagina

*1r

Ons macht, ons landt, ons ste'en ghe-dreyght, ghevleyt, gesmeten:

gedicht van acht regels.

*1v

Toe-Eygeninge Aende Ver-eenighde Nederlanden, door I. de Brune.

*2r

Voorrede: Vriendelicke Leser, gunstighe Heeren, Medeburghers ende Land-ghenooten.

*2v

Voor-Reden.

*3r-*8v

tekst van De grond-steenen van een vaste regiering.

A1r-M8v

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(36)

29

gecollationeerde exemplaren:

AMSTERDAM, UB: 235 G 30.

= 1

Herkomst: I. M[eulman].

AMSTERDAM, UB-VU: 386.

= 2

'S-GRAVENHAGE, KB: 891 H 10 (olim: II C 106).

= 3

MIDDELBURG, ZB: 1028 F 2.

= 4

Herkomst: W.D.V.; Collectie Meertens.

LEIDEN, UB: 1227 G 52.

= 5

Herkomst: *...* 1640; Ex Bibliotheca Anselmi van den Bogaerde;

Mij. Ned. Lett.

Opbouwformule:   *

8

A-M

8

.

Inhoud:   = titelpagina (niet verschenen) druk 1629.

niet-gecollationeerde exemplaren:

KOPENHAGEN, KB: Sfv. I 373.

= 6

UTRECHT, Thomaasse-collectie: THO-RIJS 131-295.

= 7

variantenoverzicht:

buitenvorm *-katern: *1r (titelpagina):

=a

ex. 2-4 woonende op den hoeck,

=I

ex. 1 woonende op den hoec k,

=II

# Zetselschade: I -> II.

commentaar:

Uitgever Vande Venne besteedde de druk van dit werk uit aan de bekende

Middelburgse drukker Hans vander Hellen. Een tweede van een index voorziene, maar verder nauwelijks gewijzigde druk verscheen na de dood van De Brune in Gorinchem bij Paulus Vink.

Bij exemplaar 5 ‘is voor de reguliere titelpagina nog een titelpagina meegebonden, waarvan ik hieronder de tekst transcribeer:

De | Grond-steenen | Van een vaste Regieringe, | Geleyt end uyt-gestelt. | Tot bericht end nutticheyt van alle | goede Patriotten ende Vader-landers.

| Door Ioannis de Brune, I.C. | Spe Et Metv. | [vignet] | Middelbvrgh, | By

(37)

Zacharias Roman, Boeck-ver- | cooper, woonende inde Kerck-strate | inden vergulden Bybel, 1629. ||

Dit is niet het bewijs dat er ook werkelijk een editie 1629 verschenen is, maar dat de mogelijkheid van een tweede druk serieus is overwogen is het minste wat mag worden aangenomen.’ (De Kooker 1989-07). Zie ook 1013a.

literatuur:

De la Rue 1741-01, p. 43; Von Winning 1921-04, II[a]; Meertens 1943-02, p. 307, 395; WNT 1943-05; Sassen 1968-03; Van de Ketterij 1981-02; Van de Klashorst e.a. 1987-07, nr. 52; De Kooker 1989-07.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(38)

30

1004: titelpagina (ex. 1)

(39)

31

1004

Hemels-Feest, Ofte God-Vrvchtighe Roeringhen, Jn-ghevallen by ghelegentheyt van de betrachtinghe van Christi heylighe Maeltijdt. Spe Et Metu. [vignet] Tot

Middelburgh, Ghedruckt by Hans vander Hellen. 1621.

4

o

: A-B

i i i j

[$4 (-Aj)]

8 bladen; niet gepagineerd.

signatuurposities:

Heer, kom Aij

vader baren Aiij

water Aiiij

alleen B

hier stout Bij

duyvels Biij

voor-gaende Biiij

inhoud:

titelpagina Aj r

[blank]

Aj v

tekst van Hemels-Feest, Ofte God-vruchtighe roeringhen, Jn-ghevallen by ghelegentheyt van de betrachtinghe van Christi heilighe Maeltijdt.

Aij r-Biiij r

toegift in proza, ondertekend: I. De Brune.

Biiij r-v

gecollationeerde exemplaren:

'S-GRAVENHAGE, KB: 74 G 12

4)

.

= 1

Convoluut, waarin verder aanwezig: 1) D. Heinsius. Lof-sanck van Iesus Christus (1616); 2) Theod. Petrejus P. [= D.P. Pers]. Ionas de straf-prediker (1623); 3) Hemelryck (1621); 5) afschriften in manuscript van tal van gedichten van o.a. Anna Roemers.

LEIDEN, UB: 1228 A 70

2)

.

= 2

Herkomst: Mij. Ned. Lett.; N.J. Storm van 's-Gravesande.

Convoluut, waarin verder aanwezig: J. de Brune, Emblemata, 1661.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(40)

niet-gecollationeerde exemplaren:

HANNOVER, Niedersächsische Landesbibliothek, Waterloostra e 8, D-3000 Hannover-1: sign.: XXV 8

o

(4

o

) 203 (niet goed leesbaar: A/N?) 49.

= 3

commentaar:

Van dit avondmaalsgedicht, dat door Meertens qualitatief niet hoog aangeslagen wordt, is dit de enig bekende druk, uitgegeven door Vander Hellen te Middelburg.

Gaat het bij het niet-gecollationeerde ex. 3 om een andere druk? De omschrijving op de cataloguskaart luidt als volgt: ‘Hemelsfest ofte God-vruchtige Roeringhen, in-gevallen by gelegentheyt van de betrachtinghe van Christi heylighe Maeltijdt.

[Unterz.: J[an] de Brune] Nae de Copye ghedr. by vander Hellen 1621. o.O. u.J. [um 1621.] 8 Bl. 8

o

(4). 51 in [Acta publica et varia Hollandica 6.]’

literatuur:

De la Rue 1734-01, p. 21; De la Rue 1741-01, p. 43; Von Winning 1921-04, III;

Meertens 1943-02, p. 307, 395.

(41)

32

1005: titelpagina (ex. 5)

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(42)

33

1005

J. de Brune. Aen Mr. Willem Teellinck, Ghetrouwe man Gods, ende ware bedienaer van sijn Ghemeente; op dit selve Bouck.

In: Balsem Gileads Voor Zions VVonde. Voor-Ghestelt Door Willem Teellinck, Bedienaer des heyligen Evangeliums binnen Middelburgh in Zeelant. [drukkersmerk:

Waer.Het.Te.Vooren.Drooch.Geweest.Is:Daer.Svllen.Vivers.Syn.Esaia.35.] Tot Middelbvrgh, Gedruckt by Hans vander Hellen, voor Geeraert van de Vi-vere, wonende by de nieuwe Beurse, in de nieuwe Druckerie, 1622. Met Consent der E.

Heeren Burghemeesteren der Stadt Middelburgh.

2e tot en met 5e druk in: Zeeusche Nachtegael 1008, 1017, 1018 en 1038; 6e dr.:

1048; facsimile van 2e dr. in: 1107.

4

o

: ***4r-v

gecollationeerde exemplaren:

AMSTERDAM, UB: 417 F 27.

= 1

Herkomst: Remonstrantsche Kerk Amsterdam.

AMSTERDAM, UB-VU: XI 06105 (olim: Kw 602).

= 2

Convoluut, waarin verder aanwezig de volgende werken van W.

Teellinck: Treur-schrift (1622), Zephaniae (1623), Sampson (1625) en Tweede geestelijcke couranten (1626).

AMSTERDAM, UB-VU: XI 06106 (olim: KI 29; 713).

= 3

Herkomst: Dr. Abraham Kuyperstichting 's-Gravenhage.

MIDDELBURG, ZB: 1057 F 22.

= 4

UTRECHT, AB: E qu 442.

= 5

commentaar:

Dit gedicht is ook opgenomen in alle drukken van de Zeeusche Nachtegael; in de facsimile-editie van 1982 is de tekst gemakkelijk bereikbaar. Van de hand van Jacob Cats staat eveneens een lofdicht in het voorwerk van dit boek.

literatuur:

Meertens 1970-05, p. 2; Van Lieburg 1988-03, p. 79.

(43)

34

1006: titelpagina (ex. 7)

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(44)

35

1006

J. De Brune. Aen den Hoogh-gheleerden Heer Constantin Huygens, Op het uyt-gheven Van Syn Costelick Mal, Ende Haeghsche Voor-Hout.

In:                 , Satyra. Dat is, 't Costelick Mal. Aen De Heere Iacob Cats, Raedt ende Pensionaris der Stadt Middelburgh. Door Constantin Hvygens, Secretaris der Ghesanten van de Groot-moghende Heeren Staten Generael der vereenichde Nederlanden, jeghenwoordelick by den Coninck van groot Britaignen. [drukkersmerk:

Pictoribus Atque Poetis. T'Is Al Goet Wat Cunste Doet. Poesis. Pictura.] Tot Middelburgh, Gedruckt by Hans vander Hellen, voor Ian Pieterss. van de Venne, woonende by de nieuwe Beurse in de Schildery-winckel, Anno MDCXXII.

2e dr.: 1007; titeluitg. van 2e dr.: 1010; 3e dr.: 1019; 4e dr.: 1025; 5e dr.: 1026; 6e dr.: 1029; edities: 1071, 1074, 1075, 1076

4

o

: *3r-v.

gecollationeerde exemplaren:

AMSTERDAM, UB: IvN: 253 C 13 (olim: 51 F).

= 1

AMSTERDAM, UB: 951 D 53.

= 2

AMSTERDAM, UB: 2003 E 7.

= 3

AMSTERDAM, UB: 1489 D 1.

= 4

AMSTERDAM, UB-VU: 6 N 14a.

= 5

Convoluut, waarin ook aanwezig: C. Huygens. Hofwyck (1653) en Voor-hout (1622) en J. Westerbaen. Ockenburgh (1654).

ANTWERPEN, SB: C 1710.

= 6

'S-GRAVENHAGE, KB: 2116 B 21 (olim: 116 D 10).

= 7

LEIDEN, UB: 1199 B 1.

= 8

Herkomst: Mij. Ned. Lett.

MIDDELBURG, ZB: 1110 B 2

2

(olim: 292 A 21; 10 B 2).

= 9

Convoluut, waarin verder aanwezig: I. Cats. Tooneel van de mannelicke achtbaerheyt (1622) en C. Huygens. Voorhout (1622).

commentaar:

Dit gedicht op Huygens is ook opgenomen in latere drukken van Costelick Mal, inclusief de drukken die deel uitmaken van de Otia. Het gedicht komt niet voor in recente tekstedities van Huygens' tekst: de laatste maal werd het opgenomen in 1904.

Behalve van De Brune zijn drempeldichten opgenomen van F.C. [= Jacob Cats], I.

Luyt en I.A.F.

(45)

De drukgeschiedenis van dit gedicht betreft alleen de eerste twee drukken omdat geen onderzoek gedaan is naar de onderlinge relatie van de latere Otia-drukken:

1622 1e dr. in Costelick Mal

1623 = titeluitgave Otia 1625 2e dr. in Costelick Mal, 2e dr.

1634 3e dr. in Otia

1641 4e dr. in Otia

1643 5e dr. in Ledige uren

1644 6e dr. in Ledige uren

literatuur:

Eymael 1913-01; Kalff 1915-02; Von Winning 1921-04, IV; Meertens 1943-02, p.

313, 397.

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(46)

36

1007: titelpagina (ex. 10)

(47)

37

1007

J. de Brune. Aan den Hoogh-gheleerden Heer Constantin Huygens. Op het uyt-gheven van syn Costelick Mal, ende Haegsche Voor-hout.

In [uitgave 1623, *1r]:                 , Satyra. Dat is, 't Costelick Mal. Aen De Heere Iacob Cats, Raedt ende Pensionaris der Stadt Dordrecht. Door den hoogh-gheleerden Heer Constantin Hvygens. Tweede Drvck. Hier kan by-ghevoecht werden de

Zeeusche-Nachtegael, ende Tafereel van Sinne-Mall. [drukkersmerk: Pictoribus Atque Poetis. T'Is Al Goet Wat Cunste Doet. Poesis. Pictura.] Tot Middelburgh, [lijn] Gedruckt by Ian Pieterss. vande Venne, Cunst ende Boeckdrucker, woonende op den houck van de nieuwe Beurse in de Schildery-winckel, Anno 1623. Met Previlegie.

Of in [uitgave 1625, Q2r]: Otiorvm Lib. IV. [lijn] Der Ledige Vren van Constantin Hvygens Vierde Boeck. daer in 'tKostelick Mall ende 'tVoorhovt: Met weinigh meer.

Alles van den Zeewschen Druck, ende midsdien onoversien, onverbetert.

In [franse titel]: Constantini Hugenii Equitis Otia. Versus inopes rerum, nugæque canoræ. [fleuron] Constanter. [fleuron].

[titelpagina:] Constantini Hvgenii Equitis Otiorvm Libri Sex. Poëmata varij sermonis, stili, argumenti. Hagæ-Comitis, Typis Arnoldi Meuris. [lijn] M D CXXV.

2e dr.; 1e dr.: 1006; titeluitg. van 2e dr.: 1010; 3e dr.: 1019; 4e dr.: 1025; 5e dr.:

1026; 6e dr.: 1029; edities: 1071, 1074, 1075, 1076 4

o

: *3r-v.

uitgaven:

Er zijn twee uitgaven, een van Vande Venne in Middelburg van 1623 en een in het vierde deel van Huygens' Otia uit 1625. Het voorwerk van de eerste uitgave met daarin het gedicht van De Brune is in de tweede soms niet opgenomen.

gecollationeerde exemplaren:

AMSTERDAM, UB: 454 D 3.

= 1

opbouw: *1 gecancelled door Q2.

AMSTERDAM, UB: 1354 B 11.

= 2

opbouw: *1 gecancelled door Q2.

AMSTERDAM, UB: 2456 A 17.

= 3

opbouw: *1 gecancelled door Q2.

AMSTERDAM, UB-VU: XH 00020.

= 4

AMSTERDAM, UB-VU: XH 00036.

= 5

Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie

(48)

Herkomst: Mr. H. Bos.

Convoluut, waarin ook aanwezig: Theod. Petreum Pers. Tranen Iesu Christi (1625).

ANTWERPEN, SB: C 41256.

= 6

Herkomst: Geschenk Dotatiefonds Veiling v.d. Corput No. 2367 ƒ13,-.

opbouw: *1 gecancelled door Q2.

ANTWERPEN, SB: C 202906.

= 7

opbouw: voorwerk 1623 verwijderd: gedicht van De Brune dus niet aanwezig.

GRONINGEN, UB: EE e 3.

= 8

opbouw: *1 gecancelled door Q2.

HAARLEM, SB: 76 C 4 (olim: D II 149).

= 9

HEEMSTEDE: ex. M.A. Schenkeveld-Van der Dussen.

=10

Convoluut, waarin verder aanwezig: J. Cats. Self-stryt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

42 Alles wat zich op de BUIK (= gachown) voortbeweegt, en alles wat op VIER (= arba) poten gaat, tot alles wat VELE (= rabah) poten heeft, van alle KRUIPENDE (= sharats)

[r]

Overeind trekken liet ze zich ook graag, liefst zonder een onsje mee te geven, en als ze zich dan niet meteen weer liet vallen, zei ze: ‘Jij moet maar lopen,’ en dan sloeg ze haar

‘Ik heb me voorgenomen om altijd achter mijn kinderen te staan, om een vader te zijn op wie ze altijd kunnen terugvallen: een vader zonder autoriteitenvrees, één die zich niet zoals

De geen die dit doen, beelden hun zelven in, dat het met lezers, even als met reizers, toegaat, wien 't gevoelen van de weg, door de tekens daar de mylen meê afgezet zijn, zoetelik

De materie is dan oud, ende eens anders, het fatsoen is nieuw en mijne; in somme, nieuwe wijn, maer oude leer-zacken, daer mede ick meer getracht hebbe andere en veerdigher geesten

‘Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’... een dienst bewijst. Ik wacht nu op een brief van jou voor ik me hierover een opinie vorm, en in

- In 1644 wordt hij secretaris van de Staten, zoals vermeld staat op het titelblad van zijn bewerking met commentaar van ‘Salomons Hoogh-lied’, die in dat jaar wordt uitgegeven; wie