• No results found

De brief gaat onder meer bij Hoofdpunten financiële verslaglegging in op enkele aspecten van de jaarrekening 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De brief gaat onder meer bij Hoofdpunten financiële verslaglegging in op enkele aspecten van de jaarrekening 2016"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij dhr. W.L. Pardijs, telefoonnummer (026) 359 94 02 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2016-250 Arnhem, 9 mei 2017 Zaaknr. 2017-006421

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenleden mw. A. Lewe en dhr. P. Kusters (SP) over Jaar- rekening Alliander 2016 en Statenbrief ABF AvA Alliander op 5 april 2017

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van de statenleden mw. A. Lewe en dhr.

P. Kusters toekomen.

Inleiding

Op dinsdag 4 april plaatste u om 17 uur de statenbrief ABF - Algemene vergadering van Aandeelhou- ders Alliander NV op 5 april 2017 (PS2017-205) op de website van de provincie. De brief gaat onder meer bij Hoofdpunten financiële verslaglegging in op enkele aspecten van de jaarrekening 2016. U heeft ingestemd met de jaarrekening 2016.

De jaarrekening roept echter verschillende, dringende vragen bij ons op. Wij zien graag, bij voorkeur uiterlijk 9 mei a.s., uw antwoorden hierop tegemoet, zodat een en ander in commissie ABF, 10 mei a.s., besproken kan worden en vervolgens meegenomen naar de Statenvergadering op 24 mei.

Vraag 1:

Heeft u kennisgenomen van het verlies van Alliander van € 67 miljoen in het segment “overig”?

Antwoord:

Ja.

Vraag 2:

Is het u bekend dat Alliander ook in voorgaande jaren forse verliezen heeft geleden in dit segment (in 2015 € 50 miljoen)?

Antwoord:

Ja. Alliander maakt dit jaarlijks inzichtelijk in haar jaarverslag.

Vraag 3:

Welke activiteiten vallen onder de categorie overig?

Antwoord:

Ontleend aan het jaarverslag 2016 van Alliander (blz. 73) betreft het segment “Overig” het geheel van de overige (operationele) segmenten binnen de Alliander-groep, zoals de activiteiten van Liandon, Stam, Alliander AG, Kenter, Allego, Duurzame Gebiedsontwikkeling, nieuwe activiteiten, de stafdien- sten, IT en service-units.

Bij nieuwe activiteiten (start-ups) gaat het om bedrijfsactiviteiten, die passen bij de strategie van het bedrijf en invulling geven aan hun rol in de transitie naar een duurzamer energiesysteem. Voorbeel- den hiervan zijn Energy Exchange Enablers, Smart Society Services, Locol en Zown.

Overigens is in voornoemd jaarverslag (blz. 198/199) een totaaloverzicht opgenomen van de dochter- ondernemingen en deelnemingen van Alliander.

(2)

2 Vraag 4:

Welke activiteiten, vallend onder de categorie overig, zijn winstgevend en welke verlieslatend en in welke mate?

Antwoord:

Wij beschikken niet over de onderliggende cijfers van het segment “Overig” en evenmin over de be- haalde bedrijfsresultaten van dochterondernemingen.

Zoals uit de beantwoording van vraag 3 blijkt, bestaat een deel van het segment “Overig” uit stafdien- sten IT en service-units (overhead). Alliander heeft ons desgevraagd medegedeeld dat het behaalde bedrijfsresultaat in 2016 voor deze onderdelen is uitgekomen op een bedrag van -/- € 16 miljoen.

Voorts heeft Alliander ons medegedeeld dat de andere activiteiten in het segment “Overig” plaatsvin- den in concurrentie met derden en om die reden geen inzage wordt gegeven in deze bedrijfsvertrou- welijke informatie. Slechts in de situatie dat de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) daarom zou verzoeken, maakt Alliander een uitzondering door de gevraagde gegevens, vertrouwelijk en met de waarborgen die de toepasselijke wetgeving biedt, ter beschikking te stellen.

Wij kunnen dit standpunt van Alliander billijken voor zover het om concurrentiegevoelige informatie gaat.

Vraag 5:

Welk impact heeft dit verlies van € 67 miljoen gehad op de kosten per burger?

Antwoord:

De tarieven die netbeheerders, zoals Liander, in rekening mogen brengen bij de gebonden klant staan onder toezicht van de ACM. De ACM is ook de instantie die de maximumtarieven per netbeheerder bepaald. De kosten die onderdeel vormen van het segment “Overig” blijven buiten de reguleringssys- tematiek en worden dus niet in de tarieven doorberekend. Vanuit die invalshoek heeft het resultaat in het segment Overig dan ook geen impact gehad op de kosten per burger.

Vraag 6:

Welke stappen gaat Alliander ondernemen om ervoor te zorgen dat de activiteiten in 2017 niet langer verlieslatend zullen zijn?

Antwoord:

Zoals wij ook in onze beantwoording van mondelinge vragen van de SP-fractie, gesteld in de Staten- vergadering van 25 januari 2017, tot uitdrukking hebben gebracht is Alliander – mede gelet op de energietransitie - zich bewust van haar rol op terreinen die zich bevinden op het snijvlak van publiek en privaat ondernemen. Vanuit dat bewustzijn ontplooit Alliander geen ondoordachte activiteiten. De energietransitie is naar onze overtuiging gebaat bij een proactieve houding van netbeheerders en netwerkbedrijven. Alliander is in haar sector een koploper en dankzij de daar aanwezige kennis en kunde zijn zij als geen ander in staat om de juiste inschattingen te maken om onze energievoorziening betaalbaar, betrouwbaar en voor eenieder onder gelijke condities toegankelijk te houden. Daarbij ho- ren ook keuzes die waardevol zijn aan de missie en de strategie van de onderneming maar tegelijker- tijd niet morgen al terugverdiend kunnen worden. Die ondernemersfilosofie past ook prima bij een privaat bedrijf waarvan de aandelen in handen zijn van publieke organen.

Deze wijze van opereren van Alliander brengt met zich mee dat het segment “Overig” een negatief bedrijfsresultaat kent en onze verwachting is dat dit ook in 2017 het geval zal zijn. Vanuit onze aan- deelhoudersrol blijven wij alert op de rentabiliteit van de onderneming in z’n totaliteit.

In dit verband merken wij nog het volgende op.

Sedert de vorming van Alliander in 2009 heeft het bedrijf een stabiele groei doorgemaakt. Binnen de marges van wet- en regelgeving en het toezicht van ACM, zijn er jaarlijks goede resultaten geboekt.

Dat geldt ook op het financiële vlak. Zowel het eigen vermogen als de solvabiliteit is gestaag gegroeid.

Op die resultaten kan het bedrijf trots zijn, maar vanuit onze rol van aandeelhouder zijn wij dat evenzo.

(3)

3 Vraag 7:

Deelt u onze analyse dat de verliezen komen door investeringen in de energietransitie? Zo ja, waar- om, zo nee waarom niet?

Antwoord:

Het is correct dat een deel van uitgaven in het segment “Overig” gerelateerd kunnen worden aan ver- anderingen als gevolg de energietransitie.

Vraag 8:

De winst uit de gewone bedrijfsvoering is drastisch verlaagd. Zelfs zodanig dat het bedrag dat in de meerjarenbegroting van Gelderland als dividend is opgenomen (€ 33 miljoen) niet gehaald zal worden.

Bent u met ons van mening dat dit vermeld zou moeten worden? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet?

Antwoord:

De verlaging van de operationele winst komt door dalende prijzen als gevolg van reguleringsmaatre- gelen van de Autoriteit Consument & Markt. In de reguleringsmethodiek voor 2017 zit nog een verre- kening van een aantal kostencomponenten uit het verleden die positief uitwerken op de operationele winst over het boekjaar 2017. Dat is ook gemeld in de aandeelhoudersvergadering. Jaarlijks bezien wij of er aanleiding bestaat tot bijstelling van de raming en voor de dividendontvangst in 2018 hebben wij (nog) geen aanleiding om de raming van € 32,5 miljoen bij te stellen.

Vraag 9:

Bent u het er mee eens dat een bedrijf met publieke aandeelhouders transparant moet zijn over de resultaten van haar activiteiten? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja. Het jaarverslag 2015 van Alliander heeft de Kristalprijs in het kader van de Transparantiebench- mark en de Henri Sijtfhoff-prijs gewonnen. Die prijzen zijn naar onze mening een bevestiging van het feit dat Alliander de noodzakelijke transparantie betracht.

Vraag 10:

Bent u met ons eens dat door middel van het financiële jaarverslag er te weinig controle uitgevoerd kan worden op de verschillende experimenten van Alliander? Zo nee, waarom, zo ja op welke manier zou dat wel kunnen gebeuren?

Antwoord:

Nee. Hetgeen in de vraag wordt geduid met “experimenten” zien wij als reguliere (bedrijfsvoe-

rings)taken van Alliander en het toezicht hierop berust bij de Raad van Commissarissen (RvC) van de RvC verwachten wij dat zij het bestuur van de vennootschap zo nodig wijzen op een eventueel aan- wezige statutaire rol van de algemene vergadering van aandeelhouders.

Vraag 11:

Bent u met ons eens dat bij een geleidelijke verbreding van de kerntaak van Alliander dit ook in de Staten besproken dient te worden? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Naar onze mening is er geen sprake van een geleidelijke verbreding van de kerntaak van Alliander.

Netbeheer is dè kerntaak en blijft dat ook. Liander, een 100% dochteronderneming van Alliander, is belast met deze kerntaak. De activiteiten van Liander behelzen ongeveer 95% van de omzet van Alliander.

Alle verdere activiteiten die binnen de holding Alliander worden ontplooid beogen direct of indirect van meerwaarde te zijn voor het huidige en toekomstige netbeheer dan wel beogen de energietransitie en de verduurzaming van de energievoorziening te faciliteren.

(4)

4

Deze proactieve opstelling beoordelen wij positief en het type van activiteiten dat Alliander ontplooit past binnen de statutaire doelstellingen van de vennootschap. In die situatie is dan ook geen specifie- ke betrokkenheid van de aandeelhouders (Algemene vergadering van Aandeelhouders).

Slechts in situaties dat er sprake is van een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap (o.m. investeringen van > € 50 miljoen) is er een statutaire rol voor de aandeel- houders weggelegd. Dat was enkele jaren geleden het geval bij de beoogde grootschalige concessie- verwerving in Duitsland en dat onderwerp is ook besproken in uw Staten.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

rapportage 2018 VTH) Verzocht wordt kennis te nemen van de bijgevoegde rapportages 'Vier maandelijkse rapportage 2018 VTH' en 'Acht maandelijks rapportage 2018 VTH' en

In het nieuwe beleid wordt verduidelijkt dat de periodieke vergoedingen voor leningen die onder International Financial Reporting Standards (IFRS) als eigen vermogen

Vanaf oktober 2020 voert Alliander gesprekken met het Grootaandeelhoudersoverleg (overleg met vertegenwoordigers van grootaandeelhouders) om nader te verkennen hoe groot

Samen met de leden van het Grootaandeelhoudersoverleg heeft Alliander onderzocht op welke wijze de eigen vermogenspositie kan worden versterkt met oog voor het belang van

Tevens leggen wij verantwoording af over het bestuur van de openbare school/scholen in uw gemeente, die u aan ons heeft overgedragen.. Uiteraard zijn wij graag bereid om

• De speerpunten benoemd in uitvoeringsprogramma integraal jeugdbeleid gemeente Asten 2014-2017 voor de periode van 2016 zijn uitgevoerd dan wel in gang gezet op 31 december 2016..