1/3
Advies nr. 179/2019 van 29 novembre 2019
Betreft: Ontwerp van Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3 en 44 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de registers in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep, de herzieningen inzake onroerende bedrijfsmiddelen en de niet- proportionele fiscale geldboeten met betrekking tot overtredingen inzake de verplichting tot indiening van de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen en de lijst bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992 ("koninklijk besluit 3") (CO-A-2019-199).
De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna "de Autoriteit");
Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26 (hierna “WOG”);
Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (hierna "AVG");
Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG");
Gelet op de adviesaanvraag van de Vice-eerste Minister en de Minister van Financiën, Alexander De Croo, ontvangen op 30/10/2019;
Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 05/11/2019;
Advies 179/2019 - 2/3
Gelet op het verslag van mevrouw Alexandra Jaspar, Directeur van het Kenniscentrum van de Gegevensbeschermingsautoriteit;
Brengt op 29 november 2019 het volgend advies uit:
I. ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG
1. De Minister van Financiën (hierna "de aanvrager") wenst het advies van de Autoriteit over hoofdstuk 1 van het ontwerp Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3 en 44 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep, de herzieningen inzake onroerende bedrijfsmiddelen en de niet-proportionele fiscale geldboeten met betrekking tot overtredingen inzake de verplichting tot indiening van de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen en de lijst van de intracommunautaire leveringen vannieuwe vervoermiddelen (hierna "het ontwerp van koninklijk besluit").
2. Dit hoofdstuk 1 heeft als doel de wijziging van het KB nr. 1 van 29/12/1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep als bedoeld in artikel 12 ter van het btw-wetboek.
Deze wijzigingen volgen op de invoering in de Belgische wetgeving van het btw-stelsel inzake vereenvoudiging van de voorraden op afroep, dat de betrokken belastingplichtigen verplicht tot het bijhouden van een boekhouding overeenkomstig artikel 54bis, §1, lid 3 en 4 van het btw-wetboek.
II. Onderzoek
3. Het doel van het verplicht bijhouden van de registers waarnaar wordt verwezen, wordt vermeld in artikel 54 bis WBTW. Dit om de BTW-administratie in staat te stellen na te gaan of de specifieke BTW-regeling op de verkoop van voorraden op afroep correct wordt toegepast. Deze specifieke regeling vereist dat overdrachten van goederen die onder deze regeling worden verkocht, traceerbaar zijn.
4. De categorieën gegevens die in deze registers moeten worden opgenomen, zijn nauwkeurig bepaald in het nieuwe artikel 54 bis van Verordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 tot vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. Dit
. . . . . .
Advies 179/2019 - 3/3
ontwerp van koninklijk besluit regelt dit punt door middel van een verwijzing naar artikel 54bis.
Daarbij heeft de Autoriteit geen specifieke opmerkingen.
5. Wat de termijn voor het bijhouden van deze registers betreft, bepaalt artikel 60, § 4, lid 1, WBTW dat deze gedurende zeven jaar moeten worden bewaard.
OM DIE REDENEN, de Autoriteit
Is van oordeel dat het ontwerp van Koninklijk besluit dat voor advies is voorgelegd geen bijzondere opmerkingen oproept.
(get.) Alexandra Jaspar
Directeur van het Kenniscentrum