• No results found

Iedereen gelijk voor de werkloosheid?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Iedereen gelijk voor de werkloosheid?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Iedereen gelijk voor de werkloosheid?

20 December 2005

Sinds 2000 neemt het risico op langdurige werkloosheid voor elke nieuwe cohorte van ingestroomde werklozen toe. In de onderstaande figuur drukken we het risico op langdurige werkloosheid uit in de vorm van een restpercentage dat weergeeft hoeveel procent van de nieuw ingestroomde werklozen na 12 maanden nog steeds en ononderbroken werkloos is.1 Van de nieuw ingestroomde werklozen in 2000 was 14,6% na 12 maanden nog steeds en ononderbroken werkloos. Anno 2003 is het restpercentage opgelopen tot 21,1%. Van de personen die in 2003 werkloos werden, stroomde met andere woorden een op de vijf in de langdurige werkloosheid (>12 maanden). Tijdens deze periode van neerwaartse conjunctuur neemt het risico op langdurige werkloosheid beduidend toe.

Kijken we in de onderstaande tabel naar de personen die in 2003 werkloos werden, dan krijgen we nogmaals een aanduiding van de risicopositie van bepaalde kansengroepen op de arbeidsmarkt: ouderen, laaggeschoolden en inwoners met een nationaliteit van buiten de Europese Unie lopen het hoogste risico op langdurige werkloosheid.

Van de 242 500 personen die in 2003 in de werkloosheid stroomden, blijft er zoals gezegd 21,1% minstens 12 maanden ononderbroken werkloos. Bij de vrouwen (22,1%) ligt het restpercentage iets hoger dan bij de mannen (20,1%), al is het man-vrouwverschil relatief beperkt.

Naar leeftijd geldt dat hoe ouder de werklozen bij instroom waren, hoe hoger het risico op langdurige werkloosheid. De jongeren vormen weliswaar de grootste groep van instromers (100 800 personen), maar zij stromen ook relatief het snelst uit en hebben bijgevolg de kleinste kans om langdurig werkloos te blijven. Op een restpercentage van 13,1% na stromen alle min-25-jarigen binnen een tijdspanne van 12 maanden uit de werkloosheid. Bij de ouderen doet zich het omgekeerde voor: vijftigplussers zijn de kleinste groep van instromers, maar het restpercentage ligt bij hen beduidend hoger. Bijna 39% van de 15 300 vijftigplussers die in 2003 werkloos werden, blijft minstens 12 maanden ononderbroken werkloos.

Van de bijna 100 000 laaggeschoolde instromers in 2003 blijft 28,2% minstens 12 maanden werkloos. In vergelijking met de hooggeschoolden die na 12 maanden een restpercentage van 13,4% laten optekenen is dat ongeveer dubbel zo hoog. Naar nationaliteit zijn het duidelijk de inwoners met een nationaliteit van buiten de Europese Unie die de hoogste restpercentages laten optekenen: 35,7% onder hen blijft minstens 12 maanden ononderbroken werkloos.

(2)

Meer informatie vindt u in hoofdstuk 4 ’Iedereen gelijk voor de werkloosheid?’, in het Jaarboek over de arbeidsmarkt in Vlaanderen, editie 2005.

_______________

1 Het restpercentage duidt op werklozen die 12 maanden na het instroommoment nog steeds werkloos zijn en tijdens de referentieperiode geen werkloosheidsonderbreking van minstens twee maanden kenden.

© Steunpunt WSE - Parkstraat 45 bus 5303 - 3000 Leuven

T: +32 (0)16 32 32 39 | F: +32 (0)16 32 32 40 | steunpuntwse@econ.kuleuven.be Creatie: Kunstmaan - Smartlounge

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze toename kan zowel worden waargenomen in de populatie uit een EU-land als in de populatie van buiten de EU, aangezien beide populaties ongeveer zijn

Dit is een tendens die al drie jaar aan de gang is: sinds begin 2003 stijgt het aantal zeer langdurig werkloze vijftigplussers bijna ononderbroken met enkele honderden personen

In het kader van een verkrijgingsprocedure door verklaring moet een verzoeker met een wettelijk verblijf van meer dan 5 jaar die geen job kan hebben of economische activiteit

Een duidelijk verplicht omschreven motivatie, waarin de noodzaak om kandidaat bij deze specifieke werkzaamheden in te zetten wordt toegelicht dient op de volgende pagina te

[r]

[r]

[r]

[r]