• No results found

HUF-toets ontwerpbesluit wijziging BTIV inzake vereenvoudiging markttoets en erfpacht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HUF-toets ontwerpbesluit wijziging BTIV inzake vereenvoudiging markttoets en erfpacht"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 1 van 2

Inspectie Leefomgeving en Transport

Autoriteit woningcorporaties Graadt van Roggenweg 500 3531 AH Utrecht

Ons kenmerk ILT-2019/33148

> Retouradres 3531 AH Utrecht

Datum 19 juli 2019

Betreft Resultaten HUF-toets ontwerpbesluit wijziging BTIV inzake vereenvoudiging markttoets en erfpacht

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) heeft op verzoek van de directeur-generaal Bestuur Ruimte en Wonen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en

Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) uitgevoerd op het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) inzake de vereenvoudiging van de markttoets en erfpacht.

Met dit ontwerpbesluit wordt het BTIV in lijn gebracht met de vereenvoudiging van de markttoets, zoals vormgegeven in de Wet maatregelen middenhuur. Zo wordt de goedkeuringsprocedure voor het uitvoeren van niet-DAEB-activiteiten verder vereenvoudigd. Ook worden nadere regels gesteld inzake eeuwigdurend afgekochte erfpacht. Deze wijzigingen moeten ervoor zorgen dat woningcorporaties gemakkelijker gewenste investeringen in het middenhuursegment kunnen doen.

De Aw heeft de volgende opmerkingen bij dit ontwerpbesluit in het kader van handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudegevoeligheid:

1. De wijzigingen betekenen een lastenverlichting voor zowel de corporaties als de Aw en WSW. Dit komt mede doordat de volkshuisvestelijke toets van de Aw in de goedkeuringsprocedure komt te vervallen. Vanuit toezicht blijft de eis dat de niet-DAEB-werkzaamheid ten gunste moet komen aan de DAEB-werkzaamheden wel gelden op grond van artikel 45, lid 4

Woningwet. Voor de handhaafbaarheid heeft dit dus wel tot gevolg dat de toets pas aan de achterkant plaatsvindt (nadat de goedkeuring is

verleend). Hier kan een risico in zitten aangezien de Aw dan niet of pas op een later moment kan constateren dat de uitvoering van niet-DAEB- activiteiten door een corporatie mogelijk niet voldoet aan de regelgeving.

2. Op grond van de huidige regelgeving (artikel 41 sub i BTIV) is geen goedkeuring vereist voor niet-DAEB-activiteiten die bestaan uit

herstructurering die in hoofdzaak plaatsvindt op grond die vóór 1 januari 2015 door de toegelaten instelling is verworven of aan de toegelaten instelling in erfpacht is uitgegeven. In het ontwerpbesluit is de zinsnede “in

(2)

Inspectie Leefomgeving en Transport

Autoriteit woningcorporaties

Datum 19 juli 2019 Ons kenmerk ILT-2019/33148

Pagina 2 van 2

hoofdzaak” niet meer opgenomen. Wij voorzien dat deze wijziging in de praktijk de nodige verwarring kan opleveren.

3. De Aw verwacht dat deze wijziging per saldo geen effect heeft op haar inzet.

4. De Aw ontvangt graag de definitieve tekst van het besluit en wordt graag op de hoogte gehouden van de reactie op bovenstaande opmerkingen en de datum van inwerkingtreding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij toepassing van de residuele methode is een aantal aspecten niet voldoende scherp gedefinieerd wat tot problemen in de uitvoering van de beleidsregel kan leiden voor de Aw.

Met de voorgestelde wijziging in de tweede nota beperkt het reglement zich tot alleen de toegelaten instelling. Daarmee is er minder grip op de risico’s die de toegelaten instelling

Met de wijziging onder onderdeel A, U, V en W van het Besluit worden collegiale leningen aan andere toegelaten instellingen (weer) mogelijk gemaakt.. Zoals in de toelichting

In diezelfde reactie heeft u aangegeven dat de corporatie bij minder dan 50% bezetting door vluchtelingen een verklaring van de gemeente moet overleggen dat de gemeente wel

1) In de toelichting op het amendement staat dat het wetsvoorstel op grond van artikel 7:271, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van een woonruimte voor zover

Het vervallen van de zienswijze van de gemeente voor de vervreemding van geliberaliseerde woningen stuit bij de Aw niet op bezwaren, anders dan het hierboven genoemde punt ten

“administratie” laten teveel ruimte voor interpretatie en moeten scherper af- gebakend worden om te voorkomen dat corporaties dit ‘creatief’ invullen. In ieder geval zou

voor de duidelijkheid te vervangen door “bij aanvang van de verhuur”, zoals ook wordt gesteld in de Nota van Toelichting in paragraaf 2.2. 2) Artikel 53b lid 1 sub c: de