• No results found

Veldonderzoeken naar private activiteiten in het onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veldonderzoeken naar private activiteiten in het onderwijs"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Publieksversie implementatieplan ontwikkeling toezicht private activiteiten

Inspectie van het Onderwijs, 2012 Pagina 1 van 2

Veldonderzoeken naar private activiteiten in het onderwijs

Dit is een publieksversie van het implementatieplan van het ministerie van OCW voor de ontwikkeling van het toezicht op private activiteiten in het gehele

bekostigde onderwijs. Achtereenvolgens gaan we in op private activiteiten in het onderwijs, de veldonderzoeken in 2013 en 2014 en overige toezichtactiviteiten rondom private activiteiten.

Private activiteiten in het onderwijs

Publiek bekostigde onderwijsinstellingen worden gestimuleerd om naast het verzorgen van onderwijs ook ruimte te zoeken voor activiteiten die in het verlengde daarvan staan en die een duidelijke meerwaarde hebben. Dit zijn zogenoemde private activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn contractonderwijs, kinderopvang, verhuur van lokalen, leerbedrijven, detachering, enzovoort.

De inspectie beschouwt private activiteiten in de veldonderzoeken als volgt: alle activiteiten en taken van onderwijsinstellingen die worden uitgevoerd naast het verzorgen van bekostigd onderwijs en bijdragen aan de kerntaak van de

onderwijsinstelling. Dit kunnen activiteiten en taken zijn die (deels) worden uitgevoerd met privaat geld of activiteiten die in concurrentie met de markt worden uitgevoerd. Met ingang van 2012 houdt de inspectie ook toezicht op private activiteiten van onderwijsinstellingen in het bekostigde primair en voortgezet onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs en in het hoger onderwijs.

Inventariserende veldonderzoeken

Aanleiding

De aandacht voor private activiteiten in het onderwijs neemt toe. Alleen al

daarom is het van belang dat de inspectie inzicht krijgt in de aard en omvang van deze activiteiten en mogelijke gevolgen hiervan voor het bekostigde onderwijs.1 Om zich een goed beeld te kunnen vormen van de huidige private activiteiten voert de inspectie in 2013 en 2014 inventariserende veldonderzoeken uit.

Doel

De veldonderzoeken moeten inzicht geven in de aard van private activiteiten, motieven en ontstaansachtergrond en de omvang van de activiteiten, waarbij de inspectie ook inventariseert of er ongewenste risico’s optreden. Hierbij heeft de inspectie oog voor private activiteiten die een duidelijke meerwaarde hebben voor het onderwijs en voor activiteiten die als ‘best practice’ kunnen dienen voor andere instellingen.

Een bijkomend doel van de veldonderzoeken is eventuele knelpunten in de huidige kaders in beeld te brengen, waarmee de inspectie kan bijdragen aan beleidsvorming door het ministerie.

1 Algemene Rekenkamer (2012). Publieke organisaties en private activiteiten, Den Haag

(2)

Publieksversie implementatieplan ontwikkeling toezicht private activiteiten

Inspectie van het Onderwijs, 2012 Pagina 2 van 2

Afbakening

De veldonderzoeken zijn gericht op private activiteiten en taken die plaatsvinden onder het bevoegd gezag van bekostigde onderwijsinstellingenin het primair en voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Buiten het toezicht op private activiteiten blijven:

• privaat gefinancierde onderwijsinstellingen, zoals: LOI, Luzac, IVA, Schoevers, NCOI, Universiteit Nyenrode;

• instellingen waarbij onderwijs een beperkt of ondergeschikt aspect is, zoals academische ziekenhuizen, (jeugd)opvang en detentie,

zorginstellingen.

Uitvoering

De inspectie bekijkt eerst de informatie die al beschikbaar is, zoals

jaarrekeningen en websites van onderwijsinstellingen. Bij een representatief deel worden de activiteiten ook ter plaatse geïnventariseerd. Waar mogelijk sluiten we daarbij aan bij ander lopend onderzoek van de inspectie.

Aan de hand van gesprekken in het veld inventariseert de inspectie waarom bestuurders private activiteiten uitvoeren. Naast onderwijskundige, juridische, economische, bestuurlijke en maatschappelijke motieven kunnen ook het

instellingsimago en persoonlijke motieven een rol spelen. De inspectie betrekt bij haar inventarisatie ook de knelpunten, lacunes en onvolkomenheden in de huidige kaders en regelgeving, zoals die worden ervaren door bestuurders en andere betrokkenen.

De onderwijsinstellingen die we selecteren voor de veldonderzoeken worden hierover van tevoren geïnformeerd. Ook de koepelorganisaties worden geïnformeerd en betrokken in de (voorbereiding van) veldonderzoeken. De

veldonderzoeken zijn een onderdeel van het jaarwerkplan 2013 van de inspectie.

Overige toezichtactiviteiten rondom private activiteiten

Tijdens de uitvoering van veldonderzoeken zal de inspectie waar nodig risico’s van private activiteiten sectorbreed onder de aandacht brengen. Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen vragen over private activiteiten aan de inspectie voorleggen.

Zoals bij alle onderzoeken van de inspectie geldt ook tijdens inventariserende veldonderzoeken dat er aanwijzingen aan het licht kunnen komen dat de rechtmatigheid in het geding is of dat er sprake is van grote risico’s voor het onderwijs. In die gevallen zal de inspectie afzonderlijk onderzoek verrichten, wat kan leiden tot handhaving.

De inspectie kondigt afzonderlijke onderzoeken naar rechtmatigheid bij een individuele instelling expliciet aan. De rapporten daarover worden op de gebruikelijke wijze behandeld en openbaar gemaakt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van scholen in het primair onderwijs, de afdelingen in het voortgezet onderwijs en de opleidingen in het bve die kwalitatief zeer zwak zijn of (bve) onvoldoende

Om zich een goed beeld te kunnen vormen van de huidige private activiteiten voert de inspectie in 2013 en 2014 inventariserende veldonderzoeken uit naar private activiteiten

In het kader van het risicogerichte toezicht onderzoeken we ook de zogenaamde B3- scholen: scholen voor primair en voortgezet onderwijs die niet door de overheid worden

Om ervoor te zorgen dat de inspectie een beeld heeft van de kwaliteit van het onderwijs op elke onderwijsinstelling in Nederland, wordt elke school in het primair en

Deze instellingen zijn scholen voor primair en voortgezet onderwijs, onderwijslocaties waar uitsluitend Nederlandse taal en cultuur wordt gegeven en instellingen

bekostigingsgegevens alsmede inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van de door de instellingen gevoerde leerlingenadministratie. Deze gegevens zijn door de scholen via

Onze centrale vraag in deze onderzoekslijn is daarom: welke verklaringen zien we in de praktijk voor de verschillen tussen scholen in de gemiddelde prestaties van leerlingen in

De inspectie ziet namens de minister van EZ toe op de kwaliteit van het onderwijs op alle onderwijsinstellingen die in Nederland groen onderwijs verzorgen, met als centrale vraag