Rassen
F1 & F2
Eenvoudige koninginnenteelt
Webinar Koninginnenteeltcommissie 26 januari 2021
Marie José Duchateau
Nieuwsbrief 16/12/2020
westerse honingbij Apis mellifera
Geografische rassen
(ondersoorten) :
Verschillende gebieden
Uiterlijk en genetisch verschillend
Kunnen onderling
paren
Apis m. mellifera zwarte bij
Apis m. ligustica gele bij/ligustica
Apis m. carnica
grijze bij/carnica
Tijdens de laatste ijstijd tot 10.000 jaar geleden waren er geen honingbijen ten noorden van de Alpen
Koel, vochtig klimaat
Contrastrijk klimaat met kou en warmte
Warm, stabiel klimaat 8.000 jaar
Mari van Iersel. Maandblad voor imkers oktober 2006 op basis van Ruttner , 1992
Apis m. mellifera zwarte bij
Apis m. ligustica gele bij/ligustica Apis m. carnica
grijze bij/carnica
1622
Noord Amerika 1859
Na 1600 verspreiding van honingbijen door de mens over de hele wereld, maar ook binnen Europa vanaf 1850
1853
latere ontwikkeling
snelle weersaanpassing
defensief gedrag
vroege ontwikkeling
zachtaardig
raatvast
grote volken die blijven broeden,
zachtaardig
zwermtraag
In Nederland na 1850 invoer van ligustica en carnica waardoor vergaande hybridisatie van de zwarte bij .
Citaat uit De wonderen van het bijenvolk van Ootmar, 1917:
“Zoo goedaardig als het zuiver ras is, zoo steeklustig zijn de bastaarden, iets wat van meerdere
kruisingen gezegd kan worden”.
Broeder Adam ontwikkelde d.m.v. strenge selectie
vanaf 1930 het kunstras Buckfast met inkruisingen van ligustica, mellifera, en verder ook anatolica,
cecropia, monticola,
carnica ligustica
mellifera
Buckfast BBV
Huidige situatie in Nederland
Huis-tuin-en-keukenbij
A. m. mellifera, zwarte bij
A. m. carnica, carnica
Buckfast
Rassenkruising
P generatie
(ouders) : kruising van raszuivere koningin van zwarte bij met raszuivere gele darren
eicel
zaadcel
De eicel bevat de genetische eigenschappen van de zwarte bij
De zaadcel bevat de genetische eigenschappen van de gele bij
F1, eerste generatie (bastaard)
De werksters:
homogeen
gunstige
eigenschappen van beide rassen sterke, vitale volken
heterosiseffect
De jonge koninginnen hebben ook de eigenschappen van beide rassen.
F1 volk
F2, tweede generatie
De werksters zijn uitgesplitst:
‘zwart’
‘geel’
gemengd
binnen één volk
F2 volk
F2, tweede generatie
Verschillen tussen de werksters, o.a.:
Feromonen op lichaamsoppervlak -> reuken anders
Bijendans -> ‘dialecten’
7 kwispelrondjes is bij = 200 m bij = 300 m.
Miscommunicatie tussen
de bijen in een F2- volk ->
‘stress’ -> kort lontje ->
meer defensieve reactie
F2 volk
Hoe raszuiver of F1 te krijgen?
Hoe géén F2 te krijgen?
Eenvoudige koninginnenteelt
11
F4, F5 …..volken In de werksters mix van de
rassen zonder duidelijke
raskenmerken
P: Raszuiver met de gewenste eigenschappen
F1: vitale volken met goede eigenschappen
F2, F3: meer defensieve volken
F4, F5……. redelijke volken, maar variabel
-> huis-tuin-en-keukenbij
Eenvoudige koninginnenteelt bij de huis-tuin-en-keukenbij
Eigenschappen van huis-tuin-en-keukenbij kunnen variabel zijn, o.a. afhankelijk van de darren uit de omgeving waarmee de jonge koninginnen gepaard heeft (meer carnica of Buckfast invloed)
Voorkómen dat volken met ongunstige eigenschappen jonge koninginnen krijgen.
Verder gaan met (geselecteerde) volken die wel
goed zijn.
Eenvoudige koninginnenteelt bij de huis-tuin-en-keukenbij
dag 0 moerloos maken
13e dag
doppen breken
Selectie volk
dag 3 moerloos maken
13e dag
alle doppen verwijderen dag 0
- Volken
jonge moer uit volk S in laten lopen
nog geen rijpe moeren
werksterbroed bijna gesloten
Eenvoudige koninginnenteelt voor F1 teelt
In samenwerking met imkers die raszuiver materiaal kunnen leveren óf je hebt zelf een raszuiver volk.
Raam/raatstuk met eitjes en larfjes van een raszuivere koningin of in de vorm van aangenomen doppen.
Volk kiezen voor het telen van jonge, raszuivere koninginnen (pleegvolk).
Standbevruchting van de moeren zorgt voor F1 volken van het gewilde ras.
(raszuivere moer x standbevruchting)
Eenvoudige koninginnenteelt voor F1 teelt (raszuivere moer x standbevruchting)
Pleegvolk -Volken
jonge moer uit volk P in laten lopen
dag 3 moerloos maken
13e dag
alle doppen verwijderen dag 0
+
eitjes/larfjes van ras inhangen
dag -9 moerloos maken
13e dag
doppen breken dag 0
alle redcellen verwijderen
nog geen rijpe moeren
werksterbroed bijna gesloten
Pleegvolk met aangenomen doppen
dag 0 dop inhangen met 2 daags oude larf
na 4 dagen doppen gesloten -> inkooien dag -9
moerloos maken
doppen heel kwetsbaar
na 11 dagen
komt koningin uit dag 0
alle redcellen verwijderen
Mari van Iersel
Mari van Iersel
Mari van Iersel
overlarfde ééndags oude larven die koninginnen- gelei krijgen
na 24 uur aangenomen/
aangeblazen doppen met 2 daags oude larven
gesloten doppen die deels
ingekooid zijn
Teeltraam met eitjes/larfjes of aangenomen doppen in moerloos pleegvolk
broed stuifmeel leeg raam kunstraat voer
Bij slecht weer of te weinig dracht 1:1 suikerwater voeren totdat de doppen gesloten zijn
Pleegvolk
Voorkomen van teleurstellingen door:
Sterk pleegvolk
Zorgvuldig alle doppen breken, d.w.z. alle ramen afslaan!
13
edag is 13
edag!
Goed afspraken maken en zo mogelijk in samenwerking met andere imkers
Na een stille moerwisseling zal het een F2 volk zijn dat mogelijk defensiever is.
Cursussyllabus Voortgezet Imkeren
Eenvoudige koninginnenteelt voor raszuivere moeren
De jonge moeren kunnen ook bevrucht worden op een
bevruchtingsstation (vaak een eiland) met het darren van het betreffende ras.
bevruchtingskastje darrenvolken
Goede afspraken wanneer bevruchtingskastjes gebracht kunnen worden
Samen met andere (ervaren) imkers
Bevruchtingskastjes
Kirchhainerkastje klaar om te vullen met een theeglas vol met jonge bijen, 500 gr suikerdeeg in koffiebekers en de jonge moer (jonger dan 24 uur)
EWK gevuld met pollepel jonge bijen, voerbakje vol met suikerdeeg en de jonge moer erbij
Jan Trip, bijenhouden 2010/4 - april # 6
Er mogen geen darren inzitten!!
Zes
dagen het kastje, dicht, op een rustige plaats
Reizen naar bevruchtingsstation
Ter plekke worden de kastjes opengezet
Koninginnen op bruidsvlucht -> bevruchte raszuivere moer
Apidea
Kirchhainer
Controle van Apidea kastje op succesvolle bevruchting
EWK