JUKO-terrein in Nieuwegein

(1)

JUKO-terrein in Nieuwegein

Beoordeling akoestiek ten behoeve van Omgevingsvergunning

Opdrachtgever Plegt-Vos West Contactpersoon de heer B. Winkelhorst Kenmerk

R074362aa.197MVJC.et Versie

01_001 Datum 05 juni 2019 Auteur

E. (Elli) Theodoridou MSc drs. M.P.J. (Michiel) Hagenouw

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 3

2 Uitgangspunten ... 4

2.1 Gehanteerde gegevens ... 4

2.2 Beoordeelde aspecten ... 4

2.3 Overige uitgangspunten ... 4

3 Beoordeling akoestische aspecten ... 5

3.1 Bescherming tegen geluid van buiten ... 5

3.1.1 Geluidbelasting en gemeentelijke geluidbeleid ... 5

3.1.2 Wettelijk kader ... 5

3.1.3 Geluidwerende gevelvoorzieningen ... 5

3.2 Bescherming tegen geluid van installaties ... 6

3.2.1 Waterleidingen ... 7

3.2.2 Toestellen ... 7

3.2.3 Schachten/afvoerleidingen ... 7

3.2.4 Mechanische ventilatiesystemen ... 7

3.2.5 Liftinstallaties ... 8

3.3 Beperking van galm ... 9

3.4 Geluidwering tussen ruimten ... 9

3.4.1 Geluidwering binnen woningen ... 9

3.4.2 Geluidwering tussen woningen onderling ... 10

3.4.3 Geluidwering tussen corridor en verblijfsruimten in woning ... 11

Bijlagen

Bijlage I Resultaten geluidwering gevel

(3)

1 Inleiding

In opdracht van Plegt-Vos West, contactpersoon de heer B. Winkelhorst, heeft LBP|SIGHT de stukken voor de aanvraag Omgevingsvergunning van het nieuwbouwproject JUKO-terrein in Nieuwegein getoetst aan de eisen met betrekking tot akoestische aspecten uit het

Bouwbesluit 2012.

In totaal bevat het plan 40 seniorenwoningen verdeeld over twee blokken. Blok A heeft 25 appartementen en blok B heeft 15 appartementen.

De resultaten van de beoordeling van deze akoestische aspecten geven wij in deze rapportage weer.

(4)

2 Uitgangspunten

2.1 Gehanteerde gegevens

Voor de beoordeling is gebruikgemaakt van de bouwkundige tekeningen van Plegt-Vos met projectnummer 330180056 en datum 03 mei 2019.

2.2 Beoordeelde aspecten

In deze rapportage zijn de volgende onderdelen van het Bouwbesluit 2012 beoordeeld:

- bescherming tegen geluid van buiten (afdeling 3.1);

- bescherming tegen geluid van installaties (afdeling 3.2);

- beperking van galm (afdeling 3.3)

- geluidwering tussen ruimten (afdeling 3.4).

2.3 Overige uitgangspunten

Het project betreft een nieuwbouwplan. Voor de hierboven genoemde aspecten is daarom getoetst aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit 2012.

(5)

3 Beoordeling akoestische aspecten

Afdeling 3.1, artikel 3.1 t/m 3.4

3.1 Bescherming tegen geluid van buiten

3.1.1 Geluidbelasting en gemeentelijke geluidbeleid

De nieuw te bouwen woningen op het JUKO-terrein zullen geluid belast worden door wegverkeer van de Richterslaan, Sluyterslaan, Hildo Kropstraat en de Professor Doctor Hesselaan. Het uitgangspunt is dat de gecumuleerde geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer ten hoogste 56 dB bedraagt op de zuidgevel van blok A.

3.1.2 Wettelijk kader

Conform artikel 3.3 lid 1 van het Bouwbesluit moet een gevel van een nieuw te bouwen woonfunctie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en de buitenlucht, een karakteristieke geluidwering GA;k hebben die niet lager is dan het verschil tussen de hoogst toelaatbare geluidbelasting (exclusief aftrek artikel 110g Wet geluidhinder) op die gevel en 33 dB.

Een gevel van een verblijfsruimte moet een karakteristieke geluidwering hebben die maximaal 2 dB lager ligt dan de karakteristieke geluidwering van het verblijfsgebied, waarin die verblijfsruimte ligt. De minimaal vereiste karakteristieke geluidwering bedraagt 20 dB.

Op basis van bovengenoemde bedraagt de te realiseren karakteristieke geluidwering van de gevels van de woningen ten minste (56-33) 23 dB vanwege luchtvaartlawaai.

3.1.3 Geluidwerende gevelvoorzieningen

Voor de maatgevende verblijfsruimten hebben we de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie berekend. De uitvoer van deze berekeningen is opgenomen in bijlage I. Bij de berekeningen van de geluidwering is gebruikgemaakt van NPR 5272, ‘Geluidwering in gebouwen – Aanwijzingen voor de toepassing van het rekenvoorschrift voor de geluidwering van gevels op basis van NEN EN 12354-3’.

Op basis van de geprojecteerde situatie kan aan de gestelde eisen voldaan worden. In deze paragraaf specificeren we de uitgangspunten en randvoorwaarden.

Ventilatievoorzieningen

De ventilatie zal plaatsvinden op basis van mechanische luchtafvoer en natuurlijke toevoer. De toevoercapaciteit is afgestemd op de minimaal vereiste toevoercapaciteit volgens de

nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit.

Voor een voldoende geluidwering is bij de berekening uitgegaan van ventilatieroosters van type Buva acoustream 18 VD ‘ZR’, met een Rq,A-waarde van +5,1 dB en een ventilatiedebiet van 18,3 dm³/s per meter in de gevels van de verblijfsruimten en -gebieden.

(6)

Andere typen ventilatievoorzieningen kunnen worden toegepast op voorwaarde dat deze dezelfde of een hogere Rq,A-waarde voor wegverkeer hebben en eenzelfde ventilatiedebiet in de verblijfsruimten wordt gerealiseerd.

Beglazing

De beglazing kan uitgevoerd worden met standaard HR⁺⁺-beglazing.met een RA-labwaarde voor wegverkeer van ten minste 29 dB.

Dichte geveldelen

De dichte geveldelen zijn uitgevoerd met een binnenspouwblad van beton.

Kozijnen

Voor een voldoende geluidwering moeten kozijnen met een RA-labwaarde voor wegverkeer van ten minste 33 dB toegepast worden. Met standaard aluminium of houten kozijnen wordt hieraan voldaan.

Kier- en naaddichting

Voor een voldoende geluidwering moet worden uitgegaan van een dubbele kierdichting rondom alle te openen ramen en deuren in de gevels van de verblijfsruimten en -gebieden met een RA- labwaarde voor wegverkeer van ten minste 45 dB.

Voor een voldoende geluidwering moet de dubbel kierdichting uitgevoerd worden met ingelaten kaderprofielen, bijvoorbeeld neopreenprofielen, waarbij de profielen in de hoeken worden doorgelast. Alle draaiende delen moeten worden voorzien van een knevelende meerpuntsluiting, zodat deze gelijkmatig tegen de profielen worden aangedrukt.

De aansluiting van de kozijnen op het binnenspouwblad van de gevels moet uitgevoerd worden met een schuimband met gesloten cellen. Deze moet afgedicht worden met elastisch blijvende kit.

3.2 Bescherming tegen geluid van installaties Afdeling 3.2, artikel 3.7 t/m 3.11

Het volgens NEN 5077:2006 bepaalde karakteristieke installatiegeluidniveau, als gevolg van een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor verhoging van waterdruk of een lift, mag in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van een aangrenzende woonfunctie niet hoger zijn dan 30 dB.

Daarnaast geldt volgens het Bouwbesluit dat binnen een woonfunctie het karakteristiek installatiegeluidniveau, als gevolg van een mechanische voorziening voor luchtverversing, warmteopwekking of warmteterugwinning, in een verblijfsgebied van die woning niet hoger mag zijn dan 30 dB.

De voorzieningen moeten ten minste worden afgestemd op de vigerende praktijkrichtlijnen NPR 5072 t/m NPR 5075. Hierbij worden de onderstaande aandachtspunten aangehouden.

(7)

3.2.1 Waterleidingen

- De voordruk moet per woning zo laag mogelijk zijn als bedrijfstechnisch nog toelaatbaar is; zo mogelijk lager dan 0,3 MPa.

- Toevoerleidingen moeten een zo groot mogelijke inwendige diameter hebben, maar ten minste 15 mm. Kniestukken moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Het 'zetten' van bochten verdient de voorkeur. Appendages en leidingen mogen niet star op de woningscheidende constructie zijn bevestigd of zonder nadere voorzieningen zijn ingestort. Deze moeten bevestigd zijn met klikbeugels of andere trillingisolerende bevestigingsmiddelen.

Alle in wanden weggewerkte toevoerleidingen (ook de koudwaterleidingen) moeten omwikkeld worden met een flexibele, eventueel geribbelde mantelbuis.

- Afvoerleidingen moeten zo zijn ontworpen en gedimensioneerd dat luchtaanzuiging gemakkelijk en ononderbroken kan plaatsvinden.

3.2.2 Toestellen

- Het kenmerkend watergeluidniveau van alle toegepaste toestellen en appendages, inclusief eventuele hulpstukken (bijvoorbeeld straalomvormers), mag niet hoger zijn dan 20 dB bepaald volgens NEN ISO 3282.

- Bij een badkuip, wasbak of gootsteen moet de geluidproductie van de waterstraal op het toestel worden verminderd. Een mogelijkheid hiertoe is toepassing van een perlator.

- Als er sprake is van een plaatstalen douchebak of badkuip, dan deze ontdreunen door een flexibel trillingdempend materiaal (Baryfol o.g.) van ten minste 1 kg/m² respectievelijk 3 kg/m². Als de badkuip/douchebak uit kunststof is vervaardigd, dan kan het ontdreuningsmateriaal achterwege worden gelaten.

3.2.3 Schachten/afvoerleidingen

- De wanden van de schachten moeten worden uitgevoerd in ten minste 100 mm kalkzandsteen (of gelijkwaardig).

- Rondom inpandige hemelwaterafvoeren moet over de gehele schachthoogte 25 mm minerale wol aangebracht worden met een persing van ten minste 50 kg/m³. De buitenzijde van de minerale wol moet afgewerkt worden met een aluminiumfolie.

- Alle standleidingen en inpandige hemelwaterafvoeren mogen in de leidingschachten alleen aan de vloeren zijn bevestigd of aan wanden met een oppervlaktemassa van ten minste 400 kg/m².

- Alle toiletten moeten uitgevoerd worden met een achteruitlaat, waarbij de doorvoeren van rioleringsleidingen door de schachtwanden flexibel en brandwerende uitgevoerd worden (zie bijvoorbeeld figuur 3.10 van NTR 5076:2015).

- Onderuitlaat van toiletten zijn alleen toegestaan bij het laagste vloerniveau.

3.2.4 Mechanische ventilatiesystemen

Situatie 1: Opstelruimte en verblijfsruimten op één verdieping, twee deuren

De bouwkundige maatregelen zijn afhankelijk van het type ventilatie-unit en de instelwaarde. Voor een ventilatie-unit met een geluidvermogen aan de zuigzijde van het kanaal van ten hoogste 58 dB gelden de volgende randvoorwaarden.

- De geluidisolatie van de deur van de opstelruimte (inclusief kierdichting) moet voldoen aan een DnT,A,k-waarde van ten minste 16 dB. Een normale boardceldeur met driezijdige kierdichting (in

(8)

de hoeken doorgelast) en een spleethoogte aan de onderzijde van de deur van 10 mm voldoet aan deze voorwaarde.

- De deuren van de verblijfsruimten op dezelfde bouwlaag moeten uitgevoerd worden met een spleethoogte aan de onderzijde van ten hoogste 20 mm.

- De scheidingswand tussen de opstelruimte en een verblijfsruimte moet uitgevoerd worden met een DnT,A,k-waarde van ten minste 34 dB, bijvoorbeeld met 70 mm Gibo zwaar GZ,

100 mm Gibo normaal GNL, 100 mm G5/800 cellenbeton of een 70 mm metal-studwand met aan weerszijden 12,5 mm gipskartonplaten en 40 mm minerale wol in de spouw.

- De ventilatie-unit mag niet op een lichte scheidingswand worden gemonteerd. De wand moet een massa hebben van ten minste 200 kg/m², bijvoorbeeld 100 mm beton of 120 mm kalkzandsteen. Alternatief is om de ventilatie-unit rechtstreeks of met een console op de verdiepingsvloer te monteren of de unit rechtstreeks tegen het plafond te monteren.

Situatie 2: Opstelruimte en verblijfsruimten op één verdieping, één deur

De bouwkundige maatregelen zijn afhankelijk van het type ventilatie-unit en de instelwaarde. Voor een ventilatie-unit met een geluidvermogen aan de zuigzijde van het kanaal van ten hoogste 58 dB gelden de volgende randvoorwaarden.

- De geluidisolatie van de deur van de opstelruimte (inclusief kierdichting) moet voldoen aan een DnT,A,k-waarde van ten minste 34 dB. Dit betreft een zware deur met dubbele kierdichting rondom.

- De scheidingswand tussen de opstelruimte en een verblijfsruimte moet uitgevoerd worden met een DnT,A,k-waarde van ten minste 34 dB, bijvoorbeeld met 70 mm Gibo zwaar GZ,

100 mm Gibo normaal GNL, 100 mm G5/800 cellenbeton of een 70 mm metal-studwand met aan weerszijden 12,5 mm gipskartonplaten en 40 mm minerale wol in de spouw.

- De ventilatie-unit mag niet op een lichte scheidingswand worden gemonteerd. De wand moet een massa hebben van ten minste 200 kg/m², bijvoorbeeld 100 mm beton of 120 mm kalkzandsteen. Alternatief is om de ventilatie-unit rechtstreeks of met een console op de

verdiepingsvloer te monteren. Of de unit rechtstreeks tegen het plafond te monteren. Ook de aansluitende slangen monteren tegen het plafond.

- In het bovenlicht van de deur kan een ventilatierooster worden opgenomen met een RqA- waarde van ten minste +8 dB(A) uitgaande van 50 m³/h (14 dm³/s) voor de ventilatiecapaciteit.

Het ontwerp

Beide hiervoor genoemde opties komen voor. Aandachtspunt is de bevestiging van de unit, deze mag niet aan de schachtwanden bevestigd worden.

3.2.5 Liftinstallaties

De liftschacht wordt uitgevoerd als een ankerloze spouwconstructie met spouwbladen met een massa van ten minste 350 kg/m² (ten minste 160 mm beton). Als het binnenspouwblad aan de schachtzijde vanwege constructieve redenen gekoppeld moet worden, dan mag dit alleen met plaatselijke flexibele koppelingen op vloerniveau.

(9)

Algemeen

- Uitgaande dat het binnenspouwblad door wordt gezet als dakopstand moet de

oppervlaktemassa van de dakvloer ten minste 500 kg/m² bedragen. Hieraan kan worden voldaan.

- De liftmotor en geleiders moeten aan de schachtwand die niet grenst aan de woning bevestigd worden.

3.3 Beperking van galm Afdeling 3.3, artikel 3.12 en 3.14

Een aan een woning grenzende besloten gemeenschappelijke verkeersruimte heeft per frequentie- band van 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz een totale geluidabsorptie (in m²open raam) ter grootte van tenminste 1/8^e van het volume van deze ruimte. De eis is van toepassing op alle besloten

gemeenschappelijke verkeersruimten die grenzen aan woningen.

Uitwerking

Voor deze gemeenschappelijke verkeersruimten is in tabel 3.1 de plafondafwerking met de benodigde geluidabsorptiecoëfficiënt , in de octaafbanden 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz, te zien om te voldoen aan de minimaal benodigde effectieve geluidabsorptie. Voor het trappenhuis aan de noordzijde (hoofd ontsluiting) geldt dat de benodigde absorberende plafondafwerking toegepast kan worden ten plaatse van de bordessen.

Tabel 3.1

Minimale absorptiecoëfficiënt per octaafband

Ruimte Geluidabsorptiecoëfficiënt 

plafondafwerking Bijvoorbeeld

Entreehal en corridor 0,2 Asona Sonaspray FC 10 mm

Onderdakvloer van de trappenhuizen 0,2 Asona Sonaspray FC 10 mm

Trappenhuis noordzijde bordessen 0,65 Asona Sonaspray ST (K13) 40 mm

3.4 Geluidwering tussen ruimten Afdeling 3.4, artikel 3.17

Om geluidoverlast te beperken, worden in het Bouwbesluit eisen gesteld aan de geluidwering van een bouwwerk waarin een woonfunctie gelegen is. Deze eisen zijn hieronder nader toegelicht.

3.4.1 Geluidwering binnen woningen

Voor de lucht- en contactgeluidisolatie binnen de woningen gelden de volgende eisen:

- Het volgens NEN 5077:2006 bepaalde karakteristieke A-gewogen luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) tussen twee verblijfsruimten van dezelfde woonfunctie moet ten minste 32 dB bedragen.

- Het volgens NEN 5077:2006 bepaalde A-gewogen contactgeluidniveau (LnT,A) tussen twee verblijfsruimten van dezelfde woonfunctie mag ten hoogste 79 dB bedragen.

(10)

In dit project worden de wanden tussen de verblijfsruimten als Habito metal-studwanden met een dikte van 100 mm uitgevoerd (Habito GF 100 HT/1.75.1). Met deze wanden wordt aan de gestelde eis voldaan.

3.4.2 Geluidwering tussen woningen onderling

Het conform NEN 5077:2006 bepaalde karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) en het gewogen contactgeluidniveau (LnT,A) tussen een besloten ruimte en een op hetzelfde perceel gelegen aangrenzende woonfunctie moet aan de eisen voldoen zoals weergegeven in tabel 3.2 en 3.3.

Tabel 3.2

Eisen karakteristieke A-gewogen luchtgeluidniveauverschil DnT,A,k tussen ruimten op hetzelfde perceel

Zendruimte Verblijfsgebied woonfunctie Besloten ruimte (geen verblijfsgebied) woonfunctie

Besloten ruimte ≥ 52 dB ≥ 47 dB

Tabel 3.3

Eisen A-gewogen contactgeluidniveau LnT,A tussen ruimten op hetzelfde perceel

Zendruimte Verblijfsgebied woonfunctie Besloten ruimte (geen verblijfsgebied) woonfunctie

Besloten ruimte woonfunctie  54 dB  59 dB

Besloten ruimte overige functies  59 dB  64 dB

Woningscheidende wanden

De woningscheidende wanden moeten een oppervlaktemassa van 525 kg/m³ hebben. Met de geprojecteerde betonwand met een dikte van 250 mm voldoet het aan de gestelde eis.

Wanden tussen woningen en besloten verkeersruimten

Als de wand direct aan een verblijfsruimte grenst moet uitgegaan worden van de voorwaarden voor de woningscheidende wanden. Met de geprojecteerde betonwanden met een dikte van 250 mm wordt aan de gestelde eisen voldaan.

Voor de overige wanden kan bijvoorbeeld minimaal 150 mm metal-stud GF 150/2.100.2.A worden gehanteerd. Aandachtspunt is dat deze wanden gedilateerd (studs lopen niet door) worden op de kop van de woningscheidende betonwanden.

Verdiepingsvloeren en daken

De verdiepingsvloeren moeten voldoen aan een massa van ten minste 800 kg/m². In de geprojecteerde situatie is 320 mm kanaalplaatvloer met een 70 mm cementdekvloer getekend.

De massa van de cementdekvloer is 133 kg/m². Om aan de eis te voldoen moet worden uitgegaan van een kanaalplaatvloer met een massa van ten minste 667 kg/m², bijvoorbeeld

appartementenvloer van 320 mm van VBI met een massa van 711 kg/m².

(11)

Voor de dakvloer moet minimaal worden uitgegaan van 500 kg/m² (liftgeluid), met de voorgestelde appartementen kanaalplaatvloer van 260 mm kan hier aan worden voldaan.

Beganegrondvloeren

De beganegrondvloer moet voldoen aan een massa van ten minste 350 kg/m². Met de 260 mm kanaalplaatvloer voorzien van 70 mm cementdekvloer wordt eenvoudig aan de eisen voldaan.

Aansluitingen

De volgende (algemene) randvoorwaarden zijn van toepassing.

- Alle aansluitingen van gevels en daken op de woningscheidende wanden en vloeren moeten zorgvuldig luchtdicht worden uitgevoerd om geluidlekken te voorkomen.

- Ter plaatse van de kopse zijden van de woningscheidende wanden en vloeren moet de isolatie bestaan uit minerale wol.

- Geveldragers moeten ter plaatse van de woningscheidende wanden gedilateerd worden.

3.4.3 Geluidwering tussen corridor en verblijfsruimten in woning

Voor de woningen die worden ontsloten vanuit de corridor of lifthal gelden de volgende aanvullende eisen.

Voor de woningtoegangsdeuren aan besloten gemeenschappelijke verkeersruimten:

- De woningtoegangsdeuren moeten een geluidisolatie RA van ten minste 38 dB hebben, bepaald conform NEN-ISO 140 deel 3 en NEN-EN-ISO 717 deel 1.

- De woningtoegangsdeuren moeten rondom (ook aan de onderzijde) worden voorzien van een enkelvoudige kierdichting door middel van kaderprofielen die in de hoeken zijn doorgelast. De onderzijde van de deur bij voorkeur aansluiten op een aanslag (bijvoorbeeld het KAI-systeem van Kegro), waardoor de kierdichting ook aan de onderzijde optimaal en zonder onderbreking aansluit.

Automatische valdorpels hebben niet de voorkeur, omdat de werking daarvan na verloop van tijd minder wordt, zodat de valdorpel regelmatig moet worden bijgesteld. Als men toch een valdorpel wil toepassen, dan moet een voor bewoners adequate gebruiksaanwijzing worden meegeleverd. De valdorpel moet uitgevoerd worden met een rubberen dichtingsprofiel, in ieder geval geen borstelprofiel.

- De deur voorzien van een knevelende driepuntsluiting, die de kierdichting 3 à 4 mm indrukt. De meerpuntsluiting moet bediend worden met de deurkruk, niet met de huissleutel, omdat men met de deurkruk gemakkelijker een grote kracht kan uitoefenen.

- Wij merken op dat deze deuren/puien ook 30 minuten brandwerend uitgevoerd moeten worden.

Bovenstaande eisen gelden ook voor de deur naar de berging, zie verder installatiegeluid voor de binnendeur van de berging.

(12)

De binnendeur tussen de entreehal van de woning en een verblijfsruimte kan een standaard opdekdeur zijn. Een eventueel bovenlicht moet bestaan uit 4 mm glas, dat kierdicht in de sponningen van het deurkozijn wordt geplaatst en vol en zat afgekit moet worden. Onder deze binnendeuren mag een spleet van maximaal 20 mm voorkomen.

LBP|SIGHT BV

E. (Elli) Theodoridou MSc drs. M.P.J. (Michiel) Hagenouw

(13)

Bijlage I

Resultaten geluidwering gevel

(14)

BOA Geluidwering Gevels (c) dirActivity-software BV 2019 04-06-2019 10:30 1

pg:

LBP|SIGHT

project 074362aa, Juko terrein - Nieuwegein Projectdatum

Opdrachtgever Uitgevoerd door et

NPR 5272

gebouw Blok A

Rekenmethode

Uitgevoerd door et

weg2012 Ci -14.0 -10.0 -7.0 -4.0 -6.0

Spectrum

totaal 125 250 500 1000 2000

V/Sr is minimaal 3, conform NEN5077-C3 (2013)

GA;k 22.3 dB

GA;k, vereist 22.0 dB

verblijfsgebied

Geluidbelasting 55 dB

(Opp. uitw. gevelconstructie verblijfsgebied)

Su,tot 14.3

VG hoekwoning Z totaal 125 250 500 1000 2000

Lden

m2

Opgegeven als

woonkamer+gevel loggia 14.3

Su,ruimte m2

GA;k, vereist 20 dB

GA;k 22.3 dB

V 85 m3

T,ref 0.5 s

GA 25.3 dB

Lp 29.7 dB Lp 18.4 22.3 25.5 24.2 18.4

36.6 32.7 29.5 30.8 36.6 GA

noord gevel

Su,gevel 4.4 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 27.9 dB

GA,gevel 30.8 dB 39.7 38.8 38.7 35.6 37.7

Lp,gevel 24.2 _15.3 _16.2 _16.3 _19.4 _17.3

GA,g

dB Lp,g

30.8 24.2

Gi,g 25.7 28.8 31.7 31.6 31.7

Gvldeel Afm. Cat.nr. Msoort Materiaal GA;k,pLp;p Cvlg totaal 125 250 500 1000 2000

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

Cfs figuur ( NPR5272 )

-- m

--

absorptie plafond hoogte gesloten ballustrade

diepte balkon/galerij -- m

H --m

D --m

handinvoer

23.6

deur 2.48m2 de26 deur Deur D1 28.4 1.5 RA 25.3 20.0 24.0 26.0 26.0 26.0

11.8

glas 0.36m2 gs29v glas SGG Climalit Acoustic 24/33 L 40.2 1.5 RA 28.8 23.1 20.6 30.1 40.3 39.0

0.8

dicht 1.60m2 mw46 wand Steen. spouwmuur 200 kg/m2 51.3 1.5 RA 46.2 37.0 41.0 46.0 52.0 59.0

12.0

kier 6.48m k40 kier O-profiel indrukking 3,5 mm 40.0 0 RA 39.6 41.0 44.0 44.0 38.0 39.0

De rekenmethode voorziet in veiligheidsmarges voor suskasten en roosters. Kolom Cvlg is voor deze materialen niet van toepassing

(15)

pg:

LBP|SIGHT

west gevel

Su,gevel 9.9 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 23.8 dB

GA,gevel 26.7 dB 39.5 33.9 30.0 32.5 43.1

Lp,gevel 28.3 15.5 21.1 25.0 22.5 11.9

GA,g

dB Lp,g

26.7 28.3

Gi,g 25.5 23.9 23 28.5 37.1

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

13.3

kozijn 1.46m2 ko33 kozijn Kozijn K2 38.8 1.5 RA 33.3 26.0 28.0 34.0 36.0 40.0

21.6

5.6

8.3

kier 9.80m k45 kier Dubbele dichting indrukking 3,5 mm 43.7 0 RA 45.1 41.0 45.0 46.0 44.0 48.0

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Qv: 18.3dm3/s debiet: 15.6 dm3/s

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

H: ^berekend11.0 D: 10.0

Dv 0.1 Dh

2-hoeks 1 gevelzijde Celev:

Cpos:

m m

26.9

rooster 0.85m sbu32a rooster BUVA Acoustream 18 VD ZR 25.1 -- DneA 32.4 36.6 35.6 28.2 32.6 43.3

(16)

pg:

LBP|SIGHT

NPR 5272

Rekenmethode

Uitgevoerd door et

weg2012 Ci -14.0 -10.0 -7.0 -4.0 -6.0

Spectrum

totaal 125 250 500 1000 2000

GA;k 22.2 dB

verblijfsgebied

Su,tot 9.9

Lden

m2

Opgegeven als

woonkamer-alleen langsgevel 9.9

Su,ruimte m2

GA;k, vereist 20 dB

GA;k 22.2 dB

V 85 m3

T,ref 0.5 s

GA 26.7 dB

Lp 28.3 dB Lp 15.5 21.1 25.0 22.5 11.9

39.5 33.9 30.0 32.5 43.1 GA

west gevel

Su,gevel 9.9 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 22.2 dB

GA,gevel 26.7 dB 39.5 33.9 30.0 32.5 43.1

Lp,gevel 28.3 _15.5 _21.1 _25.0 _22.5 _11.9

GA,g

dB Lp,g

26.7 28.3

Gi,g 25.5 23.9 23 28.5 37.1

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

13.3

21.6

5.6

8.3

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

Cpos:

m m

26.9

(17)

pg:

LBP|SIGHT

NPR 5272

Rekenmethode

Uitgevoerd door et

weg2012 Ci -14.0 -10.0 -7.0 -4.0 -6.0

Spectrum

totaal 125 250 500 1000 2000

GA;k 24.7 dB

debiet 30.2 dm3/s

debiet, vereist 29.1 dm3/s

verblijfsgebied

Su,tot 34.3

Lden

m2

Opgegeven als

woonkamer

34.3

Su,ruimte m2

GA;k, vereist 21 dB

GA;k 23.9 dB

V 85 m3

T,ref 0.5 s

GA 23.9 dB

Lp 32.1 dB Lp 19.5 24.8 28.8 26.3 15.6

36.5 31.2 27.2 29.7 40.4 GA

west gevel

Su,gevel 9.9 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 26.7 dB

GA,gevel 26.7 dB 39.5 33.9 30.0 32.5 43.1

Lp,gevel 29.3 _16.5 _22.1 _26.0 _23.5 _12.9

GA,g

dB Lp,g

26.7 29.3

Gi,g 25.5 23.9 23 28.5 37.1

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

14.3

22.6

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

Cpos:

m m

27.9

6.6

9.3

(18)

pg:

LBP|SIGHT

zuid gevel

Su,gevel 24.5 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 27.1 dB

GA,gevel 27.1 dB 39.6 34.5 30.3 32.8 43.7

Lp,gevel 28.9 16.4 21.5 25.7 23.2 12.3

GA,g

dB Lp,g

27.1 28.9

Gi,g 25.6 24.5 23.3 28.8 37.7

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

10.0

21.9

15.2

dicht 20.97m2 mw44 wand Steenachtige wand 200 kg/m2 40.8 1.5 RA 44.0 35.0 40.0 43.0 48.0 53.0

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

Cpos:

m m

27.7

(19)

pg:

LBP|SIGHT

NPR 5272

Rekenmethode

Uitgevoerd door et

weg2012 Ci -14.0 -10.0 -7.0 -4.0 -6.0

Spectrum

totaal 125 250 500 1000 2000

GA;k 24.3 dB

debiet 30.2 dm3/s

verblijfsgebied

Su,tot 34.3

VG hoekwoning N totaal 125 250 500 1000 2000

Lden

m2

Opgegeven als

woonkamer

34.3

Su,ruimte m2

GA;k, vereist 20 dB

GA;k 22.5 dB

V 67.1 m3

T,ref 0.5 s

GA 22.5 dB

Lp 32.5 dB Lp 20.5 26.1 29.0 26.4 16.1

34.5 28.9 26.0 28.6 38.9 GA

noord gevel

Su,gevel 24.5 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 25.2 dB

GA,gevel 25.2 dB 36.7 31.1 29.0 31.7 41.7

Lp,gevel 29.8 _18.3 _23.9 _26.0 _23.3 _13.3

GA,g

dB Lp,g

25.2 29.8

Gi,g 22.7 21.1 22 27.7 35.7

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

13.0

25.0

14.5

dicht 17.48m2 mw44 wand Steenachtige wand 200 kg/m2 40.5 1.5 RA 44.0 35.0 40.0 43.0 48.0 53.0

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

Cpos:

m m

27.7

(20)

pg:

LBP|SIGHT

oost gevel

Su,gevel 9.9 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 25.7 dB

GA,gevel 25.7 dB 38.5 32.9 29.0 31.5 42.1

Lp,gevel 29.3 16.5 22.1 26.0 23.5 12.9

GA,g

dB Lp,g

25.7 29.3

Gi,g 24.5 22.9 22 27.5 36.1

Cfs 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

-- m

--

H --m

D --m

handinvoer

14.3

22.7

6.7

9.4

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Cpos 2.5 2.0 1.5 -0.5 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

Cpos:

m m

27.9

(21)

pg:

LBP|SIGHT

NPR 5272

Rekenmethode

Uitgevoerd door et

weg2012 Ci -14.0 -10.0 -7.0 -4.0 -6.0

Spectrum

totaal 125 250 500 1000 2000

GA;k 22.3 dB

debiet 7.3 dm3/s

verblijfsgebied

Su,tot 4.9

Lden

m2

Opgegeven als

slaapkamer klein

4.9

Su,ruimte m2

GA;k, vereist 20 dB

GA;k 22.3 dB

V 20.3 m3

T,ref 0.5 s

GA 23.7 dB

Lp 31.3 dB Lp 19.0 24.6 28.4 24.1 14.4

36.0 30.4 26.6 30.9 40.6 GA

west gevel

Su,gevel 4.9 m2 Cl 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

GA;k,gevel 22.3 dB

GA,gevel 23.7 dB 36.0 30.4 26.6 30.9 40.6

Lp,gevel 31.3 _19.0 _24.6 _28.4 _24.1 _14.4

GA,g

dB Lp,g

23.7 31.3

Gi,g 22 20.4 19.6 26.9 34.6

Cfs 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0

0.0 m

<= 0.3

diepte balkon/galerij 2.0 m

H11.0m D10.0m

balkon geheel inspringend

16.1

25.1

6.3

12.2

Celev 2.5 3.0 4.0 5.0 5.0

RqA:

Qv: 18.3dm3/s debiet: 7.3dm3/s

Cpos 5.0 4.0 3.0 -1.0 0.0

5.0

Dv 0.1 Dh

2-hoeks 2 gevelzijden Celev:

Cpos:

m m

29.8