• No results found

ONDERZOEK MEERDAAGSE FOND NPO Een onderzoek naar de middaglossingen in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERZOEK MEERDAAGSE FOND NPO Een onderzoek naar de middaglossingen in Nederland"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEK MEERDAAGSE FOND NPO

“ Een onderzoek naar de middaglossingen in Nederland”

September 2009/gewijzigd november 2009

Door:

Ad van Heijst Arie Dijkstra

(2)

Inhoudsopgave:

Inhoudsopgave: ... 2

Inleiding ... 2

Hoofdstuk 1 Veldonderzoek ... 3

Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek ... 4

Response & Representativiteit ... 4

Tevredenheid over de sectorindeling... 4

Aantal nationale meerdaagse fondvluchten... 5

Ochtend- of middaglossing ... 5

Vergroten van de periode waarin de vluchten gehouden worden. ... 6

Afstanden: ... 7

Lossingplaatsen in zuidelijke richting... 8

Tijdstip lossingen ... 8

Hoofdstuk 3 Samenvatting en aanbeveling... 10

Bijlagen bij het onderzoek ... 11

Vragenlijst ... 11

Uitkomsten samengevoegd van alle liefhebbers uit alle sectoren... 12

Uitkomsten per sector Sector 1 ... 17

Uitkomsten per sector sector 2 ... 22

Uitkomsten per sector sector 3 ... 27

Uitkomsten per sector sector 4 ... 32

Inleiding

In opdracht van het NPO-bestuur hebben ondergetekenden na een informatieve bijeenkomst, waar o.a. enkele bestuursleden, maar ook NPO-goudenspelddrager Jan

Heikens bij was, aangeboden om een onderzoek te doen naar de meerdaagse fondvluchten.

Het NPO-bestuur wilde graag weten welke oplossingen er zijn om het aantal vluchten dat er duiven ’s nachts doorvliegen te verkleinen. Tevens wilde het NPO-bestuur weten hoe de liefhebbers die deze vluchten spelen tegen de huidige situatie aankijken en waar hun voorkeur naar uit gaat.

Om deze vraagstelling te kunnen beantwoorden hebben we een veldonderzoek gedaan waar we met diverse mensen hebben gesproken en waar we uitslagen hebben bestudeerd.

Daarnaast hebben we een enquête uit laten zetten door de NPO aan alle liefhebbers die het afgelopen jaar hebben deelgenomen aan St. Vincent of Montauban. We hebben deze keuze gemaakt om de stem te horen van de liefhebbers die daadwerkelijk aan deze

marathonvluchten deelnemen. In het nu volgende rapport treft u de resultaten aan. We hebben dit onderzoek met veel plezier gedaan en dachten ook met wat aanbevelingen te moeten komen. We wensen het NPO-bestuur wijsheid om met behulp van deze resultaten, met aanpassingen voor de verre vluchten te komen, die rekening houden met de uitkomsten van dit onderzoek en met de wensen van de liefhebbers.

Arie Dijkstra Ad van Heijst September 2009

(3)

Hoofdstuk 1 Veldonderzoek

Uit ons veldonderzoek kwamen de volgende conclusies:

• Een duif is een dagdier en geen nachtdier en ziet gebrekkig in het donker. Toch is nachtvliegen niet altijd geheel te voorkomen. Wanneer de omstandigheden voor de duiven gunstig zijn, wind mee en goed zicht dan zullen duiven wanneer ze niet moe zijn, proberen door te vliegen. Zelfs van morgenlossingen als Barcelona,

internationaal Dax en Perpignan komen heel af en toe duiven ’s nachts aan. Wel geldt als regel hoe vroeger er wordt gelost dus hoe meer uren de duiven vliegen voordat het nacht wordt, des te minder nachtvliegers er zullen zijn. Dus hoe later er wordt gelost des te meer duiven er in de nacht vliegen. De duiven zijn dan nog niet echt moe en vliegen door.

• Onafhankelijk van de afstand leidt lossen met rugwind na 14:00 uur bijna altijd tot duiven die ’s nachts doorvliegen. Dat blijkt uit de berekende snelheden die de duiven maken. Deze ligt vaak aanzienlijk hoger dan de snelheid die vergelijkbare duiven maken op diezelfde dag die overdag gelost zijn. Dat kan alleen als de duiven ’s nachts doorgevlogen zijn.

• Hoe dichter de duiven bij huis zijn des te meer duiven zullen er zijn, die proberen om

’s nachts toch thuis te komen. Ook bij tegenwind blijkt dit ook het geval. Een goed voorbeeld hiervan is de nationale wedvlucht Limoges van dit jaar. De kortste afstanden van deze vlucht zaten rond de 710 kilometer.

• Bestudering van uitslagen, waarbij de wedvlucht op een zodanig vroeg tijdstip is gelost en waarbij duiven ’s avonds zijn geconstateerd, leert dat het concours toch eerlijk verloopt, mits er ’s nachts weinig of geen duiven vallen. Het is dus niet per definitie zo dat de duiven die ‘s avonds worden geconstateerd met de kopprijzen weggaan. Het op een dusdanig vroeg tijdstip lossen dat slechts enkele duiven voor de neutralisatietijd thuis kunnen komen, maar waarbij nachtvliegen grotendeels kan worden voorkomen geeft een relatief eerlijker concours dan laat op de middag de wedvlucht te lossen, met als gevolg veel duiven die ’s nachts door vliegen.

• De meest voorkomende krachtige windrichting in West Europa is die tussen

noordwest en zuidwest. De meeste lossingplaatsen liggen in zuidwestelijke richting.

Dat betekent dat als er west in de wind zit dat de duiven dan al een gedeelte de wind mee hebben. Om nachtvliegen tegen te gaan is het een voordeel om lossingplaatsen te kiezen die meer zuidelijk liggen, waarbij de duiven minder windvoordeel hebben.

Een ander voordeel is dat dit gebied minder verlicht is en dat het er eerder donker wordt dan in het zuidwesten. Door het vergelijken van uitslagen blijkt dat als er in zuidelijke richting wordt gelost er aanzienlijk minder nachtvliegers zijn.

(4)

Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek

Response & Representativiteit

De response van het onderzoek was zeer hoog. Van de 4800 (?) verstuurde enquêtes hebben we er 2276 verwerkt. Wanneer we deze response vergelijken met die van vergelijkbare enquêtes is deze zeer hoog. Dat betekent niet alleen dat we een gedegen representatief beeld hebben van wat de liefhebbers die aan die vluchten deelnemen willen, maar dat betekent ook dat dit onderwerp zeer leeft onder die liefhebbers. Wanneer we kijken naar de ingestuurde enquêtes blijkt dat deze ook het gehele land dekken. Dus het beeld dat uit deze enquête komt, is representatief hoe de Nederlandse fondspelers denken over deze vluchten. Wat ook opvallend was, was dat er nauwelijks verschillen zijn tussen de liefhebbers uit de verschillende sectoren. Bij het presenteren van de resultaten zullen we dan ook alleen wanneer er grote verschillen zijn dat melden.

Tevredenheid over de sectorindeling

2. Tevredenheid sectorindeling (totaal: 2160)

1475 68%

685 32%

J N

Een duidelijke meerderheid is tevreden met de huidige sectorindeling. Wanneer we dit uitsplitsen naar sectoren blijkt dat de liefhebbers van Sector 2 met 76% en sector 4 met 79%

het meest tevreden zijn.

(5)

Aantal nationale meerdaagse fondvluchten

De meeste liefhebbers willen 5 of 6 meerdaagse lossingen. Een klein gedeelte wil meer dan 6 en een klein gedeelte wil minder dan 3.

Ochtend- of middaglossing

De keuze voor ochtend- of middaglossingen of een combinatie daarvan is gelijk verdeeld.

Een derde wil alleen ochtendlossingen, een derde wil alleen middaglossingen en een derde wil zowel ochtend als middaglossingen. Wanneer we naar de huidige situatie kijken waarin we nu in principe alleen maar middaglossingen aanbieden geldt dat we daar “slechts” een derde van de deelnemers blij mee maken. Dat betekent dus ook dat er draagvlak is voor ochtendlossingen.

5. Voorkeur ochtend- en/of middaglossing (totaal: 2203)

759 34%

678 31%

766 35%

Ochtend Middag Beide

4. Voorkeur aantal Nationale meerdaagse fondvluchten (totaal: 2247)

196

9% 296

13%

689 31%

938 41%

125 6%

3 0%

3 4 5 6 anders

(6)

Uit het antwoord op deze vraag blijkt dat meer dan 63% minimaal 2 vooraf geplande ochtendlossingen wil. Ook hier zien we weer de tegenstelling tussen middag- en ochtendlossing.

Vergroten van de periode waarin de vluchten gehouden worden.

63% van de ondervraagden kan zich er in vinden dat de periode waarin de vluchten

gehouden worden wordt verlengd. Dat betekent dat er in het programma tussen de vluchten meer ruimte gepland kan worden.

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden (eind mei tot eerste weekend van augustus) met een tot twee weken uit te breiden, zodat de vluchten gespreid kunnen

worden? (totaal: 2244)

809; 37%

586; 26%

460; 20%

389; 17% helemaal mee eens

mee eens oneens

helemaal mee oneens

6. Voorkeur aantal vooraf geplande

ochtendlossinggen van 5 Nationale meerdaagse fondvluchten (totaal: 2214)

724 32%

115 435 5%

20%

305 14%

64 3%

571

26% 0

1 2 3 4 5

(7)

Afstanden:

Een krappe meerderheid 52% wil dat de afstand van de eerste meerdaagse fondvlucht minimaal 850 KM is. 83% wil dat de afstand verder is dan 800 kilometer. Voor vluchten met een afstand van minder dan 800 km is absoluut geen draagvlak.

Hier zien we wel een afwijking als het gaat om liefhebbers uit het noorden. Deze liefhebbers hebben in meerderheid geen problemen met afstanden van 1200 km en 1/3 heeft ook geen problemen met 1300 km. Wat hierbij wel opgemerkt moet worden is dat de Pyreneeën een gegeven opstakel zijn. Wanneer liefhebbers in West Brabant of Limburg aangeven dat ze meer dan 1100 km willen vliegen betekent dat automatisch dat het om Spanjevluchten gaat en dat is toch een aparte tak van sport.

9.Wat moet volgens u de maximale afstand zijn op een meerdaagse fondvlucht, waaraan uw duiven mee doen?

(totaal: 2236)

573 26%

707 31%

584 26%

372 17%

max.1000 max.1100 max.1200 max.1300

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht (totaal: 2246)

374 17%

700 645 31%

29%

527 23%

750-800 800-850 850-900

>900

(8)

Lossingplaatsen in zuidelijke richting

Het overgrote deel van de liefhebbers is het er mee eens of helemaal mee eens dat er lossingplaatsen in zuidelijke richting opgenomen worden in het vliegprogramma. Het voordeel van deze lossingplaatsen is ook dat de afstandsverschillen voor Nederland wat gematigder zijn.

Tijdstip lossingen

Wanneer er harde rugwind is, willen de liefhebbers dat de duiven dezelfde dag en zo vroeg mogelijk gelost worden. Uitstel naar de volgende dag is slechts voor 13% van de liefhebbers aantrekkelijk.

10.Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te nemen? (totaal: 2217)

929; 42%

911; 41%

253; 11%

124; 6%

helemaal mee eens mee eens

oneens

helemaal mee oneens

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook voor de dagen erna zal gelden, naar welke lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit? (totaal 2229)

1344 182 61%

8%

408 18%

295

13% zo vroeg mogelijk

9:00 - 11:00 11:00 - 13:00

volgende dag 7:00 uur

(9)

80 % van de liefhebbers vindt het prima dat er zo vroeg mogelijk gelost wordt om de kans dat duiven ’s nachts doorvliegen te minimaliseren. Het feit dat er dan misschien enkele duiven ’s avonds arriveren nemen ze op de koop toe. Dat betekent dat het uitgangspunt zoals er nu gelost wordt dat er perse geen duif door mag komen, los gelaten mag worden.

Lossingen met wind achter na de middag die leiden tot nachtelijke aankomsten zijn door de liefhebbers niet gewenst.

12. “Het is beter bij (harde) rugwind en helder weer zodanig vroeg te lossen dat enkele duiven ’s avonds voor de

neutralisatietijd thuis zullen komen, maar ’s nachts niet door zullen vliegen, dan zo laat te lossen dat veel duiven ’s nachts wel door zullen vliegen”? (totaal: 2222)

1385 62%

407 18%

214 10%

216 10%

helemaal mee eens mee eens

oneens

helemaal mee oneens

(10)

Hoofdstuk 3 Samenvatting en aanbeveling

Uit dit onderzoek blijkt dat de huidige wijze waarop we deze vluchten aanbieden niet conform de wens van de meerderheid van de liefhebbers is.

De sectorindeling is OK. De meeste liefhebbers willen 5 of 6 nationale meerdaagse fondvluchten.

• De periode waarin de vluchten vervlogen worden mag voor een grote meerderheid verlengd worden. Dat gekoppeld aan 4 nationale vluchten biedt de mogelijkheid om gedurende het seizoen om de 3 weken een nationale vlucht te organiseren.

• Voorkeur minimale afstand (eerste) fondvlucht. Voor alle liefhebbers geldt dat deze rond de 850 kilometer zou moeten liggen. Voor het huidige programma zou dit o.a.

een splitsing betekenen voor sector 3 en 4. Het is niet mogelijk om in een

gezamenlijk concours zowel aan de wensen van de liefhebbers van sector 3 als die van sector 4 tegemoet te komen.

De liefhebbers willen in meerderheid zo min mogelijk nachtvluchten en zoeken naar de volgende oplossingen.

• Anders lossen. Wanneer de omstandigheden zo zijn dat er bij een middaglossing ’s nachts duiven zullen thuiskomen dan maar zo vroeg mogelijk lossen. Zo vroeg mogelijk lossen zodat er zo min mogelijk duiven ’s nachts doorkomen is beter dan later lossen met grote kans op nachtvliegers.

• Andere lossingplaatsen. Ook voor het zoeken naar lossingplaatsen in de meer zuidelijke richting is een duidelijke meerderheid.

• Vooraf geplande morgenlossingen. Ook hiervoor is draagvlak. Uit de wandelgangen blijkt dat veel liefhebbers ook behoefte hebben om vooraf te weten waar ze aan toe zijn. Daarom wil een meerderheid ook minimaal 2 geplande ochtendlossingen in het programma opgenomen zien.

(11)

Bijlagen bij het onderzoek Vragenlijst

1. In welke afdeling speelt u? Ik ben lid van afdeling _____

2. Ik ben tevreden met de huidige sectorindeling:

o Ja o Nee

3. Wat is uw afstand van de wedvlucht St. Vincent? Ik heb een afstand van:

o korter dan 1000 km o 1000 t/m 1075 km o 1076 t/m 1150 km o verder dan 1150 km Aantal vluchten en tijdsvak:

4. Naar hoeveel nationale meerdaagse fondvluchten gaat uw voorkeur uit?

o 3 o 4 o 5 o 6

o Anders nl: ______

5. Ik ben voor een ochtend- of middaglossing:

o ochtendlossing o middaglossing o beide

6. Het nationale meerdaagse fondprogramma bestaat momenteel uit 5 wedvluchten. Van hoeveel van deze vluchten zou u een vooraf geplande ochtendlossing willen?

o 0 o 1 o 2 o 3 o 4 o 5

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden (eind mei tot eerste weekend van augustus) met een tot twee weken uit te breiden, zodat de vluchten gespreid kunnen worden?

o helemaal mee eens o mee eens

o oneens

o helemaal mee oneens Afstanden en lossingsrichting:

8. Wat moet voor u de minimale afstand zijn op de 1e meerdaagse fondvlucht? Ik speel bij voorkeur op de 1e meerdaagse fondvlucht een afstand:

o tussen 750 en 800 km o tussen 800 en 850 km o tussen 850 en 900 km o meer dan 900 km

(12)

9. Wat moet volgens u de maximale afstandi zijn op een meerdaagse fondvlucht, waaraan uw duiven mee doen?

o 1000 km o 1100 km o 1200 km o 1300 km

10. Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te nemen?

o helemaal mee eens o mee eens

o oneens

o helemaal mee oneens Tijdstip lossingen:

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook voor de dagen erna zal gelden, naar welke lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit?

o zo vroeg mogelijk

o tussen 9:00 en 11:00 uur o tussen 11:00 en 13:00 uur o op de volgende dag om 7:00 uur

12. Wat vindt u van de volgende stelling: “Het is beter bij (harde) rugwind en helder weer zodanig vroeg te lossen dat enkele duiven ’s avonds voor de neutralisatietijd thuis zullen komen, maar ’s nachts niet door zullen vliegen, dan zo laat te lossen dat veel duiven ’s nachts wel door zullen vliegen”?

o helemaal mee eens o mee eens

o oneens

o helemaal mee oneens

Uitkomsten samengevoegd van alle liefhebbers uit alle sectoren

1. Respons per afdeling (totaal: 2246)

204

9% 273

12%

269 12%

307 105

166 229 10%

151 7%

92 4%

118 5%

93 4%

1 2 3 4 5 6 7 8 9

(13)

2. Tevredenheid sectorindeling (totaal: 2160)

1475 68%

685 32%

J N

3. Respons per afstand St.Vincent (totaal: 2254)

706 31%

995 44%

377 17%

176 8%

<1000 1000 <> 1075 1075 <> 1150

>1150

4. Voorkeur aantal Nationale meerdaagse fondvluchten (totaal: 2247)

196

9% 296

13%

689 31%

938 41%

125 6%

3 0%

1 2 3 4 5 6

De meeste liefhebbers willen 5 of 6 meerdaagse lossingen. Dat is antwoord 3 en 4. Een klein gedeelte wil meer dan 6 en een klein gedeelte wil minder dan 3.

(14)

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden (eind mei tot eerste weekend van augustus) met een tot twee weken uit te breiden, zodat de vluchten gespreid kunnen

worden? (totaal: 2244)

809; 37%

460; 20%

389; 17% helemaal mee eens

mee eens oneens

6. Voorkeur aantal vooraf geplande

ochtendlossinggen van 5 Nationale meerdaagse fondvluchten (totaal: 2214)

724 32%

115 435 5%

20%

305 14%

64 3%

571 26%

0 1 2 3 4 5

5. Voorkeur ochtend- en/of middaglossing (totaal: 2203)

759 34%

678 31%

766 35%

Ochtend Middag Beide

(15)

10.Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te nemen? (totaal: 2217)

929; 42%

911; 41%

253; 11%

124; 6%

helemaal mee eens mee eens

oneens

helemaal mee oneens 9.Wat moet volgens u de maximale afstand zijn op een

meerdaagse fondvlucht, waaraan uw duiven mee doen?

(totaal: 2236)

573 26%

707 31%

584 26%

372 17%

max.1000 max.1100 max.1200 max.1300

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht (totaal: 2246)

374 17%

700 645 31%

29%

527 23%

750-800 800-850 850-900

>900

(16)

Waarden correlatiecoëfficient totaal

(vraag) Sector (vraag) Afstand St.Vincent

1 0,867 Sector 0,732

2 0,075 1 0,674

3 0,732 2 0,015

4 0,121 4 0,114

5 0,075 5 0,095

6 -0,073 6 -0,127

7 0,010 7 0,031

8 -0,027 8 0,082

9 0,256 9 0,267

10 0,023 10 0,004

11 0,010 11 0,026

12. “Het is beter bij (harde) rugwind en helder weer zodanig vroeg te lossen dat enkele duiven ’s avonds voor de

neutralisatietijd thuis zullen komen, maar ’s nachts niet door zullen vliegen, dan zo laat te lossen dat veel duiven ’s nachts wel door zullen vliegen”? (totaal: 2222)

1385 62%

407 18%

214 10%

216 10%

helemaal mee eens mee eens

oneens

helemaal mee oneens 11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en

helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook voor de dagen erna zal gelden, naar welke lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit? (totaal 2229)

1344 182 61%

8%

408 18%

295

13% zo vroeg mogelijk

9:00 - 11:00 11:00 - 13:00

volgende dag 7:00 uur

(17)

Uitkomsten per sector Sector 1

1. Respons per Afdeling

204; 19%

273; 26%

269; 26%

307; 29%

1 2 3 4

2. Tevredenheid sectorindeling

638; 64%

363; 36%

J N

3. Respons per afstand St. Vincent

642; 62%

381; 36%

22; 2%

3; 0%

< 1000 1000 <> 1075 1075 <> 1150

> 1150

(18)

4. Voorkeur aantal nationale meerdaagse fondvluchten

109; 10%

155; 15%

402; 39%

327; 31%

48; 5%

3; 0%

1 2 3 4 5 6

De meeste liefhebbers willen 5 of 6 meerdaagse lossingen. Dat is antwoord 3 en 4. Een klein gedeelte wil meer dan 6 en een klein gedeelte wil minder dan 3.

5. Voorkeur ochtend en/of middaglossing

381; 37%

318; 31%

328; 32%

Ochtend Middag Beide

6. Voorkeur aantal vooraf geplande ochtendlossingen van 5 nationale meerdaagse

fondvluchten

335; 32%

291; 28% 0

1 2 3

(19)

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden met één of twee weken te verlengen, zodat ze beter gespreid

kunnen worden?

399; 38%

274; 26%

206; 20%

166; 16% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht

172; 16%

339; 33%

276; 26%

259; 25%

750 - 800 800 - 850 850 - 900

> 900

9. Maximale afstand waarop iemand zijn duiven mee zal doen.

377; 36%

323; 31%

228; 22%

110; 11%

max 1000 max 1100 max 1200 max 1300

(20)

10. Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te

nemen?

454; 44%

399; 39%

112; 11% 63; 6% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook

voor de dagen erna zal gelden, naar welk lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit?

606; 67%

94; 10%

207; 23%

zo vroeg mogelijk 9:00 - 11:00 11:00 - 13:00

12. Bij harde rugwind en helder weer is het beter zodanig vroeg te lossen, dat enkele duiven ’s

avonds voor de neutralisatietijd thuis zullen komen, maar niet 's nachts doorvliegen dan zo laat te lossen dat ze 's nachts wel door vliegen?

645; 62%

181; 18%

95; 9%

112; 11%

helemaal mee eens mee eens

mee oneens

helemaal mee oneens

(21)

Waarden correlatiecoëfficient sector 1 (vraag) 1. Lid van Afdeling (vraag)

3. Afstand voor

St.Vincent (vraag)

5. Lossing Ochtend/Middag/Beide

2 0,080 1 0,186 1 0,006

3 0,186 3 -0,045 2 0,066

4 -0,026 4 0,034 3 0,096

5 0,006 5 0,096 4 0,017

6 0,006 6 -0,133 6 -0,520

7 0,053 7 0,073 7 0,099

8 0,146 8 0,110 8 -0,002

9 0,072 9 0,129 9 0,092

10 -0,180 10 0,015 10 0,034

11 0,009 11 0,051 11 0,110

12 -0,047 12 0,142 12 0,090

(22)

Uitkomsten per sector sector 2

1. Respons per Afdeling

239; 55%

105; 24%

93; 21%

5 6 12

2. Tevredenheid sectorindeling

318; 76%

102; 24%

J N

3. Respons per afstand St. Vincent

52; 12%

71; 16% 9; 2%

< 1000 1000 <> 1075 1075 <> 1150

(23)

4. Voorkeur aantal nationale meerdaagse fondvluchten

39; 9%

57; 13%

86; 20%

223; 52%

27; 6%

0; 0%

1 2 3 4 5 6

De meeste liefhebbers willen 5 of 6 meerdaagse lossingen. Dat is antwoord 3 en 4. Een klein gedeelte wil meer dan 6 en een klein gedeelte wil minder dan 3.

5. Voorkeur ochtend en/of middaglossing

156; 36%

113; 26%

159; 38%

Ochtend Middag Beide

6. Voorkeur aantal vooraf geplande ochtendlossingen van 5 nationale meerdaagse

fondvluchten

118; 28%

24; 6%

92; 22%

56; 13%

17; 4%

115; 27% 0

1 2 3 4 5

(24)

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden met één of twee weken te verlengen, zodat ze beter gespreid

kunnen worden?

121; 28%

99; 23%

108; 25%

104; 24% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht

44; 10%

120; 28%

158; 36%

114; 26%

750 - 800 800 - 850 850 - 900

> 900

9. Maximale afstand waarop iemand zijn duiven mee zal doen.

89; 21%

154; 35%

102; 24%

87; 20%

max 1000 max 1100 max 1200 max 1300

(25)

10. Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te

nemen?

157; 37%

195; 46%

54; 13% 18; 4% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook

voor de dagen erna zal gelden, naar welk lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit?

280; 64%

38; 9%

65; 15%

50; 12%

zo vroeg mogelijk 9:00 - 11:00 11:00 - 13:00 volgende dag 7:00

12. Bij harde rugwind en helder weer is het beter zodanig vroeg te lossen, dat enkele duiven ’s

avonds voor de neutralisatietijd thuis zullen komen, maar niet 's nachts doorvliegen dan zo laat te lossen dat ze 's nachts wel door vliegen?

270; 63%

89; 21%

40; 9%

29; 7%

helemaal mee eens mee eens

mee oneens

helemaal mee oneens

(26)

Waarden correlatiecoëfficient sector 2

(vraag) 1. Lid van Afdeling (vraag) 3. Afstand voor St. Vincent (vraag)

5. Lossing Ochtend/Middag/Beide

2 0,020 1 0,012 1 -0,026

3 0,012 3 -0,218 2 0,081

4 0,076 4 0,032 3 0,090

5 -0,026 5 0,090 4 0,096

6 -0,015 6 -0,006 6 -0,324

7 0,025 7 -0,003 7 0,187

8 0,094 8 0,203 8 -0,025

9 0,087 9 0,205 9 -0,033

10 0,031 10 -0,023 10 0,001

11 0,053 11 0,041 11 0,047

12 0,061 12 0,045 12 0,073

(27)

Uitkomsten per sector sector 3

1. Respons per Afdeling

166; 30%

228; 42%

151; 28%

7 8 9

2. Tevredenheid sectorindeling

353; 66%

180; 34%

J N

3. Respons per afstand St. Vincent

< 1000 1000 <> 1075 1075 <> 1150

> 1150

(28)

4. Voorkeur aantal nationale meerdaagse fondvluchten

37; 7%

60; 11%

147; 27%

267; 49%

32; 6%

0; 0%

1 2 3 4 5 6

De meeste liefhebbers willen 5 of 6 meerdaagse lossingen. Dat is antwoord 3 en 4. Een klein gedeelte wil meer dan 6 en een klein gedeelte wil minder dan 3.

5. Voorkeur ochtend en/of middaglossing

169; 32%

164; 31%

195; 37%

Ochtend Middag Beide

6. Voorkeur aantal vooraf geplande ochtendlossingen van 5 nationale meerdaagse

fondvluchten

178; 34%

127; 24% 0

1 2 3

(29)

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden met één of twee weken te verlengen, zodat ze beter gespreid

kunnen worden?

202; 38%

152; 28%

100; 18%

88; 16% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht

130; 24%

172; 31%

133; 25%

106; 20%

750 - 800 800 - 850 850 - 900

> 900

9. Maximale afstand waarop iemand zijn duiven mee zal doen.

70; 13%

180; 33%

179; 33%

112; 21%

max 1000 max 1100 max 1200 max 1300

(30)

10. Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te

nemen?

235; 44%

213; 39%

63; 12% 29; 5% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook

voor de dagen erna zal gelden, naar welk lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit?

335; 62%

30; 6%

81; 15%

89; 17%

zo vroeg mogelijk 9:00 - 11:00 11:00 - 13:00 volgende dag 7:00

12. Bij harde rugwind en helder weer is het beter zodanig vroeg te lossen, dat enkele duiven ’s

avonds voor de neutralisatietijd thuis zullen komen, maar niet 's nachts doorvliegen dan zo laat te lossen dat ze 's nachts wel door vliegen?

342; 64%

86; 16%

51; 10%

55; 10%

helemaal mee eens mee eens

mee oneens

helemaal mee oneens

(31)

Waarden correlatiecoëfficient sector 4

(vraag) 1. Lid van Afdeling (vraag) 3. Afstand voor St. Vincent (vraag)

5. Lossing Ochtend/Middag/Beide

2 -0,181 1 0,574 1 0,013

3 0,574 3 -0,183 2 0,052

4 0,076 4 0,066 3 -0,022

5 0,013 5 -0,022 4 0,098

6 -0,055 6 -0,152 6 -0,458

7 0,016 7 -0,009 7 0,070

8 0,075 8 0,120 8 -0,018

9 0,103 9 0,153 9 0,000

10 -0,109 10 -0,045 10 0,163

11 -0,051 11 0,032 11 0,036

12 0,023 12 0,118 12 0,103

(32)

Uitkomsten per sector sector 4

1. Respons per Afdeling

92; 44%

118; 56%

10 11

2. Tevredenheid sectorindeling

158; 79%

41; 21%

J N

3. Respons per afstand St. Vincent

2; 1%

9; 4%

46; 22% < 1000

1000 <> 1075 1075 <> 1150

(33)

5. Voorkeur ochtend en/of middaglossing

46; 23%

81; 40%

76; 37%

Ochtend Middag Beide

6. Voorkeur aantal vooraf geplande ochtendlossingen van 5 nationale meerdaagse

fondvluchten

88; 44%

17; 8%

33; 16%

34; 16%

5; 2%

30; 14%

0 1 2 3 4 5

7. Wat vindt u ervan om de periode waarin de vluchten worden gehouden met één of twee weken te verlengen, zodat ze beter gespreid

kunnen worden?

76; 37%

57; 28%

44; 21%

30; 14%

helemaal mee eens mee eens

mee oneens

helemaal mee oneens

(34)

8. Voorkeur minimale afstand 1e meerdaagse fondvlucht

24; 12%

64; 31%

72; 35%

45; 22%

750 - 800 800 - 850 850 - 900

> 900

9. Maximale afstand waarop iemand zijn duiven mee zal doen.

31; 15%

45; 22%

70; 33%

62; 30%

max 1000 max 1100 max 1200 max 1300

10. Wat vindt u ervan om lossingplaatsen in zuidelijke richting in het programma op te

nemen?

72; 35%

95; 47%

23; 11% 14; 7% helemaal mee eens

mee eens mee oneens

helemaal mee oneens

(35)

11. Als de omstandigheden, door een (harde) rugwind en helder weer, zodanig zijn dat de duiven hoge snelheden zullen halen en dit ook

voor de dagen erna zal gelden, naar welk lossingtijdstip gaat uw voorkeur dan uit?

112; 55%

19; 9%

50; 24%

25; 12%

zo vroeg mogelijk 9:00 - 11:00 11:00 - 13:00 volgende dag 7:00

12. Bij harde rugwind en helder weer is het beter zodanig vroeg te lossen, dat enkele duiven ’s

avonds voor de neutralisatietijd thuis zullen komen, maar niet 's nachts doorvliegen dan zo laat te lossen dat ze 's nachts wel door vliegen?

113; 54%

49; 24%

25; 12%

20; 10%

helemaal mee eens mee eens

mee oneens

helemaal mee oneens

Waarden correlatiecoëfficient sector 4

(vraag) 1. Lid van Afdeling (vraag) 3. Afstand voor St.Vincent (vraag)

5. Lossing Ochtend/Middag/Beide

2 0,007 1 -0,082 1 -0,065

3 -0,082 3 0,171 2 0,173

4 0,025 4 0,111 3 0,099

5 -0,065 5 0,099 4 0,163

6 0,164 6 -0,115 6 -0,338

7 0,094 7 0,082 7 -0,071

8 0,167 8 0,073 8 0,020

9 0,172 9 0,112 9 0,051

10 0,113 10 -0,132 10 -0,058

11 -0,080 11 -0,056 11 -0,005

12 -0,125 12 0,084 12 0,014

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

DE THEORIE: HELDER EN TROEBEL WATER ALS ALTERNATIEVE STABIELE TOESTANDEN FU 0#/POEFS[PFL XPSEU JO EJU SBQQPSU HFQMBBUTU JO IFU DPODFQU WBO

Het betreft het bereik: de gemeente heeft geen actueel zicht op het aantal doelgroeppeuters en kan niet laten zien dat er voldoende plaatsen zijn om alle doelgroeppeuters

U krijgt voor het onderzoek een zogenoemde continu glucose sensor (IPro2) in bruikleen.. Deze meetapparatuur bestaat

Het onderzoek zelf vindt plaats op een andere locatie, namelijk de functieafdeling klinische neurofysiologie, huisnummer

De centrale onderzoeksvraag in dit onderzoek was: wat is de invloed van het deelnemen aan een schuldsaneringstraject bij de gemeente Amsterdam of het deelnemen aan een

De &#34;dode einden&#34; zijn dus niet in dit monster opgenomen, zo ook niet de uiterste zijkanten van de matten, dit laatste ter- wille van het plastic dat om de matten

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende