• No results found

Zwolle 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zwolle 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

ondersteuning

Zwolle 2016

(2)

Status: definitief Versie oktober 2016 Voor nadere informatie:

Madelinde Tuk, senior Adviseur en Onderzoeker m.tuk@zwolle.nl 038 498 2557

Ingeborg Evenblij, senior Adviseur en Onderzoeker i.evenblij@zwolle.nl 038 498 2383

(3)

3

Inhoudsopgave

1 Cliënt ervaringsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Zwolle 4

2 Resultaten 5

2.1 Inleiding 5

2.2 Toegang tot ondersteuning 5

2.3 Kwaliteit van ondersteuning 6

2.4 Effect ondersteuning 7

2.5 Ervaringen met de ondersteuning. 7

2.5.1 Type ondersteuning 7

2.5.2 Overige ondersteuning 8

3 Achtergrond onderzoek 10

3.1 Inleiding 10

3.2 Landelijk voorwaarden bij het uitvoeren van het verplichte onderzoek

cliëntervaringsonderzoek Wmo 11

3.3 Methode van afname 11

3.4 Onderzoekspopulatie en steekproef 11

3.5 Processtappen cliëntervaringsonderzoek Wmo 15

3.6 Bijlagen 16

(4)

4

1 Cliënt ervaringsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Zwolle

De gemeente wil graag weten wat inwoners vinden van de ondersteuning die zij krijgen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Want de gemeente betaalt die hulp Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor goede ondersteuning aan haar inwoners Inwoners die aan het onderzoek mee doen helpen de gemeente om de ondersteuning van iedereen in Zwolle die ondersteuning vanuit de Wmo nodig heeft te verbeteren.

De Wet maatschappelijke ondersteuning is voor ondersteuning in het kader van een voorziening Wmo of een hulpmiddel. Een Wmo-voorziening is Hulp bij het huishouden, Begeleiding, Beschermd wonen en Kortdurend verblijf. Hulpmiddelen zijn in dit verband een rolstoel, vervoersvoorziening zoals een scootmobiel, woonvoorziening en

woningaanpassing.

Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wmo 2015 verplicht om een cliëntervarings- onderzoek uit te voeren. Vanaf 2016 gebruiken gemeenten hier een verplichte vragenlijst voor. Dit maakt het mogelijk de resultaten tussen gemeenten te vergelijken Het onderzoek gaat onder andere over de ervaring van inwoners met de toegang tot ondersteuning en de kwaliteit ervan. Ook wordt gevraagd of inwoners zich door de ondersteuning geholpen voelen.

Inwoners van Zwolle zijn per brief uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Bij de uitnodiging is de vragenlijst en retourenveloppe bijgesloten. In de uitnodiging staat ook een mogelijkheid om via internet aan het onderzoek deel te nemen. 81% van de respondenten heeft de meegezonden vragenlijst ingevuld en retour gezonden. 19%

heeft via internet aan het onderzoek deelgenomen. Zeker bij deelname middels het invullen van de toegestuurde vragenlijst zijn niet alle vragen ingevuld wat leidt tot een wisselende totaal respons (N) per vraag.

Het cliënt ervaringsonderzoek Wmo is niet bedoeld en geschikt om inzicht te krijgen in het functioneren van afzonderlijke instellingen, of om te differentiëren naar doelgroepen (zoals begeleidingsklanten) omdat daar de aantallen te klein voor zijn.

In dit rapport zijn de resultaten van het onderzoek in hoofdstuk 2 opgenomen. In hoofdstuk 3 vindt u nadere informatie over de achtergrond van het onderzoek en de voorgeschreven werkwijze, methode en selectie steekproef. De bevindingen uit de praktijk zijn waar relevant als voetnoot opgenomen. De uitnodigingsbrief en vragenlijst zijn als bijlagen opgenomen.

(5)

5

2 Resultaten

2.1 Inleiding

Gemeente Zwolle heeft 2000 mensen uitgenodigd tot deelname aan het onderzoek. De uiteindelijk geldige respons van het onderzoek in Zwolle is 41% (829). Geldige respons betekent dat er volgens de definitie in de instructie van de VNG voldoende vragen zijn ingevuld. De grafieken tonen het resultaat van de 100% valide antwoorden per vraag.

Valide betekent hierbij volgens de landelijke definitie binnen dit onderzoek dat de antwoordencategorieën ‘weet niet’ en ‘niet van toepassing’ niet meegenomen zijn. Het totaal aan valide respons per vraag staat in deze rapportage vermeld als (N=…).

2.2 Toegang tot ondersteuning

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (N=567)

Ik werd snel geholpen (N=573)

De medewerker nam mij serieus (N=585)

De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen

gezocht (N=544)

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal

Niet mee eens Helemaal niet mee eens

(6)

6

2.3 Kwaliteit van ondersteuning

23%

77%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Ja Nee

Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijk clientondersteuner? (N=796)

55%

45%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Ja Nee

Was er bij het (keukentafel-) gesprek iemand anders aanwezig?

(N=768)

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed (N=

767)

De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (N=759)

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal

Niet mee eens Helemaal niet mee eens

(7)

7

2.4 Effect ondersteuning

2.5 Ervaringen met de ondersteuning.

2.5.1 Type ondersteuning (N=778)

Bij het type ondersteuning is gevraagd of de inwoner het type ondersteuning gebruikt én zo ja, of dat met een persoonsgebonden budget gefinancierd wordt. Analyse van de

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil

(N=732)

Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden (N=744) Door de ondersteuning die ik krijg heb

ik een betere kwaliteit van leven (N=736)

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal

Niet mee eens Helemaal niet mee eens

19%

20%

15%

65%

44%

10%

22%

5%

6%

14%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Rolstoel Vervoersvoorziening Woonvoorziening/woningaanpassing Hulp bij Huishouden Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding bij het zelfstandig wonen Kortdurend verblijf Ik woon in een beschermde woonvorm

vanwege psychische problemen Anders

(8)

8 uitkomsten leidt tot de conclusie dat het onderzoek hierop geen eenduidig beeld

oplevert: kennelijk hebben mensen soms de omschrijving van het type ondersteuning niet begrepen of niet goed gelezen. Er is bijvoorbeeld in de opmerkingen gezet: ‘al 10 jaar een rolstoel’ of ‘hulp bij het schoonhouden van het huis’ zonder dat ‘rolstoel’ of

‘Hulp bij huishouden is aangevinkt. Sommige mensen hebben soms wel aangevinkt

‘indien ja, met pgb?’ zonder een vinkje bij ‘ja’.

Het resultaat van deze vraag geeft dan ook geen betrouwbaar beeld van het gebruik van type voorzieningen en al dan niet gefinancierd met pgb. Voor het overzicht van gebruik van voorzieningen verwijzen wij naar onze analyse van Topicus en GWS data.

2.5.2 Overige ondersteuning (N=823)

Het genoemde gebruik van voorzieningen is in de vraagstelling van de eerste uitkomst in bovenstaande grafiek toegelicht als ‘bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, boodschappenservice, was- en strijkservice’.

10%

11%

3%

40%

0% 15% 30% 45%

Ik maak gebruik van voorzieningen Ik heb een particuliere schoonmaakster die mij helpt bij het

huishouden

Ik heb of mijn partner heeft een maatje van een maatjesproject

Ik ontvang hulp van mijn partner, van mijn familie, vrienden of buren

50%

21%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Ja Nee

Heeft u het idee dat uw naaste die voor u zorgt het aankan?

(N=320)

(9)

9 3%

24%

49%

19%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Zeer goed Goed Redelijk Nauwelijks Niet

In hoeverre kunt u financieel rondkomen? (N=791)

(10)

10

3 Achtergrond onderzoek

3.1 Inleiding

Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wmo 2015 artikel 2.5.1 verplicht om een cliënt- ervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. Het college is volgens dit artikel gehouden aan het verstrekken van de gegevens over de cliëntervaringen met de maatschappelijke ondersteuning voor 1 juli1 van elk jaar2.

In overeenstemming met het Wmo-artikel 2.5.1. en 2.5.2 is het verplichte cliënt- ervaringsonderzoek (CEO) opgesteld. Met deze vragenlijst wordt onderzocht hoe de cliënten de toegankelijkheid en kwaliteit van de voorzieningen ervaren en welk effect ze ervan hebben ondervonden in hun zelfredzaamheid. De uitkomsten worden

geanonimiseerd verwerkt. Het onderzoek biedt informatie op hoofdlijnen. Het CEO levert een beeld op van hoe cliënten (effecten van) zorg ervaren binnen hun gemeente.

Het instrument is niet primair bedoeld om inzicht te krijgen in het functioneren van afzonderlijke instellingen, of om te differentiëren naar doelgroepen (zoals

begeleidingsklanten).

De vragenlijst is opgebouwd uit een set van stellingen en een open vraag. De vragen gaan over:

 De ervaring met de toegang;

 De kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning;

 Het ervaren effect op de zelfredzaamheid.

De afgelopen jaren was er in de Wmo 2007 al een verplichting tot het uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek, maar dit is nu vervangen door een cliëntervaring-

onderzoek waarvan de vragenlijst bovendien vaststaat. Het onderzoek is vanaf 2016 niet meer gericht op de tevredenheid van cliënten, maar op hun ervaringen. Deze andere insteek is ingegeven door de overweging dat een onderzoek naar de ervaringen van cliënten meer informatie oplevert dan een algemeen cijfer voor tevredenheid.

1 Omdat de opzet en vragenlijst pas in maart definitief zijn geworden, is de deadline versoepeld: het veldwerk uitvoeren voor 1 juli, rapportage aan KING zo snel als mogelijk daarna. Bron: Yara Spijker (VWS) via Susan van Oostrom (Pleio VSO).

2 In de marge van het gesprek over opzet van het onderzoek is van zowel VNG als VWS mondeling meegedeeld dat bijv. tweejaarlijks onderzoek doen t.z.t. wel bespreekbaar wordt. Sleutel is vertrouwen bij de Tweede Kamer: als ze zien dat het redelijk goed gaat schept dat ruimte. Wij horen dat de VNG hierover in juni een brief aan haar leden zal versturen.

(11)

11

3.2 Landelijk voorwaarden bij het uitvoeren van het verplichte onderzoek cliëntervaringsonderzoek Wmo

 gebruik maken van verplichte set van 10 vragen, die altijd als eerste moeten worden gesteld

 er mogen geen extra vragen tussen de vragen worden gevoegd (ook niet uit de modelvragenlijst). Vragen toevoegen na de 10 verplichte vragen kan.

Uitzondering: er mogen wel opentekstvakken tussen de vragen geplaatst worden waarin om verdere toelichting gevraagd wordt.

 de volgorde en routering van de vragen moet behouden blijven.

 in ieder geval een schriftelijke vragenlijst uitsturen; als een aanvullende online enquête wordt gebruikt is dit een alternatieve manier van responderen, géén aanvullende steekproef

 garanderen van voldoende respons om uitspraken te doen met 95%

betrouwbaarheid en 5% nauwkeurigheidsmarge (gebruik steekproefcalculator en gemiddelde respons)

 gegevens (per gemeente) aanleveren aan KING voor de gemeentelijke monitor sociaal domein. Meer informatie over de wijze van aanleveren volgt zo spoedig mogelijk.

3.3 Methode van afname

Met het oog op de vergelijkbaarheid van de gegevens tussen gemeenten en per gemeente tussen de opeenvolgende jaren is er gekozen voor een vaste vragenlijst van 10 vragen. Wij hebben hier nog 17 vragen aan toegevoegd.

Bij de afweging van de voor- en nadelen van een schriftelijke vragenlijst versus die van een online enquête is het oordeel uitgevallen ten gunste van de schriftelijke vragenlijst.

Vanwege de hogere respons is gekozen voor het gebruik van een schriftelijke enquête onder de cliënten maatschappelijke ondersteuning. Met een schriftelijke vragenlijst kan volgens de landelijke instructie een respons behaald worden van circa 35%. Wij hebben de inwoners in Zwolle naast het invullen van de schriftelijke vragenlijst ook de

mogelijkheid geboden de enquête online in te vullen. Twee weken na de uitnodiging hebben wij een herinnering gestuurd aan de genodigden van wie wij nog geen respons hadden ontvangen.

3.4 Onderzoekspopulatie en steekproef

Onderzoekspopulatie

De onderzoekspopulatie bestaat uit alle mensen die geregistreerd staan als Wmo cliënt met een maatwerkvoorziening. De vragen zijn bedoeld voor deze mensen, maar zij mogen bij het invullen geholpen worden door partner, mantelzorger of familieleden.

(12)

12 Alle cliënten die geselecteerd worden voor deelname aan het onderzoek, vormen samen de bruto steekproef. Voor Zwolle als centrumgemeente omvat de populatie ook de cliënten beschermd wonen. Zwolle heeft alleen inwoners ouder dan 18 jaar

uitgenodigd voor het cliëntervaringsonderzoek Wmo.

De Wmo-cliënten zijn conform de landelijke instructie ingedeeld in twee groepen:

 Groep 1: Nieuwe cliënten: inwoners die in het voorgaande kalenderjaar (opnieuw) Wmo-cliënt zijn geworden. (Het gaat hier niet om ambtelijke verlengingen, herindicaties zonder dat de klant opnieuw gezien is door de consulent1)

 Groep 2: Bestaande cliënten: inwoners die eerder dan het voorgaande kalenderjaar toegang tot de Wmo hebben gekregen, c.q. Wmo-cliënt zijn geworden en voorgaand kalenderjaar niet meer door een consulent zijn gezien.

Per groep is een a- selecte steekproef getrokken.3 Steekproef

Bij het berekenen van de steekproefomvang hebben wij een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een foutmarge van 5% gehanteerd. De ervaring van de VNG tot nu toe met Wmo-enquêtes is een respons van 35%. Dit resulteerde in een minimale selectie van 1043. Wij hebben 2000 mensen uitgenodigd tot deelname aan het onderzoek. De uiteindelijk geldige respons van het onderzoek in Zwolle is 41% (829).

Populatie Cliëntenbestand Zwolle Wmo 18 jaar en ouder 5774

Bruto steekproef Aangeschreven clienten 2000

1495 Nieuwe clienten

505 'Oude' clienten

Netto steekproef Geldige respons 829

3 De instructie blijkt niet eenduidig: de steekproeftrekking is door gemeenten zowel m.b.t ‘oud’/nieuw als op leeftijd verschillend uitgevoerd. Zo hebben Den Bosch en Drechtsteden alleen inwoners uitgenodigd die op moment van verzending nog

ondersteuning ontvangen. Nijmegen selecteert op ‘begindatum’ 1 januari 2015 of later, ook als de ondersteuning op moment van onderzoek al (kortere of langere tijd)

afgelopen lijkt. Een andere gemeente kan in de steekproef geen onderscheid maken tussen ‘oude’ en nieuwe clienten omdat in het systeem niet te achterhalen is wanneer er klantcontact is geweest. Zij baseren het onderscheid op voorzieningen van de klant.

De ene gemeente nodigt geen inwoners met Wmo ondersteuning jonger dan 12 jaar en mensen in verzorgingstehuizen niet uit. Een andere gemeente hanteert de

leeftijdsgrens vanaf 16 jaar. In Zwolle is de leeftijdgrens vanaf 18 jaar gehanteerd.

(13)

13 Respons versus steekproef – Leeftijd

Bij onderzoek zien wij regelmatig dat oudere inwoners vaker meedoen aan onderzoek terwijl jongere inwoners daar minder toe geneigd zijn. Bij bijvoorbeeld Buurt-voor-Buurt Onderzoek brengen wij om die reden een weging aan. Dat is bij dit onderzoek conform de instructie niet gebeurd.

Respons versus steekproef – Geslacht 20%

14%

24% 16%

26%

Steekproef naar leeftijd

18-34 jaar 35 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 - 79 jaar 80 jaar en >

9%

9%

16%

31%

35%

Respons naar leeftijd

18-34 jaar 35 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 - 79 jaar 80 jaar en >

43%

57%

Steekproef naar geslacht

Man Vrouw

(14)

14 Het hoger percentage vrouwen binnen de responsgroep kan verklaard worden doordat:

1. in de hogere leeftijdscategorieën (65 jaar en ouder) meer vrouwen dan mannen voorkomen en

2. mensen van 65 jaar en ouder vaker ondersteuning krijgen in het kader van de Wmo dan jongeren (meer dan 50% van alle inwoners met ondersteuning Wmo is 65 jaar of ouder).

Steekproef versus totale populatie

De bruto steekproef conform de VNG instructie is geen goede afspiegeling van de totale populatie inwoners Zwolle met Wmo- ondersteuning. Bij het trekken van de steekproef voor het Wmo- cliënt ervaringsonderzoek 2016 is conform de VNG instructie

onderscheid gemaakt tussen ‘nieuwe’ en ‘bestaande’ inwoners met Wmo-

ondersteuning in de verhouding 75% en 25%. Dit heeft als gevolg dat er veel meer inwoners met Wmo – ondersteuning jonger dan 65 jaar zijn uitgenodigd tot deelname in vergelijking tot de totale populatie inwoners met Wmo- ondersteuning.

Wanneer bij volgend cliënt ervaringsonderzoek het onderscheid ‘nieuw’ en ‘bestaand’

niet wordt gemaakt en de steekproef aselect ( elk element uit een populatie heeft op basis van toeval dezelfde kans om in de steekproef te worden opgenomen) wordt getrokken, dit gevolgen zal hebben voor het onderzoeksresultaat. Want over het algemeen is de respons van mensen ouder dan 65 jaar hoger dan die van jongeren.

leeftijdsverdeling Wmo clienten Ceo Wmo 2016 Bestaand Nieuw Totaal Steekproef Respons

18-34 jaar 9% 24% 13% 20% 9%

34 - 49 jaar 11% 15% 12% 14% 9%

50 - 64 jaar 18% 16% 18% 16% 16%

65 - 79 jaar 26% 22% 25% 24% 31%

80 jaar en > 36% 23% 32% 26% 35%

37%

63%

Respons naar geslacht

Man Vrouw

(15)

15

3.5 Processtappen cliëntervaringsonderzoek Wmo

1. De gemeente voert het cliëntervaringsonderzoek Wmo mei 2016 in eigen beheer uit.

2. Terugkoppeling resultaten: De onderzoeksafdeling voorziet in een rapportage voor de beleidsafdeling sociaal domein.

3. Akkoord college: De resultaten worden ter accordering voorgelegd aan het college.

Ze maken hierbij deel uit van de horizontale verantwoording van het College naar de Raad.

4. Aanleveren resultaten: De Gemeente levert de resultaten aan4 via

www.waarstaatjegemeente.nl. De aanlevering volgt uit een mandaat van het College.

5. Publiceren: Na akkoord voor publicatie volgt automatisch het generen en ontsluiten van het rapport.

4 Informatie over de wijze van aanlevering wordt 1 juli verwacht.

(16)

16

3.6 Bijlagen

(17)

Geachte [aanhef1] [naam_H],

Retouradres: Postbus 10007, 8000 GA Zwolle

betrokken

Datum 2 mei 2016

Onderwerp Uw ervaring met ondersteuning op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in gemeente Zwolle

Advies en Faciliteiten Informatie

Stadskantoor Lübeckplein Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon 038 - 498 2040

postbus@zwolle.nl www.zwolle.n kenmerk: [volgnummer]

l

[brief_naam]

[brief_straat]

[brief_plaats]

..

U heeft een voorziening in het kader van de wet maatschappelijke ondersteuning. Dit onderzoek is gericht op uw ervaring met deze ondersteuning vanuit de Wmo waarvoor u een brief met besluit van de gemeente Zwolle heeft gekregen.

Door het beantwoorden van de vragen deelt u uw ervaringen. En u helpt de gemeente om de ondersteuning aan u en iedereen in Zwolle die ondersteuning vanuit de Wmo nodig heeft te verbeteren.

U kunt op twee manieren meedoen. Het duurt ongeveer 10 minuten.

1. Via internet op tablet, smartphone of computer.

 Ga naar www.zwolle.nl/onderzoek (via de adresregel, niet via Google)

 Klik op ‘Onderzoek ondersteuning Wmo’

Log in met de volgende persoonlijke codes:

Project ID:

[ Project ID ]

Wachtwoord:

[ Password ]

2. U kunt ook de bijgevoegde papieren vragenlijst gebruiken. Gebruik de

antwoordenveloppe om de ingevulde vragenlijst op te sturen. Dit kan tot en met 29 mei. Een postzegel is niet nodig.

Mag een ander de vragen samen met mij invullen?

Ja, u mag hulp vragen aan bekenden om de vragen samen in te vullen. Bijvoorbeeld vrienden, buren of familie.

Anonieme verwerking

(18)

18 De vragen die u invult worden geanonimiseerd verwerkt.

Het invullen van de vragen heeft geen gevolgen voor de ondersteuning die u nu heeft of in de toekomst aanvraagt.

Vragen

Heeft u nog vragen over deze brief? Neem dan contact op met gemeente Zwolle via telefoonnummer 038 – 498 2040.

Hartelijk dank voor uw medewerking, namens burgemeester en wethouders, Nelleke Vedelaar

wethouder

(19)

19

Vragenlijst Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Deze vragenlijst gaat over u. U kunt hem alleen invullen, of samen met uw naaste (bijvoorbeeld uw partner of mantelzorger). Uw antwoorden zijn anoniem en hebben geen gevolgen voor uw (mogelijke) ondersteuning. U helpt ons door in te vullen wat u van de ondersteuning vindt.

Blok 1 Contact

U heeft contact gehad met het sociaal wijkteam of in geval van beschermd wonen, met de centrale toegang van de gemeente Zwolle over een hulpvraag. De vragen in dit blok gaan over hoe er met uw hulpvraag is omgegaan. Als het contact langer dan een jaar geleden is vult u dan voor de vragen van dit blok “niet van toepassing” in.

.

Helemaal mee eens

Mee eens

Neutraal Niet mee eens

Helemaal niet mee

eens

Geen mening

Niet van toepassing 1. Ik wist

waar ik moest zijn met mijn hulpvraag

□ □ □ □ □ □ □

2. Ik werd snel

geholpen

□ □ □ □ □ □ □

3. De medewerker nam mij serieus

□ □ □ □ □ □ □

4. De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht

□ □ □ □ □ □ □

Ja Nee

5. Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke

cliëntondersteuner?

□ □

Een cliëntondersteuner is iemand die u helpt uw weg te vinden naar zorg en ondersteuning.

(20)

20

Blok 2 Kwaliteit van de ondersteuning

U krijgt een of meer vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld: hulp in het huishouden, begeleiding, taxivervoer, een traplift of beschermd wonen. De vragen in dit blok gaan over wat u van deze ondersteuning vindt.

Helemaal mee eens

Mee eens

Neutraal Niet mee eens

Helemaal niet mee

eens

Geen mening

Niet van toepassing 6. Ik vind de

kwaliteit van de

ondersteuning die ik krijg goed

□ □ □ □ □ □ □

7. De

ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag

□ □ □ □ □ □ □

Blok 3 Wat levert de ondersteuning mij op

De vragen in dit blok gaan over het effect op uw leven van de ondersteuning die u krijgt.

Helemaal mee eens

Mee eens

Neutraal Niet mee eens

Helemaal niet mee

eens

Geen mening

Niet van toepassing 8. Door de

ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil

□ □ □ □ □ □ □

9. Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden

□ □ □ □ □ □ □

10. Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven

□ □ □ □ □ □ □

Heeft u nog opmerkingen over de ondersteuning die u krijgt?

Wilt u binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven?

(21)

21

Blok 4 Vraag over uw ervaring in contact met het sociaal wijkteam of centrale toegang

11. Was er bij het (keuken-) tafel gesprek iemand anders aanwezig?

Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend)

Ja, iemand anders

Nee

(22)

22

Blok 5 Ervaring met de ondersteuning

De volgende vragen gaan over uw ervaringen in de afgelopen 12 maanden met hulpmiddelen en ondersteuning die u mogelijk gebruikt of gebruikt heeft. Het gaat hierbij om ondersteuning vanuit de Wmo via de gemeente, waarvoor u een brief met besluit van gemeente heeft ontvangen.

Welke ondersteuning ontvangt u of heeft u ontvangen vanuit de gemeente? Wilt u bij de ondersteuning die u ontvangt aangeven of dit via een persoonsgebonden budget (pgb) was of niet.

Ja Indien Ja, met pgb?

12 Rolstoel

□ □

13 Vervoersvoorziening (scootmobiel of aangepaste fiets, auto, buggy,

enzovoorts)

□ □

14 Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijv. een traplift)

□ □

15 Hulp bij Huishouden

□ □

16 Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi)

□ □

17 Financiële vergoeding voor vervoer.

□ □

18 Begeleiding bij het zelfstandig wonen (zoals dagritme, bezigheden en

dergelijke)

□ □

19 Kortdurend verblijf

□ □

20 Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische problemen.

□ □

21 Anders

□ □

Overige ondersteuning. Wilt u svp aankruisen wat van toepassing is?

22 Ik maak gebruik van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, boodschappenservice, was-en

strijkservice

23 Ik heb een particuliere schoonmaakster die mij helpt bij het huishouden

24 Ik heb of mijn partner heeft een maatje van een maatjesproject

(23)

23 25 Ik ontvang hulp van mijn partner, van mijn familie, vrienden of buren. Zo

ja, ga naar vraag 26

26. Heeft u het idee dat uw naaste die voor u zorgt het aankan? Alleen indien u vraag 25 heeft aangekruist.

Ja

Nee

Weet ik niet

Niet van

toepassing 27. In hoeverre kunt u financieel rondkomen?

Zeer

goed

Goed

Redelijk

Nauwelijks

Niet

Blok 6 Over uzelf

28. Bent u een man of een vrouw?

Man

Vrouw

29. Wat is uw geboortejaar? (Graag alleen de vier cijfers invullen, bijvoorbeeld 1957

Hartelijk dank voor uw medewerking.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeente Zwolle verkrijgt daarmee inzicht in de ervaringen van haar Wmo-cliënten met de ondersteuning die zij ontvangen, de toegang naar deze ondersteuning én welke effecten

Dit heeft als gevolg dat er in 2016 veel meer inwoners met Wmo ondersteuning jonger dan 65 jaar zijn uitgenodigd tot deelname in vergelijking tot de totale populatie inwoners met

De verplichte tien vragen zijn aangevuld met vragen over de soort(en) ondersteuning die men ontvangt, de onafhankelijke cliëntondersteuning, ontvangen ondersteuning van

Als voorbeeld: in een woonvorm voor burgers met een verstandelijke beperking die een gemeenschappelijke woonruimte delen en niet in staat zijn geheel zelfstandig huishoudelijke

Het derde en vierde lid berusten op artikel 2.1.3, tweede lid, onder b, van de wet. Hierin staat dat in de verordening in ieder geval wordt bepaald op welke wijze de hoogte van een

Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige procedure te waarborgen en kan worden gezien als een uitwerking van de verplichte delegatiebepaling van artikel 2.1.3, eerste lid

Voor zover een partner, ouder, volwassen kind en/of elke andere volwassen huisgenoot geobjec- tiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke begeleiding

Dit resultaatgebied is gericht op het bieden van een passende en beschermende thuissituatie voor cliënten die niet in staat zijn zich op eigen kracht (of met behulp van hun netwerk)