• No results found

Identiteit en migratie zijn gevaarlijke thema’s voor N-VA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Identiteit en migratie zijn gevaarlijke thema’s voor N-VA"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

74ste jaargang • nummer 24 • donderdag 14 juni 2018 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Het was al in 2014 bij het aantreden van de huidige regeringen duidelijk. De N-VA zou aan het einde van de legislatuur uitpakken met een sterk economisch rapport. Lukt dat niet, dan kiest men voor thema’s als veiligheid, identi- teit en migratie. Aangezien de jobcreatie onder deze legislatuur gemakkelijk de kaap van de 200.000 zal overschrijden, leek het voor de hand te liggen dat Bart de Wever en co het economische palmares zouden uitspelen. Met- een zou dat de voorbode zijn van de regering- Michel II, die dan een aantal sociaaleconomi- sche hervormingen verder zou doorvoeren.

Moraliserende oppositie van links

Maar de voorbije maanden is duidelijk geworden dat de N-VA toch voor het thema identiteit/veiligheid/migratie zal kiezen. Dat is vooral te danken aan de nooit geziene popula- riteit van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en zijn partijgenoot en staats- secretaris voor Asiel en Migratie Theo Franc- ken. Vooral deze laatste profileerde zich sterk in de media.

Het leidde tot een polarisering met links die de N-VA leek te winnen. ‘Leek’, want het tij is blijkbaar aan het keren. Gesteund door een militante pers kiest politiek links steevast voor een moreel of moraliserend discours. Iedere kritiek op migranten of asielzoekers wordt intrinsiek slecht genoemd. Ondertussen heb- ben academici het over ‘dehumanisering’ van de migranten. Links krijgt amper tegenwind.

Tenzij van de filosoof Maarten Boudry, die de vrije tribunes van academici afdoet als slecht geschreven, “brol” eigenlijk.

Zeker in Wallonië wordt een versnelling hoger geschakeld. De N-VA is een “extreem- rechtse” partij en “Theo Francken wil dat de migranten verdrinken op zee” (dixit PS-voor- zitter Di Rupo). Men kan dit wegwuiven als electoraal opbod, maar wie in de Wetstraat zijn oor te luisteren legt, merkt dat er wat aan het veranderen is.

Uitgespuwd door rechts

Door in te spelen op het thema migratie lijkt de geest uit de fles en wordt het zeer moeilijk om die er terug in te krijgen. N-VA dacht lange tijd de regie in handen te kunnen houden, maar dat is steeds minder het geval.

Er is niet alleen het morele bashen van links, ondertussen krijgt ook het Vlaams Belang een nieuwe impuls. Via een immigratie-app levert ze een pak cijfers die aantonen dat het migra- tiebeleid onder deze regering allesbehalve ver- strengd is. Zo kwamen in de eerste twee jaar van deze regering alleen al 32.683 niet-Euro- peanen het land binnen na gezinshereniging.

Het aantal asielaanvragen bleef vorig jaar met 20.000 relatief hoog.

Komt de N-VA tussen hamer en aambeeld terecht? Uitgespuwd door zowel de linkerzijde als de rechterzijde? Migratie en identiteit zijn blijkbaar moeilijke thema’s voor de partij. Zal dit de N-VA schade toebrengen tijdens de ver- kiezingen? De campagne is nog lang en het is geweten dat De Wever en co een sterke laat- ste spurt kunnen lopen.

Anti-N-VA-coalities

Tegelijk doen verhalen de ronde waaruit blijkt dat een operatie aan de gang is om de N-VA van de macht te verdrijven. De eerste aanzet zijn de gemeenteraadsverkiezingen.

Daar zou Wouter Beke van CD&V ervoor wil- len zorgen dat zo veel mogelijk coalities wor- den gevormd met Open Vld, sp.a en Groen.

Desnoods met de PVDA, als het nodig is. Dat moet dan de springplank zijn naar een anti- N-VA-coalitie op federaal en Vlaams niveau in 2019. Hoe sterker het Vlaams Belang (en de PVDA), hoe realistischer zo’n coalitie zou zijn. Desnoods één van christendemocraten, socialisten, liberalen en groenen. Bezuiden de taalgrens is men ervoor gewonnen. Een Waalse MR-PS-coalitie lijkt nu al de enige realistische.

De N-VA lijkt in de komende verkiezingscampagnes de nadruk te leggen op veiligheid en migratie. Een gevaarlijke gok, blijkt nu. De linkerzijde is vastbesloten hierover een moralistische oorlog te voeren. Aan de andere kant van het spectrum komt het Vlaams Belang met cijfers die wijzen op een laks asielbeleid. N-VA zit tussen hamer en aambeeld.

Identiteit en migratie zijn gevaarlijke thema’s voor N-VA

John schrijft een boek

Requiem voor een voormalige rebel

Lang geleden was Eric van Rompuy nog het ‘enfant terrible’ van de CVP. Met zijn artistieke kop vol krullende haren leek hij een geboren rebel. Als jongerenvoorzit- ter zei hij zelfs dingen die hard, duidelijk en ondubbelzinnig waren. In een partij van weekdieren en intriganten was dat revolutionair. We herinneren ons hoe hij in een vraaggesprek met ’t Pallieterke ooit verklaarde: “Ze zeggen altijd dat wij mosselen zijn, wel, laat ze het maar eens zonder ons proberen.”

Toen was de CVP nog zo groot dat dat seri- eus klonk. Maar zoals prehistorische dieren verstenen in de diepste aardlagen, zo is Eric van Rompuy in de diepe partijstructuren vol- ledig vertsjeefd. Uit de manier waarop hij spreekt, zou je kunnen afleiden dat er nog iets van het oude vuur in hem brandt.

Maar wat hij zegt, bewijst dat hij het soort mossel is geworden dat hij vroeger zo ver- achtte. In een vraaggesprek met De Zondag noemt hij Dehaene zelfs de beste premier die hij ooit heeft gekend. Hoe diep kan een mens vallen? Hoe ver kunnen oude mannen van hun jeugdidealen afdwalen?

Mossel in Tsjeeftsjenië

Van Rompuy gebruikt nu alle tsjeventru- cen en -streken om de N-VA af te maken. Hij vindt dat de N-VA over immigratie en islam een “ongepast en brutaal taalgebruik” han- teert, en hij zegt: “Ik ben als christendemo- craat voor tolerantie en verdraagzaamheid.

Dat wil niet zeggen dat ik voor open grenzen ben. Toch worden wij in die hoek geduwd.

Als wij de islam een plaats willen geven in het onderwijs, worden we een moslimpar-

tij genoemd.” Tiens, wij dachten dat dat ook was omdat de tsjeven nu ramadankalenders uitgeven, naar iftarmaaltijden gaan, moslims op hun lijsten zetten en bij elke gelegenheid hun hielen likken.

Of nog: “Ik hoor de N-VA pleiten om men- sen in de gevangenis te houden tot de oorlog in Syrië voorbij is. Dat kan niet. Dat druist in tegen de basis van onze rechtsspraak. N-VA weet dat heel goed, maar doet dat toch om Koen Geens te beschadigen.” Let op het zoet- sappige en sluwe tsjeeftsjeense taalgebruik.

Niet “terroristen” of “IS-rekruteerders”, maar

“mensen”. O God, O Allah, die arme “men- sen”! En Francken “wil de mensenrechten aan de kant schuiven”.

Het is duidelijk. Van rebel Van Rompuy is niets meer over. Hij is een partijcreatuur geworden dat de taal van zijn meesters spreekt. Hij is tot op het bot vertsjeefd. Als hij tenminste nog botten heeft. Mosselen zijn immers ongewervelden. Het is een triest einde, maar misschien hangt er als beloning wel ergens een mandaatje aan vast. Met zit- penningen. Zo gaat dat in Tsjeeftsjenië.

(2)

Actueel 14 juni 2018

2

Uit de smalle beursstraat

België is een fiscaal paradijs voor voetballers

We kunnen de tweets van Kristof Calvo of van de PS-parle- mentsleden de komende dagen met gemak voorspellen. Ze zul- len net niet in zwijm vallen voor de Belgische nationale voet- balploeg. En als de Rode Duivels goed blijven spelen, zullen ze al snel gezien worden als ambassadeurs van België en zelfs als rolmodellen die het ‘belgitude’-gevoel (moeten) versterken.

Een paar jaar geleden speelde Laurette Onkelinx (PS) daar han- dig op in door in de Kamer een applaus te vragen voor de Rode Duivels toen die de eerste plaats op de FIFA-ranking hadden bereikt. De N-VA’ers weigerden mee te applaudisseren - “onno- zel” was hun terechte reactie - en dus waren het zuurpruimen en slechte patriotten, aldus de belgicistische goegemeente.

De instrumentalisering van de Belgische voetballers door links is een beetje zielig als we weten van welk een gunstig fis- caal statuut de voetballers hier genieten. Akkoord, bij de Rode Duivels die geselecteerd zijn voor het WK is er maar één die nog in de nationale competitie voetbalt (Leander Dendoncker), maar veel spelers hebben hun eerste sporen verdiend in Bel- gië. En de fiscale en parafiscale (via sociale bijdragen) voorde- len die ze genoten, zijn eigenlijk onbegrijpelijk.

Sociale bijdrage

Waarover gaat het? In België bedraagt de socialezekerheids- bijdrage op het brutoloon 38,07 procent. De werkgever betaalt daarvan 25 procent, de werknemer 13,07 procent. Hoe meer je verdient, hoe meer sociale bijdragen je dus betaalt. Geld dat wordt gebruikt om onder andere de gezondheidszorg en de pensioenen te financieren.

Maar voor voetballers geldt die regel niet. Hun sociale bij- dragen worden berekend op een forfaitair bedrag van 2.281 euro dat als plafond geldt. Verdienen ze per maand minder, dan moeten ze sociale bijdragen betalen op dat lagere bedrag.

Maar het maandloon van de meeste voetballers in België ligt natuurlijk een stuk hoger. Het draait gemiddeld rond 28.000 euro. Welnu, dat betekent dat op ongeveer 25.700 euro loon door voetballers geen sociale bijdragen worden betaald. Het Nieuwsblad berekende deze lente dat op die manier de soci- ale zekerheid jaarlijks 70 miljoen euro misloopt. Op tien jaar was dat een half miljard euro. Een interessant cijfer in tijden dat men het voortdurend heeft over de nog altijd slechte toe- stand van de overheidsfinanciën.

Dat gunstregime werd lange tijd verdedigd omdat voetbal- lers minder sociale rechten hadden dan gewone bedienden.

Ze hadden bijvoorbeeld lange tijd geen recht op een werkloos- heidsuitkering. Maar dat is nu veranderd.

Paradijs

Verder is er een voordeling systeem van bedrijfsvoorheffing.

Voetballers jonger dan 26 jaar betalen maandelijks slechts 16,5 procent bedrijfsvoorheffing op hun eerste schijf van 1.700 euro aan loon. Het komt erop neer dat ze een derde minder belas- tingen betalen dan gewone burgers.

Komt nog bij dat de voetbalclubs slechts een vijfde van de bedrijfsvoorheffing die ze inhouden op het loon van hun voetballers voor de staatskas moeten doorstorten. Anders gezegd, wanneer een voetballer en een bediende volgens hun loon 10.000 euro bedrijfsvoorheffing betalen, dan moet de bediende dat bedrag effectief ophoesten terwijl de voet- baller de facto slechts 20 procent of 2.000 euro naar de fis- cus moet doorstorten.

België is een fiscaal paradijs voor voetballers. De linkerzijde, die geen kans onbenut laat om nieuwe belastingen te eisen, zwijgt daarover. Dat is werkelijk zielig. Want de vermogenstak- sen waar PS, sp.a, Groen en Ecolo van dromen, raken vooral de middenklasse. Die is blijkbaar van minder belang dan de bende verwende voetballers. Angélique VAnderstrAeten De komende weken zal het gros van de politici - N-VA en Vlaams Belang uitgezonderd - vooral in het nieuws komen

als verwoed supporter van de Rode Duivels tijdens het WK in Rusland. Zeker ter linkerzijde worden daar snel con- clusies aan gekoppeld in de richting van “een sterk Belgisch gevoel”. Wat socialisten en groenen dan plots verge- ten, is dat de voetballers in België van een fiscaal gunstregime genieten.

Hebben Amerikanen straks ook een ‘Space Force’?

Bij een toespraak voor het ‘Army football team’ bij het Witte Huis kondigde Donald Trump in mei voor een tweede keer aan dat de VS overwegen een ‘Space Force’ op te richten naast de bestaande militaire componenten ‘Army’, ‘Navy’, ‘Marines’, ‘Air Force’

en ‘Coast Guards’. Of het bluf of een grapje was, weten we niet. Maar volgens de ‘Secure World Fondation’ (SWF), een organisatie die zich inzet voor een vredevol en duurzaam gebruik van de ruimte, zijn de meeste grootmachten bezig met het ontwikkelen van mili- taire programma’s in de ruimte.

SWF haalt naar eigen zeggen de mosterd alleen uit open bronnen, aangezien mili- taire ruimteprogramma’s vooral achter geslo- ten deuren worden ontwikkeld en bij uitstek het terrein zijn van inlichtingendiensten. Toch publiceerde de organisatie in april een vrij tech- nisch rapport met een stand van zaken.

Wat als?

De bekendste toepassingen van satellieten die in hoge of lage banen rond de aarde cirke- len, zijn observatie, communicatie en naviga- tie. Het zijn onmisbare instrumenten bij het voorspellen van het weer en de wereldwijde nieuwsgaring en -verspreiding. De gps-satellie- ten laten ons toe om overal de weg te vinden en zorgen ervoor dat militairen hun bommen kunnen droppen met een nauwkeurigheid van een vierkante decimeter. Navigatie is een voorbijgestreefd vak voor chauffeurs, militai- ren, zeelui en piloten. Maar wat als de gps wegvalt? En wat zou de impact zijn op econo- mie en veiligheid mochten communicatielij- nen via de ruimte worden verstoord en obser- vatiemogelijkheden wegvallen? In opdracht van SWF onderzocht een aantal internationale experten vanaf 2017 over welke mogelijkheden bepaalde landen beschikken om op offensieve manier oorlog te voeren in de ruimte.

Criteria waren:

- hun potentieel om met raketten vanop de aarde (vijandelijke) satellieten en raketten

te vernietigen, of in vaktermen Direct Ascent;

- de mogelijkheid om satellieten in de nabij- heid te brengen van een (vijandelijke) satelliet om die te manipuleren of te vernietigen, in vak- termen Co-Orbital Ascent;

- de capaciteit om gerichte energie te gebrui- ken zoals laserstralen of microgolven voor het vernietigen of beschadigen van ruimtetuigen;

- Elektronische oorlogvoering in de ruimte, of de capaciteit om door middel van radiofre- quenties de signalen van en naar satellieten te verstoren;

- Cyberoorlog in de ruimte, of de capaciteit om door middel van software en netwerktech- nieken satellieten te saboteren of de controle ervan over te nemen.

De onderzoekers lieten hun oog vallen op zes landen: de VSA, Rusland, China, Iran, India en Noord-Korea. Naast aandacht voor de wetenschappelijke stand van zaken werd nagegaan in hoeverre die landen bereid zou- den zijn in de toekomst oorlog te exporteren naar de ruimte. Wie de ruimte controleert, zal namelijk ook de aarde controleren. En daar hebben de grootmachten zeker oren naar, hoe- wel ook andere landen naar omhoog kijken, benadrukt SWF.

Ruimtepuin

Volgens Chinese analisten staan de Amerika- nen het verst en zijn de Amerikaanse militairen voor 80 procent van het inlichtingenwerk en de

communicatie afhankelijk van de ruimte. De vlugge uitschakeling van dit netwerk is voor de Chinezen dan ook een eerste strategische optie bij een eventueel conflict met de Verenigde Staten. Volgens SWF voert China daarom al sinds 2005 proeven uit om satellieten in hoge of lage banen rond de aarde te benaderen (Co- Orbital Ascent), maar tot op heden zijn ze er blijkbaar niet in geslaagd een interceptie uit te voeren. China beschikt intussen wel over de capaciteit om een satelliet in een lage baan om de aarde te vernietigen (Direct Ascent). Bij de derde lancering vanop de basis Xichang op 11 januari 2007 vernietigde een SC-19 raket een overjaarse Chinese weersatelliet in een baan op 865 km hoogte. Meteen vermeerderde het ruimtepuin met minstens 2.087 stukken, wat de test tot de meest ‘ruimtevervuilende’ ooit maakte. De wolk puin werd door tal van obser- vatiestations waargenomen en draait voor een groot deel nog altijd rond de aarde, met het risico op botsingen met andere ruimtetuigen.

Dat neemt niet weg dat China tot op vandaag testen uitvoert, en volgens SWF beslist de capa- citeit heeft om ballistische raketten en satel- lieten in lagere banen om de aarde te vernieti- gen. Volgens de Amerikanen gebruikte China begin mei dit jaar ook lasers vanop haar recent bezette en enige buitenlandse basis in Djibouti.

Piloten werden erdoor verblind, maar de Chi- nezen ontkennen het incident.

Meteoriet

De Amerikanen zijn volgens SWF momen- teel de absolute leiders in de technologie om satellieten te benaderen en ballistische raket- ten te onderscheppen. Naast hun potentieel voor inlichtingen is het niet onbelangrijk te weten dat zij ertoe in staat zijn vrijwel alle gps- en communicatiesignalen te verstoren, zonder zelf die mogelijkheid te verliezen. Het benade- ren van andere satellieten zou nu enkel gebeu- ren voor inspectie en andere niet-offensieve missies. Indien nodig zouden de Amerikanen hun technologie vlug kunnen toepassen voor offensieve missies. Sinds 1960 hebben vrij- wel alle Amerikaanse presidenten geld vrijge- maakt voor de ontwikkeling en het testen van systemen waarbij zij de controle in de ruimte kunnen bewaren. Daarbij gaat het niet altijd om een specifiek militaire bedreiging, maar ook om het ontwikkelen van de capaciteit om bijvoorbeeld een meteoriet op ramkoers met de aarde te vernietigen. Ieder jaar houden de Amerikanen ‘Space War Games & Exercises’

waarbij militairen en commerciële en burger- lijke partners leren omgaan met bedreigingen uit de ruimte, cyberaanvallen en elektronische oorlogvoering in het algemeen. Beleidsmensen en militaire bevelhebbers moeten namelijk ook beslissingen kunnen nemen als computers en computergeleide wapensystemen uitvallen of niet meer controleerbaar zijn.

Cyberwar

En hoever staan de overige landen? Rusland staat volgens het SWF nog niet zo ver als de VS, maar beschikt over de technologie om satel-

lieten in de ruimte te benaderen en/of te ver- nietigen. Bij de huidige stand van zaken zou de Amerikaanse suprematie op dit vlak niet worden bedreigd. De Russen zouden momen- teel voornamelijk focussen op elektronische oorlogvoering en lasertechnologie. Zij zijn in staat observatiesatellieten en gps-ontvangers te storen. India blijkt dan weer een belangrijke lanceerder te zijn van satellieten voor reke- ning van andere landen. In die optiek is het land niet geneigd een eigen militair ruimtepro- gramma te ontwikkelen. De aandacht gaat wel naar het onderscheppen van eventueel inko- mende raketten. Indien militair noodzakelijk zou India dit systeem kunnen uitbreiden naar een antisatellietsysteem. Noord-Korea bezit enkel de mogelijkheid om ballistische raket- ten af te vuren en eventueel te onderscheppen.

Het land van Kim Jong-un zou wel de moge- lijkheid hebben om binnen beperkte geogra- fische limieten gps-signalen te verstoren. Iran blijkt het kleine broertje onder de onderzochte landen. De Islamitische Republiek Iran is wel in staat kleinere satellieten te lanceren, maar heeft volgens het SWF tot dusver onvoldoende technologie in huis om ‘vijandelijke’ satellieten te onderscheppen.

Alle genoemde landen hebben echter bewe- zen niet vies te zijn van cyberaanvallen in het publieke domein. Veelal waren die aanvallen gericht op doelwitten op aarde en veelal von- den ze plaats onder supervisie van de autori- teiten. Een groeiend aantal cybercriminelen heeft volgens het SWF echter ook aandacht voor de kwetsbare en minder beveiligde tech- nologie aanwezig in vooral commerciële satel- lieten. Ontwikkelaars dienen volgens het SWF rekening te houden met een toenemend aan- tal pogingen om die satellieten te manipuleren, buiten het medeweten van officiële autoritei- ten. Nog niet zorgwekkend, maar toch best op te volgen, zegt het SWF.

Verschil

Komt er dan wel een ‘Space Force’? In feite beschikt ieder Amerikaans legeronderdeel en elke inlichtingendienst nu al over een eigen

‘Space Force’ en satellieten. George Nield, een ex-astronaut, gepensioneerd luchtmachtpiloot en gedurende 17 jaar bevelhebber van het ‘Air Force Space Command’, pleitte op 27 mei ter gelegenheid van de ‘International Space Deve- lopment Conference’ in Los Angeles eerder voor een ‘Space Guard’, zoals de Amerikanen nu al over een ‘Coast Guard’ beschikken. In vre- destijd zou de ‘Space Guard’ de bevoegdheid zijn van een burgerlijk departement dat in oor- logstijd dient geïntegreerd te worden in defen- sie. Of de Amerikaanse militaire componen- ten daarmee gelukkig zijn, is een andere vraag.

En is Amerika niet altijd wel ergens in oorlog?

Nield praat daarmee een beetje in tegen zijn eigen winkel, want nu houdt toch vooral de Amerikaanse luchtmacht zich bezig met de ruimte. Maar ook dat heeft geen zin, zegt hij.

Tussen lucht en ruimte is er evenveel verschil als tussen land en water. rirO

(3)

Actueel

14 juni 2018 3

Schone slaapster

Mevrouw de grenzeloos naïeve,

De signalen waaruit blijkt dat het met het onderwijsniveau in Vlaanderen steeds min- der goed gaat, blijven zich opstapelen. De kennis in het algemeen was sterk vermin- derd sinds de invoering van de eindtermen medio de jaren negentig, toen ons onder- wijs bijna op eenzame hoogte aan de abso- lute top stond. Begrijpend lezen was nog niet zo lang geleden tot op een dramatisch peil gezakt en nu blijkt ook dat een meer- derheid niet weet wat ze bazelt in de tweede landstaal.

Na het VSO, de eenheidsstructuur, de vernieuwingen in het lager onderwijs, de eindtermen ging het stap voor stap bergaf, ondanks de - in de wind geslagen - waar- schuwingen van verontruste ouders en actiegroepen van bezorgde leraars. ‘Leren- werken-kennen-kunnen’ was niet langer meer de norm, maar wel ‘zelf ontdekken’

op het eigen ritme en alles leuk vinden en vooral geen al te grote inspanningen leve- ren.

In veel lagere scholen verdwenen de cij- fers van de rapporten en werd de appreci- atie van het ‘kunnen’ enkel nog samenge- vat in een zonnetje of een droevig gezichtje.

Op die wijze werden quoteringen gebanali- seerd en als vanzelf genivelleerd. Iedereen deed altijd wel zijn best, hoe dramatisch de werkelijkheid ook was. En zo bleef iedereen altijd wel tevreden in de illusie ‘mee te zijn’

en ‘zich goed te voelen’. Een jaartje over- doen werd ontmoedigd, want stigmatise- rend. Kinderen uit het bijzonder onderwijs werden middels het fameuze M-decreet in het gewone onderwijs opgenomen, zonder denderende resultaten. In het middelbaar onderwijs ontstond een massale nivellering, wat zich weerspiegelt in de grote aantal- len die het universitair onderwijs voortijdig moeten verlaten. Jan Segers van Het Laat- ste Nieuws zei het bijna ongeëvenaard-tref- fend: “Het op zich legitieme gelijkheidsstre- ven in het Vlaamse onderwijs heeft perverse neveneffecten gehad. De aandacht voor elk individueel kind heeft het algemeen niveau verlaagd. De leefwereld van dat kind is de pedagogische norm geworden, veeleisend- heid een inbreuk op zijn rechten - een zesje volstaat, toch? Entertainment in de klas pri- meert op herhaling en instructie, het aan- leren van vaardigheden op de overdracht van kennis.” Inderdaad, de kennispiramide werd verlaten. In de plaats kwam een zelf- genoegzame belevingscarrousel zonder ambities die op en neer gaand iedereen in slaap wiegde.

En nu komt gij met heel veel lef en een gezicht van moeder-overste zeggen: “Wij moeten allemaal wakker worden. Ook de leraren.” Ja, komaan zeg! Gij zijt nog geen beetje verlegen. Het zou beter zijn mocht gij zelf eens voor dag en dauw opstaan en aan het werk gaan. De pedagogische opleidin- gen zouden best opnieuw ‘kweekscholen’

voor onderwijzers en andere leerkrachten worden, waar didactische en ortho-didac- tische vaardigheden opnieuw het uitgangs- punt zijn en waar jongeren die geen vak- lui willen worden gewoonweg niet op hun plaats zijn. Wie als toffe, sjofel geklede en half dialectsprekende ‘kind onder de kinde- ren’ wil zijn, kan nog altijd in de speeljeugd- beweging terecht.

Rond 1995 gingen de klassieke leerplan- nen op de schop en kwamen dus de eind- termen in de plaats. Vanaf dan ging het mis en werd het kwaliteitsonderwijs in Vlaande- ren tot in de wortels aangetast. Leerkrach- ten kregen stapels administratie te verwer- ken en moesten eindeloos doelstellingen gaan formuleren. De onderwijsinspecties kickten op papierwerk en dossiers. Tijd voor echte remediëring schoot er niet meer over.

De groepstucht werd vervangen door ‘ver- bindende’ nietszeggende gesprekken en veel gepalaver. Tijd om echte leerproble- men en leerstoornissen aan te pakken, was er niet meer. Zelfs de zogenaamde zorg- coördinatoren gingen beseffen dat zij hun doelstellingen nooit konden halen. Tal van gemotiveerde mensen deden de deur van de klas achter zich dicht en zochten elders soelaas. Het bezielende en tot de verbeel- ding sprekende verhaal van de echte leer- kracht verdween.

En nu het kalf verdronken is, gaan we schrikken en oproepen om wakker te wor- den? Geef het onderwijs terug aan de leer- krachten en laat alle pedagoochelaars en andere theoretici die nooit een klas van dichtbij zagen, eens minstens drie jaar in de moeilijkste klassen hun theorieën uit- proberen. Het zijn zij immers die moeten wakker worden en weer met hun voeten op de grond moeten komen te staan, nadat ze inzagen dat al hun pseudowetenschap- pelijk geleuter alleen maar praat voor…

de vaak is.

Hallo, Hilde, wrijf het zand van het zand- mannetje uit uw ogen en stop de vernieti- gende vernieuwing van beleving en softe pedagogische prietpraat. Het is vijf voor twaalf! Tijd om uw wekker te zetten… voor het te laat is!

Briefje aan Hilde Crevits

Engagement in universitaire toga

Meer dan duizend universitaire academici hebben deze week een petitie getekend met hun eis voor “meer menselijkheid” in het debat over vluchtelingen. Tom van Grieken wordt bij name genoemd, maar het is vooral Theo Franc- ken die wordt geviseerd. Zijn politiek “discours”

zou tot de “dehumanisering” van de vluchte- lingen leiden. En dat zou vreselijke gevolgen kunnen hebben: het sluipend gif van dit taal- gebruik zou “de democratie kunnen onderuit- halen” en ”het meest onmenselijke in mensen naar boven halen.” Het meest onmenselijke!

De inhoudelijke argumentatie van de peti- tie is pijnlijk zwak, puberaal zelfs. “De emotrip van duizend op hun teen getrapte professo- ren”, reageerde Mia Doornaert. Ook Maarten Boudry was niet onder de indruk. “Een belab- berd werkstuk”, vond hij, “aanstellerij”, “bela- chelijk” zelfs. Dat neemt niet weg dat meer dan duizend academici het nodig vonden hun naam eraan te verbinden. Ook al vertegen- woordigen zij slechts een fractie van de bijna 40.000 mensen die in deze sector actief zijn, dat is niet weinig.

U mag het begrip “academici” best breed begrijpen: niet alleen professoren, maar elk- een die op enerlei wijze aan onderzoek of onderwijs doet aan één van onze universi- teiten. Onder hen uiteraard de gekende kliek van het politiek engagement met academische pretentie: Eva Brems (Groen), Petra de Sut- ter (Groen), Marc van Ranst, Dirk Voorhoof…

Hun naam komt al voorgedrukt op alle protest- brieven. Niettemin zal het op heel wat men- sen indruk gemaakt hebben: zoveel slimme mensen die zeggen dat we vreselijk onmen- selijk bezig zijn.

Intellect is geen wijsheid

Mijn jeugdig beeld van professoren werd gevormd door Barabas en Gobelijn. Ik vond het toen niet vreemd dat in geen enkel stripverhaal werd vermeld wat hun vakgebied eigenlijk was.

Zij waren gewoon “professor”. Dat wil zeggen:

zij wisten alles over alles. Mijn kinderlijke visie op academici berustte op hetzelfde idee als de arrogantie van de universitaire elites van van- daag: de misvatting dat hun gespecialiseerde kennis over stamcellen, erfrecht of Russische literatuur hen ergens in staat stelt om gewe-

Een kudde academici

Zou u niet raar opkijken als in onze kranten het bericht opduikt dat duizend schrijn- werkers een petitie hebben ondertekend om te protesteren tegen de “dehumanise- rende” uitlatingen van Theo Francken over vluchtelingen? Of hetzelfde, maar dan van duizend postbodes, of duizend tandartsen? Waarom wordt het dan wel normaal gevon- den dat duizend “academici” zich het recht aanmatigen om zich te verheffen boven het volk en vanop die hoogte te pontificeren over moraal en de grenzen van wat aanvaard- baar is in de politiek?

tensvoller en correcter te oordelen over poli- tieke en morele vragen.

Ik heb mijn beeld al lang bijgesteld. Toen ik ontdekte dat academici buiten hun speciali- teit niet meer weten dan u of ik. Maar vooral toen het bij mij daagde dat er één bijzonder ter- rein is waarop hun mening zelfs meer gewan- trouwd moet worden dan die van andere men- sen: politiek. Niet omdat de universitaire elites daar minder van begrijpen, maar omdat in hun wereld veel meer obstakels in de weg staan van een visie die gebaseerd is op moed en gezond verstand.

In zijn boek “Intellectuals and Society” ana- lyseert Thomas Sowell de invloed die intellec- tuelen hebben gehad op het politieke debat in de 20e eeuw. Zijn eindbalans is ronduit ver- nietigend. Keer op keer zijn hun abstracte en wereldvreemde ideeën over een betere wereld verkeerd gebleken en hebben ze desastreuze gevolgen gehad. “Intellect is geen wijsheid”, vat hij zelf zijn boek samen. Het is ook geen moed, wil ik eraan toevoegen.

Mode en groepsgedrag

In een diepgaande analyse van de Brexit- verkiezingscampagne antwoordde Dominic Cummings (één van de belangrijkste strate- gen van het winnende kamp) op het verwijt dat vooral lager opgeleiden voor de Brexit hadden gestemd (wat ook onze media graag beklem- tonen): “In het algemeen zijn de hoger opge- leiden meer geneigd tot politieke hysterie dan de minder opgeleiden die ver van de macht ver- wijderd zijn. Waarom? In hun politieke opinies zijn ze meer gedreven door mode, kuddegeest en de drang om zich politiek en moreel aan te stellen. Elk van deze neigingen verhoogt hun cognitieve vooroordelen, moedigt groepsden- ken aan en vermindert nauwkeurigheid. Men- sen met een lager inkomen daarentegen heb- ben niet de gewoonte om politieke meningen te uiten om een signaal te zenden of om een goede indruk te maken op de eigen omgeving.”

Cummings voegt eraan toe dat de eer- ste groep politieke kwesties veel meer als abstracte vraagstukken gaat benaderen, omdat hun inkomen hen toelaat zich te isoleren van de gevolgen van hun politieke keuzes: “Zij leven tussen de emotionele golven binnen hun eigen, nauw verweven, zelfversterkende netwerken. Maar deze golven komen zelden in contact met de buitenwereld.”

Ook Maarten Boudry wijst op het kuddege- drag van academici: “Iedereen heeft recht op vrije mening, ook rectoren. Of het raadzaam was om zich in hun functie uit te spreken over een individueel migratiedossier, weet ik niet. In ieder geval vond ik hun brief een stuk redelij- ker dan dit gezwollen en pathetische discours over “ontmenselijking”. Ik vraag me af: hoeveel van deze academici hebben de brief gedach- teloos ondertekend, zonder grondig te lezen, of gewoon uit groepsdruk of conformisme?

Dit is alvast de ironie: de sociale ‘druk’ waar- voor ze waarschuwen, gaat binnen de acade- mia (zeker de menswetenschappen) sowieso de andere richting uit.”

Een school vissen, een roedel wolven, een vlucht regenwulpen, … het Nederlands kent een grote variatie in groepsaanduidingen voor dieren. Voor academici die aan politiek doen stel ik voortaan het woord “kudde” voor. Ik hoop dat dit niet te “dehumaniserend” klinkt.

Jurgen Ceder

ROBINSON IN DE CEL

We hebben er de voorbije weken al meer- maals over geschreven: in het Verenigd Koninkrijk zit Tommy Robinson, een gekend anti-islamactivist, in de cel. De man heeft drie weken geleden zijn probatievoorwaarden overtreden die verbonden waren aan een eer- der opgelopen voorwaardelijke straf. Die voor- waardelijke straf is nu omgezet in een effec- tieve straf, en de man mag dertien maanden brommen. De snelheid waarmee die proce- dure werd uitgevoerd, en het feit dat de rech- ter de media opdroeg om niets over de veroor- deling van Tommy Robinson te schrijven, heeft in heel het land kwaad bloed gezet. Zijn arres- tatie wordt beschouwd als een rechtstreekse aanval op het begrip “free speech”.

Voorbije zaterdag kwamen in het centrum van London 20.000 supporters opdagen, ter ondersteuning van Robinson. Er waren spee- ches van onder anderen Geert Wilders en Filip Dewinter. Even was er wat geduw en getrek tussen betogers en de politie, maar al bij al bleef het vrij rustig. Opmerkelijk, want bij de supporters van Robinson leeft heel wat frus- tratie. De politie en het gerecht wordt verwe- ten zeer laks te zijn opgetreden tegen de Paki- staanse verkrachters, terwijl de zaak-Robinson supersnel werd afgehandeld. O ja, zaterdag- avond kon u tijdens het nieuws van VRT en VTM geen woord vernemen over deze mani-

festatie. Op het Nederlandse NOS-nieuws was er wel een korte reportage.

EU: MIGRATIEDRUK HOUDT AAN

De kwaliteitskranten laten uitschijnen dat we het ergste van de migratiecrisis achter de rug hebben, en dat Europa het ‘geschafft’

heeft, maar dat is dan een verkeerde indruk.

De voorbije dagen stapten opnieuw honder- den asielzoekers uit Afrika in bootjes, richting Italië of Spanje. De crisis houdt aan en zal nog wel enkele jaren duren.

De EU-commissie waarschuwde recente- lijk dat door de instabiele situatie aan de bui- tengrenzen van de EU de “structurele migra- tiedruk” door aanzwellende migratiestromen via de oostelijke en westelijke Middellandse zeeroutes hoog blijft. Via Turkije komen wel- iswaar minder mensen dan voor het afsluiten van de overeenkomst tussen EU en Turkije, maar sinds maart 2018 is het aantal nieuw- komers op de Griekse eilanden (9.349 perso- nen sinds begin 2018) en op het Griekse vas- teland (6.108 personen sinds begin 2018, of negen keer zoveel als normaal in het eerste jaarkwartaal) bijzonder sterk gestegen. Ook de toestand betreffende de Balkanroute baart grote zorgen. In de afgelopen maanden wer- den groeiende migratiebewegingen vastge- steld in Albanië, Montenegro en Bosnië.

(4)

Wat een verschil

Toen twee weken geleden Koen Geens zwaar onder vuur lag in de Kamer na de aan- slag in Luik en de kwestie van het toegekende penitentiair verlof aan de dader, gingen de regeringspartijen om hem heen staan en slo- ten zij de rangen. Ook al was er wat tandenge- knars te horen in N-VA-rangen… Vorige week was het de beurt aan Theo Francken om sla- gen te incasseren, naar aanleiding van zijn uitspraken over de door hem (en zijn partij, nemen wij aan) gewenste ‘pushbacks’, waarbij illegale migranten opnieuw naar Afrika kun- nen gebracht worden wanneer ze proberen de Middellandse Zee over te steken. Uiteraard stond de linkse oppositie op haar achterste poten te tempeesten, want dit was weer een mooie kans om aan Theo-bashing te doen.

Maar ook van de regeringspartijen Open Vld en CD&V (uiteraard) kwam zware kritiek op de staatssecretaris.

Het was al mensenrechtenverdrag wat de klok sloeg, maar ook dat regeringsleden namens de regering moeten spreken. Alsof hun ministers dat altijd doen… Het was aan- doenlijk hoe hevig CD&V applaudisseerde toen Servais Verherstraeten dramatisch en gewichtig als altijd (en met de neus in de lucht) applaus kreeg van Open Vld toen hij Francken de levieten probeerde te lezen. En hoe drif- tig CD&V applaudisseerde toen Patje Dewael van Open Vld kwam zeggen dat Theo niet namens hem had gesproken… De politieke koorts sloeg weer toe. Ondertussen verge- ten die partijen wat het grootste deel van de bevolking over vluchtelingen, asiel en migratie denkt. Een groot verschil dus op twee weken tijd aangaande het sluiten van de regerings- rangen.

Frustrerend

“De linkse oppositie ergert zich aan de stoere woorden van Francken. Het Vlaams Belang ergert zich eraan dat op de woorden nooit daden volgen.” Wellicht zit de kern van het verhaal in deze woorden van Barbara Pas.

Francken wil misschien wel, maar hij is de gevangene van de regering waarvan hij deel uitmaakt. Pas: “Gelukkig voor Europa zijn er landen zoals Oostenrijk, Denemarken en Ita- lië, die tenminste wel doen wat de bevolking vraagt.” Het moet frustrerend zijn voor Theo om zich telkens weer op de borst te kloppen en overal door de burgers enthousiast ontvangen te worden, maar nadien altijd weer gedwon- gen te worden binnen de lijntjes van de lakse Belgische regering en het Europa van Merkel, Macron en zatte Juncker te moeten kleuren.

Alternatief

In diezelfde zin had Hendrik Vuye (ex-N- VA, nu V&W) geen ongelijk toen hij stelde dat Francken eigenlijk oppositie voert tegen zijn eigen (regerings)beleid: “Hij is voor een Australisch model (de pushbacks), maar zijn beleid is dat van moeder Theresa.” De rege- ring zegt tegen de oppositie voor open gren- zen te zijn, maar ze staan al open, stelde Vuye:

“België is gewoon een land zonder grens. U realiseert wat PS en Ecolo willen. Ze zouden

Roddels uit de Wetstraat

Dossier 14 juni 2018

4

u moeten steunen, want de influx is nu zelfs 7 procent hoger dan onder de regering-Di Rupo!” Vuye kwam met een ‘mensenrechten- proof’ alternatief, namelijk samen met andere Europese landen zorgen voor veilige opvang in de landen van oorsprong of in de buurlan- den. Zo zal de instroom al veel beperkter zijn.

Wie hier toch geraakt en geen asiel aanvraagt, kan dan ook naar daar worden uitgewezen.

Dat systeem is volledig in overeenstemming met het EVRM. Hij suggereerde dat ons land zich dan ook zou aansluiten bij de aanpak van Oostenrijk.

Op de schop

De openlijke kritiek van Carina van Cauter (Open Vld) in volle Kamerzitting op het ver- lengd penitentiair verlof is niet in dovemans- oren gevallen. We schreven twee weken gele- den dat minister van Justitie Geens (CD&V) niet kon lachen met die kritiek en die zelfs een ‘valse noot’ in het debat noemde. Van Cauter is een taaie tante en geniet veel aan- zien in haar fractie als justitiespecialist. En kijk, nauwelijks twee weken later kondigde Geens aan dat er voorlopig geen verlengde penitentiaire verloven meer zullen toegekend worden tot een evaluatie van het systeem is gebeurd. Van Cauter wil nu zelfs het liefst dat heel het systeem op de schop gaat, omdat aangetoond is dat de maatregel, die voorzien was om de overbevolking in de gevangenis- sen aan te pakken, te veel maatschappelijk gevaar inhoudt inzake veiligheid en vluchtrisi- co’s. Open Vld wil in heel het veiligheidsdebat een graantje meepikken. Wedden dat Carina haar zin gaat krijgen?!

Koude oorlog

Het is duidelijk dat de spanning stijgt. Niet alleen in de media, ook in de Kamer zijn de stress, de meningsverschillen en zelfs het wan- trouwen tussen de regeringspartijen erg voel- baar. Het is duidelijk dat er verkiezingen in aantocht zijn. De stellingenoorlog en een tac- tische strijd zijn begonnen. Enerzijds willen de regeringspartijen zich niet laten afslachten door het lawaai van links, maar anderzijds wil niemand de stekker eruit trekken, want dat is politieke zelfbeschadiging. Alexander de Croo weet daar alles van. 2010 zal hij nooit verge- ten… De koude oorlog woedt. We hebben het laatste nog niet gehoord of gezien.

De pil

Vorige week besprak ik al de tanende invloed van de Katholieke Kerk in Vlaan- deren. In 1968 gaat nog 50 procent van de mensen in het aartsbisdom Mechelen naar de mis, maar in Antwerpen en Brussel ligt dat cijfer al tussen 20 en 30 procent en het daalt overal ieder jaar met minstens 1 pro- cent.

Dat betert er niet op als paus Paulus VI met zijn beruchte Humanae Vitae in dat jaar alle kunstmatige anticonceptiemiddelen ver- biedt. In eigen land geeft kardinaal Suenens aan die pauselijke onzin de draai dat iedere katholiek haar/zijn geweten moet volgen.

Dat geweten blijkt rekkelijk te zijn als een van de grote revoluties van de jaren zestig de intrede maakt: de pil.

Deze uitvinding uit 1960 (o.a. van de Vlaamse arts Nand Peeters) verandert gron- dig het leven van veel (aanvankelijk nog getrouwde) vrouwen. Je moet het zelf mee- gemaakt hebben: de angst bij vrienden en vriendinnen voor een zwangerschap voor het huwelijk en de drama’s als dat inder- daad het geval is. Onmiddellijk trouwen in schande, om de roddels zoveel mogelijk te milderen. Midden de jaren zestig doet het gerucht de ronde over een pil die Stediril heet, maandstonden regelt en anticoncep- tie veroorzaakt.

De boodschap van paus Paulus maakt vooral publiciteit voor die pil en jonge men- sen beginnen te zoeken naar dokters die een voorschrift schrijven zonder naar een even- tuele huwelijkse staat te informeren. Gelei- delijk wordt seks voor het huwelijk aanvaard zoals het volgens het historisch onderzoek ook was voor de Eerste Wereldoorlog (niet bij de bourgeoisie).

Vrouwenlevens veranderen

De pil en de mogelijkheid om het aan- tal kinderen te regelen is de grootste veran- dering in het leven van vele vrouwen, maar niet de enige. In 1947 werkt maar 17 pro- cent van de vrouwen in dit land buitenshuis (dames in de zaak van hun man of boerin- nen worden niet meegeteld), maar dit ver- andert snel als meer meisjes ook volledig middelbaar onderwijs volgen. Het huwelijk is nog even een einddoel van veel vrouwen, maar ze willen ook een eigen inkomen en een eigen toekomst hebben.

In 1958 wordt een wet goedgekeurd die belangrijker is dan de vrouwenstemplicht van tien jaar eerder (vrouwen hebben vanaf 1920 stemplicht voor de gemeenteverkie- zingen; niet voor parlementsverkiezingen).

De getrouwde vrouw moet niet langer haar man gehoorzamen en wordt “handelings- bekwaam”. Ze kan zonder zijn toestem- ming werken, een eigen bankrekening ope- nen, enz. Ze heeft niet langer de status van een minderjarig kind, al duurt het tot 1976 vooraleer man en vrouw volstrekt gelijk zijn.

Vrouwen stromen dus naar het bedrijfsleven en naar de overheidsdiensten, waar de sala- rissen al gelijk zijn voor iedereen.

Kardinaal Suenens bepaalt in 1963 dat getrouwde vrouwen niet langer ontslag moeten nemen in het katholiek onderwijs.

De druk om jongens en meisjes te schei- den in de rijksscholen wordt groter. In Lier en Duffel geef ik al in 1964 les in gemengde scholen. De wetgever heeft in 1962 de eer- ste aanzet gegeven tot een gemakkelijker echtscheiding, waarbij de maximale ter- mijnen sneuvelen. Scheiden na twintig jaar huwelijk wordt mogelijk, en vrouwen ouder dan 45 jaar kunnen voortaan ook scheiden.

Dit is nog verre van de echtscheidingst- sunami vanaf de jaren tachtig, maar het taboe is gesneuveld. Vrouwen gaan natuur- lijk niet alleen werken voor hun ego, maar ook omdat met twee salarissen in een huwe- lijk dingen mogelijk zijn waar lang (soms eeuwenlang) alleen de hogere klasse van geniet: betere medische zorgen, een eigen woning met tuin, een auto.

Reizen naar het buitenland - aanvankelijk

met de auto, maar vanaf 1967 al per vlieg- tuig - worden normaal. De pensionhouder in Duitsland of Oostenrijk wordt een kennis met wie het soms goed praten is in het later bekende “Pfaff-Duits”. Die vakanties doen meer voor de verdwijning van het vijandge- voel tussen volkeren dan heel de Europese Unie bij elkaar.

“Nen bietel”

Vorige week schreef Yvo Peeters in dit blad een stuk over de revolutionairen van de ULB-VUB, wel in pak en das. Ook in dat opzicht verandert de maatschappij ingrij- pend. In de jaren vijftig zie je aan de kle- dij iemands klasse. De baas is altijd beter gekleed dan de bediende en de arbeider.

Eeuwenlang behoren kleermakers en naai- sters tot de arbeidersaristocratie die dure dingen maakt. Maar de mechanisering van de textielproductie spuwt enorme hoeveel- heden kleding uit die goedkoop is, goed draagbaar en zelfs modieus. De onderge- schikte loopt er al in de jaren zestig dikwijls even goed gekleed bij als de baas, dus ver- dwijnt weer één van de uiterlijke tekenen van het gezag.

Die ondergeschikte is daarenboven dank- zij de ruime subsidies voor scholen meestal beter opgeleid dan de baasjes en aanvaardt des te minder automatisch dat gezag. Hij en zij begaan geregeld de doodzonde van de vorige decennia: tegenspreken. Als het hen niet aanstaat, vertrekken ze: werk genoeg vanaf 1962. De twintigjarigen van 1968 hebben nog een ander voordeel: hun uiter- lijk. Door de betere medische zorgen en de rijke voeding zien ze er mooier uit dan hun ouders. Ze zijn vooral veel langer en kun- nen letterlijk neerkijken op hun voorgan- gers, wat ze soms ook graag doen. Tot 1950 is er dikwijls maar een verschil van één cen- timeter lengte tussen generaties (soms daalt die lengte zelfs, zoals bij kinderen geboren tijdens de oorlogen). Maar tussen 1950 en 1980 wordt de Vlaamse jongen gemiddeld 8 centimeter langer.

Veel ouders herinneren zich de armoede of de soberheid uit hun jeugd en willen niet dat hun kinderen hetzelfde meemaken. Het zakgeld van de kinderen stijgt dus evenredig met de rijkdom en de zakenwereld begrijpt vlug dat hier een nieuwe en zeer jonge gene- ratie consumenten ontstaat met eigen wen- sen. De muziekindustrie speelt daar op in.

Eerst komt de ep (het 45 toerenplaatje met vier liedjes) en wat later doen de pop-lp en de transistorradio hun intrede. The Beat- les breken definitief door met hun muziek in 1963 en 1964. Ze brengen ook hun haar- dracht mee, zodat langharigen in Vlaanderen direct als “nen bietel” bestempeld worden.

Er is in die jaren in de Vlaamse huishoudens meer ruzie gemaakt over een paar centime- ter haar van de zoon dan over zijn studie- keuze of zijn lief.

Winst maar ook verlies

Al die verschijnselen, die nog altijd te veel herleid worden naar die paar dagen in mei 1968, zijn allang in de dop of zelfs in bloei aanwezig voor die ene maand. De groeiende welvaart in de jaren zeventig en de nieuwe groeispurt in de jaren negentig maken ze alleen maar belangrijker en creëren een nieuw hedonisme dat niet vlug zal verdwij- nen. Niet alleen de Kerk, maar ook de burge- rij heeft haar greep verloren. De traditionele groepsmoraal - in Vlaanderen vooral katho- liek - was soms verstikkend, maar bood ook warmte, geborgenheid en zekerheid.

Tezamen met die moraal verdween nog iets anders: het besef dat er niet alleen rech- ten, maar ook plichten zijn, zoals de ken- nis van het verschil tussen het mijn en het dijn. De Kerk, maar ook andere organisaties, schopte duizend jaar lang de mensen een geweten zodat ze zeer goed wisten waar de grenzen lagen. Met de komst van de mate- riële welvaart verdween een flink stuk van dat geweten.

Jan neckers

Erst kommt das Fressen (2)

Door de enorme stijging van de levensstandaard in de jaren vijftig en zestig ver- dwijnt geleidelijk het respect en de angst voor alle gezag. De autoritaire maatschap- pij is voorbij.

Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 2800 Mechelen

Geen woorden

maar daden!

Voor een Vlaamse

sociale zekerheid!

Bel gratis 0800 179 75 of surf voor ons kantorennetwerk even naar vnz.be

Word lid van het VNZ

(5)

Actueel

14 juni 2018 5

Echo’s uit de Koepelzaal

Disengagement

We merkten het al vaker op: als het gaat om het scheppen van nieuwe woordjes en het bedenken van ijselijk jargon zijn de Vlaamse regering en het Vlaams parlement niet te over- treffen. Naar aanleiding van vragen van Nadia Sminate (N-VA) en Chris Janssens (VB) kwam minister Vandeurzen op de proppen met de term “disengagement(traject)”, dat is een soort Engels en betekent nagenoeg niets, maar we voorspellen dat het woord een snelle opgang zal kennen.

Op termijn moet hierdoor het woord “dera- dicalisering” worden vervangen, waarmee men kennelijk niet opschiet. Sminate en Janssens hielden het nog even bij het klassieke taalge- bruik. Sminate had een gevangenis bezocht, een werk van barmhartigheid dat haar siert, en stelde vast dat de deradicaliseringsinspannin- gen onvoldoende blijven en niet alle gevallen te pakken krijgen. Janssens was minder sub- tiel en vond het hele gedoe eigenlijk kwatsch.

Vandeurzen somde nog maar eens op wat allemaal wél wordt gedaan. Voor het “theo- logische” stukje van de begeleiding kan men onder meer rekenen op zorgvuldig uitgekozen imams die dit en die dat… Sminate bleef toch vinden dat de middelen ontoereikend zijn en werd daarin – heel verrassend – bijgetreden door rode Yasmin Kherbache en groene Elke van den Brandt. Janssens zei dat het onzin en weggegooid geld was waar alleen maar enkele clubjes beter van worden. En wij weten nog steeds niet wat zo’n disengagementstraject nu eigenlijk ís.

Handelsoorlog?

Karl Vanlouwe (N-VA) was bezorgd over de Amerikaanse importheffingen op staal en aluminium uit de oude wereld. Ook verve- lend voor Vlaanderen uiteraard. Met de Euro- pese tegenmaatregelen er bij zou een en ander wel eens uit de hand kunnen lopen, vreesde Vanlouwe. Geert Bourgeois zag nog niet met- een een echte handelsoorlog opdoemen en meende dat de impact op Vlaanderen niet al te enorm is, maar natuurlijk was het Ameri- kaanse beleid niet al te netjes.

Wél op het oorlogspad ging Rik Daems (Open Vld). Die vond dat Trump keihard moest worden aangepakt om hem terug in zijn hok te krijgen en of de minister-president dat maar even bij Europa wilde gaan bepleiten. Duidelijk is wat voor een bozerik die Trump is. Stel u voor dat de man vindt dat de Amerikanen beter hun eigen auto’s zouden kopen. Een gruwelijk idee.

Duurzaam

Ook wij zijn gevoelig voor het milieu. We eten er zelfs van en hebben intussen opgesto- ken dat alles “duurzaam” moet zijn. En wat is er nu duurzamer dan plastic? Toch schijnt dat nu net een probleem te zijn. Vragen over de afval- aanpak van de verpakkingsindustrie. In Wallo- nië zijn plastic tasjes al verboden, Vlaanderen is terughoudender en zoekt het eerder in zelf- regulering van de industrie. Rampzalig, volgens een Elisabeth Meuleman (Groen), allemaal onvoldoende en de regering doet niets of ziet tenminste pas 2022 als horizon. Ene Gwenny De Vroe (Open Vld) overtrof zelfs de groenen en de sp.a: weg met alle plastic verpakkingen.

Liberalisme en praktische geest schijnen niet echt goed samen te gaan. Onlosmakelijk met het verpakkingsprobleem verbonden is het zwerfvuil. Inderdaad word je daar niet vrolij- ker van en kost het nodeloos geld om die troep op te ruimen.

De consensus is dat daar repressiever mag worden opgetreden, dat is ook de enige manier om de onopvoedbaren aan te pakken. Geert Bourgeois vond de kritiek op het beleid niet zeer ernstig, want Vlaanderen werkt wel dege- lijk aan superambitieuze plannen tegen zwerf- vuil en voor het terugdringen van plastic. We hebben geen reden om dat niet te geloven.

Moet de N-VA nu gaan beven?

Naar we aannemen was De Grote Peiling van VTM en Het Laatste Nieuws (8-9 juni) de laatste voor de vakantie. De krant noemt de N-VA de “verrassende” verliezer en spreekt over “een ongeziene krimp”… Bijna acht procentpunt van haar kiezers kwijt sinds de verkiezingen. Een verlies van vijf procent sinds de peiling van mei (26,5 versus 31,3 procent) is significant, of ze dat bij de N-VA nu graag horen of niet. Maar is het ook pro- blematisch (cijfermatig en communautair)?

Altijd interessant als intro voor de critici: de peiling werd uitgevoerd door het respectabele onderzoeksbureau Ipsos, van 29 mei tot en met 5 juni. Ipsos werkt met online-interviews. Met duizend ondervraag- den is ze statistisch zeker relevant. Zeker bij ongewijzigde methodiek.

Relevant als signaal.

De N-VA was na de verkiezingen teruggevallen (“een prijs voor fede- rale regeringsdeelname”), maar had dit verlies het jongste jaar vrijwel goedgemaakt. Nu dus vijf procent minder. Een gevolg van de uithaal van Bart de Wever naar de ouders van de overleden peuter Mawda, die bij nogal wat kiezers in het verkeerde keelgat is geschoten? De peiling werd vlak na die uitspraken afgenomen. De Wever begrijpt het niet. “Dit gaat volledig in tegen ons aanvoelen en de trends in de pei- lingen”, wou hij kwijt. Wat hij net iets te weinig aanvoelt, is volgens meer mensen dan hij mogelijks vermoedt dat zijn uitspraken onge- past waren. Of zoiets in mei volgend jaar bij de verkiezingen nog door- weegt, is twijfelachtig. Maar de voorzitter van N-VA neemt risico’s.

Wie profiteert van die al dan niet tijdelijke terugval?

Je kunt een peiling vergelijken met de vorige. Dan verliezen alleen de N-VA -4,8 procent en de sp.a -1,3 procent. Dat is het zowat. Die krimp van de N-VA is groot.

Je kunt ze ook vergelijken met de verkiezingsresultaten van 2014.

De verliezers blijven dezelfde twee partijen (N-VA -5,9 procent en sp.a -2,4 procent), maar ook CD&V (-3,2) en Open Vld (-1,7). Winnaars zijn dan Vlaams Belang en Groen (allebei +3,8) en PVDA (+3,4).

Het Laatste Nieuws (Ipsos) zet scores om in zetels. Groen zou in elke Vlaamse provincie een zetel winnen, behalve in Oost-Vlaande- ren. Vlaams Belang zou in elke Vlaamse provincie een zetel winnen, behalve in Antwerpen.

Regering

Dieter Dujardin noemt de peiling van zijn krant (HLN) ‘verbijste- rend’. Tja, over eigen publicaties moet men nu en dan wel even met de ratels draaien. En dramatiseren. “Stoot de confrontatiepolitiek van De Wever en co op haar limieten?... Zit de N-VA nu echt met een probleem?”

Over drie maanden, bij de septemberpeiling, weten we of wat de N-VA nu overkomt incidenteel was, of structureel. De gemeenteraads- verkiezingen worden de belangrijkste test. De kopstukken – en die blijven volgens de peiling zeer populair - zijn daar minder uit te spe- len. Dat zou wel eens kunnen tegenvallen.

Spannend

De aanloop naar de verkiezingen van 2019 lijkt dan toch nog span- nend te worden, want de huidige regeringspartners N-VA, MR, CD&V en Open Vld halen federaal op basis van deze HLN-poll maar 70 Kamerzetels, een verlies van 15, en 6 te weinig voor een meerderheid.

Een regering heeft minimaal 75 zetels nodig. Zelfs een versterking met

de cdH van Benoît Lutgen (5) zou niet volstaan voor een meerderheid.

Jan Segers schrijft (HLN, 9 juni) dat we misschien afstevenen op een patstelling op het politieke schaakbord, waarbij – met of zon- der N-VA - geen werkbare regering meer te vormen is. Klopt dat wel?

We volgen zijn inschatting - je kunt er blij of boos over zijn - dat Vlaams Belang, PTB/PVDA en wellicht ook de Parti Populaire van Mischael Modrikamen (samen 22 zetels) bij een regeringsvorming niet meespelen, opgesloten in de oppositie. Vooralsnog lijkt de kans klein dat de radicalen bij het spel betrokken worden. Iets wat elders in Europa (Oostenrijk, Griekenland, deels ook in Italië) wél kan, maar daar dan wel met hogere scores.

Vlaams Belang wint bij de recente peiling van VTM/HLN tegenover de verkiezingen precies evenveel als Groen (+ 3,8 procent). Terwijl de ballon van Raoul Hedebouw en zijn PTB weer lijkt leeg te lopen (nog 12,8 procent).

Exit?

Hoe kan de N-VA in de problemen komen? Beginnen we met een utopie. Een Grote Coalitie van negen partijen tegen de N-VA (oranje, blauw, rood, groen, Defi) lijkt vast sciencefiction, maar zou goed zijn voor 99 van de 150 zetels. Een onwaarschijnlijke monstercoalitie. Een negenkoppig monster bijt zichzelf kapot.

Maar er zijn mathematisch nog opties: men kan cdH of Défi aan de kant schuiven (94), of men kan beide wippen (89). Of men kan ook Groen/Ecolo schrappen (79). Van de ecologisten weten we dat het samen uit, samen thuis is. Maar dan houdt het zo ongeveer op. Dan slaat de telmachine tilt.

Nog vroeg

Michel en zijn partners hoeven nog niet te panikeren. Incidenten zorgen wel voor deining (Peeters, Meeuws, Crombez, De Wever…), maar voorlopig tonen tussentijdse peilingen hooguit een paar pro- cent aan verschuivingen. De kiezer heeft een kort geheugen. 26 mei 2019 is nog veraf.

Zonder onverwacht zwaar weer kort voor de verkiezingen (een aan- slag, een ontsnapping of een nieuwe dioxinecrisis waar de onheilspro- feten van Groen kunnen van profiteren), staan we volgend jaar mis- schien weer waar we nu staan. Dat is nu juist het probleem.

Jan Segers wijst erop dat de Vlaamse regeringspartijen N-VA, CD&V en Open Vld sinds de start van de regering-Michel samen zowat 10 procent van de kiezers zijn kwijtgespeeld. Wie alle peilingen sinds de verkiezingen van 2014 op een rijtje zet, weet dat het verhaal iets complexer is. De regering startte met 66,5 procent “electorale vol- gers” en zou er nu nog maar 55,7 overhouden. Maar in meer dan 20 peilingen sinds 2014 schommelde die score sterk. Bovendien is er nog die andere bron van info: de jongste peiling van VRT/DS gaf de regeringspartijen nog een rapport van 63,5 procent. Geen drama dus?

Partners

Van een structurele verandering in het politieke landschap is (nog) geen sprake. Maar – en dat lijkt ons essentieel – ook een kleine wij- ziging kan voor Verandering zorgen…

Vooreerst dit: de N-VA is een geoliede turbo. Maar in de federale karavaan heeft de partij bijstand nodig. En vooraf gemaakte afspra- ken over een machtsdeling met tenminste één grote Vlaamse partner.

Worden dat de liberalen? “Je hoeft geen peiling te organiseren om te weten dat N-VA en Open Vld straks dolgraag met elkaar doorgaan”, schrijft Segers, en niet “de januskoppen van CD&V, de partij die zich het moedige midden noemt, maar in de praktijk vaak het besluiteloze midden blijkt te zijn”. Volgens Segers is ook Open Vld de tseven kots- beu… en de trend van de christendemocratie is “down, op de irrele- vantie af”. Straffe taal. En geen goed nieuws voor wie het graag wat minder liberaal en wat meer sociaal zou zien, een deel van de N-VA’ers inbegrepen. Maar het klopt. De progressieve clan binnen CD&V leidt de oranje kiezer naar Groen.

Zelfs met een Vlaamse bondgenoot is de N-VA nog niet binnen.

Zo mogelijk nog lastiger wordt wat gebeurt op het Franstalige slag- veld. MR speelt daar een één tegen allen. Nog 20 procent in Wallo- nië, amper 17 procent in Brussel, dat komt geen tweede keer goed.

Michel heeft een gigantisch probleem. Hij zal een uitweg zoeken. En zo komen we weer uit bij een mogelijke ramp voor de N-VA. Velen willen de N-VA weer de stal in jagen. Of dat ook lukt bij verkiezingen, valt af te wachten.

AnjA Pieters

BE39 7390 1640 4519 (BIC KREDBEBB)

STEUN

RELIGIOSITEIT

Onze Nederlandse correspondent schrijft erover op bladzijde 7. Een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over de godsdienstbeleving bij Turkse en Marok- kaanse allochtonen toont aan dat die religi- ositeit de voorbije tien jaar enkel is toegeno- men. Ze bidden vaker, de vrouwen dragen vaker een hoofddoek en de moskee wordt vaker bezocht.

Van de Marokkaanse moslims bidt volgens het onderzoek 78 procent vijfmaal per dag, bij de Turkse moslims is dat 33 procent. Bij de Turkse moslims is het moskeebezoek toege- nomen. Ongeveer 40 procent van beide groe- pen bezoekt tenminste wekelijks een moskee.

Marokkaanse moslima’s dragen steeds vaker een hoofddoek. Meer dan driekwart van hen (78 procent) zegt er een te dragen, tegen 64 procent tien jaar geleden. Ook bij

jongeren en de tweede generatie is een toe- name te zien. Bij Turkse moslima’s is er geen toename.

9 op de 10 Marokkaanse moslims vast alle dagen tijdens de ramadan. Bij Turkse mos- lims geldt dat voor iets meer dan de helft. Een zeer groot deel van de moslims eet (bijna) altijd halal.

Bij de Marokkaanse allochtonen beschouwt 94 procent zich moslim.

Op basis van hun religieus gedrag, opvat- tingen en identificatie zijn vijf groepen moslims te onderscheiden. De twee meest gelovige groepen, de vrome en strikt prakti- serende moslims, vormen samen 84 procent van de Marokkaanse moslims.

PENSIOENHERVORMING

Niet iedereen is gelukkig met de pensi- oenhervormingen van de ‘rechtse’ regering.

Maar wat te denken van de pensioenhervor- mingen in Nicaragua? Daar gaat de bevol- king evenmin akkoord met de hervormin- gen van de extreemlinkse president Daniel Ortega. Sinds enkele maanden wordt daar dagelijks betoogd, en het kwam tot zware incidenten tussen betogers en de oproerpo- litie (op de VRT-webstek worden dat “scher- mutselingen” genoemd).

De voorbije weken werden 137 mensen op straat doodgeschoten. U ziet het: waar extreemlinks aan de macht is, wordt niet op een dode meer of minder gekeken. En dan zijn er bij ons partijen die het zien zitten om met de PVDA te gaan regeren. De PVDA onderhoudt goede contacten met het Nicara- guaanse regime.

Voor zover we konden achterhalen, heeft nog geen enkele linkse organisatie het nuttig geacht voor de ambassade van Nicaragua in Brussel te gaan protesteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door sommige mensen werd onze wijk al het "Wassenaar" van Rotterdam genoemd: een mooie wijk met mensen die vaak meer dan twee keer modaal verdienen.. Zo'n wijk, daar kies

The general aim of this research is to establish the relationship between sense of coherence, coping, stress and burnout, and to determine whether coping strategies and job

Ten derde is duidelijk dat het vraagstuk naar de relatie tussen veiligheid en migratie niet los kan worden gezien van de wijze waarop er over in de samenleving wordt gespro- ken

Ervaringsdeskundigen kunnen deze kennis overigens niet alleen doorgeven, maar zijn ook in staat deze in te zetten ten behoeve van anderen.. Deze anderen kunnen allerlei personen

‘ Toen mijn vriendin weer op de been was, was het belangrijk voor haar om dicht bij huis weer onder de mensen te komen en goed te eten.. Verpleeg- en verzorgingshuizen moeten

De VVD leest het voorliggende voorstel als een poging van het college zoveel mogelijk aan tafel te blijven en zodoende de belangen van de inwoners van Midden-Groningen zo goed

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

- dat type ‘begrijpend lezen’-onderwijs is zeer goed te toetsen omdat vormkenmerken van teksten bevraagd worden, maar het levert volgens PISA een vorm van leesbegrip op die