• No results found

Ondersteunings Pro el BEERTA. Datum: 1 december 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ondersteunings Pro el BEERTA. Datum: 1 december 2021"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Datum: 1 december 2021

Ondersteunings Pro el 2021-2022

Openbare basisschool de Openbare basisschool de

Uilenburcht Uilenburcht

BEERTA

(2)

2 4 4 4 4 5 5 5 6 6 6 7 8 9 9 11 12 12 12 12 12 12 13 14 15 15 16 16 16 17 17 18 19 19 19 19 19 20 20 20 20

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Inleiding

2 Algemene gegevens 2.1 Algemene gegevens

3 Ambities voor passend onderwijs 3.1 Sterkte-zwakteanalyse

3.2 Ambities

4 Onderwijsconcept, ondersteuning, structuur

4.1 Ons onderwijs- en ondersteuningsconcept en- structuur 4.2 Planmatig werken

4.3 Ondersteuningsoverleggen 4.4 Het ondersteuningsaanbod 5 Basiskwaliteit

5.1 Zelfevaluatie op basis van het Onderzoekskader 5.2 Zelfevaluatie Vragenlijst Basisondersteuning 6 Parels

6.1 Parels

7 Kenmerken van de leerlingpopulatie 7.1 Kenmerken van de leerlingpopulatie 8 Kengetallen

8.1 De leerlingaantallen 8.2 Schoolweging 8.3 De zorgzwaarte 8.4 De doorstroom 8.5 Verwijzingen 8.6 Terugplaatsingen 8.7 Thuiszitters 8.8 Typen leerlingen

8.9 Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief 8.10 Eindresultaten

8.11 Referentieniveaus / schoolnormen 9 Voorzieningen

9.1 Fysiek 10 Personeel 10.1 Specialismen

10.2 Expertisecentrum SOOOG 11 Toelating van leerlingen 11.1 Toelating van leerlingen 12 Extra ondersteuning 12.1 Extra ondersteuning

(3)

21 21 13 Onze grenzen m.b.t. passend onderwijs

13.1 Onze grenzen m.b.t. passend onderwijs

(4)

1 Inleiding

1.1 Inleiding

Het ondersteuningsprofiel geeft een beeld van de kwaliteit van onze school en de ondersteuning die onze school kan bieden aan met name leerlingen met een extra onderwijs- en/of ondersteunings- behoefte. Via het SOP geven we inzicht in onze basiskwaliteit, de kwaliteit van de basisondersteuning, de zorgzwaarte, de voorzieningen van de school, de deskundigheid van de werknemers en de mogelijkheden om bepaalde (passende) extra ondersteuning te geven.

Het SOP dient de volgende doelen:

Voor ouders: het biedt ouders en derden informatie over de ondersteuning, die de school biedt. Dit kan ouders ondersteunen bij het schoolkeuzeproces en bij hun communicatie met de school.

Voor de school: het SOP legt vast waar de school voor staat en wat haar grenzen en ambities zijn. Het biedt leerkrachten handvatten voor het dagelijks handelen in de klas.

Voor het schoolbestuur: de profielen bieden zicht op de ondersteuningsmogelijkheden en de ambities van alle aangesloten scholen. Het biedt de mogelijkheid om beleid op Passend Onderwijs vorm te geven.

Voor het samenwerkingsverband: op basis van de ondersteuningsprofielen van alle betrokken scholen stelt het SWV om de 4 jaar het niveau van basisondersteuning en de mogelijkheden voor extra ondersteuning vast in het ondersteuningsplan.

In november 2021 heeft de Uilenburcht meegedaan aan een kwaliteitsonderzoek van de inspectie. De schoolleiding en IB-er zijn bevraagd op het gebied van leerlingpopulatie en kwaliteitsverbetering.

2 Algemene gegevens

2.1 Algemene gegevens

Gegevens van het bestuur

Bevoegd gezag nummer 41613

Bevoegd gezag Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen

Algemeen Directeur dhr. J. Hansen

Adres + nr: Huningaweg 8

Postcode + plaats: 9682 PB Oostwold

E-mail info@sooog.nl

Telefoonnummer 0597 453980

Website www.sooog.nl

(5)

Gegevens van de school

Brin nummer 09DO

Naam school: Openbare basisschool de Uilenburcht

Directeur mevr. I. Kuiper

Adres + nr: F J J Dreweslaan 1

Postcode + plaats: 9686 NG BEERTA

E-mail kcdeuilenburcht@sooog.nl

Telefoonnummer 0597331651

Website www.obsbeerta.nl

Gegevens van het SWV

Naam SWV: Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO

provincie Groningen (20.01) Datum vaststelling SOP:

3 Ambities voor passend onderwijs

3.1 Sterkte-zwakteanalyse

In het kader van ons SOP zien we -in relatie tot onze begeleiding en ondersteuning- voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen.

STERKE KANTEN SCHOOL ZWAKKE KANTEN SCHOOL

Sociale veiligheid en schoolklimaat.

Goede contacten met ouders.

Afstemming van de leerstof op de kinderen die meer aan kunnen.

Breed aanbod op handen.

KANSEN SCHOOL BEDREIGINGEN SCHOOL

Samenwerking met het Taalhuis Oldambt.

Extra inzet van een onderwijsassistent.

Veel wisselingen in het personeelsbestand.

Leraren te kort.

3.2 Ambities

Op de Uilenburcht voldoen we aan de 13 kernkwaliteiten uit de Basisondersteuning. We vinden dat we een aantal kernkwaliteiten kunnen optimaliseren door middel van verdieping en scholing.

We hebben dit beschreven in een aantal ontwikkeldoelen. Deze ontwikkeldoelen vormen de focus voor ons handelen.

De ontwikkeldoelen zijn verwerkt in het schoolplan, hier zijn verbeterplannen op geschreven,

Het gaat dan om de volgende doelen:

De leerlingen en leerkrachten van de Uilenburcht zijn zich bewust van de invloed van hun eigen handelen op hun eigen leerproces en dat van anderen.

We stellen concrete, cruciale en haalbare doelen voor al onze leerlingen. Om onze doelen haalbaar te maken, differentiëren we in leerstof, instructie en tempo. Hierbij willen we meer hulpmiddelen in gaan zetten, met name bij de instructie en de feedback in oefensituaties. Om frustratie te voorkomen willen we leerlingen met een wat lagere uitstroomverwachting in de bovenbouw een meer passend, praktisch aanbod bieden. Op die manier sluit de leerstof van die leerlingen ook beter aan op het vervolgaanbod op het voortgezet onderwijs.

We hebben zicht op de onderwijsbehoeften van leerlingen met een NT2 achtergrond en hebben een gericht aanbod voor deze doelgroep.

(6)

4 Onderwijsconcept, ondersteuning, structuur

4.1 Ons onderwijs- en ondersteuningsconcept en- structuur

Op onze school hanteren we een leerstofjaarklassensysteem. We geven per groep gedifferentieerd les aan maximaal drie subgroepen: een basisgroep, een plusgroep (leerlingen die meer aan kunnen) en een risicogroep (leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben). Uitgangspunt is dat er alles aan gedaan wordt om leerlingen zo lang mogelijk bij de groep te houden, met name door verlengde instructie o.a. aan de instructietafel. De methoden bieden met verdiepings- en herhalingsstof ruime mogelijkheden om de leerlingen als groep bij elkaar te houden. 2 middagen in de week gaan we groepsdoorbrekend in ateliers werken.

Wanneer leerlingen niet meer mee kunnen doen met het niveau van de groep, ondanks de extra geboden hulp, is er de mogelijkheid tot een eigen leerlijn. Deze leerlingen werken met een eigen programma (eventueel in combinatie met een arrangement), er is dan sprake van extra ondersteuning. De ondersteuning en de extra ondersteuning worden in beginsel in de groep door de leraar zelf verzorgd, maar kan ook bestaan uit begeleiding door een onderwijsassistent of ambulant begeleider binnen of buiten de groep.

Het overgaan op een eigen leerlijn wordt altijd overlegd met de orthopedagoog van het Expertisecentrum van SOOOG. Er wordt dan ook altijd een ontwikkelingsperspectief opgesteld.

Voor een adequate uitvoering van de ondersteuning en begeleiding van alle leerlingen hanteren wij de volgende uitgangspunten:

* Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van:

Methode-onafhankelijke toetsen leerlingvolgsysteem Methode-onafhankelijke eindtoetsing

Methode-gebonden toetsen

* Systematische analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling;

* Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning, evaluatie;

* Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning;

* Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen;

* Toepassing van afgesproken procedures en protocollen;

* Centrale opslag van leerlingengegevens in leerling-dossier;

* Gestructureerde en planmatige ondersteuning en begeleiding voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften indien nodig in een eigen leerlijn/ontwikkelingsperspectief

* Systematisch volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling door middel de KiVa vragenlijst.

In paragraaf 4.2 en 4.3 worden het planmatig handelen en de structuur van de ondersteuningsoverleggen uitgebreider beschreven.

4.2 Planmatig werken

De ondersteuningsstructuur in groep 1 en 2

Vanaf het schooljaar 2016-2017 wordt er gewerkt met de module Leerlijnen voor groep 1 en 2 van Parnassys. Zie bijlage Kwaliteitskaart Leerlijnen groep 1 en 2

Groepsplannen groep 1 t/m 8

De groepsleerkracht stelt twee keer per jaar na de Cito-afnames een groepsplan op. We werken met groepsplannen voor de vakgebieden rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. De basisstof en de

differentatiemogelijkheden van de methode vormen de basis van het onderwijs. In het groepsplan wordt beschreven op welke manier er groepsbreed wordt afgeweken van de methode en waarom. Daarnaast worden wanneer nodig individuele doelen opgesteld voor leerlingen en de daarop aansluitende aanpak. We proberen echter de leerlingen zoveel mogelijk bij de groep te houden. Op het tabblad uitvoering worden de methodetoetsen geëvalueerd en op basis daarvan wordt het onderwijs opnieuw gepland voor het komende blok. Twee keer per jaar wordt er breder geëvalueerd met behulp van de Citotoetsen. Zie bijlage Kwaliteitskaart Groepsplannen.

(7)

Eigen leerlijn

Voor leerlingen binnen de basisondersteuning, waarvoor het groepsaanbod niet voldoet wordt een eigen leerlijn opgesteld. Een uitstroomperspectief is onderdeel van de eigen leerlijn. Hiermee wordt de uitstroom naar een van de vormen van voortgezet (speciaal)onderwijs bedoeld. In de eigen leerlijn worden o.a. de onderwijsbehoeften, de doelen, het leerstofaanbod en de aanpak beschreven en onderbouwd. Dit wordt twee keer per jaar geëvalueerd. Over de eigen leerlijn vindt zorgvuldig overleg plaats met ouders. De ouders tekenen de eigen leerlijn voor gezien. Een eigen leerlijn wordt opgesteld in overleg met de orthopedagoog of ambulant begeleider van het Expertisecentrum SOOOG. Een IQ bepaling is niet verplicht, maar bij twijfel wordt eerst nader onderzoek verricht.

4.3 Ondersteuningsoverleggen

Groepsbespreking

De groepsbespreking vindt drie keer per jaar plaats. Aanwezig bij deze bespreking zijn de groepsleerkracht en de IB- er.

In de groepsbespreking wordt het groepsplan geëvalueerd. De onderwijsbehoeften van leerlingen worden aangescherpt en er wordt bekeken hoe in de groep leerlingen met een vergelijkbare hulpvraag op een haalbare manier geclusterd kunnen worden. Daarnaast worden handvatten verzameld voor het opstellen van het nieuwe groepsplan en kan de leerkracht aangeven waarbij zij begeleiding wenst van de intern begeleider. In de groepsbespreking worden ook individuele leerlingen besproken, dit wordt vooraf aangegeven door de

groepsleerkracht. De eerste groepsbespreking (begin november) wordt gebruikt om een algeheel beeld van de groep te krijgen en er wordt ingegaan op hulpvragen van leerkrachten. Bij de groepsbesprekingen in februari en juni ligt de nadruk op het opbrengstgericht werken.

Overdrachtsgesprekken

Aan het eind van ieder schooljaar wordt in een bespreking waarbij de IB-er, de huidige en de toekomstige leerkracht(en) aanwezig zijn, de gehele groep doorgesproken. Bijzonderheden rondom alle leerlingen worden overgedragen aan de nieuwe leerkracht(en). Als basis voor het gesprek dient de groepskaart in Parnassys. De leerlingen van groep 2 die in de maanden okt/nov/dec de leeftijd van 6 jaar bereiken, zullen worden besproken door de IB-er en de betreffende leerkrachten voor een eventueel overgang naar groep 3. Deze bespreking vindt plaats in mei/juni.

De teamvergadering

Ontwikkelingen op het gebied van ondersteuning en begeleiding en specifieke ondersteuningsthema’s komen op de teamvergaderingen aan bod. Het gaat dan om een schoolbrede aanpak. Deze onderwerpen zijn vastgelegd in het vergaderrooster. Slechts in een heel enkel geval worden bijzonderheden rondom individuele leerlingen besproken, bijvoorbeeld als het gehele team van afspraken rondom een leerling op de hoogte dient te zijn. Twee keer per jaar wordt er een ondersteuningsvergadering gehouden. Op deze vergaderingen worden de CITO LOVS toetsresultaten besproken en de bijbehorende analyses.

Consultatieve leerlingbespreking (CLB)

Drie keer per jaar vindt een consultatieve leerlingbespreking plaats met de IB-er en de orthopedagoog plus de gedragsspecialist SBO/consultatief leerlingbegeleider van het Expertisecentrum. Tijdens deze bespreking worden leerlingen besproken waarvoor nog vragen zijn in de ondersteuning en leerlingen die aangemeld moeten worden voor een observatie of een onderzoek. De uitkomst kan met ouders worden gecommuniceerd.

Zorgoverleg

Minimaal drie keer per kaar vindt een overleg over leerlingen plaats met de IB-er, de schoolverpleegkundige van de GGD, Jeugdteam Oldambt, IB-er van de peuterspeelzaal en het maatschappelijk werk aan. Het betreft hier

voornamelijk opvoedkundige zaken en gedragsproblemen die door ouders en/of leerkrachten zijn ingebracht. Dit wordt vooraf met de ouders

besproken.

Ondersteuningsoverleg peuterspeelzaal

Naast de informatie van ouders bij de inschrijving, krijgt de school zover mogelijk en met toestemming van de ouders informatie van de peuterspeelzaal. Dit gebeurt vroegtijdig. De groepsleerkracht uit de onderbouw heeft drie maal per jaar een overleg met de peuterspeelzaalleidsters. Het doel is om de doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Eventuele problemen van individuele peuters worden in een vroeg stadium gesignaleerd,

(8)

geregistreerd en gemeld bij de overgang naar het basisonderwijs. Indien men tijdens dit overleg tot de conclusie komt, dat een leerling extra ondersteuning nodig zal hebben op de basisschool, of bij twijfel hierover, informeert de

leerkracht zowel de directeur als de intern begeleider hierover. Zie bijlage Kwaliteitskaart VVE.

Ondersteuningsoverleg met externen

Op afspraak bespreekt de IB-er (of de leerkracht) ingebrachte leerlingen met de ambulant begeleider, logopedie, Accare, Lentis, Molendrift of andere instellingen die bij het kind betrokken zijn. In de meeste gevallen zijn ouders hier ook bij aanwezig of worden hiervan op de hoogte gesteld. We hebben een kwaliteitskaart ontwikkeld waarin we hebben vastgelegd wie onze externe contacten zijn m.b.t. de zorg.

4.4 Het ondersteuningsaanbod

Naast het reguliere onderwijsprogramma is er binnen de basisondersteuning nog het volgende aanbod voor individuele of groepjes leerlingen, die extra begeleiding vragen.

Dyslexieondersteuning

De school werkt van groep 1 t/m 8 volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie van het Expertisecentrum Nederlands.

In het dyslexieprotocol is beschreven welke begeleiding leerlingen met dyslexie kunnen krijgen en welke faciliteiten hen toegekend kunnen worden. De begeleiding richt zich op het leren omgaan met dyslexie en de beschikbare hulpmiddelen en strategieën.

Dyscalculieondersteuning

Het ERWD-protocol, dat op SOOOG-niveau is vastgesteld wordt op school toegepast.

Weerbaarheidstraining en SOVAtraining

Naast de lessen die in KiVa worden aangeboden kan het nodig zijn, dat leerlingen extra training krijgen op het gebied van weerbaarheid en sociale vaardigheden. In de omgeving van de school worden deze door verschillende instanties aangeboden. De school heeft hiervan een overzicht en bespreekt deze met desbetreffende ouders. Op school bieden we de Gezinsklas aan. Ouders bepalen vervolgens zelf van welke mogelijkheid zij gebruik willen maken.

Motorische remedial teaching

In de school en in de omgeving van de school wordt motorische remedial teaching/ergotherapie voor kinderen aangeboden. De school heeft hiervan een overzicht en bespreekt deze met desbetreffende ouders. Ouders bepalen vervolgens zelf van welke instantie zij gebruik willen maken. Zij nemen zelf contact op met deze instantie.

Time-out voorziening

Er is geen vaste plek in de school, die als time-out voorziening wordt aangemerkt. Als er een leerling is die dit nodig heeft, dan wordt in overleg met deze leerling afgesproken welke plek het meest geschikt is.

Aanpak gedragsproblematiek

In eerste instantie worden gedragsproblemen aangepakt door middel van Kiva. Wanneer meer deskundigheid nodig is wordt een beroep gedaan op het de Gezinsklas, Expertisecentrum SOOOG en/of op externe instanties als Lentis, Molendrift e.d.

Voorzieningen voor leerlingen met een taalachterstand (NT2)

Leerlingen, die Nederlands als tweede taal hebben, krijgen binnen SOOOG eerst anderstaligenonderwijs op een speciale afdeling van de Oosterschool in Bellingwolde. Wanneer deze leerlingen in het reguliere onderwijs een plek krijgen blijft contact met de leerkracht en/of IB-er van deze school bestaan, zolang als nodig wordt geacht. Wij hebben in ons schoolplan vastgesteld het NT2 onderwijs te verbeteren, omdat we steeds meer te maken krijgen met deze groep leerlingen.

Fysieke toegankelijkheid en hulpmiddelen voor lichamelijk beperkte leerlingen

De Uilenburcht is een school zonder verdiepingen. De school is rolstoelvriendelijk en er is een invalidentoilet aanwezig. Als school willen wij ook leerlingen met een lichamelijke beperking een passende onderwijsplek bieden.

Per situatie zullen we bekijken welke mogelijkheden er zijn en welke maatregelen er moeten worden getroffen. Wij streven er naar deze leerlingen zoveel mogelijk op te vangen. Op dit moment zijn er geen extra voorzieningen in de

(9)

school. Er is eventueel ruimte beschikbaar voor verzorging of paramedische behandeling.

5 Basiskwaliteit

5.1 Zelfevaluatie op basis van het Onderzoekskader

Onze school heeft een zelfevaluatie uitgevoerd met behulp van het kwaliteitszorgsysteem WMK. Voor de gedetailleerde uitslagen verwijzen we naar het WMK-rapport.

Kwaliteitszorg:

We werken met een "groepsplan" dat iedere 4 weken wordt aangepast. Tevens gebruiken we methodeonafhankelijke toetsen om te kijken hoe de kinderen zich over een langere periode ontwikkelen. Als we kijken naar de resultaten van de kinderen, stellen we onszelf altijd de vraag, wat heb ik gedaan waarom de kinderen deze score hebben (zowel in positieve als negatieve zin). We hanteren streefdoelen die aangepast zijn op de schoolpopulatie en de verwachtingen.

We hebben hoge verwachtingen.

Kwaliteitscultuur:

De schoolleiding werkt aan de voortdurende verbetering van de eigen professionaliteit en kwaliteit, maar ook aan die van het team.

Dat doen we door ons te laten scholen, vakliteratuur te lezen en collegiale consulatie. Sommige collega's krijgen vaker een observatie, omdat zij daar zelf naar vragen of omdat de schoolleiding vindt dat dat wenselijk is. N.a.v. een observatie worden doelen opgesteld.

Het aanbod:

Het aanbod van de school hebben we vorig jaar verbeterd door ons te gaan scholen in muziekonderwijs. Het aanbod is nog niet voldoende verbreed en aangepast om aan de behoefte van onze leerlingenpopulatie te voldoen. Hierin zien we nog mogelijkheden door de inzet van ateliers/units en IMC basis. Door de inzet van deze mogelijkheden verwachten we dat ons aanbod beter aansluit bij het niveau en behoefte van onze leerlingen.

Ons onderwijs richt zich op het bevorderen van actief burgerschap, sociale integratie en op het hebben van kennis van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Echter hebben we dit niet specifiek beschreven. Dit maakt deel van van de visie van de school en komt zowel terug in de lessen Kiva, activiteiten met de PSZ en de Tjamme.

Zicht op ontwikkeling:

Dit doen we door iedere methodetoets te analyseren en ons handelen daarop aan te passen. Dit beschrijven we in een "groepsplan" dat iedere 4 weken wordt bijgesteld. We stellen ons altijd eerst de vraag, wat heb ik gedaan waarom de kinderen deze score hebben behaald (zowel in positieve al negatieve zin). We kijken vooruit hoe we het komende blok ons handelen/ de stof moeten/gaan aanpassen. Tevens gebruiken we methodeonafhankelijke toetsen om te kijken hoe de kinderen zich over een langere periode ontwikkelen. Dit bespreken we minimaal 2 jaarlijks in het team.

Didactisch handelen:

De leraren hebben over het algemeen een goed beeld van de kinderen en passen hun handelen hier op aan. De ene groep of leerling heeft meer structuur nodig dan een andere. Leerkrachten op de Uilenburcht zijn zeer voorspelbaar in hun gedrag. Dit zorgt o.a. voor een fijn leerklimaat. Veel van onze kinderen hebben behoefte aan een leerkracht die voordoet, moddelt en ze meeneemt in het denkproces.

Afstemming:

De afstemming op de Uilenburcht is veel gericht op de leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Dit is ook wat een grote groep vraagt. De kinderen die dit niet/minder nodig hebben moeten eerder worden losgelaten. Er is nog een te groot verschil in hoe de collega’s omgaan met het loslaten van de klas en bepaalde leerlingen tijdens de instructie. De een doet het te snel en de ander doet het te laat/weinig. Vooral op het gebied van spelling en rekenen is hier winst te behalen.

(Extra) ondersteuning:

Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod, ondersteuning en begeleiding. We zetten hiervoor structureel een onderwijsassistent in. Deze zit in onze formatie. Op het gebied van NT2 doen we nog niet voldoende.

Er gaan volgend schooljaar twee collega's met het NT2 onderwijs aan de slag. Dit in samenspraak met de IB-er van

(10)

het anderstaligen onderwijs.

Samenwerking:

Er is een zeer intensieve samenwerking tussen de PSZ en de school. De doorlopende leerlijn staat op papier en we werken hiermee. Ook zaken als de overdracht, wenmomenten etc. staan beschreven in een kwaliteitskaart.

De school werkt intensief samen met de gezinsklas, sociaalwerk Oldambt (vraagbaak), logopedie, beweegcentrum en het Jeugdteam Oldambt. Dit alles om ouders en kinderen te helpen in de ontwikkeling.

De lijnen met het samenwerkingsverband lopen via het expertise centrum van de stichting. Dit vinden we een fijne manier van werken.

Toetsing en afsluiting:

De school beschikt over kwaliteitskaarten voor de volgende onderdelen, eindtoets, afname/invoeren toetsen, verwijzing naar het VO. Deze kaarten worden 2 maal per jaar in het team besproken en eventueel bijgesteld. Sinds het schooljaar 20-21 werken we op school met een startgesprek en communicatieplan op maat voor alle leerlingen.

Op deze wijze vergroten we de ouderbetrokkenheid van de ouders bij het onderwijs aan en van hun kinderen.

Resultaten:

Eindtoets: Het afgelopen schooljaar is het niet gelukt om een gemiddelde score van de Cito eindtoets te behalen. We hadden ook niet de verwachting dat dit zou lukken als we naar de prognoses keken. De uitslag verraste ons dus niet.

Zijn we tevreden over de uitslag? Nee. Voor een diepere analyse verwijzen we u naar de analyse en conclusies van de tussen- en eindresultaten ( zie schoolrapportage).

Sociale en maatschappelijke competenties:

Op de Uilenburcht weten we heel goed wat voor leerlingpopulatie we hebben en wat er van verwacht mag worden.

Deze verwachtingen zetten we , passend bij de populatie, zo hoog mogelijk in. Op de Uilenburcht halen we zoveel mogelijk uit de kinderen wat er in zit. Op dit moment is dat vooral op cognitief en sociaal gebied. Hoe ga je met elkaar om hoor daar natuurlijk ook bij. Mag je anders zijn? Mag je een andere mening hebben? Hoe dien je je te gedragen in bepaalde situaties, hoe kun je ook reageren. Onze kinderen krijgen dat niet allemaal thuis aangeboden. Je kunt eerst praten voor dat je erop slaat.

Vervolgsucces:

Van onze school zit 16% van de oud-leerlingen na drie jaar boven het gegeven basisschooladvies. Dit is ongeveer even hoog als de voorspelde referentiewaarde en tevens ongeveer even hoog als het landelijk gemiddelde. 63% van de oud-leerlingen volgt een opleiding op het gegeven basisschooladvies. Dit percentage is ongeveer even hoog als de voorspelde referentiewaarde en tevens ongeveer even hoog als het landelijk gemiddelde. 20% van de oud- leerlingen zit na drie jaar onder het gegeven basisschooladvies. Dit is ongeveer even hoog als de voorspelde referentiewaarde en hoger dan het landelijk gemiddelde.

Van onze oud-leerlingen haalt 60% binnen de nominale studietijd een diploma in het voortgezet onderwijs. Dit is lager dan de voorspelde referentiewaarde en tevens lager dan het landelijk gemiddelde. Van onze oud-leerlingen is 28%

een vervolgopleiding gaan doen, maar heeft (nog) geen diploma gehaald. Dit percentage ligt hoger dan de voorspelde referentiewaarde, en tevens hoger dan het landelijk gemiddelde.

Onze school kan omschreven worden als een school die vaker dan het landelijk gemiddelde hogere adviezen geeft dan verwacht op basis van de eindtoetsscore, en een lager dan landelijk gemiddeld percentage onvertraagd geslaagden in het voortgezet onderwijs heeft. Onze school geeft vaker hogere adviezen dan de voorspelde referentiewaarde. Daarnaast ligt het percentage leerlingen dat onvertraagd een diploma op het voorgezet onderwijs haalt op onze school ongeveer even hoog als de voorspelde referentiewaarde.

Veiligheid:

We werken op school met de KiVa methodiek en nemen daar de vragenlijsten van af. Voor zowel het geven van de lessen als het afnemen van de vragenlijsten zijn kwaliteitskaarten ontwikkeld. Deze bespreken we twee jaarlijks.

Naast het incidentenprotocol beschikt de school over een anti-pestprotocol.

Pedagogisch klimaat:

Ondanks de vele wisselingen in het team heerst er een fijn pedagogisch klimaat in de school. KiVa is onze basis.

Daarnaast willen we, door de kinderen vanuit een GMS te benaderen, ze een fijne tijd op school geven.

(11)

Beoordeling

Wij meten de basiskwaliteit van onze school 1 x per jaar met directie en team.

Omschrijving Resultaat

eind schooljaar 2021 - KA1: Kwaliteitszorg 3,3

eind schooljaar 2021 - KA2: Kwaliteitscultuur 3,41

eind schooljaar 2021 - KA3: Verantwoording en dialoog 3,44

eind schooljaar 2021 - OP1: Aanbod 3,23

eind schooljaar 2021 - OP2: Zicht op ontwikkeling 3,58

eind schooljaar 2021 - OP3: Didactisch handelen 3,19

eind schooljaar 2021 - OP4: (Extra) ondersteuning 3,25

eind schooljaar 2021 - OP6: Samenwerking 3,5

eind schooljaar 2021 - OP8: Toetsing en afsluiting 4

eind schooljaar 2021 - OR1: Resultaten 3

eind schooljaar 2021 - OR2: Sociale en maatschappelijke competenties [geen wettelijke eisen]

3,5

eind schooljaar 2021 - OR3: Vervolgsucces [geen wettelijke eisen] 3,4

eind schooljaar 2021 - SK1: Veiligheid 3,84

eind schooljaar 2021 - SK2: Pedagogisch klimaat [geen wettelijke eisen] 3,73

5.2 Zelfevaluatie Vragenlijst Basisondersteuning

Wij hebben het ‘IJkinstrument Kwaliteit van de Basisondersteuning voor scholen van het SWV 20-01’ ingevuld en kunnen concluderen dat wij voor ruim 95% voldoen aan de vastgestelde basisondersteuning.

Op alle onderdelen voldoen wij aan de basisondersteuning. Wij vinden echter dat een aantal ijkpunten verder ontwikkeld en verbeterd kunnen worden.

Het gaat hierbij om de volgende ijkpunten.

IJkpunt 8 De school werkt opbrengst- en handelingsgericht aan de ontwikkeling van leerlingen .

Op onze school werken we opbrengstgericht. Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem ParnasSys. Per Cito- toets hebben we een norm vastgesteld en omgezet naar niveauwaarden, zoals deze worden gebruikt in Parnassys.

Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de behaalde niveauwaarde ) vergeleken met de norm (de gewenste niveauwaarde) en de doorgemaakte groei. Als de score structureel onder de door de school vastgestelde norm ligt, worden er door de IB-er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn:

* Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren)

* Instructie wijzigen en verbeteren

* Gebruik maken van diverse materialen, methodemateriaal loslaten

* Meer automatiseren

* Methode-aanbod opplussen

* Differentiatie aanpassen

De schoolleiding en de IB-er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren, of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Collegiale consultatie wordt gefaciliteerd om good practice op te doen.

(12)

IJkpunt 10 De school werkt met effectieve methoden en aanpakken.

Het aantal leerlingen met een NT2 achtergrond is relatief groot op dit moment. Het is nodig om voor deze groep leerlingen te kunnen beschikken over effectieve methoden en materialen. Daarnaast stemmen de leerkrachten het onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoefte van deze leerlingen.

Kijkend naar onze populatie in combinatie met het rekenonderwijs, zijn wij als school overgestapt op een andere manier van rekenonderwijs. Door handelend te leren rekenen zien wij een positief effect bij de leerlingen. Om deze manier te verwezenlijken hebben we de methodes de Wereld in Getallen en Met Sprongen Vooruit in de school geïmplementeerd.

6 Parels

6.1 Parels

Onze school levert basiskwaliteit, maar onze school heeft ook eigen kwaliteitsaspecten. Het meest trots zijn we op onze parels:

Parel Standaard

Op onze school werken we intensief aan omgangsnormen. SK1 - Veiligheid Onze school is actief onderdeel van het dorp. OP6 - Samenwerking Op onze school hanteren we streefdoelen op het gebied van sociale

veiligheid.

OR2 - Sociale en

maatschappelijke competenties [geen wettelijke eisen]

Op onze school werken we intensief samen met de PSZ. OP6 - Samenwerking Op onze school zijn 1 dagdeel per week de volgende externe partners

aanwezig: de gezinsklas, de vraagbaak, de logopedist, beweegcentrum.

OP6 - Samenwerking

7 Kenmerken van de leerlingpopulatie

7.1 Kenmerken van de leerlingpopulatie

Onze school heeft de kenmerken van de leerlingenpopulatie in beeld gebracht: de kenmerken zijn per groep beschreven. Zie voor een overzicht van de meest belangrijke kenmerken het hoofdstuk kengetallen en de paragraaf Typen leerlingen. We hebben de kenmerken van de leerlingen geanalyseerd en voorzien van conclusies en (waar nodig) interventies op groeps- en op schoolniveau. In algemene zin hebben wij - op grond van de kenmerken van de leerlingen - de volgende aandachtspunten:

* extra aandacht voor taalonderwijs

* extra aandacht voor gedragsregulering

* extra aandacht voor de brede ontwikkeling.

8 Kengetallen

8.1 De leerlingaantallen

Onderstaande tabel toont het aantal leerlingen verdeeld over de leerjaren op onze school.

(13)

Open data van de Inspectie van het Onderwijs berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Gegevens afkomstig uit ParnasSys | Ultimview - peildatum: 01-10-2021

Leerjaar Aantal leerlingen Aantal groepen Gemiddeld per groep

1 15 1 15

2 18 2 9

3 21 1 21

4 17 1 17

5 19 1 19

6 16 1 16

7 13 1 13

8 16 1 16

Totaal 135 9 15

8.2 Schoolweging

In deze paragraaf geven we allereerst per schooljaar (!) de schoolweging, de categorie (de schoolwegingscategorie) en het spreidingsgetal van de school. Dat kan voor de school interessant zijn, met name als de categorie en/of het spreidingsgetal verandert. Wat betekent dan (bijvoorbeeld) een hogere categorie, of een lagere spreiding?

De Inspectie van het Onderwijs richt zich op de gemiddelde schoolweging over de laatste drie jaar. Daarom geven we in deze paragraaf ook de gemiddelde schoolweging (over de laatste drie jaar) en de gemiddelde categorie (over de laatste drie jaar).

Schooljaar Schoolweging Categorie Spreiding Gem. schoolweging Gem. categorie 3 schooljaren 3 schooljaren

2020 / 2021 34,78 34-35 5,34

34,62

18/19 - 20/21 34-35

18/19 - 20/21

2019 / 2020 34,73 34-35 5

2018 / 2019 34,36 34-35 5,05

(14)

Analyse en conclusies

Beerta behoort tot de gemeente Oldambt. Deze gemeente waartoe Beerta behoort, is een gemeente die zich kenmerkt door veel armoede. In 2017/2018 kwam 62% van onze leerlingen uit een gezin meteen relatief laag inkomen. Dat is hoger dan het landelijk gemiddelde. Ook is er een hoge werkeloosheid 5,4 % (2018) in de gemeente Oldambt. Daarnaast hebben we in Beerta te maken met veel leerlingen die te maken hebben met o.a.

scheidingen, eenoudergezinnen, geweldsmisdrijven, verslavingsproblematiek, ongezonde levensstijl.

Deze kinderen groeien dus op in een onrustige thuissituatie.

Alle bovengenoemde zaken vragen van de school een specifieke aanpak voor leerlingen en hun ouders.

We proberen zo laagdrempelig mogelijk te zijn en een zo groot mogelijke ouderbetrokkenheid te bereiken, door ouders het zo makkelijk mogelijk te maken om hulp te vragen. Dit doen we o.a. door veel hulp in school te halen (logopedie, taalhuis, gezinsklas, sociaal werk, fysiotherapie, bibliotheek).

Veel kinderen groeien taalarm op (gaan niet naar de bibliotheek, worden niet voorgelezen, ouders met een geringe woordenschat) en de algemene ontwikkeling is gering. We besteden daarom extra aandacht aan woordenschat en lezen. Veel leerlingen zijn instructieafhankelijk, ze hebben veel herhaalde en verlengde instructie nodig. Het helpt om handelend bezig te zijn.

Onze weging voorspelt relatief lage resultaten. We hebben veel leerlingen met dezelfde “problematiek”. Dit maakt dat we vaak groepsaanpakken kunnen hanteren omdat veel kinderen tegen hetzelfde aanlopen. Daarnaast differentiëren we in tempo. Voor de kinderen die daar niet bij horen, werken we adaptief. Dit kan zijn meedoen voor 1 vak in een andere groep of werken met de methode op een device. Dit vraagt van de leerkracht constante aanpassing in aanbod en aanpak. Naast bovengenoemde cognitieve problematiek hebben we ook te maken met gedragsproblematiek in de verschillende groepen. Ook dit vraagt van de leerkracht de nodige aandacht. Om deze twee zaken goed te managen is de inzet van een onderwijsassistent een must.

8.3 De zorgzwaarte

De zorgzwaarte 2021 / 2022

Leerjaar N= Zorgzwaarte Gemiddeld

1 3 6 2,00

2 8 22 2,75

3 5 10 2,00

4 8 22 2,75

5 14 42 3,00

6 8 16 2,00

7 9 18 2,00

8 21 54 2,57

Totaal 76 190 2,50

Analyse en conclusies

In de zorgzwaarte zien we de leerlingpopulatie en de schoolweging terug in diverse groepen. Het differentiëren is dus een belangrijk uitgangspunt voor ons onderwijs.

(15)

8.4 De doorstroom

Onderstaande getallen geven een beeld van de doorstroom op onze school.

Doorstroom

Norm '18-'19 '19-'20 '20-'21 '21-'22

Aantal leerlingen leerjaar 3 17 18 18 18

Aantal kleutergroepverlenging 7 2 3 2

% Kleutergroepverlenging 12% 41,2% 11,1% 16,7% 11,1%

Aantal leerlingen leerjaar 3 t/m 8 81 83 100 102

Aantal doublures leerjaar 3-8 2 6 6 3

% Doublures leerjaar 3-8 2,5% 7,2% 6% 2,9%

% Doublures leerjaar 3-8 Gemiddelde van 2 schooljaren

3% 1,97% 4,88% 6,56% 4,46%

Aantal versnellers 0 0 0 0

% Versnellers 0% 0% 0% 0%

Aantal leerlingen 116 121 132 135

Aantal leerlingen ouder dan 12 jaar 2 2 2 7

% Leerlingen ouder dan 12 jaar 5% 1,7% 1,7% 1,5% 5,2%

Aantal leerlingen met een arrangement 2 2 2 2

Analyse en conclusies

Het aantal doublures ligt boven de norm van 3%. Het gaat hier om leerlingen uit groep 3. Wij zijn van mening dat als een kind niet het juiste basisniveau heeft we kinderen in groep 3 niet doorlaten gaan. Leerlingen in groep 3 waarover we ernstig twijfelen of zij de basisstof van groep 4 aankunnen, krijgen vaak wel de kans. Wel wordt er altijd met ouders besproken dat er een eventuele doublure mogelijk is, wanneer wij merken dat het niet meer haalbaar is voor het kind. Doubleren in groep 5 of hoger is niet wenselijk, maar ook niet uitgesloten. Wanneer doubleren in groep 5 of hoger niet meer mogelijk is, door bijvoorbeeld leeftijd, of wanneer kinderen de basisstof in een ander tempo nodig hebben kan er (na overleg met Intern begeleider, ouders en expertisecentrum) worden overgestapt naar eigen leerlijn of wordt er verwezen naar een ander soort onderwijs.

Het aantal leerlingen ouder dan 12 jaar ligt net boven de norm van 5%.

8.5 Verwijzingen

Onderstaande getallen geven een beeld van de verwijzingen op onze school.

(16)

Uitstroom

Reden van uitschrijving '18-'19 '19-'20 '20-'21 '21-'22 Aantal leerlingen op

school

116 121 132 135

Uitstroom Voortgezet (speciaal)

onderwijs

11 8 12 0

Zij-uitstroom Andere basisschool 0 1 4 3

Zij-uitstroom Anders 1 0 0 0

Zij-uitstroom Speciaal basisonderwijs 1 0 1 0

Zij-uitstroom Verhuizing 7 2 6 5

TOTAAL 20 11 23 8

Uitstroom per leerjaar in schooljaar 2021 / 2022

Reden van uitschrijving 1 2 3 4 5 6 7 8

Zij-uitstroom Andere basisschool - 1 - - - 1 - 1

Zij-uitstroom Verhuizing - - - - 2 2 1 -

TOTAAL 0 1 0 0 2 3 1 1

8.6 Terugplaatsingen

Onderstaande getallen geven een beeld van de terugplaatsingen op onze school.

Instroom

School van herkomst '18-'19 '19-'20 '20-'21 '21-'22

Aantal leerlingen op school 116 121 132 135

Instroom 17 14 21 7

ZIJINSTROOM Zij-instroom BAO 7 11 6 2

TOTAAL 24 25 27 9

Instroom per leerjaar in schooljaar 2021 / 2022

School van herkomst 1 2 3 4 5 6 7 8

Instroom 7 - - - -

Zij-instroom BAO - - - 2

TOTAAL 7 0 0 0 0 0 0 2

8.7 Thuiszitters

Onderstaande tabel toont het aantal thuiszitters op onze school.

Thuiszitters

'18-'19 '19-'20 '20-'21 '21-'22

Aantal leerlingen op school 116 121 132 135

Aantal leerlingen dat "thuiszit" 0 0 0 0

Percentage thuiszitters 0% 0% 0% 0%

8.8 Typen leerlingen

(17)

De volgende leerlingen hebben een extra onderwijs- en/of ondersteuningsbehoefte vanwege leren, taalontwikkeling, lichamelijke beperkingen of anders.

Typen leerlingen [peildatum 1 oktober]

'21-'22

Autistisch spectrum 2

Dyslexie 1

Gedrag: ADHD, ADD etc. 8

Overig 1

Taalbeperkingen 18

Spraakbeperkingen 2

Medische problemen 1

TOTAAL 33

Analyse en conclusies

Onder taalbeperkingen zien wij o.a. onze NT-2 leerlingen en TOS leerlingen. De NT-2 leerlingen hebben vaak een achterstand in de Nederlandse Taal bijvoorbeeld bij het vak woordenschat. In de meeste gevallen wordt er thuis in de moedertaal gecommuniceerd.

8.9 Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief

Bij ons op school kunnen leerlingen een ontwikkelingsperspectief krijgen voor één specifiek vak, voor meerdere vakken of over gehele lijn.

Voor schooljaar 2021/2022 zijn er de volgende OPP's aanwezig:

- groep 5: 2 leerlingen (1 OPP bestaande uit lezen, begrijpend lezen en spelling; 1 OPP bestaande uit begrijpend lezen)

- groep 8: 8 leerlingen (rekenen), 11 leerlingen (spelling) Aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief

'18-'19 '19-'20 '20-'21 '21-'22

Aantal leerlingen op school 116 121 132 135

Aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief 5 5 5 5

8.10 Eindresultaten

Onze school maakt gebruik van een genormeerde eindtoets. In de onderstaande tabel staan de resultaten in relatie tot de gestelde (inspectie)normen.

(18)

Gegevens afkomstig van ParnasSys Ultimview boven de ondergrens onder de ondergrens

'19-'20 '20-'21 '21-'22

Schoolweging (gem. 3 schooljaren) 34,5 34,6 -

Schoolwegingscategorie 34-35 34-35 -

Eindtoets Centrale

eindtoets PO (t/m 2019)

Aantal leerlingen 0 / 0 12 / 12 0 / 0

Score 0 529,5 0

Percentage ten minste 1F

1F Lezen - 83,3% -

1F Taalverzorging - 91,6% -

1F Rekenen - 66,7% -

Percentage 1S/2F

2F Lezen - 50% -

2F Taalverzorging - 58,3% -

1S Rekenen - 16,7% -

Percentage behaalde referentieniveaus

1F - gem. van 3 jaar 100% 92,7%

1S/2F - gem. van 3 jaar 78,3% 64,6%

Analyse en conclusies

De resultaten die we in de tabel zien komen overeen met de methode-resultaten in de groep. Er zat een viertal kinderen in met een OPP voor rekenen. We hebben voor deze leerlingen geprobeerd om in eerste instantie alleen de 1F doelen te behalen. De prognose was dat deze groep de 1S doelen niet zouden behalen. We keken voornamelijk naar de resultaten tussen de M6 en de M7 toets, daar zagen we wel een stijging. Deze groep heeft een achteruitgang laten zien tijdens de thuiswerkperiode i.v.m. Corona.

Wij verwachten schooljaar '21/'22 een stijging te zien in de resultaten.

De groep 8 van '21/'22 is, na vele jaren een combi te zijn geweest, dit schooljaar een enkele groep.

8.11 Referentieniveaus / schoolnormen

In deze paragraaf staan per schooljaar de schoolcategorie, de signaleringswaarde (ondergrens) en de schoolnormen (ambities). De schoolnormen worden opgehaald uit de module Analyse Referentieniveaus (zie Mijn Schoolplan – Documenten). Dus daar moeten ze worden vastgesteld. Voor de kleurstelling bij de behaalde referentieniveaus wordt primair uitgegaan van de eigen norm, en pas als de school daaronder scoort, wordt gekeken naar de

signaleringswaarde.

De tabel % > TL/havo laat zien hoeveel procent van de leerlingen dit advies kreeg. Er moet een zekere correlatie zijn met het percentage voor het tweede referentieniveau (1S/2F). Is de afwijking minder of meer dan 10%, dan is het zaak om te bespreken of de school correcte adviezen geeft.

De tweede tabel geeft eerst de gemiddelde scores (drie jaar en drie vakken: lezen, taalverzorging en rekenen).

Daaronder worden de scores voor de vakken apart en in één jaar weergegeven. Met daarbij het landelijk gemiddelde en de eigen schoolnorm.

(19)

boven de schoolnorm boven de signaleringswaarde onder de signaleringswaarde Schooljaar Categorie Signaleringswaarden Schoolnormen

Behaalde

referentieniveaus % ≥ TL/Havo

1F 1S/2F 1F 1S/2F 1F 1S/2F advies

gem. 3 jaar gem. 3 jaar gem. 3 jaar

2019 / 2020 34-35 85% 39,5% 95% 65% 100% 78,3% 38%

2020 / 2021 34-35 85% 39,5% 90% 65% 92,7% 64,6% 42%

9 Voorzieningen

9.1 Fysiek

De Uilenburcht is een school zonder verdiepingen. De school is rolstoelvriendelijk en er is een invalidentoilet aanwezig.

Als school willen wij ook leerlingen met een lichamelijke beperking een passende onderwijsplek bieden. Per situatie zullen we bekijken welke mogelijkheden er zijn en welke maatregelen er moeten worden getroffen. Wij streven er naar deze leerlingen zoveel mogelijk op te vangen. Op dit moment zijn er geen extra voorzieningen in de school. Er is eventueel ruimte beschikbaar voor verzorging of paramedische behandeling.

Fysieke voorzieningen

'21-'22 Rolstoeltoegankelijk

TOTAAL 0

10 Personeel

10.1 Specialismen

In de onderstaande tabel staan de specialisten van de “school”. De expertise wordt gewaardeerd en er is aangegeven of de expertise beschikbaar is voor derden.

Specialisten

Omschrijving Dagdelen Waardering

Intern begeleider(s) 8.0 goed / uitstekend Beschikbaar

Onderwijsassistent(en) 9.0 goed / uitstekend Beschikbaar

Onderwijsassistent(en) 6.0 goed / uitstekend Beschikbaar

Taalleescoördinator [taalspecialist] 0.5 goed / uitstekend Beschikbaar

Analyse en conclusies

De onderwijsassistent die 9,0 dagdelen aanwezig is, heeft als functie Leerkrachtondersteuner B. En voert deze ook zodanig uit.

10.2 Expertisecentrum SOOOG

Het Expertisecentrum SOOOG heeft verschillende specialisten in huis, die de school kunnen ondersteunen. In onderstaande tabel is hiervan een overzicht gemaakt. Wanneer er een ander specialisme nodig is dan wordt dit in overleg met het expertisecentrum, de ouders en het samenwerkingsverband ingezet.

(20)

Orthopedagoog 2

Gedragsdeskundige 1

Ambulant begeleider 1

Onderwijskundige 1

11 Toelating van leerlingen

11.1 Toelating van leerlingen

De inschrijving van leerlingen vindt plaats als er aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:

1. Het kind is vier jaar

2. Het overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf is afgegeven aan de school 3. Het onderwijskundig rapport van de andere school/instelling is afgegeven aan de school 4. Het (voorlopige) inschrijfformulier is ingevuld en ingeleverd

5. Het inschrijfformulier is getekend door de beide ouders/verzorgers en de directie van de school De directie behoudt zich het recht voor om niet over te gaan op inschrijving als:

1. Aan het bovenstaande niet voldaan is 2. Het kind niet zindelijk is

3. De school niet is ingericht op de handicap van het kind

4. De school geen passend onderwijs kan verzorgen (zie hoofdstuk 13)

12 Extra ondersteuning

12.1 Extra ondersteuning

Onze school levert basisondersteuning, dit betekent dat we in ieder geval:

aanbod hebben voor leerlingen met dyslexie en rekenproblemen.

afspraken hebben gemaakt over de aanpak van gedragsproblemen.

aanbod hebben voor leerlingen met een meer en minder gemiddelde intelligentie.

planmatig werken.

werken met een ondersteuningsstructuur.

Wanneer er zorgen zijn over een leerling, dan wordt eerst met de ouders besproken welke zorgen er zijn, hoe ouders naar de situatie kijken, welke stappen er gezet gaan worden. Meestal is dit een gesprek tussen ouders, de

groepsleerkracht en de intern begeleider en soms de schoolleider. Wanneer het nodig is, wordt deskundigheid van buitenaf gevraagd. Hiervoor zoeken we samenwerking met instanties die gespecialiseerd zijn in:

cognitieve problemen ( Molendrift, Cedin, OCRN, Kentalis, Logopedist)

sociaal-emotionele problemen ( Molendrift, OCRN, Cedinzorg, Gezinsklas, Accare, Lentis) motorische problemen ( Cedinzorg en beweegcentrum Winschoten)

gezinsproblematiek (CJG, GGD, Gezinsklas, Leerplichtambtenaar)

Voor extra ondersteuning die de basisondersteuning overstijgt kan een arrangement worden aangevraagd bij het Expertisecentrum van SOOOG.

De ondersteuning voor de betreffende leerling (of groep leerlingen) is al in beeld gekomen bij het expertisecentrum tijdens het CLB- overleg of er is overleg over deze leerling (of groep leerlingen) geweest tussen school en

expertisecentrum.

Wanneer de aanvraag wordt toegekend, neemt het expertisecentrum contact op met de intern begeleider en/of directeur. Er worden afspraken gemaakt over de invulling van het arrangement. In de meeste gevallen wordt er een onderwijsassistent/leerkrachtondersteuner B ingezet voor de extra ondersteuning.

De school communiceert e.e.a. met de ouders.

(21)

13 Onze grenzen m.b.t. passend onderwijs

13.1 Onze grenzen m.b.t. passend onderwijs

Ons streven is om alle leerlingen bij ons op school de mogelijkheid tot het volgen van goed onderwijs te bieden. Toch kan het voorkomen dat, op basis van de verkregen informatie over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot onze eigen schoolse mogelijkheden, er twijfels rijzen of wij wel op een voldoende verantwoorde wijze kunnen voldoen aan goed onderwijs. In een dergelijk geval treden wij in overleg met de ouders. Samen zullen we vervolgens zoeken naar oplossingen, eventueel met externe ondersteuning en hulp. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de ondersteuning worden bereikt. Van deze grenzen is sprake bij:

1. Verstoring van rust en veiligheid

Indien een leerling een handicap of stoornis heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en het betreffende kind met een handicap of stoornis te bieden.

2. Interferentie tussen verzorging/behandeling – onderwijs

Indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging/behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en de behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap of stoornis te bieden.

3. Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen

Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap of stoornis een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is kwalitatief goed onderwijs aan de leerlingen in de groep te bieden.

4. Gebrek aan opnamecapaciteit en deskundigheid

In het verlengde van de onder punt 3 beschreven situatie is de school niet in staat een leerling met een specifieke ondersteuningsbehoefte op te nemen, vanwege het totaal aantal leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in relatie tot het totaal aantal leerlingen in een bepaalde groep.

Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende mogelijkheid en deskundigheid tot begeleiding aanwezig is.

5. Te geringe leerbaarheid

De leerling moet aan schoolse activiteiten kunnen deelnemen. Er zal dus voldoende mate van leerbaarheid moeten zijn. Het gaat hier met name om leerlingen met een IQ van minder dan 80. Ook de aan- of afwezigheid van

bijkomende problematiek speelt hierbij een rol.

6. Visuele beperkingen

In geval van een blinde of slechtziende leerling zal per individu bekeken worden hoe en of de school op hoogwaardig niveau onderwijs kan bieden.

7. Auditieve beperkingen

In geval van een dove of slechthorende leerling zal per individu bekeken worden hoe en of de school op hoogwaardig niveau onderwijs kan bieden.

8. Motorische beperkingen

De school is wel toegankelijk voor bijvoorbeeld rolstoelafhankelijke leerlingen. In geval van andere noodzakelijke, maar lastig realiseerbare aanpassingen voor leerlingen met een motorische beperking zal per individu bekeken worden hoe en of de school op hoogwaardig niveau onderwijs kan bieden.

(22)

9. Tot slot

Belangrijke factoren die naast de bovenstaande punten o.a. een rol spelen bij onze afweging zijn:

* de deskundigheid en ervaring van het personeel t.a.v. de gevraagde ondersteuning;

* de continuïteit binnen het team;

* de organisatie / differentiatiecapaciteit van de groep en de school;

* het gebouw- en de materiële situatie van de school.

* de mogelijkheid om een aanzienlijk deel van het onderwijsprogramma van de groep te kunnen volgen. Complexe problematiek, waarbij dit niet mogelijk is, is belemmerend.

* het welbevinden van de leerling. Wanneer dit minimaal is en dit niet kan worden vergroot binnen de context van de school, dan is een andere school mogelijk een betere optie.

In uitzonderlijke gevallen zal een leerling dus niet toegelaten kunnen worden of zal voor een reeds toegelaten leerling een opvang buiten de eigen school gezocht moeten worden. De zorgplicht Passend Onderwijs verplicht ons als school de ouders vervolgens te ondersteunen bij het zoeken naar goed passend onderwijs voor het betreffende kind.

Dit kan zijn op een andere basisschool, dan wel een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs.

Bij leerlingen die verstoring van de rust en veiligheid op school veroorzaken handelen wij volgens het bovenschools beleidsdocument „Toelating, schorsing en verwijdering”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met een taxatierapport, conform artikel 7:960 BW, garandeert Lengkeek dat de juiste herbouwwaarde van uw pand wordt vastgesteld.. In het taxatierapport wordt uw pand

Schooljaar Schoolweging Categorie Spreiding Gem. In de groepen 4,5 en 6 is dit grotendeels verklaarbaar uit de achterstanden die zijn opgelopen tijdens het thuisonderwijs. Uit

Uiteraard is er iemand nodig bij wie mensen terecht kunnen als ze niet tevreden zijn, maar de oplossing van een klacht of probleem ligt meestal dichtbij.. Vaak voelen mensen

Op een vergelijkbare manier als bij het hybride systeem, geeft de AC-gekoppelde retrofit-omvormer voorrang aan fotovoltaïsche opwekking om de aangesloten apparaten van stroom

En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen..

In de klassen werken wij met groepsplannen waarin de drie verschillende leerstofniveaus naar voren komen; de ** basisgroep, de kinderen die meer aankunnen (*** groep) en dan zijn er

Op onze school is de leerkracht verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zijn/haar leerlingen: hij/zij investeert in de relatie met de leerling, heeft zicht op het welzijn van

In het kader van ons SOP zien we –in relatie tot onze begeleiding en ondersteuning- een aantal kansen en bedreigingen voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen..