• No results found

Uitvoeringsplan Transport over Water De blauwe bloedsomloop van Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uitvoeringsplan Transport over Water De blauwe bloedsomloop van Amsterdam"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitvoeringsplan

Transport over Water

De blauwe bloedsomloop van Amsterdam

(2)

Managementsamenvatting

Uitvoering van het beleid voor het stimuleren van transport over water

Uitvoering van het beleid voor het stimuleren van transport over water

Op 20 mei 2020 heeft de gemeenteraad de Nota Varen Deel 2 vastgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen om (goederen)transport over het water te stimule­

ren. Ook in het Coalitieakkoord (mei 2018) is deze ambitie uitgesproken. Met het

‘Uitvoeringsplan Transport over Water’ geeft de gemeente concrete uitwerking aan dit beleid. Het uitvoeringsplan is in 2020 tot stand gekomen in overleg met relevante gemeentelijke afdelingen en programma’s en na raadpleging van kennisinstellingen en marktpartijen.

Urgentie

Om in een steeds drukker wordende stad de leefbaarheid te kunnen verbeteren en de duurzaamheid te vergroten is een afgewogen pakket aan maatregelen nodig. Aanvullend op de Agenda Autoluw, het Actieplan Schone Lucht, investerin­

gen in de openbare ruimte en het openbaar vervoer en een betere vorm van afvalinzameling is het goed om te kijken naar alternatieve vormen van transport van goederen en bouwmaterialen in de stad, zoals transport over water.

Ambitie

Transport over water draagt bij aan een aantrekkelijke, leefbare, gezonde, veilige en bereikbare stad voor iedereen. Ook biedt het een oplossing om de logistieke stromen van Amsterdam te garanderen, terwijl er wordt gewerkt aan ingrijpende maatregelen. Daarom wil de gemeente dat transport over water in 2025 volwaar­

dig meedoet bij de afwegingen over de inzet van mobiliteitsoplossingen en dat al het transport in het centrum, ook over water, in 2025 emissievrij is. Hieraan wordt de komende jaren samen met de branche hard gewerkt.

Integraal afwegen als gezamenlijke verantwoordelijkheid

(publieke) belangen, zoals de betrouwbaarheid en flexibiliteit van logistieke leveringen, de veiligheid, de impact voor gezondheid en leefbaarheid en de duurzaamheid van transport. Die integrale afweging is altijd situatieafhankelijk en bovendien een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ondernemers en de gemeente. Ondernemers zijn verantwoordelijk voor de keuzes voor een kosten­

effectieve en betrouwbare wijze van organiseren van de logistieke keten. De gemeente is verantwoordelijk voor het stellen van voorwaarden en het scheppen van de condities waardoor de publieke belangen worden geborgd.

Stapsgewijze aanpak

De gemeente kiest voor een stapsgewijze aanpak. In de periode tot en met 2022 wordt gewerkt aan het opbouwen van een goede basis. Tegelijk wordt kennis opgebouwd over de effecten en voor­ en nadelen van verschillende vormen van transport over water. Eind 2022 wordt de aanpak geëvalueerd en wordt bepaald hoe en binnen welke voorwaarden transport over water verder wordt uitgebouwd doorpakkend op de ambitie die is neergezet.

Periode tot en met 2022

1. Uitwerken vergunningenstelsel

• Het bestaande vergunningenstelsel voor transport wordt in afstemming met de branche verder uitgewerkt. Er komt een exploitatievergunning transport voor structureel transport (zoals voor bevoorrading of transport van afval). Voor tijdelijke projecten en activiteiten (zoals voor bouw gerelateerde vaart) is een vergunning bijzonder transport nodig. In de vergunningen worden specifieke voorwaarden opgenomen, zoals voor het gebruik van emissievrije vaartuigen vanaf 2025 en voor het gebruik van het water en laad­ en losvoorzieningen.

• Met het oog op een goede spreiding van het gebruik van het water worden voor de centrumzone (binnen de Singelgracht inclusief de Singelgracht zelf)

(3)

verkeersstromen. Buiten deze tijden is dit in het centrum met, veel werk­

zaamheden en verkeer, op aanvraag mogelijk. Buiten de centrumzone blijft transport 24/7 mogelijk, maar kunnen ­ waar dit voor een vlotte en veilige doorvaart nodig is ­ voorgeschreven vaarroutes worden ingesteld.

2. Uitbreiden voorzieningen voor laden en lossen

• Voorzieningen voor laden en lossen worden stapsgewijs uitgebreid en/of opgewaardeerd, mede afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag. Hiertoe worden – in overleg met de transport­ en logistiekbranche ­ locaties

gerealiseerd die kansrijk zijn om toe te voegen en wordt bepaald welke bestaande locaties met eenvoudige ingrepen kunnen worden opgewaardeerd om het netwerk en dus mogelijkheden voor transport te vergroten. Zie ook het analyserapport.

• Standaardinrichtingen van de kades bijvoorbeeld na het herstel van kademuren of als input bij stedelijke (her)ontwikkeling worden gedefinieerd.

• Er komt digitaal toegankelijke informatie over specifieke condities van locaties voor laden en lossen.

3. Faciliteren van initiatieven en pilots

• Er wordt gefocust op 5 projecten gericht op bouw­gerelateerd transport over water, stadsdistributie over water en transport van afval over water. Niet de vraag of transport over water mogelijk is staat hier centraal, maar hoe dit aan de hand van deze casussen het beste in de praktijk gefaciliteerd kan worden door de gemeente. Enerzijds door te monitoren op data gebruik van het water (in kader venstertijden) en anderzijds in processen.

• Initiatiefnemers van projecten, beleid en ondernemers worden begeleid in mogelijkheden, randvoorwaarden, vergunningen en vaarvoorschriften.

• Er wordt kennis opgebouwd over de meerwaarde, effecten en voor­ en nadelen van verschillende vormen van transport over water en werkwijzen worden ontwikkeld om transport over water verder te stimuleren.

• Begin 2021 wordt beoordeeld of het gewenst is om aanvullende pilots/casussen toe te voegen. Dit laat onverlet dat andere initiatieven ook gewoon lopen en ondersteund worden.

4. Monitoring en evaluatie

• Nadat de samenwerking met het Havenbedrijf en TNO in het project

‘Amsterdam Vaart!’, gestart in 2018, in 2021 is afgerond, neemt de gemeente de monitoring van transport over water over en zet deze voort. Hiervoor wordt de aanpak voor monitoring in 2020 verder uitgewerkt, voortbouwend op de ervaring die is opgebouwd in ‘Amsterdam Vaart!’ en aansluitend bij de monitoring van het gebruik van het water zoals al wordt gedaan in het kader van ‘De Digitale Gracht’.

• Eind 2022 vindt een evaluatie plaats van deze maatregelen, de aanpak, de kaders en randvoorwaarden én de ontwikkeling van het gebruik van het water.

Samenwerking en organisatie

Richting de branche is het belangrijk dat de gemeente opereert als één organisa­

tie. Het expliciet toepassen van een integrale afweging voor transport bij projec­

ten en ontwikkeling (structureel en incidenteel) als coördinatie op vergunningen vergt regie. Programma Varen heeft de regie op het gebruik van het water.

Afstemming en ontwikkeling die is gestart met de transport­ en logistiekbranche wordt voortgezet. Met kennisinstellingen zoals de Hogeschool van Amsterdam, AMS Institute en TNO wordt samengewerkt in onderzoeksprogramma’s. Omdat de veranderingen in het gebruik van het water en de wal gevolgen kunnen hebben voor bewoners, ondernemers en bezoekers, is het belangrijk om steeds in een vroeg stadium te zorgen dat men betrokken blijft. De participatie bij de verdere uitwerking en bij projecten voor transport over water wordt samen met de stadsdelen vormgegeven.

(4)

Inhoud

1 Inleiding 5

2 Opgave 7

3 Ambitie 13

4 Strategie 15

4.1 Een stapsgewijze aanpak 15

4.2 Rol gemeente 16

5 Periode tot en met 2022 17

5.1 Uitwerken kaders 17

5.2 Voorzieningen voor transport over water 21

5.3 Faciliteren van initiatieven en pilots 22

6 Samenwerking en organisatie 26

(5)

1 | Inleiding

De gemeente Amsterdam wil ruimte bieden aan transport van goederen over het water. Als aanvullende modaliteit moet transport over water volwaardig meedoen bij afwegingen over de inzet van mobiliteitsoplossingen en bij de afwikkeling van logistieke stromen in de stad. Transport over water kan bijdragen aan een aantrek­

kelijke, leefbare, gezonde, veilige en bereikbare stad. Dit uitvoeringsplan transport over water is tot stand gekomen in overleg met stadsdelen, betrokken gemeente­

lijke directies en programma’s en na raadpleging van kennisinstellingen en markt­

partijen.

Perspectief op transport van goederen over water

Het water heeft altijd een belangrijke functie gehad voor de logistieke bloedsom­

loop van de stad. Lange tijd werd de grachtengordel benut voor transport van goederen en zelfs tot in de jaren ’80 van de 20ste eeuw werd er afval afgevoerd over het water. Na de Tweede Wereldoorlog is de logistieke functie van het water steeds verder afgenomen. De afwikkeling van logistieke stromen werd steeds efficiënter en goedkoper over de weg.

Nu ontstaat een nieuw perspectief voor transport van goederen over water. Als gevolg van de toenemende mobiliteit staan de bereikbaarheid, de openbare ruimte en de leefbaarheid onder druk. Hierdoor komt opnieuw het water in beeld als oplossing voor de afwikkeling van logistieke stromen. Zo kan de mobiliteitsdruk beter worden gespreid over de beschikbare openbare ruimte en de verschillende modaliteiten. Passend bij de handelsgeest en creativiteit van Amsterdam heront­

dekken zowel wij als ondernemers de potentie van het water voor transport van goederen. Door volle wegen, door beperkingen in de stad en door ontwikkelingen in logistieke ketens én technologie, wordt het water weer interessant als modaliteit én als onderdeel van de business case van bedrijven.

Nota Varen: stimuleren transport over water

De Nota Varen bevat nieuw vaarbeleid van Amsterdam. Het uitgangspunt is een duurzaam, evenwichtig en slim gebruik van wal en water door de verschillende gebruikers; de passagiersvaart, pleziervaart en transport over water. In Nota Varen Deel 1 zijn de doelen van het vaarbeleid, de aanpak van drukte en overlast op het water en het vergunningsbeleid uitgewerkt. Nota Varen Deel 2 bevat een nadere uitwerking van een aantal maatregelen, waaronder de stimulering van (goederen) transport over water. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie uit het Coalitieakkoord (mei 2018) om de logistiek van bevoorrading van de stad te verbeteren, onder andere door intensiever gebruik van het water.

Het is van belang om mede de vaarwegen te gebruiken voor transport en zo de wegen, kades en bruggen te ontlasten. Daarom is in Nota Varen Deel 2 een aantal maatregelen benoemd om transport over water te stimuleren. Dit zijn onder andere het invoeren van venstertijden en aanpassen van ligtijden, het verduurza­

men van transport over water en het aanpassen en ontwikkelen van (juridische) kaders. Ook wil de gemeente toewerken naar één loket bij bouwprojecten en een start met pilots om initiatieven verder mogelijk te maken en tegelijk kennis en ervaring op te doen.

Uitvoeringsplan voor een volgende stap

Transport over water bevindt zich in Amsterdam in een ontwikkelfase. Hoewel de afgelopen jaren onderzoek is gedaan en er praktijkervaringen zijn, zijn er ook nog vragen. Zo is er beter zicht nodig op de effecten en voor­ en nadelen van verschil­

lende vormen van transport over water en het gebruik van het water. Hoe we een integrale afweging over de meest geschikte en gewenste mobiliteitsoplossing voor de afhandeling van specifieke logistieke stromen maken en ruimte hiervoor bieden. Ook is er beter zicht nodig op de voorwaarden om op gereguleerde wijze ruimte te bieden aan transport over water.

(6)

2016

WATERVISIE AMSTERDAM 2040

2018

COALITIEAKKOORD

NIEUWE LENTE, NIEUW GELUID

2019

PROGRAMMA

LOGISTIEK ACTIEPLAN BRUGGEN EN KADEMUREN

2020

Nota Varen Deel 1

ACTIEPLAN SCHONE LUCHT

Nota Varen Deel 2

AGENDA AUTOLUW

Uitvoeringsplan Transport over water

Figuur 1: De context van het uitvoeringsplan transport over water in de tijd

Samenwerking met de transport- en logistiekbranche

Bij de voorbereiding van dit uitvoeringsplan zijn er gesprekken gevoerd met deskundigen en vertegenwoordigers van de transport­ en logistiekbranche.

Kennis van en ervaringen met transport over water zijn gedeeld en wensen en behoeften van ondernemers zijn in beeld gebracht. Ook zijn de ambitie en voorgestelde strategie getoetst. In de gesprekken zijn inzichten opgedaan over de kansen en de beperkingen die worden ervaren bij initiatieven voor transport over water, zoals het project Amsterdam Vaart!1. Met dit uitvoeringsplan biedt de gemeente de kaders en handvatten op basis waarvan ruimte kan worden geboden aan transport over water.

1 Amsterdam Vaart is een samenwerkingsverband waarin Port of Amsterdam, Gemeente Amsterdam, TNO sinds 2018 aan de hand van concrete initiatieven onderzoeken hoe de bouwlogistiek voor een deel weer over het water kan

(7)

2 | Opgave

De opgave wordt mede ingegeven door de mobiliteitsopgaven in Amsterdam, door ontwikkelingen in de transport­ en logistiekbranche én door de mogelijkhe­

den en beperkingen die er nu zijn om transport van goederen over het water af te wikkelen. Met het monitoringssysteem ‘de Digitale Gracht’ ontstaat beter zicht op het gebruik van het water in de stad. Het achtergronddocument ‘Analyse Transport over water, de blauwe bloedsomloop van Amsterdam’ bevat een uitgebreide analyse van de mogelijkheden en ruimte op het water.

Mobiliteitsopgaven in Amsterdam

De toenemende drukte zet de doorstroming, de verkeersveiligheid, het leefmilieu, de leefbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte onder druk. Daarom neemt de stad diverse maatregelen om de leefbaarheid en het stedelijk milieu te verbeteren en om de stad duurzamer te maken. Voorbeelden zijn de Agenda Autoluw, het Actieplan Schone Lucht en investeringen in de openbare ruimte, het OV en in afvalinzameling. Ook op het water neemt de gemeente maatregelen om de toegenomen passagiers­ en pleziervaart in goede banen te leiden, om de veiligheid op het water te garanderen en om overlast voor de omgeving te beperken.

Verder staan er ingrijpende werkzaamheden op stapel voor het onderhoud van de bestaande infrastructuur. Een voorbeeld is het vernieuwen van veel bruggen en kademuren in de stad. Ook de logistiek zal hinder ondervinden van deze, nood zakelijke werkzaamheden.

Figuur 2: Twee illustraties van de rol van het water met betrekking tot mobiliteits­

opgaven in de stad: Links de scope van kaden en bruggen, rechts maatregelen voor het weren van zwaar vrachtverkeer in de binnenstad (zie voor uitwerking Analyserapport Transport over water).

Transport over water biedt kansen

Het aantal initiatieven voor transport over water neemt toe. Vooral bij grote bouwprojecten ­ zoals op het Oosterdok, de Entree voor het Centraal Station, de Rode Loper en bij de aanpak van bruggen en kademuren ­ wordt een deel van de aan­ en afvoer van bouwmaterialen en materieel over het water afgewikkeld.

De druk op de weg en de openbare ruimte op de kade wordt hierdoor ontlast.

Bij kleinere projecten, met een beperkt aantal toeleveranciers, blijkt transport over water relatief eenvoudig te realiseren. Voor grotere projecten hangt de inzet van transport over water vaak af van de voorschriften die worden gesteld bij de aanbesteding. De gemeente is vaak zelf opdrachtgever of stelt de

randvoorwaarden.

(8)

De meest kansrijke logistieke stromen om te ‘verschuiven’ van weg naar water zijn bouwlogistiek, afval en (horeca)bevoorrading. Uit pilots2 blijkt dat een afwikkeling van deze stromen over water leidt tot een reductie van zwaar verkeer over de weg. Juist door gebruik van zware voertuigen zijn de kades rond logistieke hotspots vaak in slechte staat. Positieve effecten van transport over water bestaan onder andere uit een beperking van de belasting van de infrastructuur en openbare ruimte, een betere doorstroming, luchtkwaliteit en minder CO2­uitstoot.

Voor de ondernemers zijn de voordelen tijdwinst, een betrouwbare planning en lagere faalkosten, afhankelijk van de locatie.

Figuur 3: Verschillende typen transport over water die worden onderscheiden in Nota Varen Deel 2.

De ontwikkeling van logistiek en transport over water

Hoewel er afgelopen jaren diverse tellingen van vervoersstromen zijn geweest, ontbreekt op dit moment precies inzicht in de samenstelling en afwikkeling van logistieke stromen in Amsterdam over de verschillende modaliteiten. De organisa­

tie van logistieke stromen is complex, omdat vele partijen een rol spelen, zoals leveranciers, transporteurs, afnemers en gebruikers, maar ook de beheerders van infrastructuur. Het gaat om in­ en uitgaande stromen van onder meer goederen, bouwmaterialen en afval. Sommige stromen zijn tijdelijk van aard (zoals bij bouw­

en onderhoudsprojecten) en andere zijn structureel (zoals de bevoorrading van horeca of de inzameling van afval).

Zo’n 15 tot 20% van al het verkeer in de stad vervoert goederen, vooral in (bestel) busjes en vrachtauto’s. Er rijden dagelijks circa 25.000 bestelbusjes en 6.000 vrachtwagens in de stad, die samen goed zijn voor meer dan 80.000 leveringen.

In de Strategische Kennisagenda wordt gesteld dat ongeveer 30% van de logistie­

ke stromen bouw gerelateerd is. Daarnaast vormt transport van afval ook een belangrijke logistieke stroom.

Het gebruik van water voor de afwikkeling van logistieke stromen is nu nog onderbenut ­standaard is de weg. De impact van logistiek en de afweging die hierin te maken is, zijn onderbelicht. Het aantal vaarbewegingen gerelateerd aan de aan­ en afvoer van bouwmaterialen neemt toe, mede door de herstelwerk­

zaamheden aan bruggen en kademuren. Ten behoeve van dit uitvoeringsplan is een analyse uitgevoerd naar de nabijheid van leveringen bij water en laad­ en losvoorzieningen voor transport over water (het netwerk). Hotspots voor het aantal leveringen liggen voornamelijk in het westelijk deel van de grachtengordel.

Hier zijn kades te vinden waarvandaan tot 20.000 leveringen per week in de nabijheid van water plaatsvinden.

2 Onder andere Geldersekade, de Entree, ODE, Afrikahaven, Ankerweg, Oudezijdsachterburgwal.

(9)

Uit gesprekken met marktpartijen blijkt dat veel op­ en afstaplocaties van passa­

giersvaart mogelijk te gebruiken zijn voor leveringen. De locaties moeten aan specifieke eisen voldoen. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheden om inzameling en afvoer van afval in het centrum af te wikkelen over water.

Figuur 4: Logistieke leveringen binnen een straal van 500m van de kade tonen de potentie voor transport over water. (zie voor uitwerking het Analyserapport).

Aandachtspunten ten aanzien van het gebruik van kades

In Amsterdam eindigen veel transportbewegingen op een kade. Relevant is dus dat zowel water als kade in ogenschouw worden genomen. Op sommige plaatsen is aanmeren niet toegestaan. Er kan sprake zijn van beperkingen op grond van:

• Nautische (veiligheid)gronden, zoals binnen 20 meter van bruggen.

• Ruimtelijke ordening zoals door de stadsdelen is vastgelegd in bestemmingsplannen.

• De staat van de kademuren waardoor geen/weinig belasting mag plaatsvinden.

Ten aanzien van de diepgang van vaartuigen is een aandachtspunt dat de gegeven diepgang voor de doorvaartprofielen gelden voor het middelpunt van de gracht.

Voor aanmeren aan de kade moet rekening worden gehouden met het specifieke talud ter plaatse (bij benadering 1 tot 3). In algemene zin kan worden meegege­

ven dat bij een maximale diepgang van 1,10m ca. 80% van de locaties toeganke­

lijk is om aan te meren.

Doorvaartprofielen

Alle vaarwegen binnen de stad zijn ingedeeld in doorvaartprofielen. Deze profie­

len omschrijven de maximale lengte en breedte van vaartuigen en de doorvaart­

breedte en diepte van de verschillende grachten. De vaarwegen, met hun toegekende doorvaartprofiel, zijn weergegeven in onderstaand figuur 5.

Figuur 5: Doorvaartprofielen voor de binnenstad van Amsterdam

(10)

Aandachtspunten ten aanzien van materieel

Op basis van doorvaartprofielen gelden voorwaarden ten aanzien van de maximale lengte, breedte en diepgang van alle vaartuigen. Het merendeel van het huidige netwerk beschikt over een doorvaartprofiel waarbij vaartuigen met een lengte tot 20 meter en breedte tot 4,25 meter kunnen worden gefaciliteerd om een vlotte en veilige doorvaart te borgen. De maten gelden inclusief eventuele sleepvaartuigen.

Enkele kleinere grachten in het centrum hebben een ‘krapper’ doorvaartprofiel met striktere voorwaarden ten aanzien van de maatvoering. Grotere schepen die buiten het profiel vallen kunnen nog steeds varen, maar hebben een aparte toets en vergunning nodig. De vracht is hierin bepalend.

Ruimte op het water

Voor transport over water is er ruimte nodig om te kunnen varen en zijn er locaties nodig waar voldoende tijd is voor laden en lossen. Tevens moeten deze locaties ook bereikbaar zijn voor voor­ en natransport als de bestemming verderop ligt.

Op basis van de doorvaartprofielen van de vaarwegen en monitoring ontstaat een beeld van vaarwegen waar mogelijkheden zijn voor transport over water. Buiten de Singelgracht leiden de doorvaartprofielen en het huidige gebruik niet of nauwelijks tot beperkingen voor transport over water. In het centrumgebied binnen de Singelgracht leidt het huidige intensieve gebruik van het vaarwater in combinatie met de doorvaartprofielen soms tot beperkingen in de capaciteit die beschikbaar is voor transport over water. Uit het analyserapport Transport over Water (zie bijla­

ge) blijkt voor alle vaarwegen dat er tussen 20:00 en 10:00 uur mogelijkheden zijn voor transport over water. Middels ‘de Digitale Gracht’ worden voldoende sensoren en camera’s geplaatst en worden de bewegingen op het water gemoni­

tord om continue inzicht te hebben in de spreiding van het gebruik van het water, zowel in ruimte als in tijd.

Figuur 6: Capaciteitsprofielen voor Transport over Water (zie voor uitwerking Analyserapport Transport over water).

Laad- en loslocaties

Op dit moment zijn er 32 mogelijkheden om vanaf het water te laden en lossen.

Hiervan zijn zes exclusief voor laden en lossen van transport bestemd, hetgeen middels pallets of rolcontainers plaatsvindt. Het merendeel van deze locaties heeft daarnaast ook andere (gebruiks) functies, bijvoorbeeld als op­ en afstaplocatie voor de passagiersvaart. Verder geldt op deze locaties een beperkte toegestane ligtijd (vijftien minuten). De branche geeft aan dat voor goederenvervoer een langere ligtijd nodig is (minimaal 1 uur). Ook zijn de staat en de inrichting van de locaties vaak niet (meer) geschikt voor laden en lossen.

(11)

Ten behoeve van dit uitvoeringsplan is een inventarisatie uitgevoerd naar op­ en afstaplocaties in Amsterdam. Dit zijn locaties die op dit moment al bestaan maar formeel alleen gebruikt mogen worden voor het laten in­ en uitstappen van passagiers. Er is gekeken of op deze locaties voldoende ruimte op de kade aanwezig is voor het verwerken van goederen. Daarnaast is gekeken naar andere faciliteiten zoals een laad­ en losplaats voor vrachtwagens op de wal. Het blijkt dat 21 van de op­ en afstaplocaties dermate ruim zijn dat hier pallets en rolcontainers kunnen worden gebruikt. Er zijn 46 locaties ruim genoeg voor alleen rolcontainers.

Dit betekent dat met een aanpassing van de geldende verkeersbesluiten er circa 70 laad­ en loslocaties extra zouden kunnen worden gerealiseerd voor transport over water. Daarnaast zijn er nog circa 23 locaties waar met beperkte ingrepen meer ruimte te creëren is voor goederenlogistiek. Denk hierbij aan het verplaatsen van fietsenrekken, verwijderen van drempels of het aanleggen van een helling­

baan. Dit brengt het potentiele aantal extra laad­ en loslocaties op circa 90.

Mogelijke uitbreidingen van nieuwe locaties kunnen samen met V&OR bekeken worden op basis van evaluatie.

Figuur 7: Mogelijke voorzieningen voor laden en lossen (zie voor uitwerking Analyserapport Transport over water).

Mogelijkheden voor transport over water: regie

De beschikbare ruimte is niet alleen beperkt op de wal, maar ook op het water.

Zo wordt de ruimte op het water ingenomen door o.a. woonboten, rondvaarten en pleziervaart. Ook laad­ en losvoorzieningen, opslag en op­ en afstapvoorzieningen nemen ruimte in. Bovendien wordt er in toenemende mate een beroep gedaan op de beschikbare ruimte op het water door oplaadvoorzieningen, fietsenstallingen op dekschuiten en evenementen op het water. Op het gebruik van de openbare ruimte, wegen en vaarwegen voert de gemeente regie bij het maken van plannen en het bieden van ruimte aan initiatieven. Het betreft hier multimodale regie op mobiliteit of integrale regie op de fysieke leefomgeving inclusief ruimtelijke ordening.

(12)

Figuur 8: Kansen voor transport over water bij regie op gebiedsgerichte aanpak­

ken in Amsterdam.

De bovenstaande figuur (projecten die o.a lopen bij het ingenieursbureau) is niet limitatief wat betreft ontwikkelingen die nu gaande zijn in Amsterdam. In het centrumgebied wordt volop gebiedsgericht gewerkt en kansen voor transport over water benut. Het Cornelis Douwes gebied, de Sixhaven en de huidige werkzaam­

heden ten behoeve van de dijkversterking ten noorden (Kinselmeer) van het noordelijke stadsdeel, bieden eveneens kansen.

(13)

3 | Ambitie

In dit hoofdstuk is de ambitie van de gemeente Amsterdam uitgewerkt om het water beter te benutten voor de afwikkeling van logistieke stromen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie uit het Coalitieakkoord (mei 2018) en worden de maatregelen uit de Nota Varen Deel 2 voor de stimulering en regule­

ring van (goederen)transport over water samen met de partners in de stad nader uitgewerkt, met 2025 als stip aan de horizon.

Urgentie en kans

De opgaven die zijn beschreven in hoofdstuk 2 vragen een nieuwe aanpak op de manier waarop goederen en materiaal worden verplaatst in de stad. De druk op de weginfrastructuur, de verkeersveiligheid, het leefmilieu en de openbare ruimte is groot. Hiermee komt transport over water in beeld als aanvullende mobiliteits­

oplossing. Door zware logistieke stromen voor een deel af te wikkelen over het water, wordt de druk op de beperkte ruimte op de weg en de kades ontlast.

Ook ontstaat zo ruimte voor bouwprojecten en onderhoudswerkzaamheden.

Die werkzaamheden leiden bovendien steeds vaker tot beperkingen voor logistie­

ke leveringen en de afvoer van afval.

Verduurzaming

Verduurzaming heeft hoge prioriteit binnen de gemeente. Het terugdringen van het aantal transportbewegingen draagt bij aan verduurzaming. Zo kan het combi­

neren van transport helpen onnodig of leeg transport te voorkomen. Uitgangspunt is dat al het transport, ook over water, uiterlijk in 2025 emissievrij is in het centrum.

Ambitie

De afwikkeling van logistieke stromen over het water draagt bij aan de opgaven die samenhangen met de toenemende mobiliteit in de stad en draagt ook bij aan een aantrekkelijke, leefbare, gezonde veilige en bereikbare stad voor iedereen. Transport over water biedt een aanvullende logistieke oplossing om de logistieke bloedsomloop van Amsterdam te garanderen, terwijl er wordt gewerkt aan ingrijpende maatregelen, zoals de aanpak van bruggen en kademuren, het aanscherpen van de regels voor zwaar verkeer en het autoluw en emissievrij maken van de stad. Al het transport gebeurt met emissievrij materieel. Transport over water doet volwaardig mee bij afwegingen over de inzet van verschillende mobiliteitsoplossingen bij de afwikkeling van logistieke stromen.

(14)

Integraal afwegen welke modaliteit het beste past

De afweging voor transport over water is altijd gebied of locatie specifiek. Op sommige plekken ligt transport over de weg voor de hand, terwijl op andere plekken nabij het water transport over water juist kansen biedt (of noodzakelijk is) voor een betere spreiding van de logistieke stromen. Ook kan de potentie van de nabijheid van water een rol spelen bij de strategische afweging hoe invulling wordt gegeven aan de (her)ontwikkeling van locaties in de stad, zoals van bedrijventerrei­

nen nabij het water of bij de realisatie van IJburg en Havenstad.

Een goede multimodale afweging kan voor zowel ondernemers als de gemeente voordeel bieden. Hiermee wordt bedoeld dat in een vroeg stadium nagedacht wordt of de modaliteit water (vaartuig) wel/niet gewenst is op die locatie. En niet alleen transport over de weg (vrachtauto, busje, fiets etc) worden beschouwd als optie. Naast kosteneffectiviteit is het belangrijk dat ook andere (publieke) belan­

gen worden betrokken in de te maken integrale afwegingen over de afwikkeling van logistieke stromen. Soms zal transport over water leiden tot een kostenvoor­

deel en soms zijn hogere kosten te rechtvaardigen door de voordelen die ermee

worden behaald voor de omgeving. Die afweging is altijd situatieafhankelijk. Naast het gebruik van het water dient hierbij ook altijd de betekenis voor het gebruik van de kade/wal te worden betrokken. Laden, lossen en natransport gebeurt immers op de wal. Hieronder zijn zes principes opgenomen die gebruikt worden bij te maken afwegingen. De wijze waarop de gemeente hier invulling aan geeft en op kan sturen ­ op basis van de verschillende rollen die de gemeente heeft ­ is uitgewerkt in hoofdstuk 4.

Deze principes spelen een rol bij afwegingen over de meest geschikte en gewens­

te mobiliteitsoplossing bij transport, zowel incidenteel als structureel. De gemeen­

te zal de principes hanteren bij de beoordeling van initiatieven en projecten.

Daarnaast zijn deze behulpzaam bij de ontwikkeling van integrale mobiliteitsplan­

nen voor stedelijke (her)ontwikkelingen. Hierbij zal de ‘Verordening op het

Binnenwater 2010’ als toetsingskader blijven gelden voor het gebruik van het water.

Figuur 9: Principes voor integrale afweging over de inzet van transport over water.

VEILIG

Door transport waarbij gevaarlijke situaties op de weg, op het water, op de kades en voor omwonenden

KOSTENEFFECTIEF

Door transport dat rendabel en kosteneffectief is; soms leidt de keuze voor een bepaalde vorm van transport tot een

BETROUWBAAR

Door goede spreiding van transport ­ zowel in ruimte als tijd ­ en door transport waarbij de toegankelijkheid en vlotte

FLEXIBEL

Door het behouden van de mogelijkheid tot flexibel gebruik van de ruimte ­ zowel op de weg als het water ­ en

GEZOND EN LEEFBAAR

Door transport waarbij de belasting op de omgeving wordt beperkt, zoals door gebruik van de openbare

DUURZAAM

Door het voorkomen van onnodig transport en door te kiezen voor emissievrij vervoer.

(15)

4 | Strategie

De strategie van de gemeente Amsterdam is om met een stapsgewijze aanpak haar ambitie voor transport over water te realiseren. Voor de uitvoering beschikt de gemeente over verschillende instrumenten, die zij afhankelijk van haar rol in zal zetten: in eerste plaats als beheerder en vergunningverlener en soms als facilitator, aanjager, initiatiefnemer, inkoper of regisseur.

4.1 Een stapsgewijze aanpak

De gemeente werkt stapsgewijs en er is verschil tussen de aanpak voor de korte en voor de middellange termijn. Op dit moment bevindt transport over water zich nog in een beginfase. Door stapsgewijs te werken ontstaat beter zicht op de effecten en voor­ en nadelen van verschillende vormen van transport over water en de meest geschikte en gewenste mobiliteitsoplossing voor de afhandeling van specifieke logistieke stromen. Tevens kunnen de voorwaarden waaronder meer ruimte kan worden geboden aan transport over water beter onderbouwd worden.

Figuur 10: De stapsgewijze aanpak voor transport over water.

Periode tot en met 2022 | Opbouwen van een goede basis

Voor partijen in de logistieke keten ­ zoals transporteurs en dienstverleners ­ is het belangrijk om zicht te hebben op wat mogelijk is, wat de randvoorwaarden zijn en wat de werkwijze van de gemeente is bij het beoordelen van initiatieven voor transport over water. Tot en met 2022 wordt een goede basis gecreëerd voor transport over water en de benodigde randvoorwaarden. Hierbij worden de belangen van andere gebruikers zoals passagiersvaart en pleziervaart in meegewo­

gen. Monitoring is cruciaal om inzicht op te doen onder welke voorwaarden transport over water zich verder kan ontwikkelen en om de aanpak zo nodig bij te sturen. Dit kan bijvoorbeeld om venstertijden te kunnen verruimen of BLVC (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie) kaders structureel aan te passen.

Hiervoor wordt een vergunningenstelsel voor transport over water uitgewerkt, worden mogelijkheden geboden voor laden en lossen en hubs (infrastructuur) en waar mogelijk onnodige barrières weggenomen (eisen en voorschriften in aan­

bestedingen).

2022 | Evalueren

Eind 2022 vindt een evaluatie plaats over de gewenste inzet van verschillende modaliteiten (water/weg) en mobiliteitsoplossingen (venstertijden, BLVC etc) voor de afwikkeling van logistieke stromen. Hiervoor worden de aanpak uit dit uitvoe­

ringsplan, de kaders en randvoorwaarden én het gebruik van het water in 2022 geëvalueerd.

(16)

4.2 Rol gemeente

De integrale afweging over de inzet van verschillende modaliteiten en mobiliteits­

oplossingen voor de afwikkeling van verschillende logistieke stromen is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het stellen van voorwaarden en het scheppen van de condities waardoor de publieke belangen worden geborgd bij de afweging over de inzet van verschillende mobiliteitsoplossingen. Zo stelt de gemeente voorwaarden om de veiligheid op het water, de weg en op kades te garanderen. Ook stelt de gemeente voorwaar­

den voor een optimaal gebruik van de openbare ruimte en het water om overlast op en de belasting van historisch erfgoed te voorkomen.

Beheerder

De gemeente kent een formele rol in het toezien op het gebruik van de openbare ruimte. Daar vallen ook de gemeentelijke (vaar)wegen onder. Als nautisch beheer­

der ziet Programma Varen van de gemeente toe op een vlotte en veilige doorvaart door gebruikers op de vaarwegen die in beheer zijn bij de gemeente ­ het meren­

deel van de vaarwegen. Het nautisch beheer voor een deel van de vaarwegen ­ met name die buiten het centrum van Amsterdam, het IJ en het Noordhollandsch Kanaal ­ is elders belegd, namelijk bij Rijkswaterstaat, de Provincie Noord­Holland, Waternet, Waterschap Amstel Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap Hol­

lands­Noorderkwartier, de gemeente Ouder­Amstel, Port of Amsterdam en Centraal Nautisch Beheer.

Vergunningverlener

In het Verkeersbesluit Vaarwegen zijn voorwaarden opgenomen voor het gebruik van het water, inclusief voor transport. Middels het afgeven en toepassen van vergunningen worden de gebruikers toegestaan dan wel geselecteerd. Dit geldt ook voor transporteurs op het water; bij het afgeven van vergunningen voor de bouw of voorschrijven van een BLVC kader kan de gemeente het logistieke proces en middel ook sturen door expliciet een afweging te maken tussen water en weg.

omgaan. Hetzelfde geldt voor de vergunningen voor gebruik van de vrachtroutes in de gemeente. Niet alleen voorschrijven maar ook zorgen dat het daadwerkelijk in de uitvoering gebeurt, is belangrijk voor welslagen.

Facilitator

Om initiatieven van de transportbranche te stimuleren kan de gemeente optreden als facilitator en aanjager. Voorbeelden zijn het ontwikkelen van beleid, het praktiseren van een loketfunctie en het inrichten en invullen van voorzieningen en infrastructuur en bij aanbestedingen bijvoorbeeld eisen te stellen ten aanzien van transport over water. De gemeente biedt ruimte aan pilots, en zorgt voor het opbouwen van een goede kennisbasis ten aanzien van transport over water.

Om de logistieke ketens te transformeren en stromen te bundelen ontwikkelt de gemeente een visie voor hubs waarin op gebieds­ en wijkniveau logistieke hubs worden gerealiseerd voor de afwikkeling van logistieke stromen.

Opdrachtgever

Daar waar het gaat om de uitvoering van gemeentelijke taken, kan de gemeente ook initiatiefnemer zijn. Voorbeelden zijn inzameling en afvoer van afval over het water en de logistiek bij de uitvoering van gemeentelijk beheer en onderhoud.

De gemeente kan ook voorwaarden stellen bij aanbestedingen. Hoewel dit nu ook al gebeurt, kan dit op korte termijn worden uitgebreid en als vast element worden meegenomen in de afweging. Zo kunnen bij de aanbesteding van contracten voor grondexploitatie, stedelijke (her)ontwikkeling en bouwprojecten als voorwaarde worden gesteld om de aan­ en afvoer van materialen en materieel af te wikkelen over het water (denk aan WIOR (Wet Inrichting Openbare Ruimte), BLVC (Bereik­

baarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie), EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Een expliciete afweging voorafgaand is dan een vereiste.

EMVI criteria werken goed om expliciete eisen te stellen zodat het level playing field geborgd is en betere concurrentie en vergelijking mogelijk is. Invulling en toepassing van deze instrumenten liggen vaak bij het ingenieursbureau als

(17)

5 | Periode tot en met 2022

In dit hoofdstuk zijn de maatregelen toegelicht voor de periode tot en met 2022.

Gericht op hoe transport over water meer gefaciliteerd kan worden, niet of. In deze periode worden de benodigde kaders verder uitgewerkt (waaronder vergun­

ningverlening), wordt gezorgd dat de basisvoorzieningen op orde zijn om trans­

port over water mogelijk te maken, worden initiatieven en pilots waar mogelijk gefaciliteerd en wordt gewerkt aan het opbouwen van kennis en ervaring, bijvoor­

beeld door monitoring. De aanpak, maatregelen én de ontwikkeling van het gebruik van het water worden eind 2022 geëvalueerd.

5.1 Uitwerken kaders

Voor al het transport over water is een vergunning nodig. Wettelijke grondslag hiervoor vormt de ‘Verordening Binnenwater 2010’. De voorwaarden die worden gesteld aan het gebruik van het water zijn opgenomen in de ‘Regeling op het binnenwater 2020’ en in het ‘Verkeersbesluit vaarwegen’. Op dit moment zijn er geen nadere regels gesteld voor transport over water. Verder is de Dienstenricht­

lijn relevant, die op grond van Europese regels beoogt om handelsbelemmeringen weg te nemen, onder andere door het vereenvoudigen van administratieve procedures en het versterken van de rechten van consumenten en bedrijven.

Omdat er op dit moment beperkt transport over water in Amsterdam plaatsvindt, zijn de specifieke (juridische) kaders hiervoor nu ook beperkt. Als het transport over water toeneemt, vraagt dat om duidelijke kaders en regels. De logistieke keten en sector vergt een andere aanpak en invulling dan de passagiers­ en pleziervaart. Daarom zal de gemeente specifieke (juridische) kaders ontwikkelen voor transport over water, conform de voorstellen die hierna worden toegelicht.

Hiertoe worden tevens aanpassingen doorgevoerd in de ‘Regeling op het binnen­

water 2020’ en in het ‘Verkeersbesluit vaarwegen’. Hierover vindt uiteraard afstemming met de branche plaats.

Voor transport over water zijn twee typen vergunningen van toepassing:

• De vergunning “bijzonder transport” voor tijdelijke projecten en activiteiten op het water, zoals voor bouw­gerelateerde vaarten (aanmeren specifieke locaties en/of ligplaats) of voor gebruik van bovenmaatse vaartuigen.

• De exploitatievergunning voor vaartuigen waarbij het transport over water structureel van aard is, zoals bij bevoorrading over het water of de afvoer van afval.

Bijzonder Transport

Voor vaartuigen die niet binnen het doorvaartprofiel passen is een aparte vergun­

ningen nodig. Een zogenaamde vergunning Bijzonder Transport. Dit betreft meestal het vervoer van (groot)bouwmateriaal. Met name voor herstelwerkzaam­

heden rond bruggen en kademuren wordt hier in toenemende mate een beroep op gedaan. De materialen die vervoerd worden zijn dermate groot dat deze niet kunnen worden vervoerd op een schip dat kan voldoen aan het doorvaartprofiel.

Vergunningen bijzonder transport worden per vaart aangevraagd, gelden voor een bepaalde duur en zijn daarmee tijdelijk. Afwijking van venstertijden en het door­

vaartprofiel is dus alleen mogelijk als deze tijdelijk van aard zijn. Ook voor andere tijdelijke activiteiten en voorzieningen (zoals evenementen) kan een vergunning Bijzonder Transport worden aangevraagd. Naarmate de druk op vrachtroutes via de weg toeneemt en steeds vaker as­last beperkingen gelden in de stad, neemt de noodzaak voor een afweging tussen weg en water toe.

Kenmerken van vergunningen Bijzonder Transport over water zijn:

• Vergunning per vaarbeweging

• Flexibiliteit in locaties

• Maatwerk qua vaarroutes en tijden

(18)

Exploitatievergunningen voor structurele leveringen door transport over water Structurele stromen zijn bijvoorbeeld de inzameling en afvoer van afval en de bevoorrading van winkels, horeca en andere bedrijven (de stadsdistributie). Voor de afwikkeling over de weg doen zich in toenemende mate beperkingen voor. Er wordt ingezet op bundeling en vermindering van logistieke stromen. Daar waar transport over water een alternatief kan zijn, geldt dat een exploitatievergunning nodig is om structurele leveringen te mogen doen. Met een vergunning mag, in lijn met de hierin opgenomen voorwaarden, worden gevaren op het water in Amsterdam en gebruik worden gemaakt van locaties die zijn aangewezen voor laden en lossen. Om initiatieven voor transport over water zoveel mogelijk te stimuleren, kiest de gemeente op dit moment voor een open vergunningensys­

teem. Om op beheerste wijze ruimte te bieden aan initiatieven voor transport over water ­ hand in hand met andere vormen van gebruik van het water ­ is het wel nodig om voorwaarden te stellen aan de tijden waarbinnen transport over water mogelijk is. Daarom gelden er venstertijden in het centrumgebied om de verkeers­

stromen hier zo veel mogelijk te scheiden. Afgegeven vergunningen gelden voor onbepaalde tijd. Mocht er in de toekomst aanleiding zijn voor bepaalde tijd te besluiten dan gaat dit middels een omzettingsproces.

Kenmerken van exploitatievergunningen voor structureel dienstverlenend transport zijn:

• vergunningen gelden voor onbepaalde tijd (de evaluatie in 2022 heeft geen gevolgen voor dan reeds afgegeven vergunningen);

• specifieke voorwaarden ten aanzien van vaartuigen (zoals emissievrij) en het gebruik van het water (zie toelichting verderop).

Aanvragen van vergunningen

Omdat voor transport over water meerdere vergunningen nodig kunnen zijn (zoals bij gebruik van de kade), dienen aanvragen voor vergunningen te worden inge­

diend bij één loket binnen de gemeente Amsterdam. De wijze waarop wordt omgegaan met aanvragen en de coördinatie over de aanvraag (totale benodigde vergunningenpakket over verschillende afdelingen binnen de gemeente) worden in de komende periode nader uitgewerkt. Voor de beoordeling van aanvragen baseert de gemeente zich op de voorwaarden die worden opgenomen in de Rege­

ling op het binnenwater.

Aanpassing van de Regeling op het binnenwater 2020

Om de voorwaarden voor transport over water vast te leggen, zal de Regeling op het binnenwater 2020 worden aangepast in het eerste kwartaal van 2021. Hierbij kunnen zowel algemene regels als specifieke regels worden gesteld voor specifie­

ke categorieën transport over water. In 2020 worden de voorwaarden verder uitgewerkt. Daarbij gaat het om drie categorieën voorwaarden:

1. Voorwaarden ten aanzien van vaartuigen, zoals:

• de maatvoering (maximaal 20 meter lengte en 4,25 meter breed) en maximale diepgang, in verband met de veiligheid en wendbaarheid van het vaartuig

• vaartuigen worden geacht uiterlijk in 2025 emissievrij te varen (uitstootvrije en geluidloze voortstuwing); de voorwaarden waarbinnen dit kan (bv met een overgangsregeling), worden nader uitgewerkt in het kader van het vergunningstelsel

• voorwaarden voor snelheidsbegrenzing

• het voorzien van vaartuigen van een vignet en/of inland AIS­transponder die 24 uur per dag en zeven dagen per week is ingeschakeld en de naam van het vaartuig en de locatiegegevens uitzendt (met oog op monitoring en

handhaving)

(19)

2. Voorwaarden ten aanzien van het gebruik van het water en van voorzieningen, zoals:

• venstertijden waarbinnen in de centrumzone dagelijks mag worden gevaren tussen bepaalde tijden (zie toelichting verderop).

• het gebruik van voorzieningen voor laden en lossen (inclusief maximaal 1­3 uur afmeren) en het gebruik van kades conform het vigerende verkeersbesluit en de toegestane actuele belasting eisen

• het tegengaan van overlast, inclusief maximaal aantal te produceren dB(A)

3. Overige voorwaarden ten aanzien van de verschillende vergunningen en procedures, zoals:

• de looptijd van de vergunning

• het aanleveren van een vaarplan, ter informatie

• het aanleveren van tekeningen en maatvoering

• het aanleveren van een eigendomsbewijs van het vaartuig

• het aanleveren van een bewijs dat de aanvrager een onderneming is, d.m.v.

een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel

• de verkoop van een vaartuig

• het wijzigen van de naam of de kenmerken van een vaartuig

• het vervangen van een vaartuig

• het afwijzen van de aanvraag

• de melding voor ingebruikname.

Efficiënt gebruik middels venstertijden

Zowel de passagiersvaart als het transport over water wordt gereguleerd door middel van een vergunningensysteem. Bij passagiersvaart is gekozen voor een volumebeleid voor de gehele stad om het aantal passagiersvaartuigen en de drukte te kunnen reguleren. Op deze wijze wordt er een evenwicht gemaakt tussen de belangen van bewoners en bezoekers. Bij transport over water is niet

gekozen voor een volumebeleid maar voor venstertijden in het centrumgebied. De venstertijden zorgen ervoor dat transport in het centrumgebied plaats vindt op de minder drukke momenten van de dag en drukte op de piekmomenten niet verder toeneemt. Hiermee wordt ook het veilig en vlot scheepvaartverkeer gewaarborgd.

Buiten het centrum zijn op dit moment geen venstertijden nodig. Anders dan bij passagiersvaart is hier geen gevaar voor een waterbedeffect. Transporteurs zullen naar verwachting enkel gebruik maken van het vaarwater buiten de Singelgracht als dit bedrijfsmatig nodig is. Voor transport geldt geen volumebeleid zodat de zone buiten de Singelgracht geen uitwijk zal vormen voor transportondernemers zonder vergunning. Het gebied binnen de Singelgracht is gewoon voor iedereen toegankelijk, zij het met venstertijden.

(20)

Transport vervult een andere behoefte dan passagiersvaart en het is in het belang van de stad dat hier ruimte voor is, naast de andere gebruikers. Het aandeel van het goederenvervoer in de drukte op het water is op dit moment gering. De toename van dit gebruik van het water door transport zal nauwgezet worden gemonitord. Op het moment dat dit type vervoer toeneemt kan er een moment komen dat venstertijden moeten worden aangepast of niet meer voldoende zijn.

Op dat moment dient er een nieuwe afweging gemaakt te worden tussen plezier­

vaart, passagiersvaart en transport.

Momenteel vindt er voornamelijk bouwtransport over het water plaats. De huidige venstertijden die hier nu voor gelden zijn van 22.00 ’s avonds tot 10.00 ‘s och­

tends. De nachtelijk en zeer vroege uren worden momenteel met name gebruikt voor overbrengen van groot materieel via het water (kranen etc). Een vaartuig vaart meestal een route door een groot gebied heen, vaak vanuit de haven.

De vaste laad en loslocaties gelden niet voor de bouw maar zijn bedoeld voor stadsdistributie en worden gezamenlijk gebruikt met op­ en afstappers passagiers­

vaart.

Op basis van de laatste gegevens wordt voorgesteld de venstertijden in de avond te verruimen naar 20.00 ’s avonds tot 10.00 s’ ochtends. Verder zijn deze venstertij­

den alleen van toepassing op het centrumgebied (binnen de Singelgracht). Er is dan ruimte voor het kruisen van verkeersstromen op het water en er is een mogelijkheid om goederen verder te transporteren over de wal (hier gelden tijden tot vaak 11.00 in de ochtend). Dit geeft eenduidigheid in beleid en borgt een vlotte en veilige doorgang op het water. Het is niet de verwachting dat de nachte­

lijke uren veel voor exploitatie gebruikt gaat worden, maar deze ruimte is wel nodig om werkzaamheden uit te (blijven) voeren over het water in Amsterdam.

Leveringen staan vaak los van kantooruren (bijvoorbeeld horeca en afval) en passen daarmee ook in de ochtenduren. Mocht het voor transport noodzakelijk zijn om overdag te varen binnen de Singelgracht, dan moet dit specifiek getoetst te

worden. Hiervoor dienen initiatiefnemers nut en noodzaak voor het transport buiten de venstertijden te onderbouwen, inclusief een specificatie van route en tijden. In de beoordeling van deze aanvragen voor afwijking van de venstertijden betrekt de gemeente de afwegingsprincipes die zijn toegelicht in hoofdstuk 4.

Buiten de Singelgracht kan transport over water gebruik maken van laad­ en loslocaties waar ook een op­ en afstapfunctie is. Transport over water heeft hier voorrang. De doorvaart naar West krijgt een toegewezen vaarroute ten behoeve van voldoende doorstroming. Voor het invoeren van venstertijden en de voorge­

schreven route richting Amsterdam West wordt een aanpassing doorgevoerd in de huidige verkeersbesluiten. Tussentijds worden deze aanpak en de impact op bewo­

ners gemonitord en geëvalueerd. In 2022 vindt de evaluatie van deze werkwijze plaats aan de hand van ontwikkelingen van genomen maatregelen op alle doel­

groepen op het water. Doorontwikkeling kan leiden tot differentiatie in tijd, locatie en stromen.

(21)

5.2 Voorzieningen voor transport over water

In hoofdstuk 2 (en in het achtergronddocument ‘Analyse transport over water, de blauwe bloedsomploop van Amsterdam’) zijn de mogelijkheden voor transport over water beschreven, inclusief een overzicht van voorzieningen voor laden en lossen.

Voorzieningen voor laden en lossen

Met oog op een goede spreiding van het gebruik van het water, gelden venstertij­

den voor transport over water waarvoor een exploitatievergunning nodig is.

Binnen de venstertijden mag hier worden gevaren en krijgen vergunninghouders voor transport over water voorrang bij gebruik van de hiervoor aangewezen laad­ en loslocaties. Binnen de centrumzone is van 10:00 ­ 20:00 uur transport over het water in principe niet toegestaan, tenzij met verkregen vergunning of toestem­

ming.

Buiten het centrumgebied gelden geen venstertijden, maar wordt ­ ten behoeve van een vlotte en veilige doorvaart ­ een voorgeschreven route ingesteld om knelpunten te voorkomen bij het passeren van de Singelgracht richting Amsterdam West. Daarnaast krijgen vergunninghouders voor transport over water buiten de centrumzone voorrang bij het gebruik van de hiervoor aangewezen laad­ en loslocaties.

De huidige voorzieningen voor laden en lossen zijn niet afdoende om de groei van transport over water te accommoderen. In de periode tot en met 2022 zullen de voorzieningen voor transport over water stapsgewijs worden uitgebreid en/of opgewaardeerd, afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag naar voorzieningen voor laden en lossen. Doordat gewerkt wordt met venstertijden voor transport

over water, kan het netwerk worden uitgebreid onder andere door het voor transport beschikbaar maken van de openbare op­ en afstaplocaties voor de plezier­ en passagiersvaart. Het huidige aantal locaties voor laden­ en lossen kan hierdoor met enkele tientallen worden uitgebreid. Zo ontstaat een efficiënt netwerk van voorzieningen voor laden en lossen voor transport over water.

Monitoring van daadwerkelijke stromen moet uitwijzen of er noodzaak is om op termijn wellicht te werken met een flexibel reserveringssysteem.

Tot 2022 zal ­ samen met de transport­ en logistiekbranche – worden onderzocht welke locaties kansrijk zijn om toe te voegen. Daarnaast wordt onderzocht welke bestaande locaties met eenvoudige ingrepen kunnen worden opgewaardeerd ten behoeve van de mogelijkheden voor laden en lossen. Ook onderzoeken we mogelijke standaardinrichtingen die bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd na het herstel van kademuren of als input bij stedelijke (her)ontwikkeling zoals Strandeiland, Buiksloterham, Hamerkwartier, Minervahaven, Cornelis Douwes terrein, Klaprozenbuurt en Zeeburgereiland.

Waar nodig worden ­ in overleg met de stadsdelen ­ verkeersbesluiten en bestem­

mingsplannen aangepast. Ook worden ten aanzien van het gebruik van laad­ en losvoorzieningen voorwaarden opgenomen in de vergunning. Verder wordt gezorgd dat informatie over specifieke condities van locaties voor laden en lossen digitaal toegankelijk is. Bestaande locaties waar momenteel alleen op­ en afge­

stapt kan worden, worden indien nodig en mogelijk uitgebreid met de functie voor laden en lossen. Bij drukte gescheiden door venstertijden, en anders heeft

transport voorrang.

(22)

Locaties voor laden en lossen zijn:

• herkenbaar waarvoor ze geschikt zijn (niet alle locaties zijn geschikt voor alle vormen van transport);

• toegankelijk voor houders van een exploitatievergunning voor transport over water;

• binnen centrumzone gebruik toegestaan binnen de venstertijden, buiten venstertijden alleen met toestemming;

• maximale afmeertijd bedraagt in principe 1 uur;

• bestaande openbare locaties worden onderzocht op medegebruik en toegang in venstertijden.

Afweging bij het realiseren van nieuwe laad en loslocaties

Bij de afweging worden de vijf afwegingsprincipes gehanteerd die zijn toegelicht in hoofdstuk 3: betrouwbaar, flexibel, veilig, niet belastend en duurzaam. De uitgangspunten zijn: de locatie is een hotspot (nabijheid van veel logistieke leveringen), en een strategische aanvulling van het netwerk, een standaard

inrichting is mogelijk, waarbij de veiligheid (op het water en de weg) gegarandeerd is, overlast voor de omgeving wordt voorkomen en flexibel gebruik van de kade blijft mogelijk (bijvoorbeeld medegebruik parkeerplaatsen).

Voorzieningen voor elektrisch transport (walstroom)

De gemeente kiest vooralsnog niet voor het realiseren van voorzieningen voor elektrisch transport, zoals opladen. Initiatiefnemers dragen zelf zorg voor het benodigde materieel en voorzieningen. In het kader van vernieuwing van kades wordt onderzocht of walstroom wel of niet beschikbaar wordt op deze locaties.

Daarnaast wordt samen met het Havenbedrijf verkend hoe bunkerpunten voor waterstof kunnen worden gerealiseerd en start de gemeente een Start­up in Residence project om start­ups uit te dagen om met innovatieve (mobiele) oplossingen te komen om laden voor transport over water te faciliteren.

5.3 Faciliteren van initiatieven en pilots

Waar mogelijk wordt ruimte geboden aan initiatieven voor transport over water.

In de periode tot en met 2022 wordt aan de hand van concrete initiatieven kennis opgedaan over de meerwaarde, effecten en voor­ en nadelen die verschillende vormen van transport over water hebben voor de stad. Pilots leveren ervaring op met nieuwe werkwijzen en inzicht in eventuele barrières en de benodigde voor­

waarden om meer ruimte te kunnen bieden aan transport over water.

Al doende leren

Aan de hand van concrete initiatieven bouwt de gemeente kennis op over de potentie van transport over water als aanvullende modaliteit en mobiliteitsoplos­

sing bij de afwikkeling van logistieke stromen. Waar mogelijk wordt ruimte geboden aan innovatieve oplossingen van de markt, bijvoorbeeld door ondersteu­

ning bij het zoeken naar mogelijkheden binnen de geldende kaders. En als experimenten succesvol blijken te zijn ­ met meerwaarde voor de stad ­ dan wordt bezien hoe initiatiefnemers kunnen worden ondersteund bij het opschalen.

Ook wordt aan de hand van concrete initiatieven kennis opgedaan over de effecten en voor­ en nadelen van verschillende vormen van transport over water.

Op basis van deze inzichten kan gaandeweg blijken dat bijsturing nodig is. In paragraaf 5.4 wordt verder ingegaan op de wijze waarop kennis middels monito­

ring en evaluatie verder wordt opgebouwd.

Voortbouwen op de ervaring opgebouwd in Amsterdam Vaart!

Sinds 2018 werkt de gemeente Amsterdam in het project Amsterdam Vaart! samen met Havenbedrijf Amsterdam en TNO, om inzicht te krijgen in de potentie van goederenvervoer over water en om inzicht te krijgen in de impact van bepaalde beleidsontwikkelingen (specifiek emissievrij) voor transport over water. Het uiteindelijke doel is het aantal vervoersbewegingen over de weg te verminderen

(23)

en de uitstoot van CO2 te verlagen. Sinds 2018 zijn verschillende pilots uitge­

voerd, voornamelijk bij bouwprojecten. Voor deze pilots is een logistiek plan opgesteld en vond monitoring plaats.

De monitoring wordt voortgezet en waar mogelijk verrijkt met criteria of eisen die bijdragen aan de strategie van dit uitvoeringsplan. Nadat het project Amsterdam Vaart! eind 2020 wordt afgerond, neemt de gemeente de monitoring over en zet deze voort.

In het kader van Amsterdam Vaart! wordt gewerkt aan een proef voor het ontwik­

kelen van duwboten met een waterstof­elektrische aandrijving. Deze schepen worden getest in Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied voor het vervoer van bouwmaterialen en bouwafval.

Pilots

In Nota Varen Deel 2 is aangekondigd dat in 2020 wordt gestart met pilots om kennis op te doen met transport over water. Transport over water vindt al plaats en kan al. De vraag is hoe de gemeente dit kan stimuleren. De pilots richten zich hierbij op innovatieve en integrale werkwijzen om ruimte te bieden aan transport over water. De aanpak met venstertijden, medegebruik van locaties voor laden en lossen of het werken met vaarplannen zijn hier een voorbeeld van. Pilots dragen ook bij aan inzicht in eventuele barrières die transport over water in de weg staan, zoals bij vergunningverlening, bovenmaats varen of ruimtelijke ordeningsprocedu­

res. Gekozen is om aan te sluiten op bestaande initiatieven, zowel vanuit de transport­ en logistiekbranche als vanuit de gemeente. Met de betreffende initiatiefnemers wordt gekeken welke werkwijzen en welke kennis door monitoring inzichtelijk wordt.

De focus ligt op vijf projecten: een mix van bouwprojecten, stadsdistributie en afval. Het zijn initiatieven waarvan verwacht wordt dat transport over water aanzienlijke meerwaarde biedt voor de stad en waarin de aanpak breder uitgerold

kan worden. Voor ieder project worden afspraken gemaakt over de innovatieve aanpak en werkwijzen. De gemeente levert commitment en ondersteuning voor de begeleiding van de pilots en zoekt binnen de geldende kaders naar mogelijkheden om flexibiliteit te bieden. Zowel de programma’s met raakvlakken als stadsdelen worden betrokken in het voorbereidings­ en het uitvoeringstraject.

De pilots in 2020 – 2021 zijn:

• Afvoer van afval over het water: Afval en Grondstoffen in samenwerking met Programma Varen: De gemeente Amsterdam wil de afvoer van afval anders organiseren. Van het aan huis afhalen van afval stappen we over op het afhalen van afval op verzamelpunten, zoals ondergrondse containers. In de binnenstad kunnen die niet overal worden geplaatst en bovendien moeten die nog steeds worden geleegd met zware wagens. Daarom wordt de afvoer van afval over water onderzocht

• Aanleveren materiaal voor beheer en onderhoud over het water; in

samenwerking met de Programma’s Logistiek en Varen, Port of Amsterdam, Waternet en TNO.

• Innovatieve bouwlogistiek bij de afbouw van het Universiteitskwartier: Stadsdeel Centrum en Programma Bruggen en Kademuren, in samenwerking met

Programma Varen en Amsterdam Vaart! Ook hier wordt vervoer over water als transportroute onderzocht. Doelen zijn het ontzien van de kwetsbare bruggen en kademuren en het verminderen van de verkeersdruk in de omgeving bij bouwprojecten. Momenteel wordt gewerkt aan een integraal verkeersplan voor alle verbouwingen in het gebied.

• Project Vijzelstraat (1. een vaar­ en stremmingsplan wat is afgestemd met water­gerelateerde stakeholders; 2. aan­ en afvoer van materiaal, materieel en personeel via water en; 3. bruggenbouw vanaf het water: Programma Bruggen en Kademuren in samenwerking met Programma Varen.

• Bevoorrading horeca over het water; een initiatief van ‘Koplopers Horeca’ in samenwerking met Zoev City en Programma Varen.

(24)

Begin 2021 evalueren we de voortgang in de pilots en bezien we de mogelijkhe­

den om in 2021 eventueel nieuwe pilots te starten. Hiervoor komen verschillende initiatieven en projecten in aanmerking, waaronder bijvoorbeeld het project Oranje Loper, de herontwikkeling van het Food Center, de ontwikkeling van Strandeiland, initiatieven voor elektrisch (onbemand) varen (zoals Roboat) of de integrale aanpak van huishoudelijk en zakelijk afval van De negen Straatjes. Verder starten we een Start up in Residence project (zie paragraaf 5.2).

Integrale monitoring

In voorgaande paragraaf is toegelicht hoe kennis en ervaring verder wordt opgebouwd aan de hand van concrete initiatieven en pilots. In 2021 wordt de aanpak voor deze monitoring verder uitgewerkt. Hierbij wordt aangesloten op de kennisinfrastructuur die al aanwezig is, zoals de Digitale Gracht. Een integrale afweging van de inzet van mobiliteitsoplossingen bij de afwikkeling van logistieke stromen in de stad vergt integraal inzicht in de effecten en de voor­ en nadelen van verschillende logistieke stromen, zowel over het water als over de weg. Het gaat dan om inzicht in het geheel van de verschillende schakels van het logistieke proces. Transport over water is één van de schakels. Dit gebeurt vanuit het bredere kader logistiek. Onderwerpen die een plek krijgen in de monitoring zijn:

VEILIG

Effecten voor de nautische veiligheid

Effecten voor de veiligheid op de weg

Effecten voor de belasting van bruggen en

kademuren

Effecten voor de veiligheid van omwonenden

KOSTENEFFECTIEF

Maatschappelijke kosten en kostenvoordeel van transport over water

BETROUWBAAR

Spreiding transport in ruimte en tijd Effecten doorstroming over het water Effecten doorstroming over de weg

FLEXIBEL

De mate waarin transport wordt gecombineerd

GEZOND EN LEEFBAAR

Effecten van ruimtegebruik kades

Effecten van ruimtegebruik water

(Geluid)hinder Emissie fijnstof Belasting van historisch erfgoed

DUURZAAM

Aantal voorkomen voer/

vaartuigkilometers Beperkte emissie CO2

(25)

Evaluatie

De gemeente benut de inzichten die zijn opgedaan bij monitoring om de aanpak wanneer nodig bij te sturen. Dit is een continu proces. Eind 2022 wordt de aanpak geëvalueerd. Hierbij komt onder meer het volgende aan de orde:

• De werkwijze bij vergunningverlening, inclusief venstertijden, het medegebruik van locaties voor laden en lossen en de werkwijze bij de behandeling van vergunningaanvragen.

• De aanpak bij het faciliteren van initiatieven en pilots.

• De communicatie en samenwerking met de markt en andere partners.

• De aanpak van integrale monitoring.

• De ruimte die wordt geboden aan specifieke vormen van gebruik van het water, waaronder transport (integrale afweging gebruik van het water in relatie tot de afwikkeling van logistieke stromen).

Ontsluiting van informatie en kennis

Het is belangrijk dat informatie en kennis toegankelijk zijn voor gebruikers en toekomstige ondernemers. Daarnaast wordt de uitwisseling van kennis en ervaring, ontwikkeling met de transport­ en logistiekbranche voortgezet.

Ook beheert Programma Varen de Digitale Gracht waarmee de gemeente ontwik­

kelingen en het gebruik van het water monitort. Er vindt jaarlijks een rapportage plaats middels de Grachtenmonitor.

(26)

6 | Samenwerking en organisatie

In dit hoofdstuk is aangegeven hoe de Gemeente Amsterdam de uitvoering van de maatregelen voor transport over water organiseert.

Samenwerken: Eén gemeente

Een integrale benadering is van belang bij de afwikkeling van logistieke stromen in de context van andere opgaven en maatregelen in de stad en in samenhang met andere vervoersstromen, zowel op de weg als het water. De logistieke keten kent vele schakels en wordt ingevuld vanuit verschillende onderdelen binnen de gemeente. Daarom vindt er afstemming plaats met bijvoorbeeld de programma’s Bruggen en kademuren, Logistiek, Autoluw en Schone Lucht en de afdelingen Verkeer & Openbare Ruimte, Ruimte & Duurzaamheid, de Chief Technology Office en de verschillende stadsdelen. Richting de markt is het belangrijk om te opereren als één gemeente.

Participatie

Dit uitvoeringsplan draagt bij aan een transitie in de logistieke keten. Dit leidt tot veranderingen in het gebruik van zowel het water als de wal, wat gevolgen kan hebben voor bewoners, ondernemers en bezoekers in de stad. Daarom is het belangrijk om bij de uitwerkingsstappen en bij projecten steeds in een vroeg stadium af te wegen op welke wijze bewoners en ondernemers goed betrokken dienen te worden. Het is belangrijk om transparant te zijn over de stappen die worden gezet en de gevolgen die dit heeft: heldere communicatie is cruciaal voor draagvlak. Door samenwerking met de stadsdelen en inzet van de daar beschikba­

re kennis en informatie wordt participatie bij de verdere uitwerking en bij projecten voor transport over water vormgegeven.

Financiën

In de begroting van Nota Varen deel 2 zijn de uitgaven voor transport over water gebudgetteerd. In onderstaande tabel zijn specifieke kosten voor de jaren 2020­

2022 behorend bij de uitvoering van dit uitvoeringsplan opgenomen.

Transport

(maatregel 18) FTE Aard 2020 2021 2022 Totaal

Senior beleid 1 S € 62.500 € 125.000 € 125.000 € 312.500

Onderzoek (eindevaluatie 2022)

nvt I € 100.000 € 150.000 € 25.000 € 275.000

Monitoring effecten beleid en pilots

€ 30.000 € 100.000 € 100.000 € 230.000

Communicatie,

€ 10.000 € 20.000 € 10.000 € 30.000

(27)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Omdat de voorbereiding en inrichting van het project ook subsidiabel zijn, is het zaak voor deze werkzaamheden al vanaf het eerste contact met de coördinator ABC van het

Practically, this implies that quantitative, simple and cost-efficient tests of wa- ter transport in such type of multilayer coatings can be performed by gravimetric measurements of

deel van het spectrum chemische samenstelling van de komeet temperatuur van de komeet geen van beide lijnen continu uitwerkbijlage

Voor watervorming volgens theorie 2 moet de temperatuur laag (genoeg) zijn en moet het heelal dus koud zijn. Uit de tabel blijkt dat het lange tijd duurde voor de temperatuur van

Keywords: Aggregated throughput; integer programming; multi-commodity; network coding; network flow problem; network throughput; optimisation; simulated annealing; system

These include the different Masters groups, the clergy groups (all as trainee-participants), colleagues within and from outside the training of pastoral therapists, clients,

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Successful delta restoration by measures such as the creation of new wetlands and re-activation of sedimentation through river diversions requires a sound