• No results found

OntsluitingswegSnellerpoort WABO-PROCEDURE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OntsluitingswegSnellerpoort WABO-PROCEDURE"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WABO-PROCEDURE

ontwerp 27 februari 2018

Ontsluitingsweg Snellerpoort

WERKNR. N

DATUM PLOT

SCHAAL DATUM GETEKEND

FORMAAT

BESTAND

RO-RO-61810410-ON1.dwg

BLAD OVERLEG

TERINZAGELEGGING ONTWERP

VASTGESTELD

GEWIJZIGD

City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV

Internet: www.kuiper.nl E-mail: kuiper@kuiper.nl Telefoon: 010 433 00 99 Postadres: Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Bezoekadres: Van Nelleweg 3042 3044 BC Rotterdam 14-2-2018

\\kc-filer\Project\618\104\10\3 Projectresultaat\verbeelding\dwg

GJacobson USER

PROJECTMAP

IDN

Ruimtelijke onderbouwing Ontsluitingsweg Snellerpoort

618.104.10 1:1000 februari 2018 gj

A3

Ontwerp

NL.IMRO

Legenda

Plangebied Besluitvlak

Behorend bij besluit: OLO3520079 Datum: 05 februari 2019

Namens het College van B&W van de gemeente Woerden:

(2)

(3)

Gemeente Woerden

Wabo-procedure Snellerpoort

Ontwerp

INHOUD:

- RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Werknummer: 618.104.10 Datum: 27 februari 2018

KuiperCompagnons

Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap B.V.

Rotterdam

(4)

2

(5)

3

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding en doel van het plan 4

1.2 Bij de reguliere omgevingsvergunning behorende stukken 5

2 Planbeschrijving 6

2.1 Ligging en begrenzing projectgebied 6

2.2 Projectplan 6

2.3 Vigerende bestemmingsplannen 9

3 Ruimtelijke beleid 12

4 Milieu- en omgevingsaspecten 15

4.1 Verkeer 15

4.2 Externe veiligheid 16

4.3 Bodem 17

4.4 Geluid 17

4.5 Ecologie 18

5 Uitvoerbaarheid 23

5.1 Economische uitvoerbaarheid 23

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 23

6 Procedure 24

7 Geometrische plaatsbepaling 25

Bijlage 1: Sweco (14 februari 2017) Verkennend (water)bodem en asbestonderzoek – Terrein aan de Van der Valk Boumanlaan te Woerden

Bijlage 2: KuiperCompagnons (27 februari 2018) Akoestisch onderzoek Wabo procedure ontsluitingsweg Snellerpoort

Bijlage 3: ATKB (5 oktober 2017) Quickscan Wet natuurbescherming Bijlage 4: Geometrische plaatsbepaling

(6)

4

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel van het plan

De gemeente Woerden wil Snellerpoort ontwikkelen tot een levendig stadsdeel met een mix van functies, waar wonen en werken samenkomen. De gunstige ligging van het terrein vormt hiervoor het juiste kader; centraal in het land, dicht bij het stadshart, het station en de uitvalswegen. Daarbij is het plangebied tevens gelegen nabij groen en recreatie- mogelijkheden.

Om deze ontwikkeling mogelijk te maken is het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ opgesteld, dat door de gemeente Woerden is vastgesteld op 24 juni 2010. Het binnen het plangebied gevestigde kantoor aan de Beneluxlaan 2a is tegen het vastgestelde bestemmingsplan in beroep gegaan. Het beroep van de appellant was gericht op het plandeel met de bestemming

‘Verkeer’, voor zover hiermee de verlegging van de Steinhagenseweg werd mogelijk gemaakt.

Het kantoor aan de Beneluxlaan vreesde voor een slechte bereikbaarheid van haar gebouw en een verslechtering van de verkeersveiligheid, doordat het nieuwe plan geen mogelijkheid meer kent om met voertuigen ter hoogte van haar pand te keren. Door de Raad van State is op 15 juni 2011 de appellant in het gelijk gesteld omdat de gemeente Woerden onvoldoende onderzoek had verricht naar een verkeersveilige ontsluiting van het perceel van het kantoor aan de Beneluxlaan, dan wel een verkeersveilige parkeerhaven. De Raad van State heeft in haar uitspraak het deel van het bestemmingsplan met de bestemming ‘Verkeer’ ten noorden en ten westen van het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan vernietigd.

De voorliggende ruimtelijke onderbouwing in het kader van de wabo-procedure voorziet in de realisatie van een deel van de ontsluitingsweg van Snellerpoort ter plaatse van het door de Raad van State vernietigde plandeel. Daarnaast is de eigendomssituatie ten noorden van het kantoorgebouw veranderd. Daardoor is het nu mogelijk om de verkeersituatie nabij het kantoorgebouw te verbeteren door de weg te realiseren met een flauwe bocht in plaats van met een knik. Daarmee kan ook aan bovengenoemde bezwaren van de appellant tegemoet gekomen worden. De ontsluitingsweg is vormgegeven binnen de bedoelingen van het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ uit 2010, maar is op een beperkt aantal onderdelen strijdig met de vigerende bestemmingen. In hoofdstuk 2 van deze ruimtelijke onderbouwing zijn deze strijdigheden toegelicht. Tevens wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening aandacht geschonken aan de overige aspecten.

(7)

5

1.2 Bij de uitgebreide omgevingsvergunning behorende stukken

De uitgebreide omgevingsvergunning voor ‘Ontsluitingsweg Snellerpoort’ gaat vergezeld van de uitkomsten van de verrichte onderzoeken en een geometrische plaatsbepaling. In deze onderbouwing worden de keuzes die zijn gemaakt verantwoord en verduidelijkt. Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het project aangetoond.

Op deze omgevingsvergunning zijn tevens de digitaliseringsvereisten van toepassing uit de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 (Rsro2012). Dit betekent dat voor het project

‘Ontsluitingsweg Snellerpoort’ het besluitdocument (inclusief alle bijlagen, zoals de tekeningen en de ruimtelijke onderbouwing) en de plancontouren via de website www.ruimtelijkeplannen.nl beschikbaar worden gesteld.

(8)

6

2 Planbeschrijving

2.1 Ligging en begrenzing projectgebied

Het projectgebied bevindt zich in het centrum van Woerden, net ten zuiden van de spoorlijn Gouda – Utrecht (afbeelding 2.1). In het verlengde van de Steinhagenseweg ligt de Beneluxlaan. Deze weg zal in de toekomst het gebied Snellerpoort ontsluiten, wat nu nog in ontwikkeling is.

Afbeelding 2.1: Omgeving van het projectgebied (globaal in rood omkaderd)

2.2 Projectplan

De voorliggende wabo-procedure is bedoeld om de vernietiging van de bestemming van het deel van de ontsluitingsweg te repareren en de nieuwe situering van de weg te realiseren. In afbeelding 2.2 is het vernietigde deel van het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ weergegeven.

Het betreft het gedeelte direct ten noorden en ten westen van het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan. In de nieuwe situatie wordt de Beneluxlaan doorgetrokken en maakt ter hoogte van de spoorlijn een bocht richting het noordoosten om aan te sluiten op de ontsluitingsstructuur zoals deze in het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ is opgesteld. In afbeelding 2.3 is de voorgenomen ligging van de ontsluitingsweg weergegeven.

(9)

7

Afbeelding 2.2: Bestemmingsplan Snellerpoort (in rood het door de Raad van State vernietigde plandeel)

Voor het vernietigde plandeel zijn de oude bestemmingsplannen weer vigerend geworden. In paragraaf 2.3 worden de strijdigheden nader toegelicht. De voorliggende onderbouwing strekt er mede toe de volgende aspecten van een onderbouwing te voorzien:

1) Het oude bestemmingsplan ‘Snellerpoort’, opgenomen in de beheersverordening

‘Woerden 2013’ is niet meer conform het huidige stedenbouwkundige plan. Daarnaast is door de gemeenteraad besloten een verkeersstructuur aan te leggen overeenkomstig het huidige stedenbouwkundig plan.

2) Er dient rekening gehouden te worden met de uitspraak van de Raad van State om te onderzoeken of de nieuwe ontsluitingsweg verkeersveilig is. Om die reden is ten behoeve van voorliggende ruimtelijke onderbouwing verkeersonderzoek uitgevoerd.

3) Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening na te gaan of er nog andere aspecten zijn die onderzocht moeten worden. De volgende aspecten zijn onderzocht.

o Geluid o Ecologie o Bodem

(10)

8

Afbeelding 2.3 Ligging voorgenomen ontsluitingsweg Snellerpoort

(11)

9

2.3 Vigerende bestemmingsplannen

De voorgenomen ontwikkeling is vormgegeven in lijn met de bedoelingen uit het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’, dat door de raad van de gemeente Woerden op 24 juni 2010 is vastgesteld. Het bestemmingsplan is ter plaatse van de locatie van de aan te leggen ontsluitingsweg ten westen en ten noorden van het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan door de Raad van State op 15 juni 2011 vernietigd. Binnen het plangebied gelden daardoor de beheersverordening ‘Woerden 2013’, vastgesteld door de gemeente Woerden op 27 juni 2013 en het oude bestemmingsplan Snel en Polanen, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Woerden op 24 mei 1996.

2.3.1 Beheersverordening Woerden

Het noordelijke deel van de ontsluitingsweg ligt binnen de beheersverordening Woerden 2013.

In deze beheersverordening is in besluitvak 7b het oude bestemmingsplan ‘Snellerpoort’

overgenomen. In afbeelding 2.4 is de ontsluitingsweg weergegeven over de beheersverordening Woerden 2013.

Afbeelding 2.4 Ligging voorgenomen ontsluitingsweg Snellerpoort over de beheersverordening ‘Woerden 2013’

(12)

10

De gronden ter plaatse van het projectgebied hebben binnen het oude bestemmingsplan

‘Snellerpoort’ de enkelbestemmingen ‘Verkeer’ en ‘Gemengde doeleinden’. In afbeelding 2.5 is een uitsnede van het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ weergegeven.

Verkeer

In deze bestemmingsregeling zijn wegen en straten mogelijk gemaakt met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer.

Gemengde doeleinden

Binnen de bestemming ‘Gemengde doeleinden’ zijn onder andere kantoren, detailhandel en dienstverlening toegestaan. Weliswaar zijn ook verkeersvoorzieningen toegestaan, hoofdontsluitingswegen worden daar niet onder inbegrepen.

Afbeelding 2.5: ligging van het projectgebied binnen het oude bestemmingsplan ‘Snellerpoort’ (globaal in rood omkaderd)

2.3.2 bestemmingsplan Snel en Polanen uit 1996

Het zuidelijke deel van de ontsluitingsweg ligt binnen het bestemmingsplan Snel en Polanen, vastgesteld in 1996. In afbeelding 2.6 is het plangebied weergegeven wat binnen het bestemmingsplan Snel en Polanen ligt.

(13)

11

Afbeelding 2.6: ligging van het projectgebied binnen het bestemmingsplan ‘Snel en Polanen’ (globaal in rood omkaderd)

De gronden ter plaatse van het projectgebied hebben de enkelbestemming ‘Uit te werken gemengde bedrijfsdoeleinden’. In deze bestemmingsregeling zijn weliswaar onder andere rijwegen, voet- en fietspaden, parkeergelegenheden, bermen en andere verkeersvoorzieningen toegestaan, maar een hoofdfunctie als ontsluitingsweg is hierin niet voorzien.

2.3.3 Toetsing beoogde ontsluiting

De realisatie van de beoogde ontsluitingsweg is programmatisch in lijn van het bestemmingsplan Snellerpoort, maar wijkt op een beperkt aantal punten af van de vigerende bestemmingen zoals hierboven beschreven. Op grond van art. 4.1 Besluit omgevingsrecht (Bor) kan hiervoor via de uitgebreide wabo-procedure het bouwplan mogelijk worden gemaakt.

De volgende onderdelen zijn van belang:

- het bestemmingsplan Snellerpoort, vastgesteld in 2010 is in 2011 door de Raad van State ter plaatse van de ontsluitingsweg ten westen en ten noorden van het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan vernietigd, waardoor de onderliggende bestemming ‘Verkeer’ uit de beheersverordening Woerden 2013 weer vigerend is.

- De beoogde ontsluitingsweg is deels ook gelegen in de bestemming ‘Gemengde doeleinden’. Binnen deze bestemming uit de beheersverordening ‘Woerden 2013’ was een ontsluiting niet voorzien.

- Het gedeelte van de beoogde ontsluitingsweg dat niet binnen de beheersverordening valt ligt binnen het bestemmingsplan Snel en Polanen, vastgesteld in 1996. Dit gedeelte heeft de bestemming ‘uit te werken gemengde bedrijfsdoeleinden’, waarbinnen ook rijwegen zijn toegestaan. Het gebruik van de gronden als ontsluitingsweg past niet binnen deze

(14)

12

3 Ruimtelijk beleid

Sinds 2011 is er geen nieuw rijks- of provinciaal beleid vastgesteld dat uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening relevant is op de gewijzigde situering van de ontsluitingsweg. Het

‘Inpassingsplan Kantoren’, dat wordt opgesteld door de provincie Utrecht voorziet in het wegbestemmen van kantoren.

Het doortrekken van de Beneluxlaan is in de lijn van het bestemmingsplan ‘Snellerpoort’, waarbij er op deze locatie een weg wordt gerealiseerd. Daarnaast is het plan overeenkomstig het meest recente stedenbouwkundige plan Snellerpoort. In het plan zijn geen kantoren voorzien. Hiermee vormt het plan geen strijdigheden met het inpassingsplan, dat naar verwachting vanaf medio 2018 als ontwerp ter inzage wordt gelegd.

Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008 - 2020

Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008 - 2020 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat geeft een visie weer op het aspect ‘verkeersveiligheid’ in Nederland. De ambitieuze doelen (qua verkeersdoden en -gewonden) uit de Nota Mobiliteit moeten worden omgezet in beleid. Drie pijlers daarin zijn: samenwerking, integrale aanpak en “Duurzaam Veilig”. Het verkeersveiligheidsbeleid in Nederland van de afgelopen jaren was succesvol; dat moet worden gecontinueerd. Op basis van generieke maatregelen (maatregelen die in de basis overal gelden, die de afgelopen jaren al zijn ingezet en die moeten worden gecontinueerd) alsook met specifieke aandachtsgebieden zou dit kunnen worden bewerkstelligd. Het is van groot belang dat er een goede afstemming en samenwerking plaatsvindt met alle betrokken partijen.

Het voorliggende plan voor de realisatie van een ontsluitingsweg Snellerpoort voldoet aan het verkeersveiligheidsbeleid van Nederland.

Mobiliteitsplan 2015 -2028

Met het nieuwe mobiliteitsplan wil de provincie Utrecht zorgen voor een goede bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto in een gezonde omgeving. Dit maakt de provincie een aantrekkelijke vestigingsplaats, het versterkt de economie en het bevordert een duurzame leefomgeving. Het mobiliteitsplan bestaat uit een Mobiliteitsvisie en een Mobiliteits-programma.

De mobiliteitsvisie bevat de lange termijn doelen om de unieke verbindende knooppuntenpositie van de provincie goed te laten functioneren. Voorts wordt beschreven wat de provincie van andere overheden verwacht om deze gezamenlijke doelen te realiseren. Dit beleid wordt iedere vier jaar concreet gemaakt in een Mobiliteitsprogramma waarin staat welke acties nodig zijn. Met het flexibele Mobiliteitsprogramma kan de provincie inspelen op veranderende omstandigheden.

Er wordt vooral ingezet op het versterken van de bestaande netwerken. Comfort en kwaliteit van de verplaatsing zijn daar onderdeel van, maar ook ruimtelijke kwaliteit door inpassing van infrastructuur in de omgeving. Naast het versterken van de netwerken is een belangrijk speerpunt om de netwerken onderling met elkaar te verbinden.

(15)

13

Het voorliggende plan voor de realisatie van een ontsluitingsweg Snellerpoort vormt een versterking en verbinding van het bestaande netwerk.

Ruimtelijke Structuurvisie Woerden

De raad heeft op 2 juli 2009 een structuurvisie voor de gehele gemeente vastgesteld. In 2013 heeft de gemeenteraad besloten de structuurvisie op een aantal punten aan te passen. De belangrijkste reden hiervoor was dat de politieke wens was geen groot regionaal bedrijventerrein in de polder Bijleveld te willen. Het doel van de structuurvisie is het bieden van een ruimtelijk ontwikkelings- en toetsingskader voor de gemeente Woerden voor de periode tot 2025, met een nadere concretisering voor de periode tot 2015 als ruimtelijke uitwerking van de (toekomstige) Strategische Visie 2025. In het algemeen zijn de volgende opgaven voor de toekomst geformuleerd:

• maximaal profiteren van ligging in het Groene Hart;

• versterken van de identiteit van de afzonderlijke kernen;

• onderscheid tussen open veenweidegebied en mozaïeklandschap van oeverwallen Oude Rijn in tact houden / versterken;

• verantwoordelijkheid nemen in de regio: onderzoeken van mogelijkheden om te voorzien in regionale behoefte naar woon- en werklocaties, met respect voor cultuurhistorische waarden in het gebied;

• zuinig / zorgvuldig omgaan met ruimte;

• verbeteren van de bereikbaarheid, zowel van buiten af als binnen de kernen, nieuwe locaties voor wonen en werken bezien in relatie tot het bereikbaarheidsvraagstuk.

Snellerpoort

In de Structuurvisie is Snellerpoort aangewezen als gebied dat de komende jaren ontwikkeld wordt tot een gemengd stedelijk gebied.

Het voorliggende plan voor de realisatie van een ontsluitingsweg Snellerpoort past in het beleid uit de Ruimtelijke Structuurvisie Woerden.

Verkeersvisie 2030

In 2017 is de Verkeervisie 2030 door de gemeente Woerden vastgesteld. Het resultaat is een visie voor verkeer die een inventarisatie van alle ruimtelijke ontwikkelingen bevat vertaald naar een verkeersmodel 2030, aangevuld met de input van inwoners en ondernemers van Woerden waaruit thema’s, ambities en doestellingen worden gefilterd.

De Missie-doelstellingen zijn in de Verkeersvisie per thema uitgewerkt, waaronder:

- Hulpdiensten:De hulpdiensten moeten in alle gevallen hun opkomsttijden kunnen halen in geval van een incident. Hierbij moeten zij veilig, snel en dicht bij het gemelde incident kunnen komen.

- Voetgangers: Voetgangers kunnen alle algemene publiek toegankelijke voorzieningen en gebouwen veilig bereiken. Looproutes van en naar scholen zijn veilig.

- Fietsers: Binnen de kernen, wijken/buurten en hiertussen geniet fietsmobiliteit de voorkeur boven gemotoriseerd verkeer. Dit moet gepaard gaan met veiligheid en parkeermogelijkheid voor de fietsen en een goede doorstroming van ál het verkeer.

(16)

14

- Openbaar vervoer: Het openbaar vervoer van en naar de kernen in de gemeente, waaronder de verbindingen met de omliggende gemeenten, wordt maximaal bevorderd en gefaciliteerd. Kernen, wijken/buurten, het centrum , winkelcentra, bedrijventerreinen, publiek toegankelijke voorzieningen en gebouwen en scholen zijn bereikbaar door goed toegankelijke openbaarvervoervoorzieningen met een voldoende frequentie.

- Autoverkeer in het centrum: Vermijdbare of afwendbare automobiliteit in het centrum wordt zoveel mogelijk teruggedrongen.

- Parkeren: Voor automobilisten met een bestemming in de gemeente zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar om de auto nabij de bestemming te parkeren.

- Geluid en lucht: Binnen de gemeente wordt het aantal geluidgehinderden en de uitstoot van voor mens en dier schadelijke stoffen als gevolg van gemotoriseerd verkeer zoveel mogelijk geminimaliseerd.

In de Verkeersvisie zijn bovenstaande Missie-doelstellingen op Visieniveau per thema verder uitgewerkt en waar nodig toegelicht.

(17)

15

4 Milieu- en omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk wordt de uitvoerbaarheid van het initiatief getoetst aan milieu- en omgevingsaspecten en de bijbehorende regelgeving. In het bestemmingsplan Snellerpoort is de realisatie van een ontsluitingsweg al mogelijk gemaakt. Het nu voorliggende plan voorziet in een andere ligging van de ontsluitingsweg in de noordwesthoek van Snellerpoort; in plaats van de knik in de weg komt een bocht. Dit zorgt voor een betere doorstroming van het verkeer en het kantoor aan de Beneluxlaan is beter te ontsluiten. De specifieke milieuaspecten voor dit project worden in de volgende paragrafen nader beschouwd.

4.1 Verkeer

Uit de geprognotiseerde verkeersintensiteit voor de gemiddelde werkdag in 2030 (zie de bij bijlage 2 gevoegde verkeersgegevens) volgt dat circa 12.400 tot 17.300 motorvoertuigen gebruik gaan maken van de Beneluxlaan (ontsluitingsweg Snellerpoort). Ter hoogte van het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan 2a varieert de intensiteit van 15.200 tot 17.300 motorvoertuigen/werkdag.

In het bestemmingsplan Snellerpoort is voor de Steinhagenseweg (tussen het Veluwemeer en de Cattenbroekerdijk) een intensiteit opgenomen van 14.000 motorvoertuigen/werkdag. Voor het wegvak van de Steinhagenseweg tussen de Beneluxlaan en Eilandenkade is destijds uitgegaan van een intensiteit van 19.000 motorvoertuigen/werkdag. De huidige prognose gaat op genoemde wegvakken uit van een intensiteit van respectievelijk 11.200 en 17.300 motorvoertuigen/werkdag. De huidige verwachte intensiteiten zijn daarmee lager dan de destijds geprognotiseerde intensiteiten.

Daarnaast is door de gemeente Woerden onderzocht of met de beoogde tijdelijke ontsluitingsweg voldoende stopzicht en oprijzicht van en naar het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan wordt gerealiseerd. Aan de richtlijn om minimaal 45 m stopzicht te realiseren wordt voldaan. Voor het oprijzicht wordt een richtlijn van minimaal 75 m geadviseerd. Vanuit het noorden gezien wordt dit niet gehaald, maar hierbij ontstaan geen gevaarlijke situaties.

Opgemerkt moet worden dat de snelheid van het autoverkeer uit noordoostelijke richting in de praktijk lager dan 50 km/uur zal liggen in verband met de aanwezige bocht waar ze uit komen.

De toekomstige situatie is ongeveer vergelijkbaar met de huidige aansluiting van het Veluwemeer op de Steinhagenseweg. Het uitzicht is daar ook ongeveer 45 meter en daar takt een woonwijk aan op de Steinhagenseweg en niet een parkeerterrein.

Verder is de middenberm 5 meter breed. Dit is voldoende voor een gemiddelde auto (4,88 meter lang) om op te stellen en in twee keer over te kunnen steken.

De ontsluiting van het kantoorpand aan de Beneluxlaan vindt voorlopig plaats via de voorgenomen ontsluitingsweg. Bij de verdere ontwikkeling van Snellerpoort wordt de definitieve ontsluiting van het westelijke deel van Snellerpoort – en daarmee ook de ontsluiting van het kantoorpand – opnieuw bezien.

Het voornemen is om een fietspad langs de omgelegde Beneluxlaan te realiseren. Het fietspad langs de voorgenomen ontsluitingsweg wordt meegenomen bij onderhavige uitgebreide omgevingsvergunning. Het bestaande fietspad bij de rotonde wordt hierdoor ontlast. Dit levert een verbetering op voor de doorstroming en verkeersveiligheid.

(18)

16

De voorgenomen ontsluitingsweg heeft nauwelijks invloed op de intensiteit van het wegverkeer.

Daarnaast ontstaan met de gehanteerde afstanden voor het stopzicht en oprijzicht van en naar het kantoorgebouw aan de Beneluxlaan geen gevaarlijke situaties. In de middenberm is voldoende ruimte voor een gemiddelde auto om op te stellen en in twee keer over te kunnen steken. Het aspect Verkeer vormt hiermee geen belemmering voor de realisatie van de ontsluitingsweg.

4.2 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen lopen als gevolg van aanwezigheid in de directe omgeving van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt, transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd en ondergrondse buisleidingen. De aan deze activiteiten verbonden risico’s moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijven.

Relatie tot het project

De voorgenomen ontwikkeling ligt in de nabijheid van het spoor. Langs het spoor geldt een veiligheidszone. Binnen deze zone zijn gebouwen bedoeld voor verblijf van mensen niet toegestaan. De realisatie van een ontsluitingsweg vormt hiermee geen belemmering.

Binnen de voorgenomen ontwikkeling worden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten gerealiseerd. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met het plaatsgebonden risico op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Besluit transportroutes externe veiligheid of het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Het groepsrisico zal ten opzichte van voorgaande bestemmingsplannen niet veranderen en naar de aard van de functie een verwaarloosbare bijdrage leveren aan het groepsrisico als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. De weg zelf maakt in het aansluitende bestemmingsplan onderdeel uit van een maatregel in het kader van de verantwoording groepsrisico. Deze procedure maakt invulling van die maatregel mede mogelijk.

4.3 Bodem

Voor bodem en bodemverontreiniging is de Wet bodembescherming (Wbb) inclusief de aanvullende besluiten leidend. In de Wbb wordt een algemeen beschermingsniveau ingesteld voor de bodem ten aanzien van het voorkomen van nieuwe verontreiniging van de bodem.

Relatie tot het project

Door Sweco is verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek uitgevoerd op het terrein aan de Van der Valk Boumanlocatie. De ontsluitingsweg Snellerpoort ligt binnen het onderzoeksgebied en maakt een klein deel uit van de onderzoekslocatie. Het onderzoek is in bijlage 1 van de ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie.

Uit het bodemonderzoek en het erratum blijkt het volgende:

- De ontwikkelingslocatie bevindt zich ter plaatse van de boringen 117 t/m 122, 141, 142 en 146;

- De bovengrond is licht verontreinigd met lood;

(19)

17

- De ondergrond is niet verontreinigd met de onderzochte parameters;

- Het grondwater is matig verontreinigd met barium.

De puinhoudende grond ter plaatse van de boringen 120 t/m 122 en 141 is verdacht op de aanwezigheid van asbest en is niet onderzocht op de aanwezigheid van asbest.Geadviseerd wordt om een onderzoek naar asbest in de bodem uit te voeren.

Het verhoogde bariumgehalte in peilbuis 146 kan mogelijk deels verklaard worden door de hoge troebelheid van het grondwater en deels door de ligging in de ophooglaag met antropogene bijmengingen. Geadviseerd wordt om het aangetoonde gehalte middels een herbemonstering te bevestigen.

Vanwege de matige verontreiniging met barium in het grondwater, is het niet toegestaan grondwater te onttrekken / verplaatsen zonder toestemming van de RUD-Utrecht.

Indien grond van de locatie vrijkomt en wordt toegepast gelden de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierdoor is mogelijk een generiek of gebiedsspecifiek beleidskader van kracht voor het toepassen van grond.

Bij uitvoering van grondwerkzaamheden dient rekening te worden gehouden met veiligheids- maatregelen conform CROW-publicatie 132 “Werken in of met verontreinigde grond”.

Er zijn geen belemmeringen te verwachten voor de geplande ontwikkelingen.

De Omgevingsvergunning kan verleend worden onder het stellen van de volgende voorwaarden:

- Aanvullend op het door Sweco in februari 2017 uitgevoerde onderzoek ref. nr. 333338-145- 002-D1) wordt de boven- en ondergrond van het plangebied (Haakse Bocht) onderzocht op de stoffen uit het NEN-pakket grond;

- De gemeten waarden worden getoetst aan de Maximale Waarden van de bodemfunctieklassen Wonen en Industrie;

- Voordat de grondwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zal aangetoond moeten zijn dat de grond geschikt is.

Bij uitvoering van grondwerkzaamheden dient rekening te worden gehouden met veiligheids- maatregelen conform CROW-publicatie 132 “Werken in of met verontreinigde grond”.

4.4 Geluid

De Wet geluidhinder biedt bescherming tegen geluid van wegen, spoorwegen en inrichtingen gelegen op een gezoneerd industrieterrein. In de Wet geluidhinder wordt een beperkt aantal typen objecten beschermd. Het gaat hierbij om geluidsgevoelige objecten zoals: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven.

In het kader van de Wet geluidhinder dient de geluidbelasting ten gevolge van zoneringsplichtige bronnen ter plaatse van het project, inzichtelijk te worden gemaakt. In dit geval gaat het om de aanleg van de ontsluitingsweg Snellerpoort (verlengde Beneluxlaan). De aanleg van ontsluitingsweg Snellerpoort is grotendeels mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan Snellerpoort. Dit betreft het juridisch ‘bestaande’ deel.

(20)

18

Het geluidsonderzoek richt zich op het deel van de ontsluitingsweg waarvoor de verkeersbestemming uit het bestemmingsplan Snellerpoort is vernietigd, alsmede het deel waarvoor de maximumsnelheid van 30 km/uur wordt gewijzigd in 50 km/uur. Door de wijziging van de maximumsnelheid naar 50 km/uur gaat ook dit deel onder de Wet geluidhinder vallen.

Het bestaande weggedeelte waarvoor een snelheid van 50 km/uur gaat gelden wordt in het kader van de Wet geluidhinder beoordeeld als nieuwe situatie. Dit geldt eveneens voor het deel van de weg, waarvoor de verkeersbestemming is vernietigd. Beide delen samen vormen het juridisch ‘nieuwe’ deel.

Relatie tot het project

Uit de rapportage (bijlage 2) blijkt dat de aanleg van de ontsluitingsweg Snellerpoort er voor zorgt dat de grenswaarde van 48 dB binnen de zone de juridisch ‘nieuwe’ weg wordt overschreden bij:

• Helsinkilaan 39 t/m 55 (oneven);

• Minkemalaan 1 (Minkema College);

• Blok 8 Campina-terrein: alleen appartement 5e verdieping zuidoostzijde woontoren.

Door het toepassen van een stiller wegdek kan de overschrijding van de grenswaarde van 48 dB worden weggenomen bij de woningen aan de Helsinkilaan en bij het appartement op het Campina-terrein. Bij het Minkema College blijft nog wel sprake van een overschrijding van de grenswaarde van 48 dB. Ten behoeve van de bouw van het Minkema College zijn in 2010 hogere waarden vastgesteld. De vastgestelde hogere waarden worden niet overschreden, zodat er geen nieuw hogere behoeven te worden vastgesteld.

De gemeente is in het kader van de aanleg van de ontsluitingsweg Snellerpoort (verlengde Beneluxlaan) voornemens een stiller wegdek toe te passen op deze weg, waardoor de geluidsbelasting bij de woningen aan de Helsinkilaan en bij het appartement op het Campina- terrein zal voldoen aan de grenswaarde van 48 dB en er geen hogere waarden voor deze woningen behoeven te worden vastgesteld.

Het toe te passen type stille wegdek en de locatie waar deze wordt aangelegd wordt definitief bepaald bij aanleg van de weg. De vrijheid hiervoor wordt aan de aannemer gelaten die de weg zal gaan aanleggen. In het bestek voor de aanleg van de weg wordt de verplichting opgenomen om aan te tonen dat het toe te passen stillere wegdek zorgt voor de benodigde geluidsreductie.

In het onderzoek wordt tevens aangetoond dat met voorliggend plan de uitwerking van het bestaande wegdeel van de ontsluitingsweg Snellerpoort (verlengde Beneluxlaan) mogelijk is.

4.5 Ecologie

4.5.1 Kader

Per 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking getreden, met wetgeving ten aanzien van soorten en Natura 2000-gebieden. Deze wet vervangt drie oude wetten: de Natuurbeschermingswet 1998 (gebiedsbescherming: Natura 2000), de Flora- en faunawet (soortenbescherming) en de Boswet (kapvergunningen). Daarnaast hebben provincies eigen beleid ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (NNN; de voormalige Ecologische Hoofdstructuur of EHS) en overige natuurwaarden buiten het NNN.

(21)

19

Wnb: soorten

Voor ruimtelijke ingrepen die resulteren in overtreding van één of meer artikelen van de Wnb moet ontheffing worden aangevraagd. Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor werkzaamheden die uit een bestemmingsplan voortvloeien dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen. Bij de vaststelling van het plan dient duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen.

Voor alle in de wet genoemde diersoorten (inclusief vogels) geldt dat het verboden is individuen van deze soorten (opzettelijk) te doden of te vangen. Bovendien is het verboden nesten (en eieren) en (vaste) voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren opzettelijk te beschadigen of te vernielen dan wel weg te nemen. Voor de in de wet genoemde plantensoorten geldt dat het verboden is exemplaren in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te plukken en te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. In de Wnb worden drie beschermingsregimes onderscheiden voor beschermde soorten. Voor de eerste twee regimes gelden aanvullende verbodsbepalingen.

1. Het beschermingsregime Vogelrichtlijn (Vrl), dat van toepassing is op van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vrl. Met betrekking tot deze vogelsoorten geldt dat het - aanvullend aan de bovengenoemde verbodsbepalingen - verboden is vogels opzettelijk te storen, behalve als de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort.

Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en dwingende redenen van groot openbaar belang zijn geen reden om ontheffing te verlenen. Ontheffing is uitsluitend toegestaan op basis van de ontheffingsgronden die in de Vrl zijn genoemd. Overigens is het, indien geen ontheffing nodig is, volgens de huidige interpretatie van de wet wel verplicht rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Voor sommige vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen geldt dat deze vaste verblijfplaatsen en het essentiële leefgebied jaarrond beschermd zijn.

2. Het beschermingsregime Habitatrichtlijn (Hrl), dat van toepassing is op soorten van bijlage IV bij de Hrl, bijlage I en II bij het Verdrag van Bern en bijlage I bij het Verdrag van Bonn.

Met betrekking tot deze soorten is het - aanvullend aan de bovengenoemde verbodsbepalingen - verboden dieren opzettelijk te verstoren. Ontheffing wordt voor ruimtelijke inrichting of ontwikkeling alleen verleend indien:

• er geen andere bevredigende oplossing is, en

• geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort, en

• sprake is van één van de volgende (bij ruimtelijke ontwikkeling relevante) belangen:

• de bescherming van wilde flora en fauna of natuurlijke habitats, of

• de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten.

3. Het beschermingsregime Andere Soorten, dat van toepassing is op soorten van de bijlage behorende bij artikel 3.10 van de Wnb. Ontheffing is alleen mogelijk indien:

• er geen andere bevredigende oplossing is, en

• indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.

(22)

20

Er is echter geen ontheffing nodig indien gewerkt wordt volgens een geldige gedragscode die van toepassing is op de betreffende soort(en). Vaak is daarnaast ecologische begeleiding en een ecologisch werkprotocol nodig bij de uitvoering van werkzaamheden.

De provincies kunnen voor het beschermingsregime Andere Soorten een algemene vrijstelling verlenen voor onder meer ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden. In de gemeente Woerden is de provincie Utrecht het bevoegd gezag voor de Wnb. De provincie Utrecht handhaaft in haar Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Utrecht (die per 1 januari 2017 in werking is getreden) de vrijstelling voor onder meer ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden voor de soorten die vielen onder de vrijstelling in de Flora- en faunawet voor algemeen voorkomende soorten (Ffwet - tabel 1 AMvB art. 75). Alleen voor de soorten molmuis, ondergrondse woelmuis en tweekleurige bosspitsmuis is deze vrijstelling komen te vervallen, omdat blijkt dat deze soorten niet of nauwelijks voorkomen in Utrecht zodat een provinciale vrijstelling voor die soorten niet opportuun is.

Indien nesten, (vaste) voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van soorten niet (kunnen) worden ontzien, is ontheffing noodzakelijk. Ontheffing is niet benodigd indien de functionaliteit van de nesten, (vaste) voortplantingsplaatsen of rustplaatsen gegarandeerd wordt (het beschadigen en vernielen wordt voorkomen door maatregelen of er zijn voldoende alternatieven).

Ten slotte is altijd de algemene zorgplicht van toepassing, die inhoudt dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor alle inheemse dieren en planten en hun directe leefomgeving (artikel 1.11 van de Wnb). Concreet betekent dit dat bij ruimtelijke ontwikkeling gezorgd moet worden dat dieren niet gedood worden en dat planten verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren.

Wnb: Natura 2000

De Wnb ziet op de bescherming van Natura 2000-gebieden (Vrl- en Hrl-gebieden). Voor ieder Natura 2000-gebied zijn instandhoudingsdoelstellingen opgesteld voor één of meerdere soorten en/of habitats. Voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de Natura 2000-gebieden en tevens voor ontwikkelingen daarbuiten die van invloed kunnen zijn (door ‘externe werking’) op die beschermde natuurgebieden, gelden (strenge) restricties. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Middels een

‘habitattoets’ dient te worden onderzocht of een activiteit (significante) negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden veroorzaakt. De uitkomsten van de habitattoets dienen te worden beoordeeld door het bevoegd gezag.

Natuurnetwerk Nederland en natuurwaarden buiten het Natuurnetwerk Nederland

Natuurnetwerk Nederland

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Het doel van het NNN is de instandhouding en ontwikkeling van natuurgebieden om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Sinds 2014 zijn de provincies het eerste verantwoordelijke bevoegde gezag voor het NNN (daarvoor was dat de rijksoverheid). De provincie Utrecht heeft in haar Verordening Ruimte 2014 regelgeving vastgelegd ten aanzien van het NNN.

(23)

21

Natuurwaarden buiten het Natuurnetwerk Nederland

Ook buiten het NNN zijn grote natuurwaarden aanwezig in Utrecht. Behoud, herstel en verdere ontwikkeling van deze natuurwaarden dragen substantieel bij aan de biodiversiteit in de provincie. Aanvullend wordt door de provincie in de Visie ruimte en mobiliteit ingezet op de volgende opgaven:

• het realiseren van een natuurmantel in de vorm van een groenblauwe dooradering rondom de natuurkernen in het NNN;

• het in stand houden van de belangrijke leefgebieden voor weidevogels in blijvend agrarisch gebied door agrarisch natuurbeheer;

• het vergroten van de biodiversiteit in recreatiegebieden;

• het benutten van de mogelijkheden voor tijdelijke natuur op braakliggende terreinen.

4.5.2 Onderzoek en conclusie

Door ATKB is in oktober 2017 een quickscan uitgevoerd. Dit onderzoek is in bijlage 3 van deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Op basis van de uitgevoerde quickscan kan het volgende geconcludeerd worden.

Soortenbescherming

Tijdens het broedseizoen beschermde vogels, vleermuizen (niet-essentieel foerageergebied) en de rugstreeppad maken (mogelijk) gebruik van de planlocatie. De effecten van de voorgenomen werkzaamheden op deze beschermde soorten zijn:

- Bij algemene broedvogels kan beschadiging, vernieling en/of verstoring van nesten optreden;

- Foeragerende vleermuizen kunnen bij uitvoering van de werkzaamheden verstoord worden;

- Vernieling functionele leefomgeving van rugstreeppad en doden/verwonden van rugstreeppadden.

Aanvullend ecologisch onderzoek is benodigd om vast te stellen of de rugstreeppad wel of niet aanwezig is in het plangebied. In het voorjaar dienen luisterrondes uitgevoerd te worden om de aan- of afwezigheid vast te stellen. De uitkomsten van het nader onderzoek worden in deze paragraaf verwerkt.

In tabel 4.1 zijn voorzorgsmaatregelen opgenomen die uitgevoerd dienen te worden om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen of te beperken

(Mogelijk) aanwezige soort(groep)en

Benodigde voorzorgsmaatregelen ter voorkoming overtreding Wnb

Alle planten en dieren (zorgplicht)

- Vanaf één kant werken;

- Indien in de periode 1 april t/m 1 november wordt gewerkt:

werkzaamheden overdag uitvoeren of verlichting niet richten op opgaande groenstructuren.

Vogels - Werken buiten het broedseizoen (half maart t/m half juli. Men dient voorafgaande aan het werk (ook buiten het regulieren broedseizoen) echter altijd contact op te nemen met een ecoloog om te bepalen of er kans is op broedgevallen.;

(24)

22

Of:

- Indien bovenstaande maatregelen niet mogelijk zijn:

voorafgaande aan het werk een broedvogelcontrole uitvoeren.

Vleermuizen - Zie maatregel 2 in het kader van de zorgplicht.

Amfibieën - Aanvullend onderzoek uitvoeren naar rugstreeppad.

Tabel 4.1 Overzicht benodigde voorzorgsmaatregelen.

Afhankelijk van de resultaten van het nader onderzoek naar de rugstreeppad is het mogelijk noodzakelijk om voor de voorgenomen werkzaamheden een ontheffing van de Wet natuurbescherming aan te vragen.

Geadviseerd wordt om de volgende maatregelen op te nemen als voorwaarden in de omgevingsvergunning:

• Vleermuizen: Indien in de periode 1 april t/m 1 november wordt gewerkt werkzaamheden overdag uitvoeren of verlichting niet richten op opgaande groenstructuren;

• Broedvogels: Starten met de werkzaamheden buiten het broedseizoen (half maart t/m juli. Indien binnen het broedseizoen wordt gestart dient eerst door een ecoloog worden vastgesteld dat er geen broedgevallen aanwezig zijn die door de werkzaamheden verstoord kunnen worden.

Gebiedsbescherming

Het plangebied is niet gelegen in of nabij een Natura 2000-gebied of binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Doordat de werkzaamheden zeer kleinschalig zijn en er geen negatieve effecten als gevolg van externe werking te verwachten zijn kunnen negatieve effecten op beschermde gebieden bij voorbaat worden uitgesloten. Toetsing aan gebiedenbescherming is daarom niet noodzakelijk.

(25)

23

5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Gelet op het stelsel van de Wro moet de gemeenteraad een exploitatieplan vaststellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur (= Besluit ruimtelijke ordening) aangewezen bouwplan is voorgenomen. Een afweging dient te worden gemaakt over het vaststellen van een exploitatieplan. Dit is niet aan de orde als er sprake is van een overeenkomst of indien het kostenverhaal anderszins verzekerd is. De gemeente is initiatiefnemer en eigenaar van de gronden. De aanleg van de weg past binnen het grondexploitatieplan voor de wijk Snellerpoort. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid afdoende gewaarborgd.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In voorliggende ruimtelijke motivering is de realisatie van de ontsluitingsweg Snellerpoort zowel ruimtelijk als milieutechnisch gemotiveerd. De ontsluitingsweg is noodzakelijk om een verkeersveilige oplossing te bieden voor de ontsluiting en bereikbaarheid van het kantoor aan de Beneluxlaan 2a in Woerden. Het beoogde initiatief is niet in strijd met het overheidsbeleid en de milieuaspecten vormen geen belemmering voor de realisatie ervan.

De omgevingsvergunning wordt op grond van artikel 3, lid 10, onder a Wabo voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 Awb. Onderdeel van deze procedure is de terinzagelegging van het plan voor de indiening van zienswijzen door belanghebbenden.

In aanloop naar deze ruimtelijke motivering heeft de gemeente Woerden al met een aantal belanghebbenden gesproken. Gezien het voorgaande wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht.

(26)

24

6 Procedure

De ruimtelijke onderbouwing maakt de realisatie van een ontsluitingsweg voor Snellerpoort mogelijk. De ontwerp-omgevingsvergunning zal ter inzage worden gelegd en tevens zal de gemeente het wettelijk vooroverleg voeren. De resultaten hiervan worden te zijner tijd in deze paragraaf verwerkt.

Tijdens het voortraject wordt de ruimtelijke onderbouwing afgestemd met de gemeente. Op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zal via de wabo-procedure een omgevingsvergunning worden verleend voor de realisatie van een ontsluitingsweg.

(27)

25

7 Geometrische plaatsbepaling

Op de wabo-procedure zijn de digitaliseringsvereisten uit de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 (Rsro2012) van toepassing. Dit betekent dat voor het project ‘Ontsluitingsweg Snellerpoort’ de besluitgebiedcontouren via de website www.ruimtelijkeplannen.nl beschikbaar moet worden gesteld.

Dit gebeurt middels de geometrische plaatsbepaling. De geometrische plaatsbepaling is een digitaal bestand dat weergeeft waar het projectgebied zich bevindt. Het gaat in feite om een besluitgebied waaraan onderhavige ruimtelijke onderbouwing is gekoppeld. In bijlage 4 is een verbeelding van de geometrische plaatsbepaling behorende bij de uitgebreide omgevingsvergunning opgenomen.

(28)

(29)

(30)

e-mail: kuiper@kuiper.nl www.kuiper.nl

Van Nelle Ontwerpfabriek Gebouw Thee 0

Van Nelleweg 3042 3044 BC Rotterdam T 010 433 00 99 F 010 404 56 69

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geuse lietboeck, waer in begrepen is den oorspronk van de troublen der Nederlantsche oorlogen, en het gene daer op gevolght is... Den stercken Arm

De facto betekent dit dat een EU-burger op dezelfde dag waarop hij, al dan niet met de hulp van de sterke arm, het grondgebied heeft verlatenweer terug kan keren en daar op grond

 To better understand the components needed to develop a mine water balance, a conceptual model is set up to schematically illustrate the variables needed to calculate

Voor een overzicht van de niet maatgevende overschrijdingen (indien aanwezig) wordt verwezen naar bijlage IV.. =

In opdracht van de provincie Noord-Holland is door HB Adviesbureau de milieukundige begeleiding (processturing en verificatie) uitgevoerd ten behoeve van de sanering van de

“Ik heb uw concept-rapport Politie ter plaatse in goede orde ontvangen en dank u dat u mij in de gelegenheid stelt om een reactie te geven op dit gedegen uitgevoerde onderzoek. Voor

Hoe dicht kan iemand komen bij de woorden van Jezus: ‘Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Joh. 15,13)?. Beste vormelingen,

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen