• No results found

Fungel, en de schrijfmicrobe krijgt je beet!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Fungel, en de schrijfmicrobe krijgt je beet!"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van der Wilt, F., C. van der Veen & C. van Kruistum (2016). “Sociale relaties tussen kleuters. Sociometrisch onderzoek uitvoeren”. In: HJK, 43 (7), p. 4-7.

Uden, E. (2011). Leer Mindmappen… voor kids. Culemberg: Van Duuren Media.

Leestips

www.mindmappenmetkleuters.nl www.chielvanderveen.com www.tonybuzan.com

Ronde 3

Hilde Vanbrabant

UCLL Lerarenopleiding, Hasselt Contact: hilde.vanbrabant@ucll.be

Fungel, en de schrijfmicrobe krijgt je beet!

1. Waarom Fungel ?

Schrijven is een moeilijke vaardigheid voor leerlingen en schrijfvaardigheid ondersteu- nen, is moeilijk en arbeidsintensief voor leerkrachten. We weten uit verschillende invalshoeken dat veel leerkrachten het niet eenvoudig vinden om krachtig schrijfon- derwijs te geven en dat taalmethodes daarin vaak te weinig ondersteuning bieden.

Daarom ontwikkelen we Fungel (FUNctionele GELetterdheid) binnen de lerarenop- leiding van UCLL, een online tool die focust op functionele geletterdheid bij jonge- ren. Nog te veel jongeren in Vlaanderen zijn laaggeletterd en wie onvoldoende functi- oneel geletterd is, kan niet mee op school en in de kennismaatschappij die Vlaanderen is.

Met Fungel richten we ons in het bijzonder op enkele functionele schrijftaken die aan- sluiten bij de eindtermen voor schrijven. De tool heeft als doel de ondersteunende rol van de leerkracht tijdens schrijfmomenten in de klas aan te vullen, te verlichten en te versterken. Fungel ondersteunt schrijfonderwijs in de derde graad van het lager onder- wijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs. Binnen een motiverende leer- omgeving leren de leerlingen hoe ze schrijfvaardiger kunnen worden.

(2)

2. Hoe wordt Fungel ontwikkeld?

De ontwikkeling van Fungel loopt van september 2017 tot augustus 2019. We werken met de methode van user-centered-design: we onderzoeken, in overleg met leerlingen en leerkrachten, op welke manier een digitale tool jongeren kan motiveren en ondersteu- nen om schrijfvaardiger te worden, en welke begeleidende rol leerkrachten daarbij kunnen opnemen.

We houden daarbij rekening met inzichten uit onderzoek naar belangrijke principes voor een krachtige taalleeromgeving, blended learning, het belang van lees- en schrijf- strategieën, feedback, collaboratief schrijven en genredidactiek.

In het eerste onderzoekjaar werd een behoefteanalyse uitgevoerd waarbij zowel leer- krachten als leerlingen bevraagd werden rond (a) ICT-modaliteiten in de school, (b) schrijfonderwijs en (c) ondersteuningsnoden. Op basis van deze bevraging werden drie teksttypes geselecteerd (‘de e-mail’, ‘het verhaal’ en ‘het verslag’) en werd een prototy- pe van de eerste module (het schrijven van een e-mail) ontwikkeld. Op basis van feed- back van leerkrachten en leerlingen in onze partnerscholen wordt deze module de komende tijd verder bijgestuurd en worden de volgende twee modules (‘het schrijven van een verhaal’ en ‘het schrijven van een weettekst’) verder uitgewerkt.

Figuur 1 – Overzichtspagina met de verschillende modules.

3. Zowel voor de leerkracht als voor de leerling

Fungel biedt een motiverende leeromgeving voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. De leer- lingen kunnen erin schrijven, kunnen verschillende vormen van ondersteuning vragen en worden begeleid doorheen het schrijfproces via de OVUR-structuur. Daarnaast

(3)

wordt een leerkrachtenpagina voorzien die de leerkrachten in staat stelt om taken te selecteren of zelf aan te maken, om zelf oefeningen toe te voegen en om leerlingen con- crete feedback te geven. Op die manier krijgen de leerlingen de kans om zelfstandig te werken en het eigen schrijfproces te sturen, maar blijft de leerkracht organisator van zijn eigen schrijfonderwijs. De leerkrachtenpagina bevat ook een luik met didactische tips waarin o.a. lesscenario’s en ondersteuning bij de evaluatie worden opgenomen.

4. De schrijfopdrachten

De leerlingen krijgen een concrete schrijfopdracht van de leerkracht. Die kan de leer- kracht ofwel zelf aanmaken op de leerkrachtenpagina ofwel heeft hij de mogelijkheid om te kiezen uit één van de taken die de tool zelf voorziet. Kenmerkend voor deze schrijftaken is dat ze betekenisvol zijn: ze zijn motiverend (bijvoorbeeld: ze sluiten aan bij de leefwereld van de leerlingen), ze zijn functioneel (bijvoorbeeld: de e-mails kunnen verzonden worden naar een echte ontvanger), ze zijn relevant (sluiten aan bij de eind- termen) en ze zijn uitdagend voor alle leerlingen. De leerkracht kan differentiëren in de aard van en de hoeveelheid feedback die hij geeft voor, tijdens en na het schrijven.

5. Diverse vormen van ondersteuning

Voor en tijdens het schrijven kunnen de leerlingen gebruikmaken van diverse vormen van ondersteuning, waarin de belangrijkste kenmerken van het gekozen teksttype steeds terugkeren. In de bovenbalk (zie: Figuur 2) vind je goede voorbeelden, toepas- singen (‘test jezelf ’ en ‘scoor de tekst’) en een kijkwijzer. Taaltips en bijhorende oefenin- gen worden gebaseerd op veelvoorkomende fouten in authentiek leerling-materiaal.

Figuur 2 – Schrijfpagina met verschillende vormen van ondersteuning.

(4)

Het schrijfproces zelf wordt gestuurd door de linkerbalk (zie: Figuur 2), die is opge- bouwd volgens het OVUR-principe. Leerlingen krijgen in elke fase van het schrijfpro- ces tips ter ondersteuning aangeboden: er wordt verwezen naar de bovenbalk, er wor- den post-its voorzien om inhoudelijk te brainstormen (zie: Figuur 3), er zijn schema’s met de tekststructuur, er zijn checklists voor bij het nalezen en er is de mogelijkheid om feedback te vragen aan medeleerlingen en aan de leerkracht. Op basis van de gekregen feedback, tot slot, wordt de tekst bijgestuurd en definitief opgeslagen. Op deze wijze leren de leerlingen het schrijfproces zelf in te delen in verschillende stappen, met vol- doende aandacht voor de voorbereidings- en revisiefase.

Figuur 3 – Post-its met de W-vragen.

6. Het doel van Fungel

Met Fungel willen we het schrijfonderwijs in de laatste graad van het lager onderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs versterken. Doel is de tool zoveel mogelijk in de klas zelf in te zetten en te integreren in het bestaande schrijfonderwijs.

We streven ernaar om alle leerlingen mee te nemen in het schrijfproces. Dat doen we door veel aandacht te besteden aan motivationele aspecten, aan differentiatiemogelijk- heden en aan een laagdrempelig systeem voor zowel leerling als leerkracht.

Fungel wordt verder ontwikkeld tijdens het academiejaar 2018-2019 en zal gefinali- seerd worden in augustus 2019.

Interesse? Neem dan zeker contact op met martien.geerts@ucll.be of hilde.vanbra- bant@ucll.be.

(5)

Referenties

Bonk, C. & C. Graham (2006). Handbook of blended learning: Global perspectives, local designs. San Francisco, CA: Pfeiffer Publishing.

Crevits, H. (2014). ‘Beleidsnota 2014-2019’. Brussel: Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Crevits, H. (2016). “Over de zorgwekkende toestand van het Limburgse onderwijs”.

Online raadpleegbaar op: http://www.hildecrevits.be/nl/hilde-crevits-over-de-zorg- wekkende-toestand-van-het-limburgse-onderwijs.

Daems, H. e.a. (2013). ‘Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK)’.

Online raadpleegbaar op: http://www.limburg.be/Limburg/salk/Extra-pagina- s/Wat-is-SALK.html.

Debruyne, M. (2016). ‘Decenniumdoelen. Geef armoede geen kans’. Online raad- pleegbaar op: https://www.decenniumdoelen.be.

De Fraine, B. (2016). Resultaten TIMSS 2015. Wiskunde & wetenschappen 4eleerjaar in internationaal perspectief. Leuven: KU Leuven.

Derks, A. (2015). ‘Limburgs onderwijs in cijfers. Analyse’. Brussel: Departement Onderwijs en Vorming, afdeling Strategische Beleidsondersteuning.

Europese Commissie (2016). ‘The European Semester’. Online raadpleegbaar op:

http://ec.europa.eu/europe2020/index_en.htm.

Heymans, R. e.a. (2007). ‘Ontwikkeling van een screeningsinstrument functionele geletterdheid aanvang tweede graad BSO’. [Intern rapport]. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen (2016). ‘Onderwijs voor alle leerlingen in 2025’.

Brussel: VSKO.

Kessels, J. e.a. (2013). Ontwerpboek, leertrajecten ontwerpen voor vakmanschap en ver- nieuwing. Utrecht: Kessels & Smit, The Learning Company.

MICTOVO (2012). “Monitor voor ICT-Integratie in het Vlaamse Onderwijs”.

Online raadpleegbaar op: http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsonder- zoek/?nr=109.

Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingen (2014). Peiling Project Algemene Vakken (PAV) in het zesde jaar BSO. Brussel: Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Raedts, M. (2008). De invloed van zelfeffectiviteitsverwachtingen, taakkennis en observe- rend leren bij een nieuwe en complexe schrijftaak. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.

Raedts, M., F. Daems, L. Van Waes & G. Rijlaarsdam (2009). “Observerend leren van peer models bij een complexe schrijftaak”. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 31 (2), p. 142-165.

(6)

Snyers, K. (2015) ‘Analyse van de onderwijsproblematiek in Limburg. De maatschap- pelijke uitdaging voor onze provincie!’. Steunpunt sociale planning provincie Limburg.

Thorne, K. (2003). Blended Learning: How to Integrate Online and Traditional Learning. London: Kogan Page.

Vakgroep onderwijskunde UGent (2016). Wetenschappelijke geletterdheid bij 15-jari- gen. Overzicht van de eerste Vlaamse resultaten van PISA 2015. Gent: Universiteit Gent.

Vlaamse overheid (s.d.). ‘Eindtermen lager onderwijs’. Online raadpleegbaar op:

http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/lager-onderwijs/

index.htm.

Vlaamse overheid (s.d.). ‘Eindtermen eerste graad secundair onderwijs’. Online raad- pleegbaar op: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/eer- ste-graad/index.htm.

Unesco (2015). ‘Rethinking Education. Towards a global common good?’. Unesco Publishing.

Ronde 4

Ellen Vanantwerpen & Veerle Dejaeghere Scholengroep Arkorum, Roeselare Contact: vanantwerpen@arkorum.be

veerle.dejaeghere@arkorum.be

‘De wereldklas’, differentiëren bij anderstalige nieuwkomers

1. Inleiding

Scholengroep Arkorum (regio Roeselare, West-Vlaanderen) telt 18 basisscholen en een kleine 5.000 leerlingen. 16% van die leerlingen (800) hebben niet het Nederlands als thuistaal. Deze leerlingen zitten ongelijk verspreid over de scholen. 60% van onze anderstalige leerlingen lopen school in 4 scholen, gelegen in het centrum van Roeselare. Het percentage van de leerlingen waarvan de thuistaal niet het Nederlands is, varieert tussen 2% en 74%. 90 van deze leerlingen zijn dit schooljaar ‘anderstalige nieuwkomer’ (AN) of ‘gewezen anderstalige nieuwkomer’ (GAN). Zij zitten dit schooljaar verspreid over 12 scholen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En ook waarden als solidariteit en participatie zijn toch niet exclusief katholiek of zelfs maar überhaupt godsdienstig.. In zo’n opmerking klinkt soms de verdenking van

Stel dat we voor elk punt in N met twee inkomende pijlen beide pijlen verwijde- ren, en vervolgens alle ongelabelde bladeren verwijderen en overbodige punten onderdruk- ken totdat

Edmund Husserl is het met Searle eens dat het probleem van andere geesten een pseudoprobleem is, een opvatting die ook kan worden ondersteund met bevindingen uit

Een goed antwoord bevat een uitleg dat het volgens Locke mogelijk is kennis over de buitenwereld te hebben met:. • Lockes onderscheid tussen primaire en secundaire

De uitkomsten laten zien dat meisjes (met en zonder autisme) empathischer reageren dan jongens (met en zonder autisme), maar tussen de deelnemers met of zonder autisme vinden we

„Het wegval- len van een inkomen in een ge- zin heeft gevolgen voor de ma- nier waarop kinderen en jongeren hun vrije tijd invullen en vrien- den maken.. Het

Organisaties die de instroom bevorderen geven bij gelijke kwalificaties de voorkeur aan niet-westerse minderheden, zij werven minder vaak via een werkstage en/of functie

“Het levert je ook veel onverwachte dingen op zoals goede vriendschappen en veel sociale contac- ten.” Nina steekt heel veel tijd in haar vrijwilligerswerk: “Ik heb niet het gevoel