VRAGEN-van-het-CDA-van-mevrouw-A-Kuik-betreffende-webshops-op-bedrijventerreinen-antwoord.pdf PDF, 77 kb

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2013 – Nr. 48.

VRAGEN van het CDA van mevrouw A. Kuik betreffende webshops op bedrijventerreinen.

(Binnengekomen: 2 augustus 2013)

Het college beantwoordt de vragen als volgt:

Groningen, 27 augustus 2013 1. Is het college bekend met het artikel en de geschetste situatie?

Ja.

2. Zijn er op de bedrijventerreinen in Groningen webshops gevestigd die zich voordoen als bedrijven in detailhandel? Zo ja, hoeveel?

Nee. Op dit moment zijn er ons geen dergelijke gevallen bekend. Met webshops die zich voordoen als bedrijven in detailhandel hebben wij de afgelopen jaren weinig problemen gehad. Een dergelijke situatie heeft zich het afgelopen jaar één keer voorgedaan. Wel zijn er op de bedrijventerreinen in Groningen enkele afhaalpunten van webshops gevestigd die passen binnen het geldende bestemmingsplan en beleid (zie 4).

3. Deelt het college de mening van het CDA dat de detailhandel in de (binnen)stad beschermd moet worden tegen deze vorm van oneerlijke concurrentie?

Ja. Deze overweging is één van de grondslagen van het onder 4. beschreven beleid.

Concurrentie hoort bij een markteconomie, maar als sprake is van oneerlijke concurrentie wil de gemeente Groningen dit tegengaan. Op het moment dat er een gerichte klacht binnenkomt bij de gemeente doen wij extra onderzoek en bij

oneerlijke concurrentie treden wij handhavend op. Hetzelfde geldt wanneer er geen klacht binnenkomt, maar wanneer wij zelf constateren dat een afhaalpunt van een webshop zich voordoet als winkel waar dat niet is toegestaan.

4. Zo ja, ziet het college mogelijkheden om dit te doen?

Ja. Wij hebben vanwege dit vraagstuk in de Structuurvisie Detailhandel 2011-2020

een specifieke paragraaf over webwinkels opgenomen. Onder artikel 8.2 van de visie

is een omschrijving gegeven van "bijzondere detailhandel" waaronder "internet

afhaalshops". Hierin staat vermeld dat voor internet afhaalshops in principe dezelfde

regels gelden als voor reguliere detailhandel. Dit houdt in dat deze afhaalwinkels in

gebieden met een detailhandelsfunctie toegestaan zijn. Daarbuiten zijn afhaalpunten

2

in combinatie met opslag en distributie ook mogelijk, mits ze geen toonzaalfunctie hebben, er niet afgerekend kan worden en ze anderszins passen in de bestemmings- planregelingen. Met de huidige heldere definitie en afspraken uit de Structuurvisie Detailhandel 2011-2020 heeft het college op dit moment voldoende mogelijkheden om op te treden tegen oneerlijke concurrentie. Daarbij willen wij aanmerken dat de webshop-branche één van de snelst veranderende branches is in de economie.

Vanwege haar innovatieve karakter stelt zij de Ruimtelijke Ordeningswetgeving voor nieuwe beleidsvragen. Als gemeente participeren wij in landelijke discussies hierover.

Als de conclusies uit deze discussies een actualisatie van gemeentelijk beleid

noodzakelijk maakt, willen wij hierover met uw raad in gesprek treden. Tot slot gaan

we in de nieuwe nota "Strategie werklocaties", welke eind dit jaar aan de raad wordt

aangeboden ook op het onderwerp webshops in.