• No results found

Herkansing Ringen en Galoistheorie, WISB222

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Herkansing Ringen en Galoistheorie, WISB222"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Herkansing Ringen en Galoistheorie, WISB222

20 augustus 2014, 13:30 - 16:30

• Bij dit tentamen mag het dictaat niet gebruikt worden.

• Al onze ringen zijn commutatief.

• Belangrijk: laat bij elke opgave zien hoe je aan je antwoord komt!!

• Veel succes!

1. Zijn de volgende uitspraken goed of fout? Verklaar je antwoord.

(a) (1/2 pt) Het product van twee hoofdidealen in Z[X] is weer een hoof- dideaal.

(b) (1/2 pt) De ´e´enhedengroep in de productring R1× R2 wordt gegeven door R1× R2.

(c) (1/2 pt) Het polynoom 14X6− 42X2+ 5 is irreducibel in Q[X].

(d) (1/2 pt) In Z[X, Y ] is (X − Y2, Y − 3) maximaal ideaal.

(e) (1/2 pt) De graad [L : K] van het splijtlichaam over K van een veelterm f is altijd de graad van f .

(f) (1/2 pt) Als K ⊂ L ⊂ M lichamen zijn, en M/K is Galois, dan is L/K Galois.

(g) (1/2 pt) Als K ⊂ L ⊂ M lichamen zijn, en M/K is Galois, dan is M/L Galois.

(h) (1/2 pt) Het eindige lichaam F81 is bevat in F729.

2. Beschouw de polynoomring R[X, Y ] in X, Y en het ringhomomorfisme φ : R[X, Y ] → R[X] × R[x] gegeven door

φ : f (X, Y ) 7→ (f (X, X), f (X, −X)).

(a) (1/2 pt) Bewijs: als (p(X), q(X)) in het beeld van φ zit, dan p(0) = q(0).

(b) (1/2 pt) Bewijs: als p, q ∈ R[X] en p(0) = q(0), dan zit (p(X), q(X)) in het beeld van φ.

(c) (1/2 pt) Bewijs dat R[X, Y ]/(X2− Y2) isomorf is met de ring {(p(X), q(X)) ∈ R[X] × R[X]| p(0) = q(0)}.

(d) (1 pt) Bepaal de ´e´enheden in R[X, Y ]/(X2 − Y2) (hint: gebruik het isomorfisme uit voorgaand onderdeel).

Z.O.Z.

(2)

3. Zij f = X4− 2tX2 + t een polynoom met coefficienten in het lichaam van rationale functies Q(t) en zij L het splijtlichaam van f over Q(t).

(a) (1/2 pt) Zij α ∈ L een nulpunt van f . Laat zien dat dan ook −α en√ t/α nulpunten van f zijn.

(b) (1/2 pt) Laat zien dat L = Q(√ t, α).

(c) (1/2 pt) Laat zien dat α2 = t ±pt(t − 1) door f = 0 in X2 op te lossen en bewijs vervolgens dat √

t − 1 ∈ L.

Vanaf nu mogen we aannemen dat α 6∈ Q(√ t,√

t − 1).

(d) (1/2 pt) Bewijs dat [L : Q(t)] = 8.

(e) (1/2 pt) Laat zien dat er elementen σ, τ in Gal(L/Q(t)) bestaan z´o dat σ(α) = √

t/α, σ(√

t) = −√ t τ (α) = α, τ (√

t) = −√ t.

(f) (1 pt) Bepaal ordes van σ, τ en hun relaties en vervolgens Gal(L/Q(t)) zelf.

(g) (1/2 pt) Bepaal LH waarin H de ondergroep van de Galoisgroep is voortgebracht door σ.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(i) Ga na dat de grafen van de Platonische lichamen regulier zijn en geef voor ieder van deze grafen het aantal knopen en kanten en de graad van iedere knoop aan.. (ii) Bedenk

• Laat bij elke opgave zien hoe je aan je antwoord komt!!. •

• Laat bij elke opgave zien hoe je aan je antwoord komt!!. •

Ook als je een onderdeel niet kunt maken, kun je het gevraagde resultaat wel gebruiken voor de daaropvolgende onderdelen.. Elk onderdeel is 6 punten waard (in totaal 96; je begint met

Ook als je een onderdeel niet kunt maken, kun je het gevraagde resultaat wel gebruiken voor de daaropvolgende onderdelen.. Elk onderdeel is 5 punten waard (in

Laat bij elke opgave zien hoe je aan je antwoord komt!!.

Sterker nog, ook zonder graad 36 geldt dit, de Galois groep werkt im- mers transitief op de nulpunten van een irreducibel

Aanwijzing: ook al heb je een onderdeel van een opgave niet, dan mag je in de eropvolgende delen gebruik maken van het resultaat van dat onderdeel... Geef een goede onderbouwing van