• No results found

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO NTC-voortgezet onderwijs Jakarta Plaats : Jakarta BRIN-nummer : 28WV Datum schoolbezoek : 1 en 2 oktober 2013 Datum vaststelling : 5 november 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO NTC-voortgezet onderwijs Jakarta Plaats : Jakarta BRIN-nummer : 28WV Datum schoolbezoek : 1 en 2 oktober 2013 Datum vaststelling : 5 november 2013"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO NTC-voortgezet onderwijs Jakarta

Plaats : Jakarta

BRIN-nummer : 28WV

Datum schoolbezoek : 1 en 2 oktober 2013 Datum vaststelling : 5 november 2013

(2)

2

(3)

Inhoud

1 Inleiding 5 2 Kwaliteitsprofiel 7

3 Beschouwing 11

4 Vervolg van het toezicht 15

(4)

4

(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs bezocht NTC-voortgezet onderwijs te Jakarta, Indonesië in het kader van een kwaliteitsonderzoek (KO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van kwaliteitsaspecten op grond van het door de inspectie gehanteerde Toezichtkader PO/VO 2011.

Bij dit kwaliteitsonderzoek doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Doorgaans is dit alleen bij onafhankelijk onderzoek door derden het geval.

Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan een document ingestuurd dat op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking heeft. Het betreft het

schooljaarverslag naschools ntc 2011/12. De inspectie heeft de informatie uit deze documenten bij de oordeelsvorming betrokken.

De opzet van het onderzoek

Het kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

 Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn;

 Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd;

 Schoolbezoek, waarbij in de groep VO2 en VO3 met leerlingen in de leeftijd van het voortgezet onderwijs de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal;

 Gesprekken met de directeur, de zorgcoördinator, de coördinator ntc- onderwijs en de leerkracht over de kwaliteit van de indicatoren;

 Gesprekken met twee leden van de raad van toezicht, met leerlingen en met ouders.

(6)

6

Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directeur, de

zorgcoördinator, de coördinator ntc-onderwijs en de leerkracht.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 geeft de inspectie een beschouwing over de geconstateerde kwaliteit in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de

toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

2 Kwaliteitsprofiel

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De met een * gemarkeerde indicatoren zijn bepalend voor de vaststelling van het vervolgtoezicht.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van

leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden.

1 2 3 4 5

1.1 * De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag

worden verwacht. .

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding.

Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op

vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving.

1 2 3 4

2.1 * De aangeboden leerinhouden Nederlandse taal in de

onderbouw voldoen aan de kerndoelen

2.3 De school met taalzwakke leerlingen heeft een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze

leerlingen.

Kwaliteitsaspect 3: De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.

1 2 3 4

3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.

(8)

8

Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen.

1 2 3 4

4.1 Ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de

school daartoe onderneemt.

4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.

4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school.

4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op

een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

1 2 3 4

6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de

onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen

in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen.

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de

prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de

ontwikkeling van leerlingen

Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.

1 2 3 4

8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit.

8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

(9)

Kwaliteitsaspect 9: De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van de examens en van andere

toetsinstrumenten.

9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit.

Naleving

Ja nee N1b In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde

onderdelen.

N2b In het schoolplan is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde

onderdelen.

N4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan

de daarvoor gestelde minima.

(10)

10

(11)

3 Beschouwing

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs op NTC-vo Jakarta en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken.

Voor een goed begrip wordt eerst de uitgangssituatie beschreven gevolgd door een beschrijving van de aanpak en gevolgen van de bezuinigingen. Daarna volgt het algemene beeld en een toelichting op enkele beoordeelde indicatoren.

Uitgangssituatie

De Netherlands International School Jakarta (NIS) is een dagschool voor Nederlands-en Engelstalig basisonderwijs. Voor Nederlandssprekende kinderen die geen dagonderwijs op de NIS volgen biedt de NIS de mogelijkheid om lessen Nederlandse taal en cultuur te volgen. Deze kinderen volgen dus het ntc-

onderwijs na het onderwijs op hun dagschool, veelal een andere internationale school in een ander deel van Jakarta. De Nederlandstalige leerlingen in de Engelstalige stroom van de NIS, als zij daarvoor kiezen, volgen in hun dagprogramma les in de Nederlandse taal en cultuur samen met hun leeftijdsgenoten van de Nederlandstalige stroom n het primair onderwijs.

In deze situatie wordt het ntc-onderwijs dat wordt aangeboden door de NIS aan niet-leerlingen van de NIS zogenaamd naschools ntc-onderwijs genoemd.

De NIS is twee jaar geleden bezocht door de inspectie en de kwaliteit is als voldoende beoordeeld. De kwaliteit van het naschoolse ntc-onderwijs was voor de inspectie aanleiding om nadere afspraken te maken over verbetering en na twee jaren terug te keren om opnieuw een onderzoek naar de kwaliteit te doen.

Het ntc-onderwijs vindt plaats in twee vaste lokalen van de NIS en daarnaast maakt het ntc-onderwijs gebruik van de bibliotheek en van alle andere faciliteiten waarover de NIS beschikt waaronder de computerruimte. Het ntc- onderwijs wordt verzorgd door twee nieuwe leerkrachten die beide bevoegd zijn en ervaring hebben in het onderwijs. Een van de leerkrachten treedt tevens op als coördinator voor het ntc-onderwijs. Beide leerkrachten zijn voor het andere deel van hun baan verbonden aan de NIS. Dat betekent dat het

onderwijsconcept van de NIS een doorvertaling krijgt naar het ntc-onderwijs.

Het aantal leerlingen voor het ntc-onderwijs is de laatste twee jaar sterk gegroeid. Op het moment van het bezoek telde de afdeling vijftig leerlingen in ntc-po en ntc-vo. Het aantal leerlingen in de leeftijd van het voortgezet

onderwijs beweegt zich tussen de tien en vijftien leerlingen. De school verwacht dat er nog een groei kan volgen.

Het ntc-onderwijs wordt aangeboden in de leerjaren 1 tot en met 3 op het niveau van vmbo theoretische leerweg, havo en vwo. Er bestaat geen mogelijkheid tot afsluiting in de vorm van een Certificaat Nederlands als Vreemde Taal of een andere vorm van diplomering of examinering.

Aanpak en gevolgen van de bezuiniging

Nadat in mei 2013 duidelijk werd dat de subsidie voor scholen die ntc-onderwijs bieden stopt per 1 januari 2014, heeft de NIS hier een standpunt over in moeten nemen. De NIS zal ondanks de bezuinigingen het ntc-aanbod voort laten

(12)

12

bestaan. De groei van het aantal leerlingen in het ntc-onderwijs en de positieve ontwikkelingen binnen de NIS zijn hierin bepalende invloeden. Wel ligt voor de hand dat de ouderbijdrage zal worden verhoogd. De omvang van deze verhoging en of dat gevolgen heeft voor ouders om te besluiten niet meer door te gaan met het ntc-onderwijs was nog niet te voorzien.

Algemeen beeld

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het naschoolse ntc-onderwijs op de NIS als voldoende tot goed. Er is een zichtbare en aantoonbare verbeterslag

gemaakt ten opzichte van de situatie twee jaren geleden. Er is duidelijkheid over de leerlijnen, het aanbod is adequaat en modern, het pedagogisch en didactisch handelen is goed en binnen de kwaliteitszorg is een duidelijke visie op wat de leerlingen nodig hebben. Tevens zijn de ijkpunten voor kwaliteitsbeoordeling benoemd en de kwaliteitszorg is dan ook als voldoende beoordeeld.

Ontwikkelpunten liggen op het terrein van aanscherping en verdere ontwikkeling van de afstemming naar de individuele leerlingen met een beredeneerd aanbod in de vorm van individuele leerlijnen op basis van de vorderingen, resultaten en mogelijkheden van de leerlingen. Specifieke aandacht vraagt het doordenken van het aanbod en de aanpak van het woordenschatonderwijs.

Toelichting Opbrengsten

De inspectie beoordeelt twee soorten opbrengsten, te weten: opbrengsten die betrekking hebben op doorstroom gedurende de schoolperiode (de leerlingen lopen weinig vertraging op) en de beoordeling of de leerlingen presteren op het niveau dat verwacht mag worden.

Wat betreft de indicator die betrekking heeft op de doorstroom luidt het inspectieoordeel dat ze van een voldoende niveau is. De leerlingen in

de diverse leerjaren doorlopen de leerstof in het te verwachten tempo. Zij lopen weinig vertraging op.

Voor de resultaten geldt dat ze op het niveau liggen dat verwacht mag

worden op basis van de kenmerken van de leerlingen. De leerkrachten werken met methoden die ook gehanteerd worden in het onderwijs aan leeftijdsgenoten in de Nederlandse situatie. Daarnaast maakt de school sinds kort ook gebruik van de genormeerde toetsen voor het voortgezet onderwijs en heeft de school een betrouwbaar referentiekader voor het beoordelen van haar prestaties op de te onderscheiden taaldomeinen. Op grond van het feit dat het ntc-onderwijs gaat tot en met het derde leerjaar zijn de indicatoren die betrekking hebben op examenprogramma’s en examenresultaten niet van toepassing.

Onderwijspraktijk

De leerkrachten zijn sterk betrokken bij het onderwijsproces en bereiden hun lessen op serieuze wijze voor. De lessen hebben een sfeer die zich kenmerkt door vriendelijkheid en wederzijds respect. Het karakter van de lessen houdt het midden tussen ongedwongen en sturend. De pedagogische benadering biedt ruimte voor de leerlingen als individu; ruimte voor eigenheid en

zelfverantwoordelijkheid. Dat is tevens het dilemma binnen de onderwijspraktijk, want in de relatief korte lestijd voor het ntc-onderwijs wil de leerkracht

doorgaans een omvangrijk lesprogramma afwerken waarin alle aspecten van het taalonderwijs aan bod komen en er ook aandacht is voor culturele aspecten en bovenal ook ruimte voor de groepsdynamiek en sociale aspecten in de klas. Dat betekent woekeren met de tijd en keuzes in aandacht. De leerkrachten hebben te maken met heterogeen samengestelde groepen, richting-1 en richting-2 en daarnaast met combinatiegroepen van twee leerjaren. Gezien deze gegevens en

(13)

het feit dat de taakgerichtheid en de actieve betrokkenheid van de individuele leerlingen in meer of mindere mate van elkaar verschillen en ook het

prestatieniveau en de leercapaciteiten uiteenlopen vergt dat veel van het klassenmanagement van de leerkrachten om alle leerlingen te bedienen naar hun onderwijsbehoeften en -capaciteiten. De keuze van de leerkrachten om een deel van de lestijd, met name de instructiemomenten vooral klassikaal te houden om daarmee de onderlinge contacten en de samenhang binnen de groep te behouden, is te verdedigen. Ook zijn dat de momenten waarin interactie en het oefenen van luisteren, reageren en argumenteren aandacht krijgen. De ruimte voor zelfwerkzaamheid op basis van een individuele leerlijn en individuele aandacht wordt daarmee ook bepaald. Het effect van het zelfstandig werken kan worden vergroot door op basis van de analyse van de vorderingen van de leerlingen, zowel van de groep als van de individuele leerling, de leerlijnen meer in beoogde resultaten en doelen te formuleren. Door dit opbrengstgericht werken zal ook de taakgerichtheid van de leerlingen worden gestimuleerd. De taakgerichtheid van de leerlingen is als voldoende beoordeeld, maar een bepalende factor voor de concentratie en werkhouding van de leerlingen is dat de leerlingen er al een programma op hebben zitten op hun dagschool en bovendien te maken hebben gehad met een aanreistijd door het chaotische verkeer van Jakarta.

De ntc-leerkrachten maken in navolging van de NIS gebruik van het leerlingenvolgsysteem ParnasSys. Dit systeem biedt de mogelijkheid om op systematische wijze de vorderingen en resultaten van de leerlingen als groep en als individu in kaart te brengen en te analyseren. Op grond van deze gegevens is goed aan te geven hoe de leerling de leerlijnen doorloopt en is het programma en het lesaanbod door de leerkrachten sterk te individualiseren. Op het moment van het bezoek waren de leerkrachten nog in een fase van het beproeven van de mogelijkheden om deze gegevens te benutten en in de onderwijspraktijk te integreren. Deze ontwikkeling sluit aan bij de hierboven gemaakte opmerkingen over opbrengstgericht werken, waarbij het onderwijs een meer taakgerichter en eisender karakter krijgt door de leerlingen meer resultaatgericht te laten werken.

De school werkt met genormeerde toetsen en deze worden op vaste momenten in het jaar afgenomen. Het leerlingenvolgsysteem biedt ook de mogelijkheid informatie te verzamelen, door middel van daarop toegespitste vragenlijsten, over aspecten van het sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen. Dit wordt gehanteerd binnen de NIS, maar kan ook binnen het ntc-onderwijs zijn nut hebben.

Er is zorg en aandacht voor de leerlingen. De school kent niet direct leerlingen met specifieke problemen, maar wanneer daartoe aanleiding is, worden handelingsplannen opgesteld.

Naast de formele contacten met de ouders in de vorm van rapportage over resultaten en vorderingen en de nieuwsbrieven zijn er informele contacten voor en na schooltijd die de communicatie met de ouders waarborgen.

Kwaliteitszorg

In het schoolplan geeft de school een helder beeld van de eigen situatie en de wijze waarop de school werkt aan verbetering en ontwikkeling van haar

kwaliteit. De voor het onderwijs verantwoordelijken bespreken de resultaten en de voortgang op de korte en de langere termijn. De korte en informele lijnen en de directe en open manier van communicatie waarborgen voldoende feedback op het functioneren van individuen en de organisatie in haar geheel.

Een punt van aandacht is de formele positie van de ouders van het naschoolse ntc-onderwijs binnen de bestuurlijke structuur. De directeur van de NIS is naast de ntc-coördinator direct aanspreekbaar als eindverantwoordelijke voor het ntc- onderwijs. De Board of Patrons treedt op als afgevaardigde van de oprichters.

De Board of Supervisors treedt op als toezichthoudend bestuur. Dit bestuur bestaat uit ouders van leerlingen van de school. De directie vormt het dagelijks

(14)

14

ouders van de naschoolse ntc-leerlingen gehoord en worden zij onder meer via de nieuwsbrieven geïnformeerd, maar hun positie binnen de bestuurlijke constructie is niet formeel vastgelegd.

(15)

4 Vervolg van het toezicht

Bij dit kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie ook de naleving van een aantal wettelijke voorschriften over de door het bestuur vastgestelde schoolgids en het schoolplan onderzocht, zoals die voor scholen in Nederland gelden. Op basis hiervan concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet.

De bevindingen van dit kwaliteitsonderzoek leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement):

de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode kan de school in de steekproef vallen van de jaarlijkse bevraging van de resultaten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs op de Shanghai Dutch School (SDS), onderdeel van BISS te Shanghai en geeft

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Het kwa l ite itsprof ie l geeft een overz icht van de waarder ingen d ie de inspect ie heeft toegekend aan ind icatoren d ie betrekk ing hebben op be langr ijke kenmerken van

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

De afdeling Nederlands voortgezet onderwijs in Ferney-Voltaire biedt onderwijs van voldoende tot goede kwaliteit; nagenoeg alle onderzochte indicatoren zijn dan ook als voldoende