• No results found

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEZORGEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA DEN HAAG

Lange Voorhout 8

Postbus 20015

2500 EA Den Haag

T 070 – 342 43 44

E voorlichting@rekenkamer.nl

W www.rekenkamer.nl

D A T U M 19 juni 2018

B E T R E F T Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie

U W K E N M E R K 34950-X-2/2018D29491

O N S K E N M E R K 18004327 R

B I J L A G E N 1

Geachte mevrouw Arib,

Hierbij bieden wij u de op 19 juni 2018 vastgestelde antwoorden aan op de door de vaste commissie voor Defensie gestelde vragen over de Resultaten

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie.

Algemene Rekenkamer

drs. F.C. (Francine) Giskes, wnd. president

drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris

(2)

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie

Antwoorden Algemene Rekenkamer bij vragen van de Tweede Kamer over de 2/3

Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie

Vraag 1

Waarom blijft u spreken van de JSF, in plaats van de door Defensie gehanteerde benaming F-35? Bent u bereid dit aan te passen?

De aanduidingen ‘JSF’ en ‘F-35’ worden zowel nationaal als internationaal door elkaar gebruikt. Zo wordt het JSF-programma uitgevoerd door het ’JSF Program Office’ (JPO). Het Ministerie van Defensie heeft ook lang wisselend beide aanduidingen gehanteerd, tot zij sinds 2013 het toestel aanduidt als ‘F-35’.

De Algemene Rekenkamer is de reeks onderzoeken rond de vervanging van de F-16 gestart in 2005 en in deze reeks heeft zij steeds de aanduiding ‘JSF’ gehanteerd. Uit

consistentieoverwegingen heeft ze dit tot dusver gehandhaafd en zal ze dit blijven doen.

Vraag 2

Kunt u aanbevelen hoe de Kamer zijn oordeel kan vellen over de inzetbaarheid middels het Jaarverslag?

Het feit dat de informatie over inzetbaarheid in een vertrouwelijke bijlage is opgenomen staat er in principe niet aan in de weg om – eventueel besloten – met de minister over de inzetbaarheid in debat te gaan en een politiek standpunt hierover te vormen.

Vraag 3

Hebt u er vertrouwen in dat het JPO alle rapportages van de auditinstanties in de toekomst tijdig zal verstrekken?

Het ministerie zal actief de rapportages van de auditinstanties van het JPO moeten blijven opvragen.

Vraag 4

Kunt u toelichten vanaf wanneer u precies een verbetering zag in de manier waarop het ministerie de problemen aanpakt?

Wij hebben niet van alle problemen onderzocht hoe het ministerie deze aanpakt. We hebben dat wel gedaan voor de logistieke keten voor reserveonderdelen. In onze

verantwoordingsonderzoeken over 2014 en 2015 constateerden we dat deze keten

onvoldoende functioneerde, met negatieve gevolgen voor het materieel van de krijgsmacht.

In het verantwoordingsonderzoek 2015 hebben we de werking van de logistieke keten als

(3)

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Defensie

een ernstige onvolkomenheid gekwalificeerd, met name omdat het Ministerie van Defensie 3/3

traag, zonder prioriteiten te stellen en onvoldoende gecoördineerd werkte aan verbetering van de inzetbaarheid van het materieel. In ons verantwoordingsonderzoek over 2016 zagen we verbetering in de manier waarop het ministerie de problematiek aanpakte: het voert centraal regie op de uitvoering van de plannen. We zagen ook dat de minister vaart zette achter de implementatie van deze plannen. Dat was reden voor ons om het in dat jaar niet langer als een ernstige onvolkomenheid te beschouwen.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de bewering van de minister van Defensie dat het in de financiële

administratie van Defensie niet mogelijk is de besteding van specifieke budgetten voor het herstel van de basisgereedheid tot op eenheidsniveau binnen de Defensieonderdelen te volgen?

Het budgetrecht van de Tweede Kamer is geënt op de begrotingsartikelen. Om controle conform het budgetrecht van de Tweede Kamer mogelijk te maken, is volgens ons zicht op de verdeling van de extra middelen over de in onze aanbeveling genoemde

begrotingsartikelen nodig. Inmiddels heeft de minister van Defensie u in antwoord op uw vraag daarover een tabel over de verdeling van de € 197 miljoen extra budget toegezonden.

Deze tabel laat de verdeling van het extra budget zien over de diverse begrotingsartikelen voor de komende jaren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat is het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het feit dat het parlement niet de omvang van de begrotingsmiddelen bepaalt, geen directe zeggenschap heeft over de besteding

gemeenten of proeftuinen die bekostigd zijn in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) al bezig waren met een omschakeling naar andere warmtevoorziening.. Wel hebben

Voor het resterende deel van de tweede tranche constateren we dat zowel de onderwijssector als de minister voor BVOM nog (1) een concrete doelstelling en een eenduidige

We hebben in het Verantwoordingsonderzoek 2018 wel geconstateerd dat de minister van SZW en UWV in 2019 onderzoek starten, via experimenten, om meer inzicht te krijgen in

Uit de door de minister van Financiën vastgestelde Rijksbegrotingsvoorschriften volgt dat de rapporteringstoleranties afhankelijk zijn van de financiële omvang van de financiële

Wij hebben in het verantwoordingsonderzoek 2018 geen onderzoek verricht naar de vraag of het materieelbegrotingsfonds in combinatie met overprogrammering soelaas gaat bieden, zoals

Hoeveel van de zeven instellingen die gesanctioneerd zijn omdat zij een onderprestatie lieten zien op het totaal aantal bezoekers, voldeden ook niet aan één van de andere

Welke besluiten zijn door de minister van Veiligheid en Justitie betreffende de huisvesting van de politie in 2014 genomen die voor vele jaren gevolg zouden hebben, terwijl bleek dat