• No results found

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van IenW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van IenW"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEZORGEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA Den Haag

Postbus 20015 2500 EA Den Haag 070-342 43 44

voorlichting@rekenkamer.nl www.rekenkamer.nl

T 070-3424344

W www.rekenkamer.nl

DATUM 8 juni 2021

BE TREF T Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten

verantwoordingsonderzoek 2020 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

UW KE NMERK

ONS KENMERK 21003841 R BI JLAGEN 1

Geachte mevrouw Bergkamp,

Hierbij bieden wij u de op 8 juni 2021 vastgestelde antwoorden aan op de door de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Waterstaat gestelde vragen over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het kantoor van de Algemene Rekenkamer is beperkt opengesteld. Er wordt voornamelijk vanaf de thuiswerkplekken gewerkt. Om deze reden sturen wij u deze brief digitaal toe.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. (Arno) Visser, drs. C. (Cornelis) van der Werf,

president secretaris

(2)

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

2/3

Antwoorden Algemene Rekenkamer bij vragen van de Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Vraag 1

Hoe waardeert de Algemene Rekenkamer de inzet van de minister op de

uitvoering van maatregelen in zoetwaterregio’s die afhankelijk zijn van regen - en grondwater?

Als het gaat om maatregelen tegen droogte in het Deltaprogramma Zoetwater, houdt de minister de voortgang van afspraken bij. Dat gebeurt ook voor zoetwaterregio’s die afhankelijk zijn van regen- en grondwater. We verwachten echter van de minister dat zij sterker en inhoudelijker betrokken is bij de maatregelen tegen droogte die worden

ontwikkeld in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Daarbij gaat het om maatregelen die juist voor regen- en grondwaterafhankelijke gebieden erg belangrijk zijn. Droogte wordt mede veroorzaakt door klimaatverandering en levert problemen op voor de nationale zoetwatervoorziening, beide onderwerpen waarvoor de minister van IenW een verantwoordelijkheid draagt, zoals ook beschreven is in ons rapport. Op basis van inhoudelijk inzicht in de ruimtelijke maatregelen die op lokaal niveau worden ontwikkeld en uitgevoerd, en de knelpunten die hierbij ontstaan, kan de minister bijsturen en kennis (laten) delen.

Vraag 2

Wat adviseert de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de belangen afwegingen die de financiering belemmeren?

Wij hebben geen onderzoek gedaan naar de manier waarop de verantwoordelijke ministers en decentrale overheden besluiten nemen over maatregelen waar belangen met elkaar botsen. Wel hebben wij vastgesteld dat de vereiste cofinanciering die door decentrale overheden gezocht moet worden voor ruimtelijke maatregelen tegen droogte veel tijd kost omdat er – in vergelijking met watersysteemmaatregelen – meer partijen bij betrokken zijn. Dat hierbij de belangen van betrokken partijen vaak uiteen lopen, laat ook ons voorbeeld op pagina 31 en 32 zien. Daarom bevelen wij de minister van IenW ook aan om niet alleen procesvoortgang van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie te bewaken maar ook inhoudelijk te monitoren. Zo verkrijgt de minister inzicht in de ruimtelijke

(3)

Beantwoording vragen Tweede Kamer over de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

maatregelen die op lokaal niveau tegen droogte worden ontwikkeld en in de knelpunten 3/3

die zich hierbij voordoen. De minister kan vervolgens bijsturen en kennis delen.

Vraag 3

Hoeveel geld beveelt de Algemene Rekenkamer aan om uit te trekken voor instandhouding van de netwerken die Rijkswaterstaat beheert?

Wij hebben dit niet onderzocht in 2020 maar de hoeveelheid geld die nodig is voor instandhouding van de netwerken van Rijkswaterstaat hangt af van de eisen die worden gesteld aan de veiligheid en beschikbaarheid van de netwerken. In ons onderzoek naar gebruiksbeperkingen in het hoofdvaarwegennet in het verantwoordingsonderzoek 2018 bij het Ministerie van IenW concludeerden we onder meer dat een oplopend volume aan uitgesteld onderhoud leidt tot een hogere kans op storingen en daarmee tot

gebruiksbeperkingen voor de scheepvaart. De prestatie-indicator voor stremmingen als gevolg van ongepland onderhoud werd toen niet gehaald door de minister van IenW. In 2020 was dat ook het geval. Mede naar aanleiding van ons verantwoordingsonderzoek 2018 en onze eerdere onderzoeken naar instandhouding van het hoofdwegennet (2014), het hoofdvaarwegennet (2015) en het hoofdwatersysteem (2016) heeft de minister van IenW haar meerjarenramingen voor instandhouding extern laten toetsen. In haar brieven van 19 juni en 17 december 2020 informeert de minister de Kamer over de resultaten van deze toets. Uit de toets blijkt dat de budgetbehoefte bij Rijkswaterstaat voor

instandhouding voor het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet in de periode 2022- 2035 gemiddeld € 1 miljard per jaar hoger ligt dan wat hiervoor beschikbaar is in deze periode. Hierbij is uitgegaan van het huidige gewenste niveau van instandhouding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In ons verantwoordingsonderzoek over 2018 hebben wij voor het eerst extra aand acht gevraagd voor het proces van het afgeven van prestatieverklaringen en de controle daarop binnen

In aanmerking genomen dat u concludeert dat het niet plausibel is dat de uitgaven aan het lage-inkomensvoordeel (LIV) doelmatig zijn, omdat de jaarlijkse uitgaven aan het LIV

Overigens geven alle vijf gesproken gemeenten in ons onderzoek, dus ook de vier gemeenten die erop vooruit zijn gegaan met de herverdeling van de GOAB-middelen, aan dat ze bovenop de

Wat is het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het feit dat het parlement niet de omvang van de begrotingsmiddelen bepaalt, geen directe zeggenschap heeft over de besteding

gemeenten of proeftuinen die bekostigd zijn in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) al bezig waren met een omschakeling naar andere warmtevoorziening.. Wel hebben

Voor het resterende deel van de tweede tranche constateren we dat zowel de onderwijssector als de minister voor BVOM nog (1) een concrete doelstelling en een eenduidige

We hebben in het Verantwoordingsonderzoek 2018 wel geconstateerd dat de minister van SZW en UWV in 2019 onderzoek starten, via experimenten, om meer inzicht te krijgen in

prioriteitsvolgorde minder productie, recycling, verbranding en ten slotte veilige verwijdering wordt aangehouden, ondanks dat de wettelijk verplichte recycledoelstelling voor plastic