• No results found

Weergave van Doeltreffende schoonheid. Adriaan Willem Weissman en Lizzy Cottage (1901-1904)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Doeltreffende schoonheid. Adriaan Willem Weissman en Lizzy Cottage (1901-1904)"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Doeltreffende schoonheid

Adriaan Willem Weissman en Lizzy Cottage (1901-1904)

Coert Peter Krabbe en Jos Smit

De villabuurt r o n d o m het A m s t e r d a m s e M u s e u m p l e i n v o r m t een staalkaart van het b o u w e n o m s t r e e k s de voorlaatste e e u w ­ wisseling en kent m e e r d e r e architectonische hoogstandjes van z e e r u i t e e n l o p e n d karakter.' T w e e d a a r v a n b e h o r e n tot het b e l a n g r i j k s t e dat de architect A d r i a a n W i l l e m W e i s s m a n ( 1 8 5 8 - 1 9 2 3 ) heeft g e b o u w d : het Stedelijk M u s e u m aan de Paulus Potterstraat uit 1892, en het in 1901 o n t w o r p e n vrij­

staande herenhuis met schilderijenzaal "Lizzy C o t t a g e ' , o p de hoek van de H o b b e m a s t r a a t en de Jan Luijkenstraat (afb. 1).

Tussen beide ontwerpen zit nog geen tien jaar. In dat korte tijdsbestek o n d e r g i n g de a r c h i t e c t u u r van W e i s s m a n funda­

m e n t e l e v e r a n d e r i n g e n : is d e hoofdvorm van het museum g e b a s e e r d o p de N e d e r l a n d s e a r c h i t e c t u u r van de v r o e g e z e v e n t i e n d e e e u w , het uiterlijk van Lizzy C o t t a g e is schat­

plichtig aan de c o n t e m p o r a i n e Engelse architectuur en aan­

merkelijk m i n d e r historiserend. In het laatste d e c e n n i u m van de negentiende e e u w maakte het werk van collega-architec­

ten, onder wie H.P. Berlage ( 1 8 5 6 - 1 9 3 4 ) , Ed. C u y p e r s ( 1 8 5 9 - 1927) en G. van Arkel ( 1 8 5 8 - 1 9 1 8 ) , een vergelijkbare ont­

wikkeling door: ze lieten de decoraties van de H o l l a n d s e neo- renaissance los en zochten naar een n i e u w e , meer eigentijdse

Afb. 1. 'Lizzy' Collage'. Hobbemastraat 12, Amsterdam, A.W. Weissman, 1901-1904. (Uit: J.H. W Lehman, Het Stadswoonhuis in Nederland gedurende de laatste 25 jaren, 's-Gravenhage 1918. 45)

architectuur.- Met n a m e in de o u d e r e literatuur is de rol van B e r l a g e bij de v e r n i e u w i n g van de N e d e r l a n d s e b o u w k u n s t sterk u i t v e r g r o o t .

3

In 1997 trok A u k e van d e r W o u d in het boek Waarheid en Karakter ten strijde tegen het in zijn ogen modernistische geschiedbeeld waarin de ontwikkeling van de N e d e r l a n d s e a r c h i t e c t u u r is g e r e d u c e e r d tot de k a a r s r e c h t e lijn Pierre C u y p e r s . Berlage en het N i e u w e B o u w e n . O n d a n k s zijn verdiensten en belang was Berlage niet in zijn eentje ver­

antwoordelijk v o o r de vernieuwing van de N e d e r l a n d s e archi­

tectuur rond 1900. In tegenstelling tot het g a n g b a r e beeld had B e r l a g e s z o e k t o c h t naar een n i e u w e v o r m e n t a a l een grillig

verloop. Achteraf, zo constateert Van der Woud, is vaak c o n ­

sistentie en s a m e n h a n g in een o e u v r e gecreλerd, terwijl dat ook als " v o l t e g e n s p r a a k en o n g e r i j m d h e d e n " kan w o r d e n b e s c h r e v e n , zoals het o e u v r e van B e r l a g e in zijn c r u c i a l e j a r e n v o o r 1 9 0 0 .

4

S t u d i e van c o n t e m p o r a i n e tijschriften en o n t w e r p e n van tijdgenoten laat zien dat veel m e e r architecten naar een alternatief zochten voor het al te letterlijk navolgen van historische b o u w v o r m e n . O o k in deze gevallen waren de pogingen geregeld vol contradicties en s o m s ijdel. Weissman schreef over zijn zoektocht in 1897: "Ik wil wel e r k e n n e n , dat ik, als z o o v e l e n , van de historische stijlen ben uitgegaan ( . . . ) . L a n g z a m e r h a n d ben ik echter het verkeerde van alle navol­

ging g a a n inzien en is het mijn o v e r t u i g i n g g e w o r d e n , dat alleen het o n b e v a n g e n voldoen aan de m o d e r n e eischen o n s aan een nieuwe bouwkunst kan helpen. Schoonheid is bij mij met doeltreffendheid s y n o n i e m g e w o r d e n " .

5

Vier j a a r na die uitspraak o n t w i e r p hij Lizzy C o t t a g e .

E e n huis met een k u n s t z a a l

Lizzy Cottage, g e b o u w d in opdracht van k u n s t v e r z a m e l a a r E.

van Essen, is opgetrokken uit gevels van oranjerode baksteen boven een plint van grijs, ruw behakt graniet. Aan de straat­

zijden wordt het perceel begrensd door een smeedijzeren hek in sierlijke v o r m e n . V e r s c h i l l e n d e u i t k r a g e n d e o n d e r d e l e n verlenen de gevels aan de H o b b e m a s t r a a t en de Jan Luijken­

straat een levendig aanzien. O p de hoek van beide straten ont­

w i e r p W e i s s m a n een halfronde e r k e r over de onderste twee b o u w l a g e n . Dit o n d e r d e e l , in feite het m i d d e l p u n t van de c o m p o s i t i e , wordt geflankeerd d o o r r e c h t h o e k i g e erkers die de eerste verdieping en de zolderverdieping beslaan. De beide

P A G I N A ' S

1 7 9 - 2 0 0

(2)

l 8 0

B U I . I . K T I N K N O B

2 0 0 7 - 4 / 5

Afb. 2. Lizzy Cottage, detail gevel Jan Luijkenstraat (Han van Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

erkers h e b b e n een gelijke v o r m g e v i n g m a a r verschillen in breedte.

W e i s s m a n s g e v e l c o m p o s i t i e is een spel met s y m m e t r i e . De opzet met drie erkers is niet s p i e g e l b e e l d i g , m a a r er is een subtiel e v e n w i c h t bereikt. O p de z o l d e r v e r d i e p i n g gaan de rechthoekige erkers links en rechts over in een uitkraging die d o o r l o o p t o v e r de a f g e r o n d e h o e k , z o d a t die hier d o o r de m i d d e l s t e , halfronde erker w o r d t o n d e r s t e u n d . D e z e uitkra- ging en erkers zorgen, samen met het samenstel van dakschil- den, v o o r een levendige c o m p o n e n t in een verder strak v o r m - g e g e v e n g e h e e l . A a n de westzijde is het d a k s c h i l d d o o r g e - trokken over de meest westelijke travee die een verdieping lager is. Ook het zuidoostelijk deel is wat lager g e h o u d e n . D e halfronde erker op de hoek heeft aan beide zijden een rand van ruw b e w e r k t e natuurstenen blokken als overgang naar de bakstenen g e v e l .

6

In dit onderdeel zijn de ramen gevat tussen

granieten stijlen. De borstwering tussen b e g a n e grond en de

e e r s t e e t a g e is g e v u l d met e e n d o o r W e i s s m a n o n t w o r p e n

tegeltableau van putti in verschillend aanzicht die een guir-

lande vasthouden, tegen een g o u d k l e u r i g e a c h t e r g r o n d .

7

R o n d

1900 raakten kleurrijke d e c o r a t i e s van k e r a m i e k in z w a n g

( v o o r die tijd w a r e n de t e g e l t a b l e a u s aan g e b o u w e n d o o r -

g a a n s m o n o c h r o o m blauw). Het k u n s t w e r k is g e m a a k t d o o r

de Delftse firma Joost Thooft en L a b o u c h è r e , die ook o p e -

reerde onder de n a a m ' D e Porceleyne F l e s ' (afb. 3). De firma

had het z o g e n a a m d e sectielaardewerk o n t w i k k e l d , dat ook in

Lizzy Cottage is toegepast. In plaats van vierkante e x e m p l a -

ren zijn tegels gebruikt die de hoofdlijnen van de compositie

v o l g e n . De v o e g e n a c c e n t u e r e n z o d o e n d e de v o o r s t e l l i n g ,

v e r g e l i j k b a a r met een g l a s - i n - l o o d r a a m . Voor de d e c o r a t i e

paste ' D e P o r c e l e y n e Fles* kleislib t o e ; d a a r d o o r w a r e n de

tableaus goed bestand tegen w e e r s i n v l o e d e n en geschikt v o o r

(3)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5 1 8 1

Afb. 3. Lizzy Collage, clelail seeliellegels in hoekerker (Htm van Gooi.

Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

toepassing aan e x t e r i e u r s .

8

Weissman, die de voortbrengselen van de firma o p de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs had b e w o n d e r d , schreef in het tijdschrift De Opmerker. "Nu de ' n i e u w e k u n s t ' in de architectuur het toepassen van tegels, ook aan de gevels met zich brengt, komt het Delftsche voort- brengsel juist o p tijd".

1

* Van de in Parijs g e t o o n d e producten prees Weissman bovenal een paneel met vissen, enigszins in

"Japanschen trant". Het "is geheel decoratief gehouden en als zoodanig zeer geslaagd".

De kunstzaal, de minder diepe en lagere a a n b o u w aan de ach- terzijde, kreeg rondom blinde gevels waarin aan de b o v e n z i j - de telkens t w e e rijen met o n d i e p e rechthoekige velden zijn gemaakt (waarvan de bovenste hoger zijn). In de gevel aan de Jan Luijkenstraat zijn de onderste drie gevuld met een met- selmozaïek in dambordpatroon van liggende en staande bak- stenen. De bovenste drie velden bevatten elk een sectieltegel- mozaïek van drie witte vrouwenfiguren in wapperend gewaad en wisselende houding tegen een blauwe achtergrond (afb. 2 ) . De voorstellingen zijn verwant aan het werk van de in deze tijd populaire E n g e l s e k u n s t e n a a r s , in het bijzonder Walter Crane. Van de drie tableaus zijn verschillende voorstudies van Weissman bewaard gebleven (afb. 4 ) . Net als het kunstwerk o p de hoek is het gemaakt d o o r Joost Thooft & L a b o u c h è r e : rechtsonder staat de naam van de firma vermeld.

Afb. 4. 'Dansende vrouw'. ontwerptekening voor het seclieltableau, A. W.

Weissman (Nederlands Architectuurinstituut. Rotterdam)

De g e b o u w d e villa wijkt in veel onderdelen af van de teke- ningen (gevelaanzichten, d o o r s n e d e n , plattegronden) die wer- den ingediend bij de aanvraag van de b o u w v e r g u n n i n g , wat destijds geen ongebruikelijke g a n g van zaken w a s .

1 0

De uit- eindelijk gerealiseerde plattegrond b e e l d d e W e i s s m a n onder andere af in de o n d e r de titel 'Gallery B u i l d i n g ' gepubliceer- de lezing die hij in 1907 hield voor het Royal lnstitute of'Bri- tish Architects (afb. 6 ) . "

De ingang van de villa is gesitueerd aan de oostzijde van het perceel aan de Hobbemastraat. Daarachter plaatste Weissman een vestibule en een gang waaraan rechts (N) de h u i s k a m e r en de e e t k a m e r grenzen, en links (Z) achtereenvolgens de rui- me ontbijtkamer, een tussenkamer, het trappenhuis en de keu- ken in de z u i d w e s t h o e k (afb. 6 ) .

1 2

In het verlengde van de gang ligt de al g e n o e m d e kunstzaal. die zowel voor het e x p o - seren van schilderijen als v o o r m u z i e k u i t v o e r i n g e n werd gebruikt. De hoge zaal bezit een eigen schilddak met daklich- ten ten behoeve van de belichting van de schilderijen.

Weissman merkte op dat een goed geventileerde ruimte tus-

sen keuken en v o o r h u i s moest v o o r k o m e n dat e t e n s g e u r e n d o o r het huis circuleerden.

1

-' Hij plaatste de trap zo dat deze niet te zien is vanuit de vestibule opdat " b e z o e k e r s geen blik in de intimiteit van het huis kunnen slaan". Aan het trappen- huis in het hart van het gebouw grenst o p b e i d e verdiepingen een overloop w a a r o p alle vertrekken uitkomen. O p de eerste etage zijn dat vijf kamers en een badkamer, in de kapverdie- ping twee kamers, een dienstbodekamer, bergplaats en zolder.

Tijdens de lezing gaat Weissman kort in o p de afwerking van d e schilderijenzaal. maar geeft hij ook iets prijs van de oor- spronkelijke inrichting van Lizzy Cottage. "Alle zolderingen en b e t i m m e r i n g e n zijn van e i k e n - , ceder-, of t e a k h o u t . De w a n d e n zijn m e t k o s t b a r e stoffen b e d e k t , en op de beide w o o n v e r d i e p i n g e n is n e r g e n s s t u k a d o o r w e r k g e m a a k t " .

1 - 4

Z o a l s te verwachten valt. is de luxe wandafwerking met kost-

bare stoffen inmiddels verdwenen m a a r met n a m e het monu-

m e n t a l e t r a p p e n h u i s en de rijk a f g e w e r k t e ruimten op de

begane grond hebben de tijd goed doorstaan. Daartoe behoren

(4)

182

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

aaaa B — M '""AT

uaansM - a

"

f "

r [ ' _ ( !

-'.W-V.' ..

i l i - .

5. L/zzy Cottage, bouwtekening met gevels, doorsneden, plattegronden en situatie. 24 december 1901/18 september 1902. A. W. Weissman.

(Stads arch ie/A msterdam)

W n n n n n n n n

Ajb. 6. Lizzy Cottage, gerealiseerde plattegrond. (Uit: De Bouwwereld 3 (1904). 315)

plafonds met d o o r lijstwerk i n g e d e e l d e g e o m e t r i s c h e vlak­

ken, lambriseringen, paneeldeuren en deuromlijstingen, inge­

b o u w d e kasten, glas in lood (onder a n d e r e met g e s t i l e e r d e plantmotieven) en enkele k a m e r s met koof op de verdiepin­

g e n . Veel h o u t w e r k bleef b e w a a r d , al is het o p s o m m i g e plaatsen witgeschilderd. O p v a l l e n d is, met uitzondering van de k a m e r en suite die een geheel eigen v o r m g e v i n g kent, de consequente toepassing van niet-historiserende, geometrische sierpatronen in het h o u t w e r k : de verschillende c o m b i n a t i e s van rechthoekige en vierkante velden, ruiten, horizontale en verticale lijsten en kraaldelen zijn zowel buiten als binnen te vinden.

Curieus is de in achttiende-eeuwse trant gedecoreerde voor­

k a m e r op de begane grond. De rijk uitgevoerde lambriserin­

gen hebben een o p b o u w van basement, lisenen en afsluitende lijst, alsmede panelen die zijn voorzien van ornamentiek (afb. 7).

Het plafond heeft een middenrozet met d a a r o m h e e n een lijst met versieringen; de gebogen lijst wordt aan de randen onder­

broken d o o r rijke p a l m e t d e c o r a t i e s (afb. 8). De n o o r d w e s t ­

hoek is afgeschuind d o o r een eenvoudige s c h o u w van grijs-

(5)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

1 8 3

Sööor:.ï

Afb. 7. Lizzy Collage, voorkamer. (Hart van Gooi, Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

bruin m a r m e r waarvan de boezem is afgewerkt met rijk snij- werk. In de schoorsteenboezem zijn twee velden uitgespaard waarvan de onderste een spiegel bevat, de bovenste is thans leeg. Het is waarschijnlijk dat onderdelen als plafond, lambri- sering en schouw uit een ouder pand afkomstig zijn. De gang- deur en de suitedeuren tussen de voor- en a c h t e r k a m e r zijn waarschijnlijk door Weissman aan de wand- en plafondafwer- king a a n g e p a s t ; de deuren h e b b e n aan de a n d e r e zijde e e n afwijkende vormgeving die is afgestemd op respectievelijk de g a n g en de a c h t e r k a m e r (afb. 7 en 9). De suitedeuren zijn d e e l s van glas met een r o e d e n v e r d e l i n g ; de d e c o r a t i e van deze deuren wijkt iets af van die van de rest van het vertrek, m a a r is er duidelijk aan aangepast. Kort daarvoor had Weiss- man in het Stedelijk M u s e u m e v e n e e n s historische interieurs aangebracht, de z o g e n o e m d e Suasso-stijlkamers.

Ook de afwerking van de achterkamer is vol finesse. De sui- tedeuren en de deur naar de gang hebben aan de bovenzijde inlegwerk dat w o l k e n s u g g e r e e r t . Net als in de v o o r k a m e r sluit de decoratie van de deuren aan o p die van de rest van het vertrek en is aan de andere zijde afgestemd op de a a n g r e n - zende ruimten (afb. 9 en 10). De m a k e r hiervan moet m o g e - lijk worden g e z o c h t in de k r i n g e n van de k u n s t h a n d e l Van Wisselingh. w a a r m e e de o p d r a c h t g e v e r n a u w e betrekkingen

onderhield. Het vertrek wordt verder gesierd door een balken- plafond van eigentijdse, zorgvuldig geprofileerde balken met g e s n e d e n h o o f d e n , die steeds verschillend van v o r m g e v i n g zijn. als consoles. De vormgeving wijkt af van de deuren en andere interieuronderdelen in het huis. N a a r alle waarschijn- lijkheid liet E.H. C r o n e . die Lizzy Cottage in 1909 kocht, dit

Afb. 8. Lizzy Cottage, plafond voorkamer. (Han van Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

(6)

1 8 4 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

• R H

Ajb. 9. Lizzy Cottage, achterkamer. (Llan van Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

plafond a a n b r e n g e n (afb. 9 t/m 11). Een l a m b r i s e r i n g , die door Het M o d e l h u i s van de kunstnij veraar N a p o l e o n le G r a n d w a s a a n g e b r a c h t in zijn o u d e w o o n h u i s K e i z e r s g r a c h t 5 8 . bracht hij over naar de H o b b e m a s t r a a t . De v o r m g e v i n g van deze lambrisering, thans in de collectie van het R i j k s m u s e u m , k o m t overeen met het balkenplafond (afb. 12 en 1 3 ) .

1 5

D e kunstzaal aan de achterzijde is v o o r z i e n van een h o g e

i l l l l i l i l i M M M M

Ajb. 10. Lizzy Cottage, detail schuifdeuren en balklaag achterkamer.

(Hem van Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

Ajb. 11. Lizzy Cottage, detail balklaag achterkamer: consolekopje. (Hart van Gooi, Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

(7)

1 8 5

Afb. 13. Lambrisering, mei vier panelen van noten, palissander en grenen, ontworpen door Hel Modelhuis van N. le Grand. Onderdeel van een door E.H. Crone naar Lizzy Cottage meegenomen betimmering.

(Rijksmuseum Amsterdam)

kooflijst o m een optimale belichting te bewerkstelligen. Het h u i d i g e , enigszins v e r l a a g d e en vlakke plafond ontstond toen later een tussenverdieping werd ingebracht. Daarbij is de oor­

spronkelijke belichting door middel van bovenlicht tenietge­

daan. De a a n w e z i g h e i d van een groot venster in de z u i d m u u r is m e r k w a a r d i g . Zuiderlicht is o n g u n s t i g voor de belichting van kunstwerken en het venster staat niet a a n g e g e v e n o p de b o u w t e k e n i n g e n , m a a r d a t e e r t w a a r s c h i j n l i j k wel uit de bouwtijd gezien de naadloze aansluiting van kozijn op met­

s e l w e r k . Z o w e l de lage l a m b r i s e r i n g met v e r d i e p t e v l a k k e n en e e n v o u d i g s n i j w e r k , de afsluitende kroonlijst b o v e n de wand en de - van origine rijk beschilderde - kooflijst zijn nog

Afb. 15. G. W. Dijsselhof, ontwerptekening van de pronkende pauw in de schilderijenzaal, omstreeks 1904.

oorspronkelijk (afb. 14). Hetzelfde geldt voor de parketvloer en de deuren. Weissman: " D e schilderijenzaal dient tevens als muziekzaal, en bevat een vleugel en gemakkelijke stoelen. De vloer bestaat hier uit eikenhouten parket en is met oude Indi­

s c h e en P e r z i s c h e tapijten b e l e g d . D o n k e r g r o e n trijp geeft voor de schilderijen d e n gewenschten achtergrond. Vier boog­

lampen zijn tusschen de ramen in het dak en de m a t g l a z e n zoldering aangebracht. H a a r licht wordt d o o r s c h e r m e n zσσ verspreid, dat bij avond hetzelfde effect als bij dag wordt ver­

k r e g e n " .

1 6

Dit vertrek is, net als het exterieur, afgebeeld in het overzicht van recente w o o n h u i s a r c h i t e c t u u r dat architect J.H.W. L e l i m a n in 1918 v e r z o r g d e .

1 7

In een a f g e s c h u i n d e hoek w a s een orgel geplaatst. De g e r e n o m m e e r d e k u n s t e n a a r G.W. Dijsselhof ( 1 8 6 6 - 1 9 2 4 ) , die nauw v e r b o n d e n was aan de firma Van Wisselingh & C o . bracht de oorspronkelijke pla­

fondversiering aan met in de ruimte boven de afgeschuinde h o e k een u i t b e e l d i n g van een p r o n k e n d e p a u w (afb. 1 5 ) .

l S

Een s o o r t g e l i j k e v o o r s t e l l i n g had Dijsselhof in 1 8 9 5 - 1 8 9 6 vervaardigd voor het interieur van Nieuwezijds Voorburgwal

B U L L E T I N K N O B

2 0 0 7 - 4 / 5

Afb. 12. Wandkast, uitgevoerd in noten, eiken, grenen en palissander, ontworpen door Hel Mode/huis van N. le Grand. Onderdeel van een door E.H. Crone naar Lizzy Cottage meegenomen betimmering. (Rijksmuseum Amsterdam)

Afb. 14. Lizzy Cottage, interieur schilderijenzaal. (Uit: J.H.W. Leliman, Hel Sladswoonhuis in Nederland gedurende de laatste 25 jaren, 's- Gravenhage 1918. 45)

(8)

1 8 6

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

3 4 4 dat sinds 1935 als stijlkamer is te zien in het H a a g s g e m e e n t e m u s e u m .

1 9

Mocht het k u n s t w e r k in Lizzy C o t t a g e nog schuilgaan achter de wit geverfde beplanking van kraai- delen. dan is dit v o o r zover bekend het enige in situ o v e r g e - bleven voorbeeld van een interieurafwerking van Dijsselhof in A m s t e r d a m .

2 0

Mogelijk zijn n o g m e e r schilderingen in de kunstzaal aan het oog onttrokken.

Collectioneur Van E s s e n en zijn 'schilderijengalerij'

O p d r a c h t g e v e r van Lizzy C o t t a g e was de c o m m i s s i o n a i r in effecten en assurantiën Engelbertus van Essen ( 1 8 5 5 - 1 9 1 4 ) . Van Essens tweede vrouw, Sophia Elisabeth C a t h a r i n a See- gers, w o o n d e , voordat ze in 1889 naar Nederland terugkeer- de, in Engeland. Lizzy C o t t a g e is waarschijnlijk een verwij- zing naar haar (tweede) naam. Van Essen w a s zeer actief in de kunstwereld, als verzamelaar en als bestuurder. Weissman beschreef zijn collectie als "fraaie moderne Nederlandsche en Fransche schilderijen".

2

' De architect overdreef niet: de ver- z a m e l i n g bestond uit schilderijen en a q u a r e l l e n van o n d e r andere de H a a g s e en A m s t e r d a m s e School (J. Israëls, H.W.

M e s d a g , J a c o b en W i l l e m M a r i s , J.H. W e i s s e n b r u c h . J . B . Jongkind, W. Witsen, J. B o s b o o m , G.H. Breitner, G. P o g g e n -

beek en a n d e r e n ) , de School van B a r b i z o n en schilders als Jean-Baptiste Corot en G u s t a v e Courbet. O o k bezat hij veel werk van zijn broer, de schilder Jan van Essen ( 1 8 5 4 - 1 9 3 6 ) . met wie hij een n a u w e band had (afb. 1 6 ) .

2 2

Zij w o o n d e n e n k e l e j a r e n s a m e n na het overlijden van hun vader. Het b e s c h e i d e n in m e m o r i a m in Eigen Haard v e r m e l d t o n d e r andere de volgende functies: vice-voorzitter van de C o m m i s - sie van Toezicht op dc R i j k s a c a d e m i e van B e e l d e n d e K u n - sten, lid van de C o m m i s s i e van Toezicht van het M u s e u m W i l l e t - H o l t h u y s e n . b e s t u u r s l i d van de ' V e r e e n i g i n g R e m - b r a n d t ' . ondervoorzitter van de "Vereeniging tot het vormen van een openbare verzameling van hedendaagsche kunst' en lid van de C o m m i s s i e van Toezicht op het Stedelijk M u s e - u m .

2 3

Vermoedelijk w a s Van Essen in de laatste twee functies al in aanraking g e k o m e n met W e i s s m a n . die zich als g e m e e n - tearchitect bezig hield met de n i e u w b o u w van het m u s e u m . Daarnaast zal het werk van de b o u w m e e s t e r hem niet hele- maal o n b e k e n d zijn g e w e e s t ; Van Essen w o o n d e met zijn gezin sinds 1894 aan de Willemsparkweg, niet ver verwijderd van het w o o n h u i s dat de architect vier j a a r eerder o n t w i e r p .

2 4

Wat m o g e l i j k m e e s p e e l d e in de a r c h i t e c t e n k e u z e van d e b o u w h e e r w a s dat W e i s s m a n in het begin van zijn carrière een w o o n h u i s met atelier aan het A m s t e r d a m s e Oosterpark

Ajb. 16. Jan van Essen, 'Wintervreugd', omstreeks 1900. Tot de schaatsenrijders in het Vondelpark behoren onder anderen Jacob Ankersmit en zijn echtgenote (geheel links). Engelbertus van Essen en de kunstschilders JozeJIsraëls. Willem Witsen en Jan van Essen zelf. (Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie. Den Haag)

(9)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

187

had ontworpen voor de schilder H. Valkenburg (1826-1896) (afb. 1 7 ) .

2 5

Dit w a s de l e e r m e e s t e r van zijn broer Jan van E s s e n .

2 6

Ook kan er sprake zijn geweest van een zekere affi- niteit v a n w e g e gedeelde interesses, met n a m e voor de schil- derkunst en de muziek.

In ieder geval had de architect met zijn Stedelijk M u s e u m een gebouw gerealiseerd dat in dienst stond van de tentoongestel- de kunst. De gemeentearchitect maakte een studiereis langs buitenlandse m u s e a en b e s t u d e e r d e daarbij in het bijzonder de lichtval. De o p g e d a n e kennis werkte hij uit in de plannen voor het Stedelijk, dat vanaf de opening werd geroemd van- wege de uitstekende belichting van de k u n s t w e r k e n .

2 7

Weiss- man was, kortom, zeer geschikt o m het huis te ontwerpen dat Van Essen in gedachten had. met een zaal waarin de o m v a n g - rijke kunstcollectie geëxposeerd kon w o r d e n . Hoewel Lizzy Cottage een ander g e b o u w t y p e is dan het Stedelijk M u s e u m , zijn er enkele duidelijke overeenkomsten (afb. 20). In beide gevallen hebben de tentoonstellingszalen een zorgvuldig uit-

AJb. 17. Woonhuis met atelier van II. Valkenburg, Oosterpark 79.

Amsterdam, A.W. Weissman. 1887. (Uit: De Bouwmeester 6 (1890). 24)

g e d a c h t e wijze van v e r l i c h t i n g en een s o b e r e , i n g e t o g e n vormgeving. Voor de afzonderlijke kunstzaal van Lizzy Cot- tage paste Weissman de opzet van het moderne m u s e u m toe:

een zaal met licht dat van boven invalt en een eigen dak heeft.

O p een van de d w a r s d o o r s n e d e n van Lizzy C o t t a g e m a a k t e de architect de beoogde lichtval met stippellijnen aanschou- welijk, net zoals hij dat deed bij het Stedelijk. Het gesloten muurwerk van de kunstzaal is o p vergelijkbare wijze behan- deld als de - e v e n e e n s v a n w e g e de bovenlichtzalen - blinde zijgevels en achtergevel van het Stedelijk; bij Lizzy Cottage zijn de ondiepe velden gevuld met metselmozaïek en sectiel- t e g e l s .

2 x

De firma Van Wisselingh & C o . bij wie o p d r a c h t g e v e r Van Essen veel kunstwerken aanschafte, werd ingeschakeld bij de inrichting van de zaal. Uit 1903 dateert correspondentie over het ophangsysteem van de schilderijen, na overleg tussen Van Essen en Weissman stuurde de Parijse firma Boyer in augustus enkele stangen ter bezichtiging. In juni 1904 werd de kunstzaal uiteindelijk ingericht. Een knecht van Van Wisselingh w a s veertig uur in de weer met kettingen, draad, duimen, haken en schroefogen. Wat de verdere inrichting betreft is bekend dat Van Essen een offerte heeft gevraagd voor een draaibare maho- niehouten schilderijendrager. Waarschijnlijk is deze opdracht aan Theo Nieuwenhuis afgeketst op het hoge bedrag van 500 gulden, met name veroorzaakt door het snijwerk.

2 9

O p m e r k e - lijk zijn verschillende posten in de r e k e n i n g - c o u r a n t met betrekking tot een serie eind 1907 '"reeds in bewerking geno- men afbestelde m e u b e l e n " , in het bijzonder m a h o n i e h o u t e n tafeltjes, stoelen en fauteuils. Deze werden in 1908 betaald, en een jaar later door de kunsthandel weer "teruggenomen" voor hetzelfde b e d r a g .

3 0

Van Essen woonde toen al enkele maanden

"om de hoek' aan het Museumplein, op n u m m e r 6. Ook daar hing Van Wisselingh de schilderijen op, leverde meubelen en plaatste een door Nieuwenhuis ontworpen glas-in-loodboven- licht. Drie j a a r later verhuisde Van Essen met zijn gezin naar Emmalaan 10. een van de drie herenhuizen in een zojuist opge- leverd blokje ontworpen door J.F. Staal jr. Van Wisselingh was weer betrokken bij de inrichting van de nieuwe w o n i n g .

3 1

Uit- eindelijk b e w o o n d e Van Essen dus maar vijf jaar, van april

1904 tot mei 1909. het voor hem en zijn gezin ontworpen Liz- zy Cottage. Daarna werd het huis betrokken door Eduard Hein- rich Crone (1852-1918). net als Van Essen, commissionair en kunstverzamelaar. Crone legde zich sinds 1895 toe o p het ver- zamelen van werk van de H a a g s e School. Zijn verzameling omvatte veel werk van J.H. Weissenbruch en J. Maris; verder van M. Maris. J. Israëls. A. Mauve. W. Maris en J. Bosboom.

De "prachtige k u n s t z a a l " k w a m C r o n e zo goed van p a s dat weieens is gedacht dat hij de 'schilderijengalerij' heeft laten bouwen.

3 2

.

Weissman, een Amsterdamse cicerone

De ontwerper van Lizzy Cottage. Adriaan Willem Weissman,

m a n i f e s t e e r d e zich vanaf het begin van zijn l o o p b a a n in

woord en geschrift als een artistieke a r c h i t e c t .

3 3

De nog j o n g e

W e i s s m a n zag zijn t o e k o m s t in de s c h i l d e r k u n s t , m a a r o p

(10)

i 8 8

B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 4 / 5

aandringen van zijn vader koos hij v o o r de b o u w k u n d e .

3 4

Hij ging niet naar de Polytechnische School te Delft o m d a t die opleiding te theoretisch-wiskundig was. Hij prefereerde, net als veel a a n k o m e n d e architecten, een vorming in de praktijk.

Architect A . N . Godefroy, een g o e d e vriend van zijn vader, beval Weissman aan bij assistent-stadsarchitect Willem Sprin­

ger, 's Avonds volgde hij de tekenlessen van August Allebι aan de R i j k s a c a d e m i e van B e e l d e n d e K u n s t e n . E e n blik op W e i s s m a n s t w e e s c h e t s b o e k e n in het N e d e r l a n d s A r c h i t e c­

tuurinstituut leert o v e r i g e n s dat het, gezien de o n b e h o l p e n tekenstijl, een verstandige keus w a s o m de schilderkunst te verruilen voor de architectuur.

3 5

Van 1876 tot 1882 was W e i s s m a n w e r k z a a m o p het bureau van A . L . van Gendt. Terugblikkend schreef hij: " D e d r u k k e praktijk, waarin de A m s t e r d a m s c h e architect zich verheugde, stelde mij in de gelegenheid een zeer groot gedeelte van het uitgestrekt gebied der architectuur te overzien. De b o u w p r a c - tijk heb ik daar geleerd in haar vollen omvang'*.

3 6

Weissman o n t w i e r p in 1881 voor zijn patroon het cafι Willemsen aan de Heiligeweg te A m s t e r d a m . Zelf schrijft hij hierover: "Ik stond toen nog onder den invloed van Viollet-le-Duc, en zoo tracht­

te ik de vormen der dertiende eeuw toe te passen, toen aan de eischen. die de negentiende e e u w stelde, moest worden vol­

d a a n " .

3 7

In zijn o e u v r e is het g e b o u w een vreemde eend in de bijt; in het vervolg van de jaren tachtig opteerde Weissman.

zoals zoveel tijdgenoten, voor d e Hollandse neorenaissance.

In 1882 werd hij b e n o e m d tot ' b o u w k u n d i g e eerste k l a s s e ' van de afdeling Publieke Werken van de g e m e e n t e Amster­

dam. Eerst wenste Weissman de lopende zaken bij Van Gendt af te ronden, hij w a s op dat m o m e n t h o o f d o p z i c h t e r bij de b o u w van de Galerij rond de tuin van het Paleis voor Volks­

vlijt. W e i s s m a n : "Terwijl ik er dus naar streefde, den Heer Van G e n d t , aan wien ik g r o o t e v e r p l i c h t i n g had, z o o v e e l mogelijk ter wille te zijn nam deze mij mijn heengaan zeer kwalijk. Hij heeft mij later, waar hij kon. t e g e n g e w e r k t " .

3 8

Vanaf het begin van zijn loopbaan profileerde Weissman zich niet alleen als ontwerper, hij beschikte ook o v e r een uiterst vaardige pen. In de jaren tachtig k w a m een stroom publicaties o p g a n g die pas o p d r o o g d e met zijn overlijden in 1923. Het zicht op de ware o m v a n g en betekenis van W e i s s m a n s p r o ­ ductie wordt nogal belemmerd d o o r zijn g e w o o n t e o m g e r e ­ geld n a a m l o o s of o n d e r e e n s c h u i l n a a m te p u b l i c e r e n . Z o blijkt hij al in 1879, als begin-twintiger, onder de naam 'Vox*

o v e r ' O n z e vaderlandsche b o u w k u n s t ' te hebben geschreven in de Nederlandsche Kunstbode. Drie j a a r later o n t k e t e n d e Weissman een korte, m a a r heftige polemiek o n d e r dezelfde dekmantel d o o r in het Bouwkundig Weekblad zijn opvattingen over 'stijl' te o p e n b a r e n .

3 9

Samen met C.B. P o s t h u m u s M e y - j e s schreef hij o n d e r het p s e u d o n i e m ' D u p l e x " stukjes over b o u w k u n s t in het weekblad De Amsterdammer. Als ' C a n d i - d u s ' verschenen satirische ' s n e l d i c h t e n ' van zijn hand in ver­

schillende vaktijdschriften.

4 0

Met P o s t h u m u s Meyjes en Jan Springer vormde Weissman vanaf 1883 tot 1887 de redactie van De Opmerker, het tijdschrift van F.W. van Gendt dat tien j a a r , van 1883 tot 1 8 9 3 , als o r g a a n van het g e n o o t s c h a p Architectura et Amicitia (A et A) fungeerde. Nadat hij in 1887

in dit tijdschrift, o n d e r pseudoniem en zonder m e d e w e t e n van zijn mederedactieleden, zijn eigen ontwerp voor een nieuwe beurs aan het Damrak had aangeprezen, werd Weissman als redactielid g e r o y e e r d .

4 1

De vriendschap van F.W. van G e n d t . de e i g e n a a r van De Opmerker, v e r s p e e l d e hij niet. Toen in 1893 het contract met A et A afliep, m a a k t e Van Gendt het blad weer onafhankelijk. W e i s s m a n : " H i j k w a m een beroep doen op mijn m e d e w e r k i n g , en ik aarzelde geen oogenblik, h e m die toe te z e g g e n " .

4 2

In 1 9 2 1 . tegen het eind van zijn leven, werd hij redacteur van De Bouwwereld, n a het overlij­

den van J.H.W. Leliman.

W e i s s m a n m a a k t e n a a m als a u t e u r van e n k e l e boeken o v e r a r c h i t e c t u u r en talloos veel artikelen, z o w e l o v e r de o u d e Nederlandse b o u w k u n s t als die van de eigen tijd. Samen met de architect Gerrit van Arkel verzorgde hij het z e v e n d e l i g e boek Noord-Hollandsche Oudheden ( 1 8 9 1 - 1 9 0 5 ) . een vroeg voorbeeld in N e d e r l a n d van cultuurhistorische documentatie.

Voor zijn Geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst die in 1912 verscheen ontving hij de gouden medaille van verdien­

ste van de M a a t s c h a p p i j tot B e v o r d e r i n g d e r B o u w k u n s t . H o e w e l zijn h i s t o r i s c h e s t u d i e s veel o n n a u w k e u r i g h e d e n bevatten, was Weissman zeer belezen en g e z e g e n d met een scherpe blik. Hij maakte zich sterk voor het behoud van o u d e g e b o u w e n . In 1902, in de tijd dat Lizzy Cottage werd gereali­

seerd, schreef hij: "Waar blijft onze 'Vereeniging tot bescher­

m i n g der O u d e G e d e n k t e e k e n e n ? ' Hare oprichting m a g niet lang worden uitgesteld, want anders heeft zij niet veel m e e r te b e s c h e r m e n " .

4 3

Een paar j a a r later v o e g d e W e i s s m a n de daad bij het woord: in 1911 stond hij aan de wieg (en was hij secretaris) van de Bond H e e m s c h u t , die in het leven w a s geroepen o m "te waken over de schoonheid van Nederland".

Naast A et A en de Bond H e e m s c h u t w a s de architect actief in tal van andere verenigingen. Z o a l s vele vakgenoten was hij lid van de M a a t s c h a p p i j tot B e v o r d e r i n g d e r B o u w k u n s t . Daarnaast was hij een van de oprichters en secretaris van de B o n d van N e d e r l a n d s e A r c h i t e c t e n (gesticht in 1908) en bestuurslid van het Koninklijk O u d h e i d k u n d i g G e n o o t s c h a p en de Vereniging ' H e n d r i c k de Keyser*. Regelmatig hield de w e l b e s p r a a k t e b o u w m e e s t e r v o o r d r a c h t e n v o o r g e n o e m d e verenigingen.

Toen Weissman de opdracht kreeg o m Lizzy Cottage te ont­

werpen was hij enkele jaren eerder, in 1894, eervol ontslagen als g e m e e n t e a r c h i t e c t , een functie die hij p a s sinds 1891 b e k l e e d d e . A a n l e i d i n g was een conflict o v e r de kunststeen die was toegepast bij de bouw van het Stedelijk M u s e u m , het belangrijkste gebouw dat hij in de hoedanigheid van g e m e e n ­ tearchitect o n t w i e r p .

4 4

Na zijn o n t s l a g v e s t i g d e hij zich als zelfstandig architect, tot 1901 in associatie met P H . van Nif- t r i k .

4 5

Het c o m p a g n o n s c h a p Van Niftrik-Weissman ontwierp het w o o n h u i s T w e e d e Constantijn Huygensstraat 55 ( 1 8 9 7 ) , het winkelhuis H a a r l e m m e r s t r a a t 60 (1898), de verbouwing van percelen op de hoek van Singel en Driekoningenstraat tot k a n t o r e n en m o n s t e r z a l e n van het B l a u w h o e d e n v e e m (afb.

18) ( 1 8 9 8 . in 1920 vervangen door n i e u w b o u w van - o ironie

- A.L. van G e n d t ) , een stalhouderij met b o v e n w o n i n g e n aan

(11)

B U L L E T I N KNOB 2 O O 7 - 4 / 5

Afb. 18. Kantoren en monsterzalen Blauwhoedenveem, Singel 206-208.

Amsterdam, A.W. Weissman en RH. van Niftrik, 1898. (H.M.J. Misset.

1906. Stadsarchief Amsterdam)

de G a b r i ë l M e t s u s t r a a t 2-4 ( 1 9 0 0 ) en e e n blokje s o c i a l e w o n i n g b o u w in de Egelantiersstraat 148-150 (1900). Karak- teristiek is de vaak sobere v o r m g e v i n g , met vlak g e h o u d e n gevels o p g e t r o k k e n uit een w a r m r o d e b a k s t e e n , die verder spaarzaam zijn gedecoreerd. Daarbij gaat de voorkeur uit naar metselmozaïeken of b a k s t e e n b a n d e n , zoals bij de blinde zij- gevel van het blokje Gabriël Metsustraat en bij de woningen aan de Egelantiersstraat. Opmerkelijk, in s a m e n h a n g met het ontwerp van Lizzy Cottage, zijn de tegeltableaus van het win- kelhuis met de voor die tijd zo karakteristieke v a d e r l a n d s e flora en fauna, als appels, peren, pluimvee en een watervogel.

D a a r n a a s t bleef W e i s s m a n in d e z e p e r i o d e zeer actief als publicist, met n a m e in De Opmerker. Hij lardeerde zijn vlot g e s c h r e v e n proza graag met citaten van schrijvers uit d e wereldliteratuur. Uit zijn s t u k k e n blijkt dat W e i s s m a n de a r c h i t e c t o n i s c h e o n t w i k k e l i n g e n en v a k l i t e r a t u u r in E u r o p a en de Verenigde Staten op de voet volgde en ze graag van c o m m e n t a a r v o o r z a g . Hij heeft z o n d e r twijfel de ogen van veel collega's geopend voor deze ontwikkelingen, maar ook voor buitenlandse publicaties en tal van historische g e b o u w e n binnen en buiten de landsgrenzen. Dankzij zijn vele artikelen in De Opmerker is Weissmans zoektocht naar een eigentijdse

a r c h i t e c t o n i s c h e u i t d r u k k i n g s v o r m in het d e c e n n i u m 1892- 1902, g e d e t a i l l e e r d te volgen. De o p m e r k i n g van Van der Woud over Berlage, aangehaald aan het begin van het artikel, geldt ook voor W e i s s m a n ; zijn opvattingen waren niet altijd consistent en aan wisselingen onderhevig. Z o gaat zijn inte- resse achtereenvolgens uit naar de Hollandse renaissance, de c o n t e m p o r a i n e A m e r i k a a n s e a r c h i t e c t u u r en de eigentijdse E n g e l s e b o u w k u n s t . En W e i s s m a n s c h r o o m t ook niet, al z w o e r hij aan het eind van de j a r e n n e g e n t i g in w o o r d en geschrift het gebruik van historische stijlen af. om in 1907 een m u s e u m in Haarlem te ontwerpen in r e n a i s s a n c e v o r m e n , net als vijftien j a a r eerder bij het Stedelijk M u s e u m .

4 6

Eigentijds, doelmatig en afwisselend: Weissmans opvattingen over architectuur van 1892 tot 1902

Voor de uiterlijke verschijningsvorm van het Stedelijk M u s e - u m , het startpunt van deze ontwikkeling, nam Weissman de v r o e g e z e v e n t i e n d e e e u w a l s u i t g a n g s p u n t . Dat k o m t tot uiting in de afwisseling van baksteen en natuursteen, de top- gevel aan de P a u l u s Potterstraat, tal van s i e r m o t i e v e n , het b e k r o n e n d e torentje - met z e v e n t i e n d e - e e u w s e w i n d w i j z e r afkomstig van het Prinsenhof - en de beelden van in Amster- d a m w e r k z a m e k u n s t e n a a r s en architecten uit de G o u d e n E e u w (afb. 19). Daarnaast had Weissman het voornemen o m - in o v e r e e n s t e m m i n g met de b e s t e m m i n g van het gebouw - eigentijdse kunstenaars te portretteren op de medaillons in de panelen, en te verbeelden in de hoeknissen. Voor de gebeeld- h o u w d e decoraties in de borstweringen op de verdieping, uit- gevoerd door J o h a n n e s Franse, baseerde Weissman zich ech- ter niet op de maniëristische modellen van rond 1600, zoals bij het w o o n h u i s annex schildersatelier van H. Valkenburg uit 1887, maar inspireerde zich o p de vaderlandse flora en fauna (afb. 21). W e i s s m a n stond wellicht o n d e r invloed van T h .

Afb. 19. Stedelijk Museum. A.W. Weissman. 1892-1895. Op de achtergrond hel Rijksmuseum. (Jacob Olie. 1894. Stadsarchief Amsterdam)

(12)

I 9 Q B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

Ajb. 20. Stedelijk Museum, schilderijenzaal mei bovenlicht tijdens een expositie van de kunstenaarsvereniging Sint Lucas, omstreeks 1900.

(StadsarchiefA msterdam)

M . M . van Grieken, auteur van het leerboek De plant in hare ornamentale behandeling uit 1888, en van Pierre C u y p e r s die plantenmotieven in het Rijksmuseum t o e p a s t e .

4 7

Verder was hij goed op de hoogte van de opvattingen van J.R. de Kruyff, de in 1881 b e n o e m d e d i r e c t e u r van de R i j k s s c h o o l v o o r K u n s t n i j v e r h e i d in A m s t e r d a m . Deze pleitte al in de j a r e n tachtig, in n a v o l g i n g van de E n g e l s e k u n s t e n a a r s William M o r r i s en Walter C r a n e , voor het navolgen van de natuur in de decoratieve kunsten. De Kruyff constateerde in 1898 dat de studie van de natuur het citeren van historische stijlen o n w e n s e l i j k en o n n o d i g had g e m a a k t .

4 8

Het v e r n i e u w e n d e aspect van de decoraties van het Stedelijk M u s e u m bleef in de vakpers niet onopgemerkt.

4 1

-'

Dat bij Weissman, net als bij verscheidene binnen- en buiten­

landse architecten, de v e r n i e u w i n g van de o r n a m e n t i e k die van de architectonische vormentaal v o o r a f g i n g , blijkt ook uit zijn eigen w o o n h u i s aan de Raamsingel in Haarlem ( 1 8 9 6 ) .

5 , 1

Net als bij het m u s e u m was de hoofdvorm gebaseerd op de Hollandse renaissance, maar paste hij decoraties toe ontleend aan de vaderlandse flora en fauna. In Lizzy Cottage ging hij nog verder: hier bleven de renaissancevormen en -motieven helemaal achterwege. Hoe ' m o d e r n ' de vormgeving eigenlijk is, wordt pas goed duidelijk bij het d o o r b l a d e r e n van Leli- mans overzicht van eigentijdse Nederlandse w o o n h u i s a r c h i ­ tectuur uit 1 9 1 8 .

5 1

Aan het begin van de jaren negentig verdiepte hij zich in de c o n t e m p o r a i n e A m e r i k a a n s e a r c h i t e c t u u r .

5 2

De r e i s l u s t i g e architect bezocht waarschijnlijk in 1893 de w e r e l d t e n t o o n ­ stelling in C h i c a g o . mogelijk aangespoord door een artikelen­

r e e k s in De Opmerker?

7,

G e d u r e n d e de p e r i o d e van tien maanden rapporteerde een a n o n i e m e auteur over (de totstand­

k o m i n g van) deze tentoonstelling. Het is gezien zijn w e r k ­ zaamheden in Nederland niet waarschijnlijk dat Weissman de auteur van deze artikelenreeks was. De veronderstelling dat hij d e w e r e l d t e n t o o n s t e l l i n g heeft b e z o c h t , is gebaseerd op zijn beschrijvingen van A m e r i k a a n s e g e b o u w e n , w a a r o n d e r

Ajb. 21. Stede/ijk Museum, detail borstwering. tHan van Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

veel voorbeelden uit C h i c a g o . in verscheidene artikelen in De Opmerker die het resultaat lijken van observaties ter plekke.

W e i s s m a n s niet-uitgevoerde o n t w e r p v o o r het o n t v a n g s t g e ­ bouw van de N i e u w e Oosterbegraafplaats in A m s t e r d a m uit 1892, hetzelfde j a a r als het o n t w e r p van het Stedelijk M u s e ­ um, verraadt de invloed van de A m e r i k a a n s e architect H.H.

Richardson (1838-1886)(afb. 2 2 ) .

5 4

In 1897 noteerde hij hier­

o v e r : " I n 1891 tot g e m e e n t e - a r c h i t e c t v a n A m s t e r d a m b e n o e m d , trachtte ik de beginselen, waarvan de h e d e n d a a g - sche A m e r i k a n e n bij hunne b o u w w e r k e n uitgaan, in toepas­

sing te b r e n g e n . Ik had daar o n d e r t u s s c h e n weinig s u c c e s m e d e ; al mijne ontwerpen, in A m e r i k a a n s c h e n geest opgevat, w e r d e n d o o r het s t a d s b e s t u u r o n v o o r w a a r d e l i j k a f g e k e u r d . Vooral de ontwerpen voor de begraafplaatsgebouwen had ik g a a r n e eens verwezenlijkt g e z i e n " .

5 5

Rond 1895 schonk Weissman in De Opmerker veel aandacht aan de architectuur aan de overzijde van de Atlantische O c e ­ a a n .

5 6

In het artikel ' A m e r i k a a n s c h e kunst' uit 1896 schrijft hij "dat het in het bijzonder de onzinnige navolging der histo­

rische stijlen geweest is. die ons ten achteren heeft gebracht.

O n z e vroegere kunst wordt z o o d o e n d e een last. een knellende band. dien het j o n g e A m e r i k a nooit gekend h e e f t " .

57

S p r a a k m a k e n d e g e b o u w e n van Berlage uit deze tijd zoals het k a n t o o r g e b o u w van ' D e N e d e r l a n d e n van 1 8 4 5 ' uit 1894-

1895 en de Beurs uit 1896-1903, beide in A m s t e r d a m , werden in De Opmerker ook als " A m e r i k a a n s c h " b e s t e m p e l d (afb.

2 3 ) .

5 8

De c o n n o t a t i e s waren echter minder positief dan een paar j a a r eerder. In 1897 noteerde het tijdschrift over het kan­

toor van De Nederlanden in A m s t e r d a m en dat voor dezelfde firma in Den H a a g , ook naar o n t w e r p van Berlage: " D e toe­

komst zal moeten leeren. of wij hier werkelijk den dageraad van een nieuwe kunst a a n s c h o u w e n dan wel of een stroovuur ons in de oogen flikkert, dat d o o r a a n h o u d e n d blazen wel hel­

der opvlamt, doch na een korte wijl is uitgebrand".

5

'' In het­

zelfde j a a r oordeelde Weissman in een lezing over de N o o r d -

A m e r i k a a n s e b o u w k u n s t o v e r B e r l a g e s recente g e b o u w e n :

(13)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

191

"Nu de eerste "impressionistische" g e b o u w e n , naar wier stich- ting men zoo benieuwd was, voltooid zijn, blijkt het dat zij niets anders zijn dan q u a s i - A m e r i k a a n s c h e scheppingen, doch z o n d e r het logische, het uit de maatschappelijke toestanden van zelf v o o r t g e k o m e n e . dat het beste werk te New-York of te C h i c a g o zoo karakteristiek doet z i j n " .

6 0

Hij concludeerde:

" N a v o l g i n g van de A m e r i k a a n s c h e manier heeft (...) hier-te- lande geen z i n " .

6 1

In een a n d e r artikel deed hij er nog een schepje op: "Het streven van onze allerjongste architectuur- school, die Berlage als haar meester vereert, (moet) n o o d z a - kelijk op niets uitloopen. N a een j a a r of wat heeft men g e n o e g van den geïmporteerden A m e r i k a a n s c h e n bouwtrant ( . . . ) " .

6 2

Vanaf dat m o m e n t schonk De Opmerker m e e r aandacht aan de E n g e l s e architectuur: deze verschuiving is een afspiege- ling van de heroriëntatie die zich bij Weissman voltrok. In het d o o r hem geschreven artikel ' E n g e l s c h e kunst" wordt gerept o v e r de "nieuwe architect* die in Engeland was o p g e s t a a n :

""De ' n i e u w e a r c h i t e c t ' verfoeit alle h i s t o r i s c h e stijlen. Hij tracht zijn plattegronden zoo practisch mogelijk in te d e e l e n . zijn gevels zoo rustig te houden als hij k a n " .

6 3

In dit verband moet Weissmans interesse voor John Ruskin worden geplaatst, een auteur die hij geregeld c i t e e r d e .

6 4

Verder vertaalde hij The Seven Lamps of Architecture uit 1849 dat in afleveringen in De Opmerker werd g e p u b l i c e e r d .

6 5

Hierin ventileerde Ruskin de m e n i n g dat het z i n l o o s w a s o m een c o n t e m p o r a i n e uit- d r u k k i n g s v o r m te willen baseren op een vormentaal uit het verleden.

Z o a l s de naam Lizzy C o t t a g e al doet v e r m o e d e n , w a s de eigentijdse E n g e l s e a r c h i t e c t u u r een belangrijke inspiratie- bron voor de villa aan de H o b b e m a s t r a a t .

6 6

Weissman deelde d e z e interesse met zijn o p d r a c h t g e v e r . De invloed van de Engelse b o u w k u n s t komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de v o r m g e v i n g van de erkers, die anders is dan bijvoorbeeld de g r o t e , m a a r veel g e b r u i k e l i j k e r e u i t b o u w e n aan zijn eigen Haarlemse w o o n h u i s , en in de d a n s e n d e vrouwenfiguren in

Afb. 22. Ontvangstgebouw op de begraafplaats in de Watergraafsmeer.

Amsterdam. A.W. Weissman. 1892. niet gerealiseerd ontwerp. (Uit: De Opmerker 1893. plaat XI)

de trant van Walter C r a n e . De d o e l m a t i g e p l a t t e g r o n d w a s waarschijnlijk ook naar Engels voorbeeld.

In de tweede helft van de jaren negentig ging in De Opmerker veel aandacht uit naar de architecten Eden Nesfield ( 1 8 3 5 - 1888), Philip Webb ( 1 8 3 1 - 1 9 1 5 ) en N o r m a n S h a w ( 1 8 3 1 - 1 9 1 2 ) .

6 7

In 1900 vroeg de bijdrage "Engelsche b o u w k u n s t ' aandacht voor deze drie: "Zij streden tegen de 'stijlen", die s l e c h t s t o e g e p a s t w e r d e n , o p d a t de a r c h i t e c t e n h u n n e z o o g e n a a m d e kennis zouden kunnen toonen. ofschoon al dit stijlvertoon bij buitenhuizen volstrekt niet te p a s k w a m . (...) A a n v a n k e l i j k vond het drietal slechts b e t r e k k e l i j k w e i n i g navolgers, doch in de laatste jaren wordt er meer en meer in hun richting gewerkt".

6

*

O n d a n k s de in het artikel g e n o e m d e ' s t r i j d ' van Nesfield, W e b b en S h a w tegen de h i s t o r i s c h e b o u w s t i j l e n , w a s hun architectuur geworteld in het verleden. D e stroming waartoe ze behoorden, de Queen A n n e M o v e m e n t , was vernoemd naai- de Engelse koningin die van 1702 tot 1714 r e g e e r d e .

6 9

In het artikel ' E n g e l s c h e b o u w k u n s t ' uit 1 9 0 1 , een vertaling van een stuk uit het Duitse tijdschrift Dekorative Kunst, staat dat deze drie architecten zich a a n g e t r o k k e n voelden tot de ' n e u t r a l i - teit' van de v r o e g - a c h t t i e n d e - e e u w s e b o u w k u n s t . O v e r het drietal valt te lezen: " V ó ó r alles wordt op de doelmatigheid gelet, dan zorgt men voor r e d e g e v e n d e constructie en bouwt steeds van binnen naar buiten. De als het ware neutrale vor- men uit het begin der 18

e

e e u w zijn voor dezen bouwtrant als a a n g e w e z e n " .

7 0

Wat wellicht een rol speelde in de populariteit van de Q u e e n Anne-stijl bij de N e d e r l a n d s e a r c h i t e c t e n , Weissman v o o r o p , was de v e r m e e n d e Hollandse invloed op de Engelse architectuur van de zeventiende en vroege acht- tiende eeuw: " O m s t r e e k s 1875 komt de Queen-Ann-stijl in de m o d e . Hij is van H o l l a n d s c h e n o o r s p r o n g ; men herkent er duidelijk de vormen van de t w e e d e helft der 17

e

e e u w in. De o u d - Z a a n s c h e architectuur en de Queen-Ann-stijl zijn loten van één zelfden s t a m " .

7 1

Richard Norman Shaw. de meest invloedrijke architect van de

4 :. I

JÉ jgg, J

j

f

wjptff

W ï ö p * " - ' SW0ORCESOIMte.^SSl?^MffiSl

Afb. 23. Kantoorgebouw 'De Nederlanden van 1845'. Muntplein.

Amsterdam. H.P. Berlage. 1894-1895. (Nederlands Architectuurinstituut, Rotterdam)

(14)

1 9 2 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

Q u e e n A n n e M o v e m e n t , w o r d t in 1901 in De Opmerker omschreven als " d e schepper van een bouwtrant, die aan het woonhuis een geheel eigenaardig karakter heeft gegeven. Hij wil van monumentaliteit, als geheel misplaatst bij den eigenlij- ken burgerlijken bouw niets weten, doch houdt zijn m a s s a ' s eenvoudig, maakt gebruik van wat de streek, waar g e b o u w d wordt, oplevert, en houdt d e eischen van het werkelijke leven in het oog"'.

7 2

De mening van Henri Evers, architect en hoogle- raar aan d e Polytechnische School te Delft, in zijn handboek De architectuur in hare hoofdtijdperken (1911) sluit hierbij aan: "Treffend is h u n veelzijdigheid van uitdrukking, ontstaan doordien d e architectuur niet naar een vast, vooropgezet stelsel is ontwikkeld, doch uit d e bijzondere eischen van het grond- plan, de omgeving, den aard der materialen of de speciale nei- gingen van den bouwheer is v o o r t g e k o m e n " .

73

Dit aspect en de schilderachtigheid van S h a w s g e b o u w e n moeten Weissman hebben aangesproken, zoals dat ook het geval was bij zijn vak- genoten. O p een ontwerptekening voor het pand Johannes Ver- meerstraat 27-29 uit 1912 schreef architect Jan Stuyt bijvoor- beeld: " D e versiering in de top zal worden uitgevoerd o p de wijze gelijk Norman Shaw dat in zijn Londonsche woonhuizen toepaste" (afb. 2 4 ) .

7 4

Overigens ging het Weissman o m de ach- terliggende principes en v o l g d e hij d e architectuur van d e

Engelse architect niet letterlijk na. D e k e n m e r k e n die hij z o waardeerde in d e Queen Anne M o v e m e n t , het rekening houden met bouwmaterialen en de wensen van de opdrachtgever, het ontwerpen van binnen naar buiten, de doelmatigheid en de schilderachtigheid, paste Weissman toe in Lizzy Cottage. D e v o r m g e v i n g van d e stadsvilla is soberder dan het w e r k van Shaw, maar minder streng dan dat van enkele Engelse architec- ten van de jongere generatie, zoals Voysey en Charles Ashbee (1863-1942). Weissman had o p dat moment weinig o p met de puriteinse soberheid van Voysey of, dichter bij huis, Berlage, maar e v e n m i n met de grillige en g e w i l d e Jugendstil en A r t N o u v e a u . Hij schreef in 1903 anoniem in De Opmerker dat overdrijving schaadt: " w i e al te sober wil zijn vervalt in nuch- terheid, wie oorspronkelijkheid zoekt, wordt gauw grillig".

7 5

' G e w a s van eigen b o d e m '

W e i s s m a n s interesse voor d e eigentijdse E n g e l s e architectuur w a s mogelijk g e w e k t of a a n g e w a k k e r d d o o r Ed. C u y p e r s . Deze o n t w i e r p in 1898-1899 het nabij Lizzy C o t t a g e gelegen pand Jan Luijkenstraat 2-2A als w o o n h u i s en huisvesting van zijn bureau, zijn kunstnijverheidsatelier en tevens o n d e r k o - men van de j o n g e m e d e w e r k e r s .

7 6

Z o a l s zoveel tijdgenoten

jtrtïtty .£ A JWi/jttTMti •

SI U< f>/Z*T^

Afb. 24. Woonhuizen Johannes Vermeerstraat 27-29. Amsterdam. Jan Stuyt. 1912. Rechtsboven een verwijzing naar de 'Londonsche woonhuizen' van Norman Shaw. (Bouw- en Woningtoezicht, stadsdeel Oud-Zuid. Amsterdam)

(15)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7- 4 / 5

193

had C u y p e r s tot dat m o m e n t o n t w o r p e n in de trant van de Hollandse renaissance, m a a r in zijn eigen w o o n h u i s , dat een paar jaar eerder was g e b o u w d dan Lizzy C o t t a g e , ging hij o p zoek naar een andere benadering, een ontwikkeling die verge- lijkbaar is met die van Weissman. De nieuwe vormentaal van Ed. C u y p e r s w a s minder Spartaans dan de creaties van Berla- ge uit die tijd. In zijn eigen huis verwerkte C u y p e r s invloeden van de Engelse c o n t e m p o r a i n e architectuur, zoals blijkt uit de dakvormen en de overdaad aan houtwerk en het aanbrengen van een centrale hall die m e e r d e r e verdiepingen beslaat en w a a r m e e de meeste vertrekken in verbinding staan. ( O v e r i - gens zijn in het huis ook invloeden merkbaar van de Japanse b o u w k u n s t , bijvoorbeeld in de dakkapellen, dakgoten en dak- lijsten). Net als C u y p e r s bracht Weissman in L i z z y C o t t a g e een afgeronde hoek met een erker aan. C u y p e r s ' huis staat aan het eind van de gevelrij en is vanaf de S t a d h o u d e r s k a d e als een vrijstaande villa behandeld (afb. 25). In beide huizen is sprake van een levendige compositie door de gevelspron- gen die samenhangen met de indeling van het huis.

N o g meer bepalend voor W e i s s m a n s eigen interpretatie van de E n g e l s e a r c h i t e c t u u r w a s de D u i t s e architect H e r m a n n M u t h e s i u s ( 1 8 6 1 - 1 9 2 7 ) . W e i s s m a n w a s goed op de h o o g t e van diens opvattingen. M u t h e s i u s . die van 1896 tot 1903 in Engeland w o o n d e , schreef verscheidene artikelen en nadien het invloedrijke boek Das englische Hans (drie delen, 1904-

1905). De Duitser, die weinig geporteerd w a s van de op dat moment in zijn land florerende Jugendstil, hield met de d o o r hem gepubliceerde voorbeelden landgenoten een spiegel voor.

In De Opmerker van 1901 w e r d e n p a s s a g e s uit een artikel van zijn hand vertaald: "ln Engeland (...) geldt reeds sinds 1880 dat de verfijnde smaak geen versieringen toelaat, doch e e n v o u d , met doeltreffendheid gepaard, begeert. En vooral op confort (sic) wordt daar g e l e t " .

77

Zowel Weissman als Muthesius wensten de Engelse architec- tuur niet letterlijk na te v o l g e n . In 1904 v e r s c h e e n in De Opmerker ten samenvatting (hoogstwaarschijnlijk van Weiss- m a n s h a n d ) van M u t h e s i u s ' boek Kultitr und Kunst. " D e schrijver [Muthesius] is van oordeel, dat ieder land zijn bui- tenhuizen in zijn eigen trant moet bouwen. Ofschoon hij de E n g e l s c h e villa's zeer bewondert, meent hij, dat zij alleen aan de overzijde der N o o r d z e e het g e w e n s c h t e z i j n " .

7 8

Een j a a r eerder had Weissman een soortgelijke opvatting verkondigd.

Hij constateerde dat E n g e l s e buitenhuizen klakkeloos werden g e ï m i t e e r d , " o f s c h o o n in a n d e r e l a n d e n a n d e r e e i s c h e n gesteld worden".

7

'

1

Hij vervolgde: "Ziet men nu zulk een 'cot- t a g e ' in F r a n k r i j k , D u i t s c h l a n d , België of N e d e r l a n d , dan b e m e r k t m e n a a n s t o n d s dat het g e e n g e w a s is van eigen b o d e m , doch uit den vreemde is ingevoerd". Uiteraard reken- de hij Lizzy Cottage, ondanks de naam. niet tot deze catego- rie g e b o u w e n . Het huis was weliswaar geïnspireerd op Engel- se voorbeelden, maar aangepast aan de Nederlandse behoef- ten. In hetzelfde artikel schrijft W e i s s m a n : " Z o o k w a m men tot een c o m p r o m i s en loodste slechts zooveel van het E n g e l - sche in de nationale architectuur binnen als met het o o g o p de onafwijsbare eischen der practijk mogelijk b l e e k " .

8 0

In dit licht moet het ietwat zuinige c o m m e n t a a r in 1903 in De

Afb. 25. Woonhuizen en eigen bureau. Jan Luijkenstraat 2-2a. Amsterdam, Eduard Cuypers. 1898. (Uit: E. Gugel, Geschiedenis van de bouwstijlen in de hoofdtijdperken der architectuur. Rotterdam [1920]4, 413)

Opmerker o p Ed. C u y p e r s ' huis aan de Jan Luijkenstraat wor- den gezien (afb. 25 en 26). Nadat de a n o n i e m e auteur mel- ding had gemaakt van de "nogal duidelijke sporen van E n g e l - sche i n v l o e d e n " vervolgde hij: "Wij erkennen gaarne dat de E n g e l s c h e v o o r b e e l d e n o n s tot h e d e n geen k w a a d h e b b e n gedaan, maar kunnen toch niet nalaten er o p te wijzen dat wij eigenlijk die voorbeelden niet noodig hebben, o m d a t wij, wat b o u w en inrichting o n z e r woningen betreft, onze eigen tradi- ties hebben ( . . . ) " .

8 1

Uit dit o o g p u n t liet W e i s s m a n de c e n t r a l e hall, m e t o p e n

Afb. 26. Jan Luijkenstraat 2. hal eigen woonhuis en bureau van Eduard Cuypers. (Uit: Het Huis I (1903), nr. 1. plaat lil)

(16)

194

B U L L E T I N K N O B

2 O O 7 - 4 / 5

haard en zitje als o n t v a n g s t r u i m t e , een o n d e r d e e l dat Ed.

C u y p e r s in zijn huis toepaste, in Lizzy Cottage a c h t e r w e g e . Hij vond M u t h e s i u s aan zijn zijde, die b e w e e r d e " d a t de t e g e n w o o r d i g zoo populaire ' h a l l ' alleen in zeer groote hui- zen reden van bestaan heeft en dan ook door de Engelschen in kleine villa's nooit wordt a a n g e b r a c h t " .

8 2

Een soortgelijke o p v a t t i n g w o r d t in 1904 g e v e n t i l e e r d in een artikel in De

Opmerker getiteld ' H e t ontwerpen van een huis", waarschijn-

lijk een p e n n e n v r u c h t van W e i s s m a n . De hall neemt volgens de a u t e u r in de E n g e l s e etiquette een belangrijke plaats in.

"In Nederland heerschen andere begrippen, hetgeen verklaart waarom men hier met een ' h a l l ' eigenlijk verlegen zit. Toch wordt zij a l g e m e e n v e r l a n g d " .

8 3

Verder: "Bij het o n t w e r p e n van een huis voldoet een e e n v o u d i g e , wel overdachte platte- grond altijd het beste. Alle p o g i n g e n , om iets bijzonder oor- s p r o n k e l i j k s te m a k e n , d i e n e n v e r m e d e n . W i e het h u i s betreedt moet den indruk krijgen, dat de indeeling niet a n d e r s g e m a a k t kon w o r d e n " .

8 4

De plaatsing van de keuken moet zo praktisch mogelijk zijn. aldus de schrijver. " D e keuken dient bij de e e t k a m e r te liggen, doch d a a r e n b o v e n zoo, dat v r e e m - den haar niet b e m e r k e n , ook niet door de geuren, die zij ver- s p r e i d " .

8 5

Niet alleen de w o o n v e r t r e k k e n maar ook de slaap- k a m e r s dienen met zorg te worden behandeld. " E e n v o u d is in een s l a a p k a m e r op haar p l a a t s , doch alleen een s m a a k v o l l e

Ajb. 27. Lizzy Collage, trappenhuis. IHan van Gooi, Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam)

e e n v o u d " .

8 6

E n : " H e t plaatsen der deuren vereischt veel over- leg. In slaapkamers moet de d e u r steeds in een hoek k o m e n , en nooit in het midden van een muur. Ook moet de deur daar zóó worden afgehangen, dat het inzien in de k a m e r bij open d e u r z o o v e e l m o g e l i j k belet w o r d t " .

8 7

O v e r de i n r i c h t i n g wordt o p g e m e r k t : " H e t aantal b o u w m e e s t e r s , die tevens m e u - belen maken is hier te lande niet groot, en hun kunst behoort tot een richting, die slechts in den smaak van een betrekkelijk klein p u b l i e k valt. De a n d e r e a r c h i t e c t e n m o e t e n , z o o de b o u w p a t r o o n hen om raad vraagt, of zelf teekeningen g e v e n , of wel uit wat de m e u b e l m a k e r s voorhanden hebben, een k e u s doen. Misschien is het laatste de meest verstandige m e t h o d e ; want m a a r hoogst zelden vindt men de q u a l i t e i t e n . die een m e u b e l m a k e r en een b o u w m e e s t e r dienen te bezitten, in één persoon v e r e e n i g d " .

8 8

W e i s s m a n k o o s bij de inrichting van Lizzy Cottage v o o r de laatste optie. O v e r het exterieur staat in ' H e t ontwerpen van een h u i s ' : " G e b a k k e n steen, met z e e r bescheiden t o e p a s s i n g van g e h o u w e n steen staan beter, dan een c o m b i n a t i e van verglaasde, onverglaasde en veelkleurige steen, houtwerk, pleisterwerk, g e h o u w e n steen van verschil- lende tint, tegels e n z . , zooals m e n dit t e g e n w o o r d i g z o o vaak ziet g e b r u i k e n " .

8 9

H o e w e l W e i s s m a n zich niet b e p e r k t e tot de t o e p a s s i n g van b a k - en natuursteen, zijn b o v e n g e n o e m d e w e n k e n op Lizzy C o t t a g e van toepassing. M o c h t de architect, volgens de lijn der v e r w a c h t i n g , de auteur van het artikel zijn. dan ligt het v o o r de hand dat hij zich m e d e heeft g e b a s e e r d op zijn erva- ringen bij de b o u w van het huis aan de H o b b e m a s t r a a t .

W e i s s m a n h o o r t , net als E d . C u y p e r s , tot de grote g r o e p

architecten die o n d e r b e l i c h t is g e b l e v e n in de op de avant-

g a r d e s gerichte geschiedschrijving. De laatste jaren is sprake

van een k e n t e r i n g . In het a r c h i t e c t u u r h i s t o r i s c h e o n d e r z o e k

komen tal van nieuwe g e b o u w e n , architecten en ambachtelij-

ke b o u w e r s ( z o a l s t i m m e r m a n - a a n n e m e r s ) aan bod die ten

o n r e c h t e in de vergetelheid zijn g e r a a k t . D a a r m e e w o r d e n

b o u w s t e n e n geleverd voor een andere kijk o p de architectuur-

geschiedenis, waarin ruimte is voor nieuwe inzichten over de

o m v a n g r i j k e g r o e p van architecten met een eclectische, prak-

tische inslag en v o o r het z e e r g e m ê l e e r d e g e z e l s c h a p van

o p d r a c h t g e v e r s . In tegenstelling tot Pierre C u y p e r s en Berla-

ge o n t w i e r p e n ze niet vanuit i d e o l o g i s c h e drijfveren. D o e l -

matigheid was hun devies. Een houding die ze g e m e e n had-

den met b e r o e p s b r o e d e r s als Hermann Muthesius. In de eer-

der a a n g e h a a l d e vertaling ' N i e u w e K u n s t ' in De Opmerker

schrijft deze: "En als onze kunst werkelijk modern zal zijn,

dan moet zij zich naar de eischen der g e z o n d h e i d s l e e r voe-

gen. Die verlangt lucht en licht, het vermijden van stof, het

behoorlijk afvoeren van huiswater, v o l d o e n d e ventilatie. En

de h e d e n d a a g s c h e m e n s c h h e i d eischt dit alles o o k " .

9 0

E e n

a n o n i e m e auteur, mogelijk W e i s s m a n . schreef in 1898 in het-

zelfde tijdschrift: " H e t deed ons g e n o e g e n te zien hoe er een

n i e u w e l e m e n t , de doeltreffendheid, o n z e a r c h i t e c t u u r gaat

b e h e e r s c h e n . Dat e l e m e n t is e c h t - m o d e r n , en zal in de twin-

tigste e e u w zich z e k e r n o g m e e r d o e n g e l d e n dan t h a n s

r e e d s " .

9 1

(17)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 4 / 5

195

Afb. 28. Lizzy Cottage, detail overhoek.se erker. (Han .•an Gooi. Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De heer Biron heeft op het station een pak kranten aan een papierkorf prijsgegeven en heeft de uitnoodiging met slechts één hand - de andere had den koffer van den heer Olsen

32 Dat geldt zowel voor het bellen door de behandelaar van de commissie naar aanleiding van het bezwaarschrift als voor het verloop van de hoorzitting onder leiding van een

Wel is in den laatsten tijd deze attributie bestreden, doch wanneer men het plan der kerk in den oorspronkelijken toestand voor oogen heeft en men weet, dat in

De vorm der letters komt op dertiend'eeuwsche, aan Sicilië toegeschreven stoffen '), veel voor, de groote bladeren vindt men nog terug op veertiend'eeuwsche Arabische

voor vandalisme of langzame vernietiging der gebouwen door gebrek aan onderhoud. Nog kort geleden zijn in Kampen en Montfoort hoogst belangrijke oude

wel zijn zich te houden aan het inschrift, dat slechts zegt, dat Dirk bad in deze kerk en Petronella haar versierde. Misschien slaat dit laatste juist op het

doch niettegenstaande deze verzuchting reeds vaak werd gehoord en de in- zichten omtrent de waarde en de beteekenis der oude monumenten zich aanzienlijk hebben

werk te onteigenen, hetgeen ook nu niet is uitgesloten, doch thans praktisch van geen waarde is, daar het bouwwerk reeds lang vernield zal zijn voor de