• No results found

HET FISCALE HEDEN EN DE TOEKOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HET FISCALE HEDEN EN DE TOEKOMST"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HET FISCALE HEDEN EN DE TOEKOMST

door P rof. D r P. ]. A . A d ria n i

G edurende de laatste m aanden had ik het voorrecht enige voordrachten te mogen houden over de belastingpolitiek en het bedrijfsleven. D e R edactie van het M .A .B . meende, dat deze stof ook voor hare lezers van belang zou kunnen zijn. Z o heb ik de daar behandelde stof en andere opnieuw o nderhanden genomen en verw erkt tot een artikel. Doel d a a r­ van is een aantal aspecten van het probleem n aa r voren te brengen en een aan tal m ogelijkheden aan te geven. N iet w ordt beoogd bepaalde m aatregelen als de oplossing aan te bevelen, al zal er misschien wel eens een w oord van kritiek op aanhangige w etsontw erpen uit de pen vloeien.

E venals in bedoelde voordrachten neem ik als uitgangspunt onze sterk toenem ende bevolking. D e beide eerste publicaties van de Commissie voor het geboorte-onderzoek, ingesteld door het Instituut voor Sociaal onder­ zoek van het N ed erlan d se v o lk 1) bevatten een schat van gegevens; slechts enkele cijfers noem ik hier, alleen als illustratie. In d at rap p o rt w ordt geconstateerd, dat onder de Europesche landen N ederland behoort tot die met de sterkst groeiende bevolking. V a n de 2.6 millioen in 1830 groeide onze bevolking tot 9.5 millioen in 1946 en 10 millioen in 1949.

D e toenem ing op zich zelf is zeer belangrijk; d at geldt ook voor de oorzaken daarvan. Slechts tw ee d aarvan komen voor mijn verdere betoog in aanm erking: het aantal geboorten en de levensduur. H e t aantal ge­

boorten per jaar en per 1000 inw oners steeg geleidelijk to t ongeveer 1877. T o en trad een daling in, even onderbroken na het einde van de vorige oorlog, doch d aa rn a w eer voortgaande tot 1936. T o en tra d een stijging in, die h aar hoogtepunt bereikte in 1946; na de toen ingetreden daling ligt het cijfer toch nog steeds ver boven het laag tep u n t van 1936. O ok de verlenging van de levensduur v raag t de aandacht. Ik noem slechts één voorbeeld: in 1870—• 1879 bedroeg de gem iddelde levensduur voor pas geboren meisjes: 40.7 jaar; voor 1931 — 1940: 67.2 jaar. D a t zal het hoogtepunt wel niet zijn.

N iet alleen het accres van onze bevolking is van belang, doch ook de sam enstelling, w a t de leeftijdsverdeling betreft. U it het rap p o rt (P u b li­ catie 2 no. 45) blijkt, d at deze verdeling in ons land an ders is dan in de naburige landen: de jongere leeftijdsgroepen zijn sterker bezet. B erekend w ordt, dat in 1963 het aantal personen in de productieve leeftijdsklassen (15 t.m. 64) met ± 20 pet zal zijn toegenom en. In het slot van Publicatie 2 w ordt er dan ook op gew ezen, d at deze afw ijkende dem ografische ontw ikkeling van de N ed erlan d se bevolking bijzondere eisen stelt aan onze volkshuishouding. B innen een betrekkelijk kort tijdsverloop zal het te verw achten accrès in de productieve leeftijdsgroepen m oeten w orden opgevangen.

D e tijd, d at de belastingheffing enkel w erd gezien als middel tot dek­ king van de kosten van het overheidsapparaat, is voorbij. D e belasting­

*) Publicatie no. 1: Ontstaan, Doel en Werkprogramma van de Commissie voor het geboorte-onderzoek, December 1949; Publicatie no. 2: Eerste resultaten van een Statis­ tische analyse van de loop der geboortecijfers in Nederland, door Drs T. van den Brink, December 1949.

(2)

heffing is onderdeel van het m aatschappelijke leven in zijn ruim ste b ete­ kenis; zij heeft zich daarbij aan te passen en steun te geven aan w at het m aatschappelijke leven eist. Indien dus de dem ografische ontw ikkeling bijzondere eisen stelt aan onze volkshuishouding, dan geldt dat ook voor de fiscale politiek. Doel van dit opstel is te onderzoeken öf dit mogelijk is en zo ja in welke richting moet w orden gezocht.

B ovenstaande uiteenzetting brengt, dunkt mij, drie problem en n aa r voren:

a. de toenem ing van de productieve leeftijdsklasse en de toenem ing der bevolking in h aa r geheel eist uitbreiding van het productieapparaat; b. de genoem de factoren m aken het probleem der volkshuisvesting nog

actueler dan het reeds is;

c. de verlenging der levensduur stelt steeds meer eisen aan de oudedags- verzorging.

H e t terrein is uitgebreid; men zou er een dik boek over kunnen schrij­ ven. V a n elk onderdeel zal ik slechts enkele aspecten kunnen belichten. D aarbij zal vanzelf de vraag rijzen of de B elastingherziening 1950 en de verder nog aanhangige w etsontw erpen steun geven aan de ons door de toekom st opgelegde eisen, dan wel of moet w orden geconstateerd, d at de toekom st w o rd t achtergesteld bij het fiscale heden, w aarbij dan in het m idden zal w orden gelaten of dit noodzakelijk m oet w orden geacht. A . U itbreiding van het productieapparaat.

V o o r de noodzakelijke uitbreiding van het p ro d uctieapparaat is kapi­ taalvorm ing nodig, dus: sparen. S paren door particulieren, sparen in de ondernem ingen.

Kan dit sparen door fiscale m aatregelen bevorderd w orden? M en kan zeggen: natuurlijk, namelijk door de tarieven te verlagen! D a t is echter een onderw erp, w aarop ik niet zal ingaan; d at is van veel w ijder strekking dan m et dit artikel w o rd t beoogd. W e l kan even w orden opgem erkt, dat de hoge tarieven ook indirect het sparen in de ondernem ingen ongunstig beïnvloeden. D e redenering bij het doen van niet strikt noodzakelijke uitgaven: de fiscus b etaalt er zow at de helft van, is niet een aansporing to t de zuinigheid, w aardoor ons lan d eens groot is gew orden!

E n het sparen door particulieren? A ls men rondom zich ziet hoe een groot deel van onze bevolking alles w at verm aak is, n ajaa g t, hoe dit voortdurend w o rd t aangew akkerd door de pers; indien men deze indruk 1 bevestigd ziet door de statistiek, die een sterke toenam e van hoofdelijk verbruik van genotm iddelen en voor verm akelijkheden constateert, dan v ra ag t men zich af, of geheel het inzicht ontbreekt, d at sparen nood­ zakelijk is voor onderhoud en w erkgelegenheid van onze zo snel a a n ­ groeiende bevolking.

Bij deze levenshouding schijnt het een onm ogelijke ta a k door fiscale m aatregelen daarin verandering te brengen. E n toch verdienen ze de volle aandacht. L aat de uitw erking in economisch opzicht voorlopig zeer bescheiden zijn, er kan een morele invloed van uitgaan en deze kan, wellicht met andere m aatregelen, op den duur een ommekeer brengen.

Particulier sparen. E r zijn pogingen gedaan om langs fiscale weg het sparen te bevorderen; er zijn ook voorstellen gedaan, die nooit to t toe­

(3)

passing zijn gebracht. Ik kan me niet begeven in beschrijvingen, doch wil trach ten een sam envatting te geven van de tw ee m ethoden langs welke getracht is, zij het op uiteenlopende wijze, het doel te bereiken. D e m ethoden m een ik als volgt te kunnen aanduiden:

a. belastingverlaging voor die gedeelten van het inkomen, die duurzaam zijn gespaard,

b. belastingverhoging, indien de vertering groter is, dan met het oog op het inkomen en persoonlijke om standigheden m aatschappelijk ge­ rechtvaardigd w ordt geacht.

M ethode a. is toegepast door middel van spaarcertificaten van w ege de S ta at uitgegeven en die eerst na lange jaren inbaar zijn.

G rote aan trekkingskracht hebben deze m aatregelen niet. Z e m aken een diepgaande controle nodig: is het wel bespaard geld? H oe groot w aren de verteringen? enz. enz.

O p beperkt terrein zijn hier echter misschien m ogelijkheden. Z o u het sparen door w erknem ers bij de w erkgever begunstigd kunnen w orden door een verm indering van loonbelasting? V ooral voor jonge w erknem ers, die op deze wijze een spaarpot zouden kunnen vorm en, zou d a t van belang zijn. H ier wijs ik speciaal op de morele kant.

K apitaal-verzekering. S paren bij de w erkgever. D a t leidt onze gedach­ ten n aa r de voorzieningsfondsen, spaarfondsen e.d. D e fiscale w etgever geeft hier geen steun. Z ow el de bijdrage van de w erknem er als van de w erkgever w o rd t als loon belast; ook de rente w elke op het tegoed w o rd t bijgeschreven w o rd t in de inkom stenbelasting betrokken.

Z o is het in beginsel ook bij de particuliere kapitaalverzekering: geen aftrek van de premie: de gekw eekte rente w o rd t bij de uitkering belast.

E en aanm oediging van deze wijze van sparen is in de fiscale w etgeving niet te vinden. In de w et 1914 w as die er wel, zij het zeer bescheiden, door de toegestane aftrek van ƒ 100.— voor prem ie-levensverzekering. D e gedachte w as afkom stig uit E ngeland, w a ar prem ieaftrek w as inge­ voerd juist om deze wijze van sparen te bevorderen. E r liggen hier m oge­ lijkheden, die de nad ere bestudering w a ard zijn.

P ensioenverzekering. D oor middel van de pensioenregelingen, ver­ ban d houdende met arbeidsovereenkom sten en de particuliere lijfrente­ verzekeringen w orden grote bedragen gespaard. W e l is w a ar zijn de latere uitkeringen bestem d voor consumptie, doch, d aa r generatie op gene­ ratie volgt, w orden hier enorme bedragen gespaard. O p de ouderdom s­ zorg kom ik hieronder onder C terug.

H ier alleen iets over het beleggingsprobleem . Is het gew enst d at de voor pensioenverzekering gespaarde b edragen ■— en voor kapitaalver­ zekering etc. geldt hetzelfde -— w orden belegd in risicodragend v er­ mogen? E r w ordt verschillend over gedacht; de fiscale w etgeving w erkte belem m erend door het niet-restitueren van dividendbelasting. D eze be­ lemmering w ordt door de B elastingherziening 1950 opgeheven. O ok het aanhangige w etsontw erp tot wijziging der R egistratie- en Z egelw etten schijnt de institutionele beleggers n aa r het risicodragend verm ogen te drijven, door het uitlenen op schuldbekentenis met evenredig effecten­ zegel te belasten. G esteld, dat het bevorderen van het beleggen in risico­ d ragend verm ogen gew enst w ordt geacht, dan nog is het de vraag of dit doel hier op de juiste wijze w ordt nagestreefd. V erg . mijn artikel in

W .P .N .R . 4131. ~ '

(4)

Sparen in de ondernem ing. M en dient hier tw ee doelstellingen uit elkaar te houden:

a. door fiscale begunstiging w o rd t de uitbreiding van het productie­ ap p a raa t bevorderd,

b. door fiscale begunstiging w o rd t het bedrijfsleven ingeschakeld voor sociale voorzieningen, w aarbij ik mij beperk tot de volkshuisvesting en de oudedagsvoorziening. D e behandeling d aarv an stel ik uit tot hieronder B en C.

U itbreiding van het productieapparaat. T w e e m ethoden kunnen tegenover elkaar w orden gesteld: de E ngelse t.o. de F ranse. In E ngeland w ordt gew erkt met het d aar meer toegepaste systeem : de gehele w inst w o rd t belast, doch een deel der belasting w o rd t teruggegeven, indien w ordt aangetoond, d at een deel der w inst is gebruikt tot verbetering of uitbreiding van het p roductieapparaat. F rankrijk heeft juist andersom gehandeld: het deel der w inst, d a t gebruikt zal w orden tot verbetering enz. van het pro d u ctieap p araat w ordt vrijgelaten, m aar, indien binnen een bepaalde tijd dit plan niet tot uitvoering is gebracht, w ordt het bij de w inst gevoegd.

E r is hier een fiscale begunstiging, doch d a a ra a n zijn zonder twijfel grote bezw aren verbonden. D e fiscus g aa t controle uitoefenen op de verbetering. H oever zal die gaan? Z a l de doelm atigheid ervan beoor­ deeld w orden? O ok de w enselijkheid van uitbreiding van een bepaalde bedrijfstak? M en ziet hier de belastingheffing verschijnen als middel tot het voeren van economische politiek. D e doelstellingen d aarv an zullen telkens veranderen.

W in stb ereken in g . O ver de wijze w aarop volgens de w et 1914 en het besluit 1941 de fiscale w inst w o rd t berekend, over het belasten van schijnw insten en de gevolgen daarvan, is reeds zó vaak geschreven, dat ik er het zw ijgen toe kan doen. D a ar het belasten van een deel van het bedrijfsverm ogen, als w are het w inst, het hier behandelde vraagstuk ten nauw ste raakt, wil ik trach ten dit probleem nog van een and ere k an t te benaderen.

O verziet men de ontw ikkeling der rechtspraak onder de w etgevingen van 1914 en 1941, dan o ntdekt men pogingen om de starheid van het op de historische kostprijs steunend fiscale systeem te tem peren. M en kan zekere m eegaandheid constateren, zolang het b etreft de verdeling van de w inst over de jaren. M aa r het totaal der w inst zit onw rikbaar vast aan de historische kostprijs en de uiteindelijk verkregen opbrengst.

Z o zie ik ook de toestand indien de w et B elastingherziening 1950 zal zijn tot stan d gekomen. T ijdens het bestaan der ondernem ing grote vrijheid, al zijn er beperkende bepalingen o.a. om trent afschrijvingen en reserveringen, doch de totale w inst blijft beklem d tussen het genoem de begin en eindpunt.

N u komt d aa r iets bij, en d aarop wil ik speciaal de aa n d ach t vestigen: het is het conflict tussen de op de persoon ingestelde inkom stenbelasting en de economische continuïteit der ondernem ing. W a t economisch één is en continu, w o rd t voor de inkom stenbelasting telkens a.h.w . afgekapt, indien er verandering komt in de persoon van de ondernem er.

(5)

ziening 1950 doet deze reserve vervallen de consequentie van dit conflict is te vinden in het nieuw e art. 7 al. 2 besl. Ink. bel. Stille of geheime reserves zullen als w inst w orden belast zodra een persoon ophoudt ondernem er te zijn. H e t is onverschillig of deze reserves door d e ondernem ing ooit gerealiseerd zullen w orden. Z o d ra de fiscus het bestaan dezer reserves kan aantonen bij w isseling in de persoon, zullen ze w orden belast. T w e e m ethoden van w instberekening n a a st elkaar: zolang dezelfde persoon ondernem er is, in beginsel vrijheid; bij w isseling van de persoon, het meest straffe systeem d at d enkbaar is.

M en v ra ag t zich a f of hier de toekom st van het particulier bedrijf niet w o rd t opgeofferd aan het fiscale heden. D e N .V . vorm biedt in dit opzicht onm iskenbare voordelen.

D e nieuw e bepaling doet denken aan de jarenlange strijd om trent de m eerw aarde in F rankrijk. W a t een moeite heeft het de fiscale w etgever gekost alle gaatjes te stoppen! M a a r het is bereikt! E n van af d at ogenblik is de terugtocht b e g o n n e n ... H e t kon niet m et het oog op de belangen van het bedrijfsleven! L aat het een lichtend voorbeeld voor ons zijn en laat ons hopen, d a t bij de volgende belastingherziening ook bij ons de terugtocht zal beginnen.

B . D e volkshuisvesting

Slechts enkele problem en kunnen even w orden aangestipt:

1. In sommige landen w orden bestem m ingsreserves m et een sociaal doel onbelast gelaten. O o k hier kan verschillende m ethode w orden ge­ volgd: vrijlaten mits de bestemming w ordt gegeven binnen ... jaren, óf belasten en teruggeven als de bestemming is gegeven. A ls voorbeeld noem ik Frankrijk, w a a r een zeker percentage der w inst is vrijgelaten, indien dit besteed w o rd t voor w oningbouw . O ns land kent zo iets niet.

2. W e l bevat art. 10 ontw erp B elastingherziening 1950 een reductie van vennootschapsbelasting voor van Rijkswege gesubsidieerde licham en die op het gebied der volkshuisvesting w erken. O ndernem ingen, die voor hun personeel w oningen bouw en, zullen dus, om d aarvan te kunnen profiteren, afzonderlijke licham en m oeten oprichten.

3. H et reg istratierecht speelt ook een rol. H e t b ed raag t bij aankoop onder bezw arende titel 5 pet. en verhoogt in norm ale tijden de hu u r­ prijzen. V a n d a a r d at de R egistratiew et in art. 101b een vrijstelling bevat voor de overdracht van onroerende zaken aan gem eenten en onder de W o n in g w e t vallende lichamen, indien d e o verdracht geschiedt in het belang der volkshuisvesting. D oor de wijze echter, w aarop deze bepaling w o rd t toegepast, komt deze strekking in sommige gevallen niet tot h aar recht. D e vrijstelling w o rd t namelijk niet toegepast op overdracht van voltooide huizen. Indien de eigenaar van de grond zich verbindt deze over te dragen, n a d a t hij er w oningen op heeft gebouw d en kom t de akte to t stan d n a d a t de w oningen gereed zijn gekomen, dan w ordt het registratierecht geheven ook over de prijs voor de w oningen besteed. D e­ zelfde gedachte zit in het aanhangige w etsontw erp tot wijziging van de R egistratiew et; de voorgestelde aanvulling van art. 72a heeft tengevolge, d at bij verkoop „in de p u t” over de w a ard e van het in aanbouw zijnde huis registratierecht zal w orden geheven. O ok hier v ra ag t men zich af, of de toekom st niet w o rd t achtergesteld bij het fiscale heden.

C. D e oudedagverzorging

(6)

volkshuisvesting. E en dotatie aan een pensioenfonds kan onder de be­ drijfskosten w orden gebracht, voorzover deze strek t tot dekking van bestaan d e verplichtingen.

Bezien van de zijde van degeen die zijn oude dag wil verzorgen, is er n a het onder A opgem erkte slechts plaats voor enkele aanvullende o p ­ m erkingen. Z ow el voor de particulier als voor de w erknem er, die in de toekom st een lijfrente of pensioen zal genieten, kom t de regeling daarop neer, d at door prem iebetaling of inhouding op het loon het actuele belastbare inkom en w o rd t gedrukt, w aartegenover s ta a t de latere belas­ tingheffing over de lijfrente of pensioenuitkeringen. D e technische ver­ schillen laat ik buiten beschouw ing. D eze verschuiving van de belasting­ heffing in verband met het w erkelijk genieten van het inkom en verdient toejuiching. Z e brengt de oudedagsverzorging niet in gevaar en bevor­ dert toch de kapitaalvorm ing, zie onder A.

E r is echter ook een tegenw erkende factor, en d at is het successierecht. Bij het overlijden van een w erknem er m oet de w eduw e, die in het genot van het pensioen treedt, successierecht betalen over de kapitaalsw aarde van het pensioen. Kleine pensioenen zijn ook volgens het aanhangige w etsontw erp voor een nieuw e Successiew et vrijgesteld, doch de m eeste pensioenen vallen daaro n d er niet. A ls er een betalingsregeling tot stand komt, zodat het successierecht over een aan tal jaren w o rd t verdeeld, dan g aa t dit recht als een soort opbrengstbelasting w erken, die evenwel niet voor loon- en inkom stenbelasting in m indering komt. D an blijkt eerst hoe zw aar deze belasting drukt. A l gauw eist het successierecht een half jaar pensioen op; in de hogere regionen is er zelfs wel eens an d erh alf ja a r mee gemoeid.

H ier ligt een belemmering voor de ouderdom sverzorging, die, zoals in de aan h ef van dit artikel w erd gezegd, ernstig de aa n d ach t verdient. E en prijsgeven van het successierecht op dit gebied zou tevens het ongem o­ tiveerde verschil tussen de am btenaar en de particuliere w erknem er doen vervallen. D aarm ede zou dan ook vervallen de w onderlijke situatie van de spoorw egam btenaar, die tussen R ijksam btenaar en particuliere w erknem er instaat.

O v er al deze onderw erpen, die het fiscale heden en de toekom st raken, zou veel meer te zeggen zijn. Ik m eende te kunnen volstaan met het in dit licht bezien van enkele problem en.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder de rubriek "Mededelingen" van deze beschikking is vermeld dat het verlenen van toestemming tot het privaatrechtelijk gebruik van staatseigendommen alsmede het aangaan

Deze studie bekijkt het effect van drie kenmerken van productportfolio (breedte, diepte, innova- tiviteit) en twee kenmerken van merkportfolio (portfolio omvang en positionering)

1907 DUINBERGEN Door de aanleg van het gedeelte dijk in 1907 werd een schuiiinham gevormd waarvan sprake rond de eeuwwisseling.. Duinbergen had zijn zeedijk en kon

In deze paragraaf worden de resultaten voor de stikstofdepositieberekeningen in de realisatiefase en gebruiksfase weergegeven?. De berekeningen zijn opgenomen in

De inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt voor de minst verdienende partner en de alleenstaande ouder 1) die meer dan € 5.219 (2021: € 5.153; 2020: € 5.072) aan

Geld voor ander onderdak, eten of om terug te gaan naar mijn dorp bezit ik niet. Ik geloof niet, dat dit het plan is, dat God voor mij heeft, maar ik weet nu niet wat ik

Een punt uit de vijf stappen willen we hier verder uitwerken, ook al kwam het in de bespreking als dusdanig niet aan bod. Het betreft hier het centraal secretariaat.

Volgens Johnston Taylor is ‘de wounded healer een zorgverlener, die in zijn leven ook blessures heeft opgelopen, moeite en pijn heeft ervaren, verliezen heeft gekend?. Hij heeft