2013 ~ II
Opgave De valkparkiet
1.(3) 0,19 s 2 8,71 s 169,72 120 (1)
0,19 2 8,71 49,72 0
6,68 39,16
s s
ABC formule
s s
(2)
2.(4) V ' 0,38 s 8,71 0 (3)
0,38 8,71 22,92
s s
(1)
3.(5) p 8 34 150 185 (2)
272 35 0,13 p p
(1)
2 2
0,13(s 8)(s 34) 150 0,13(s 42s 272) 150 0,13s 5,40 185
V s (2)
Opgave Octopus Paul
4.(5) H o : p 0,5 en H p 1 : 0,5 (1)
X: aantal correct voorspelde uitslagen
(X 4) 1 P(X 3) 1 (6, 0.50, 3) 0,34
P binomcdf (4)
Er is geen aanleiding om te zeggen dat Paul over voorspellende gaven beschikt. (1)
5.(6) P alle ( 8 juist ) 0,5 8 0,0039
X: aantal dieren dat alle wedstrijden juist voorspelt X is binomiaal verdeeld met n 20 en p 0,0039 (2)
( 1) 1 ( 0) 1 (20, 0.0039, 0) 0,075
P X P X binomcdf (4)
6.(4) GD It Eng ( , ) 0,316 log1 0,334 log1 1,702 log 16 12 0,21 (3)
7.(3) log( ) log( ) log( ) P Q P Q (log( ) log( )) Q P log( ) Q P (2)
( ) ( ) ( )
( ) ( ) ( )
( ) ( ) ( )
( ) ( ) ( )
( , ) 0,316 log( ) 0,334 log( ) 1,702 log( ) 0,316 log( ) 0,334 log( ) 1,702 log( )
( , )
pop A bbp A erv A
pop B bbp B erv B
pop B bbp B erv B
pop A bbp A erv A
GD A B
GD B A
(1)
8.(5)
66( )
16,6 10 8
(Bra) 18
185,7 10
0,316 log( ) 0,334 log( bbp Ned bbp ) 1,702 log( ) 0,67 (1)
(Ned) (Bra) (Ned)
(Bra) (Ned)
(Bra) (Ned) 0,781
(Bra)
0,331 0,334 log( ) 0,599 0,67 0,334 log( ) 0,261
log( ) 0,781
10 6
bbp bbp bbp
bbp bbp
bbp bbp
bbp
(3)
Het bbp van Nederland is ongeveer 6 keer zo groot als het bbp van Brazilië.
Opgave Turkse tortels
9.(4) T 100 1,73 t met t 0 in 1953. (1)
In 1984: T 100 1,73 31 2,4 10 9 (2)
Dus het aantal in 1984 kon niet juist voorspeld worden met de formule. (1)
CSE~II 6 vwo wiskunde A
(1)
10.(4) De lijn gaat door de punten (1930, 2200) en (1957, 4400) (1)
In 1930 is r 1241 en in 1960 is r 2482 (2)
De gemiddelde toename per jaar: 1960 1930 2482 1241 41,4 km (1)
11.(5) s oud 1,81 290 log1,33 56,4 (1)
290
1,81 log(0,90 1,33) 44,8
nieuw
s (2)
Dat is een afname van 56,4 44,8 56,4 100 20,6% (2)
12.(4) 1. Als m toeneemt, wordt de breuk kleiner en wordt s dus ook kleiner bij constante V
2. Als V toeneemt, neemt log(V) toe en log( ) V neemt dan ook toe. Ofwel s neemt dan toe bij constante m. (2, 2)
Opgave Kaartspel
13.(3) P vier van elk soort ( ) 1 111 110 84 56 109 28 0,0990 14.(4) X: aantal keer dat de eerste kaart een tomaat is
( 37) 1 ( 37) 1 (150, 0.25, 37) 0,4937
P X P X binomcdf (4)
15.(6) De rechter klassengrenzen: 5, 10, 15, 20, 25, 30 en 35 De relatieve somfrequenties: 2, 11, 37, 66, 87, 95 en 100 (2)
De punten liggen vrijwel op een rechte lijn, dus normaal verdeeld. (2)
Bij 50%: 18 (1)
Bij 16% en 84%: 7 (1)
16.(5) P D ( 20) normalcdf ( 1 99, 20, 25, 9) 0,2893 E (2)
( , ) 2 0,2893 0,7107 0,4112
P L K (3)
Opgave Archeologie
17.(3) g 6000 jaar 12,5 6 (1)
60001