Handleiding bij het gebruik van het WFW PC netwerk

Handleiding bij het gebruik van het WFW PC netwerk

Citation for published version (APA):

Snijders, R. (1989). Handleiding bij het gebruik van het WFW PC netwerk. (DCT rapporten; Vol. 1989.069). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1989

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

HANDLEIDING

BIJ HET

GEBRUIK VAN HET

WFW PC NETWERK

Technische Universiteit Eindhoven

faculteit Werktuigkunde

vakgroep Fundamentele Werktuigkunde

(WFW)

2

PC Netwerk

1.

INHOUDSOPGAVE

1

INHOUDSOPGAVE

2

INLEIDING

3

HARDWARE

3.1

Et hernet configuratie

3.2

PC Ethernet controller

3.3

Bekabeling van het PC-subnet

4

SOFTWARE

4.1

Internet-protocollen (TCP/IP)

4.2

Beschrijving van netwerk-software op PC

4.3

Gebruikte methode van installatie

4.3.1

Starten en stoppen PC-NFS

4.3.2

Het zetten van het PATH

4.3.3

Voorbeeld van het opstarten van PCNFS

4.4.1

Terminal emulatie m.b.v. TELNET

4.4

Enkele veel gebruikte netwerk-applikaties

4.4.1.1

PCNFS-Telnet

4.4.1.2

NCSA-Telnet

4.4.2

File transport met

FTP

4.4.2.1

PCNFS-FTP

4.4.2.2

NCSA-FTP

4,4.2:3

Vn^rh&kn

van

file

transport

4.5

Enkele PC-NFS features

4.5.1

Alliant als fileserver

4.5.2

Network-printing

5

BIJLAGEN

5.1

Lijst met PCNFS-commando's

5.2

Lijst met ftp-commando's

5.3

Netwerk configuratie WFW

2

3

7

7

9

10

10

12

12

13

13

14

18

21

21

21

21

25

25

28

2.

INLEIDING

Deze handleiding is geschreven om de (nieuwe) gebruiker van het WFW Local Area Net-

work

(LAN) een overzicht te geven van een

LAN zoals bij ons aanwezig is, en bovendien

specifieke informatie te geven over het gebruik van de hard- en software.Dit document

omvat op software-gebied voornamelijk het netwerk-pakket PCNFS. Voor sommige toepas-

singen biedt echter het tweede pakket dat binnen de vakgroep aanwezig

is

(NCSA-soft-

ware) een betere funktionaliteit, vandaar dat de pluspunten van dit pakket ook besproken

zullen worden.

Deze handleiding

zal

geen complete en gedetailleerde beschrijving geven van de aanwezige

netwerk-software. Hiervoor wordt verwezen naar de originele handleidingen van PCNFS1,

NCSA2, MS-DOS3,

UNIX4.

Ron Snijders.

1 _{PC-NFS 3.00 Read this first document, PC-NFS User's Manual and Installing}

PC-NFS, A Guid to the User and System Administrator. SUN microsystems, march 1988.

2

3

NCSA-Telnet for the

PC,

version

2.2,

Juli 1988. National Center for Supercomputing Applications, University of Illinois.

4

PC

Netwerk

3.

HARDWARE

3.1

Et

hernet configuratie

In bijlage

3

is een schema te zien dat de ethernet configuratie binnen WFW weergeeft.

hierin valt

op

dat dit netwerk in feite uit drie subnetten bestaat, deze zijn:

1.

EUTRC:

2. EUTWFWA:

3. EUTWFWP:

Dit is een campus-wide subnet dat alle subnetten over de TU via het

TUENET met elkaar verbindt, de koppeling naar het TUENET is tot

stand gebracht m.b.v. een bridge om het lokale verkeer (b.v. van

Alliant naar Apollo) geen belasting te laten zijn voor het overige deel

van het netwerk EUTRC.

Dit is het Apollo Token Passing Ring netwerk wat al enige tijd be-

staat. Een van de Apollo werk-stations in de ring fungeert hierbij als

gateway naar het EUTRC-netwerk.

Dit is het betrekkelijk nieuwe PC-subnet, waarin elke P C binnen niet

al te lange tijd zal zijn opgenomen. In dit subnet fungeert de Alliant

als gateway naar het EUTRC-subnet. Tevens kan de Alliant gebruikt

worden als file-server en print-server voor alle aangesloten PC's (zie

paragraaf

4.5).

De inhoud van dit document zal vooral betrekking hebben op het PC-subnet

(EUTWFWP).

3.2

PC Ethernet controller

Een PC die aangesloten moet worden op het PC-subnet dient uitgerust te zijn met een

ethernet controller. Voor de XT's en AT'S binnen de vakgroep wordt

op

dit moment

gebruik gemaakt van een Western Digital Ethernet controller (WDdû03E). Voor deze kaart

zijn de volgende instellingen gekozen:

0

interrupt IRQ3

o

shared memory adress CCOOH

o

I/O-port address 280H

Men dient met deze instellingen rekening te houden wanneer men andere uitbreidings-

kaarten gaat gebruiken.

3.3

Bekabeling

van

het PC-subnet.

Zoals uit de tekening blijkt bestaat de bekabeling van het PC-net uit zeven segmenten die

aangelegd zijn over de verschillende verdiepingen van

WFW.

Drie van deze segmenten

liggen in de laboratoria op vloer

O

en

-1,

de andere vier zijn aangelegd in de kamers van

WFW.

Alle zeven segmenten zijn gekoppeld aan een multiport-repeater die

op

zijn beurt weer

verbonden

is

met de gateway naar het EUTRC-subnet (Alliant). De manier waarop

PC's in

een segment zijn opgenomen is als volgt weer te geven:

6

PC

Netwerk

In het schema is te zien dat het segment in elke kamer doorgelust moet worden, tevens

moet het segment afgesloten zijn met een

50

Ohm impedantie. Wanneer aan deze voor-

waarden niet voldaan is, dan zal het HELE SEGMENT plat liggen.

Als een onderbreking

gemaakt moet worden, b.v. bij het verplaatsen van een PC, dan heeft men ongeveer

10

seconden de tijd om de verbinding te herstellen alvorens het segment plat gaat.

Als er een

PC

zit aangesloten

op

het segment, dan vindt doorlussing plaats via een T-stukje

dat rechtstreeks op de Ethernet-kaart van de PC aangesloten hoort t e zijn, als er niets is

aangesloten op het netwerk dan moeten de aansluitingen van het wandkastje met een

KORT stukje coax (50 Ohm) worden doorverbonden.

LET OP:

De maximale lengte van een segment waarbij foutloos verkeer is gegaran-

deerd is

180

meter, vooral op vloer 2 is niet veel lengte meer over (ong. 40

m), dus hou de kabels naar de PC zo kort

als mogelijk.

e

E-MAIL

Electronic Mail

Stelt een gebruiker in staat om mail te sturen naar gebruikers op systemen

aangesloten op het netwerk. Een voorwaarde voor het gebruik van mail is dat

een systeem continue bereikbaar dient te zijn

,

bij

PC's is dit niet het geval,

vandaar dat mail meestal door grotere systemen worden afgehandeld.

e

NFS

Network File System

Het Network File System geeft een gebruiker de illusie dat disks of andere

apparatuur van een bepaald systeem direkt aan een ander systeem aangeslo-

ten zijn. Dit heeft verschillende voordelen, gebruikers

op

verschillende syste-

men kunnen gebruik maken van gezamelijke files (programmatuur, bestan-

den), bovendien wordt backup en maintenance van software eenvoudiger.

Een systeem met algemeen toegankelijke disks wordt een "File-Server"

genoemd.

e

Network Printing

Stelt een gebruiker in staat om printers op een ander systeem te gebruiken

alsof deze aangesloten zijn

op

het eigen systeem. Een systeem met voor

andere systemen bereikbare netwerk-printers wordt een "Print-Server" ge-

noemd.

e

Remote Execution

Stelt een gebruiker in staat om vanaf de lokale computer een programma

op

te starten op een ander systeem. Remote execution bestaat in verschillende

vormen, b.v. RSH en Rexec.

e

Name

servers

Stelt verschillende systemen in staat om systeem data-bases, verschillende

netwerktabellen, etc.

,

gezamelijk t e gebruiken zodat deze maar een maal,

mogelijk over verschillende systemen, aanwezig hoeven t e zijn. Dit heeft als

voordeel dat er maar een set van databases ''up

to

date" gehouden hoeft te

worden. De meest bekende nameserver is Yellow Pages (YP) van SUN.

PC

Netwerk

9

0

Terminal servers

Een terminal server is een klein computer-systeem met een aantal terminals

aangesloten, en waarop een bepaald protocol voor remote login (b.v.

TELNET) draait.

o

Network Oriented Window Systems

Stelt een gebruiker in staat om vanaf een grafisch station

op

andere systemen

te werken m.b.v. een en dezelfde grafisch georienteerde user interface. De

bekendste systemen op dit moment zijn X-windows en NeWS.

4.2

Netwerk software

op

de

PC

r

zijn binnen de vakgroep in principe twee verschillende Software pakketten in gebruik om

via de PC toegang te krijgen tot het netwerk. De reden waarom twee pakketten gebruikt

worden is omdat ze elk hun specifieke pluspunten hebben die voor bepaalde toepassingen

nuttig zouden kunnen zijn. Verder hebben ze qua mogelijkheden natuurlijk een vrij groot

overlappingsgebied. De gebruikte pakketten en hun mogelijkheden zijn:

1

NCSA-software

Public Domain pakket met alleen de volgende mogelijkheden:

o

FTP

0

TELNET

0

Remote Execution

0

Nameserver (nog niet geïmplementeerd)

Ee p!UsijUïlteïl

in

T í 7 T & T U T -,-.,-.-A--- n,-.nn.,-.n :l.-l:-.,-.. ,-.-&::,i -,-.,..-l*.l

I UCIIIIYUI w a t iiicciucit: aca3;ca t t ; g ~ i i j ~ t ; i b i j u iiiugciijli

maakt,

eeil

Tektronics4014 emulatie ondersteunt, bovendien behoren conversies naar postscript en

BPGL tot de mogelijkheden.

2

PCNFS (SUN)

Commercieel verkrijgbaar pakket met meer mogelijkheden dan het NCSA-pakket,

behalve de pluspunten van NCSA-TELNET. De mogelijkheden zijn:

0

FTP

o

TELNET

o

NFS (Alliant wordt gebruikt als fileserver)

e

Remote Printing

0

Remote Execution

o

Yellow Pages nameserver (nog niet geïmplementeerd)

4.3

Gebruikte methode van installatie

4.3.1

Starten

en

stoppen PCNFS

PCNFS

is

een resident programma, dit komt er in praktijk op neer dat er zo'n

80

kbytes

van het interne geheugen door PCNFS gebruikt wordt. Omdat veel van in de vakgroep

gebruikte programmatuur daardoor in de problemen komt is het wenselijk een mogelijkheid

in t e bouwen om PCNFS t e stoppen zodat daardoor het oorspronkelijke interne geheugen

weer beschikbaar is.

De

80

kbytes worden in beslag genomen door de drivers van PCNFS, die tijdens het booten

worden geladen volgens de specificaties in de config.sys file. De enige manier om het geheu-

gen weer vrij te krijgen is het opnieuw booten van de PC met een andere configsys, ook de

autoexecbat zal anders moeten worden vanwege een andere Instelling van het path, en

omdat hierin een script voor het initialiseren van PCNFS wordt aangeroepen.

nl:

on?,

het

he.enstaande

te

rea!iseren

ziin

J

er

twee

sets

ï 8 E

allteexec-

en

cenfig-fi!es

gemaakt,

0

CONFIG.ORG

:

originele config.file

o

AUTOEXEC.ORG

:

originele autoexec-file

0

CONFIG.NFS

:

met PCNFS-drivers

PC

Netwerk

11

Twee scripts om

PCNFS te stoppen resp. te starten zijn geïnstalleerd, deze zien er als

volgt uit:

@ECHO

O F F R E M R E M Filename : C:\batch\stopnfs.bat R E M Description R E M

R E M remove writeprotection if present

ATTRIB -R

C:\config.sys

ATTRIB -R

C:\autoexec.bat

R E M copy original-files to autoexec.bat and configsys C O P Y

C

: \config .org

C

: \con fig .sys

C O P Y C:\autoexec.org C:\autoexec.bat R E M reboot the system

W A R M B O O T

: script for removing the resident program P C N F S

@ECHO

O F F R E M

R E M Filename : C:\batch\startnfs.bat R E M Description

R E M

R E M remove write-protection if present A T T R I B

-R

C:\config.sys

: script for starting the resident program

PCNFS

A T P T D T l 2 D n.\ -..+,.,..r,.n l.-+

n AA I L I U -IL u. \auuuc.-.cL.uau

R E M copy nfs-files to autoexec.bat and configsys

COPY C

: \con fig .nfs

C

:

\

con fig .sys

COPY

C:\autoexec.nfs C:\autoexec.bat R E M reboot the system

WARMBOOT

4.3.2

Het zetten

van

het PATH

Een van de verschillen tussen de situaties waarin NFS is gestart en gestopt, is de waarde

van de variabele PATH:

NFS gestart:

PATH=C:\DOS;C:\BATCH; C:\UTIL;C:\NFS;E:\NFS;

NFS gestopt:

PATH=C:\DOS;C:\BATCH;C:\UTIL;C:\NCSA;

Dit komt er op neer dat wanneer NFS gestart is, de netwerk applikaties uit de directories

C:\NFS en E:\NFS (de standaard gemounte disk van de Alliant: zie paragraaf

4.5.1)

wor-

den opgestart, en wanneer NFS gestopt is worden deze uit de directory C:\NCSA opge-

start.

Op deze manier kunnen de twee pakketten (NCSA en PCNFS) niet onbewust tegelijkertijd

worden gebruikt, dit zou nl. problemen geven.

4.3.3

Voorbeeld

van

het opstarten

van

PCNFS

Na het commando STARTNFS wordt de PC opnieuw opgestart, en wordt een batch file

aangeroepen die ervoor zorgt dat PCNFS geïnitialiseerd wordt. Bij het booten van de PC

krijgt men het volgende op het scherm:

bcnfs installed] username:

ran

-^^I___^- 2. p a u u w u l u .

....

. .

mounting network-disk(s) mounting network-printer(s)

Do you wish the PCNFS-databases to be updated

[ Y/N]

?

Y

Up dating PCNFS-databases

Elke maandag

9.00-11.00

PCNFS-server (Alliant) down i.v.m. backup.

I

+

I

1

I

I

Overige mededelingen van de Netwerk-beheerder.

_I

PC

Netwerk

13

Na de melding [pcnfs installed] vraagt PCNFS om een Username en Password, hier dient

men de Username en Password dat men op de Alliant heeft op te geven. Indien men geen

account op de Alliant heeft kan men ook de username I1all1' opgeven, hiervoor is geen

password nodig.

De Username wordt gebruikt om de rechten te bepalen die de gebruiker heeft op bepaalde

files en directories (homedirectory), tevens kan men hierdoor gebruik maken van print

faciliteiten op de Alliant.

Wanneer men inlogt op het netwerk

als

all heeft men geen homedirectory, maar kan men

wel gebruik maken van de print faciliteiten.

Nadat de Username en het Password zijn ingegeven worden de disks en printers, volgens de

file C:\NFS\DRIVES.BAT, gemount (zie par.4.5).

Dan komt de vraag of van de PCNFSdatabases een update gemaakt moet worden, hiermee

worden de netwerktabellen bedoeld die op de Alliant bijgehouden worden. Bij een update

worden deze van de Alliant naar de PC gekopiëerd. Dit kopioren van PCNFS-databases

vervangt de funktie van de Yellow Pages nameserver, in de toekomst zal nog bekeken

worden of deze nameserver geïmplementeerd kan worden.

Als laatste komen er enkele meldingen die door de netwerk-beheerder kunnen worden

opgegeven op de Alliant.

4.4

Enkele

veel

gebruikte netwerk-applikaties

4.4.1

Terminal emulatie

m.b.v. Telnet

Het telnet programma stelt een

PC in staat om zich als een terminal

te

gedragen die ver-

gebruik maakt van het Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP). De

meeste UNIX-systemen en enkele andere systemen ondersteunen deze protocollen.

4.4.1.1 PCNFS-Telnet

omtarten Telnet

De eenvoudigste manier om PCNFS-Telnet op te starten is vanaf de 'command-line' zonder

de menu's

te gebruiken:

C>

TELNET

host

[/b][/k

character]

De parameters die meegegeven kunnen worden zijn:

0

host:

0

/b:

COM1, COM2 of de hostnaam van een telnet-server.

plaatst telnet meteen in de achtergrond (resident), kan

gebruikt worden om telnet vanuit een batch-file op te

st art en.

Stelt de gebruiker in staat om de 'hot-key-sequence' te

veranderen, mogelijke karakters zijn A-2,

0-9

en

Fl-FlO. Deze karakters kunnen vooraf gegaan worden

door ALT, CTRE en SHIFT, gescheiden door '+'-ka-

rakters, b.v.:

0

/k

character:

C> TELNET EUTWAL /k Alt+Shift+q

Opent een sessie naar de Alliant met als 'hot-key-se

quence':

ALT SHIFT Q

.

Na het bovenstaande commando wordt de

PC

als VT100 terminal verbonden met de host,

,a_ I.,,+ a--

__

_,,- T T ~ _ . . - ~ - , .

_-

n , n - , - n n ~ n-a,.., ;- L,.+ A,,..- .7n..a+ _.+ ,.

regel weergegeven, de cijfers

1

tm.

4

komen overeen met de led's van een VT100-terminal.

De F9-toets is de help-toets, deze geeft toegang tot:

ut: l l U 3 b v l c t a ~ b Uctll u111 G G l l U 3 t : l l l & l l l t : G l l P C L 3 d W " l U . Vl1Ut:l 111 11Cb sLllcllll F r U l U b Kll 3 b C L b U 3

o

Het "Telnet Help-Menu"

o

De "Telnet Control-Menu's"

PC

Netwerk

15

beëindigen van een Telnet sessie

Wanneer men telnet wil beeindigen, dan zijn er twee mogelijkheden:

e

Telnet resident in het geheugen laten, of

e

Telnet compleet deactiveren

A.

Telnet resident laten

Wanneer men telnet resident wil laten drukt men F10. Het "Exit-Menu" komt op

het scherm:

*

_{Exit to}

_DOS

_...

_{Remove Terminal Emulator from Memory} Exit to

DOS

...

Keep Terminal Emulator resident

Return to Terminal Session

Het "Exit-Menu" geeft ook het vrije geheugen wanneer telnet resident is. Men kiest

het tweede item d.m.v. de cursor toetsen en toets 'enter', het scherm geeft dan de

DO

S-prompt

.

Wanneer telnet resident is kan men d.m.v. de ilHot-Key-Sequence'l weer terugkeren

in de sessie.

B.

Telnet compleet deactiveren

Om een sessie te beeindigen, en telnet compleet te deactiveren, moet men weer F10

toetsen om het "Exit-Menu" op het scherm te krijgen. Dan moet het eerste item

geselecteerd worden.

Wanneer telnet resident geladen is, kan deze alleen verwijderd worden uit het ge-

heugen door eerst de "Hot-Key-Sequence" te geven, en dan via het "Exit-Menu"

L - l - - A I.-

__-_

l..A--

ire1LleIJ ire V e l l l l a b e l l .

Telnet menu's

Er zij twee typen menu's binnen PCNFS-Telnet:

o

Ini tialisat ion-Menu's

A.

Ini t

ialisat ion-menu's

Verschijnen automatisch op het scherm wanneer Telnet wordt opgestart zonder dat

een hostnaam opgegeven wordt. Sequencieel verschijnen de volgende menu's op het

scherm:

Terminal Emulation Menu:

Connection Type Menu:

Select a Host Menu:

Hierin kan het type terminal opgegeven worden.

hierin kan men opgeven hoe de PC is verbonden met het netwerk.

hierin kan men uit een lijst kiezen met welke host men verbinding wil,

deze lijst kan zelf uitgebreid worden tot maximaal

20

namen.

Voor het verwijderen van hostnamen kan men de file TNHOSTS in de \NFSdirec-

tory wijzigen met een editor.

Na het doorlopen van de menu's komt de gekozen hosts met de Login-prompt.

B. Control-menu's

Hierin kan men telnet opties kiezen op het moment dat telnet actief is, en men

verbonden is met een host. Er zijn twee manieren om in een control-menu t e komen:

Via een Functietoets of combinatie

Via het "Help-Menu" het gewenste menu kiezen.

Er zijn vier "Control-Menu's'':

Ee!p-P.!!enil

[FQ]

Laat zien met welke toetsen of toetscombinaties men naar de andere

"Control-Menu's'' kan gaan, en hoe men de menu's kan bedienen.

M.b.v. dit menu kan men files transporteren tussen de PC en de

telnet-host:

Om een file naar een telnet-host te zenden:

File-menu [ALT]

[F9]

1

2

toets [ALT][F9]

tref op de telnet-host voorbereidingen om een file te

ontvangen van STDIN, b.v. met 'cat

>

destinationfile'.

PC Netwerk

1 7

3

4

5

sluit de ontvangen file op de telnet-host, b.v. met

kies 'Send file' in het "File-Menu".

toets de filenaam van de lokale file.

[CTRL][D].

Om een file te ontvangen van de telnet-host:

1

tref voorbereidingen om een file te sturen naar

2

toets [ALT][F9].

3

4

5

6

7

Change Parameters Menu [F6]

STDOUT met cat

<

sourcefile, geef GEEN [ENTER]!

kies 'Receive file' in het "File-Menu".

toets de filenaam van de lokale file.

op de telnet-host: toets [enter].

wanneer de file getransporteerd is, toets [Alt][F9].

kies 'Close Recieve file' in het "File-Menu".

Hiermee kunnen verschillende terminal display eigenschappen inge-

s t eld worden:

Terminal Mode: No Echo, Echo of Local.

1

2

Status Line toggle.

3

Auto Line Feed toggle.

4

Video Retrace Wait toggle.

5

6

Reset Terminal Setup.

7

Tabs setting.

Xon/Xoff toggle: maakt het mogelijk om de scherm-flow

te beheersen met Ctrl-S en Ctrl-Q.

Command Menu

[F8]

Dit menu is alleen beschikbaar wanneer telnet over het ethernet

gebruikt

.,.,.ordt,

het hevat

de vdgende items:

Re-open Connection:

herstelt de verbinding met de telnet host, t e gebruiken wanneer

de verbinding was verbroken, b.v. door een netwerk-probleem.

geeft naam van de telnet-host.

heeft als gevolg dat de terminal een carriage return genereert

na het toetsen van [ENTER].

Terug naar de sessie.

Display Status:

Toggle Carriage Return Mode:

4.4.1.2

NCSA-Telnet

Functioneel bestaan er tussen PCNFS-telnet en NCSA-telnet twee verschillen, nl.:

1

2

De mogelijkheid om met NCSA-telnet meerdere sessies tegelijkertijd te

openen.

De mogelijkheid om met NCSA-telnet een tektronix

4014

terminal te emule-

ren.

D.m.v. [ALT][H] kan men vanuit een sessie naar het help-scherm gaan, hierop staan de

toetsen of toetscombinaties weergegeven voor de verschillende functies van NCSA-telnet.

meedere sessies

Er zijn twee mogelijkheden om een

of

meedere sessies te openen, nl.:

1

2

vanaf de 'command-line', als volgt:

C> TELNET host1 host2 host3 etc

...

als telnet al opgestart

is

kan men met [ALT][A] een nieuwe sessie openen.

Het wisselen tussen de verschillende geopende sessies gebeurt d.m.v. de toetscombinatie

[ALTI [NI

*

NCSA-telnet heeft zoals gezegd de mogelijkheid om een tektronix

4014

terminal te emule

ren, het bevat mogelijkheden voor:

o

tekst-modes

o

text-sizing

e

zoom

+

pan

PC

Netwerk

19

NCSA-telnet heeft de mogelijkheid om de grafische informatie weg

te schrijven in de vol-

gende vormen:

o

PostScript

o

HPGL-code

o

Tektronix 4014-code

Wanneer een applikatie-programma tektronix commando's produceert, schakelt NCSA-

telnet automatisch om naar grafische mode.

omschakelen grafisch-

,/

tekst-mode

Er zijn drie manieren waardoor NCSA-telnet naar grafische mode omschakeld:

1

2

3

Wanneer een applikatie-programma een tektronix clear-screen commando

stuurt (ESC-FF ofwel ESC-CTRL-L).

Handmatig door [CTRL] [HOME] te geven.

Door het laatste grafische scherm opnieuw weer t e geven, dit gaat d.m.v. het

"Graphics-Menu" wat later besproken wordt.

Voordat omgeschakeld wordt naar grafische mode wordt het tekst-scherm bewaard, wan-

neer men dan de grafische mode verlaat krijgt men dit tekst-scherm weer terug.

Om terug te gaan naar tekst-mode is er één mogelijkheid:

i

Handmatig

door

de

~ û l ~ ~ E ] - t o e t s

te

geven.

het "Graphics-Menu" IALTlIGl

Het "Graphic-Menu" wordt met [ALT][G] opgeroepen, en ziet er als volgt uit:

ALT-G

Graphics menu

<

Press the apropriate function key or

ESC

to resume

>

F1

-

Write postscript to a file called: ps.out

F3

-

Write HPGL code to a file called: hp.out

F4

-

Change HPGL output file name

F5

-

Write Tektronix 4014 codes to a file called: tek.out

F6

-

Change Tektronix output file name View region is currently: 0,0,4095,3119 F7

-

Set a new view region (Zoom, Pan)

RETURN

-

draw picture on screen in current zoom factor Enter choice:

M.b.v. dit menu kan men een grafisch scherm naar disk of printer/plotter sturen, men kan

de filenaam veranderen, de zoom-factor kan ingesteld worden, en het laatst weergegeven

scherm kan teruggehaald worden.

procedure voor het wegschrijven van een daatie

Om een plaatje gemaakt door een applikatie-programma weg te schrijven naar disk of

printer/plotter dient men de volgende stappen te nemen:

1

2

men kan allereerst de filenaam veranderen door in het menu F2, F4, of F6 te

kiezen, door een

'+I

voor de filenaam te zetten wordt de weg te schrijven

informatie toegevoegd aan een bestaande file. Om bijvoorbeeld HPGL-code

(als plotter verbonden is met COM1).

daarna moet een van de opties om de informatie weg t e schrijven (Fl, F3 of

F5) worden gekozen.

direct

naar

eer,

HIUL-plGtter te

sturen

k,

men

hier

Gek

'COMI'

rlnCrl3't.rpn "Yb-'

--

Als men het plaatje naar een file heeft weggeschreven, kan dit plaatje geplot worden door

het

DOS commando COPY te gebruiken, bv.:

PC Netwerk

21

4.4.2

File transport met

FTP

FTP is een applikatie om files te transporteren tussen twee computersystemen, in beide

richtingen. Zowel de NCSA-software als de PCNFS-software bevatten FTP.

Een andere mogelijkheid om files te transporteren tussen twee systemen

is

rcp (remote

copy: zie bijlage

i),

wanneer men echter ASCII-files moet transporteren verdient FTP de

voorkeur omdat deze automatisch End Of Line conversies uitvoert.

4.4.2.1

PCNFS-FTP

Deze FTP-applikatie kan alleen dienen als client, d.w.z. dat men bij een filetransport

tussen twee systemen de verbinding alleen kan initiëren vanaf de PC, filetransport tussen

twee PC's is dus met PCNFS-FTP niet mogelijk.

De complete lijst van de PCNFS-FTP commando's is bijgevoegd als bijlage

2.

4.4.2.2

NCSA-FTP

Deze FTP-applikatie kan zowel als client en

als

server dienen, wanneer

FTP opgestart is

kan men dus vanaf een ander systeem (ook een PC) de verbinding initiëren.

o ~ s

t art en NCS A-FTP

De opstart-procedure van NCSA-FTP verschilt iets van die van PCNFS-FTP, voor NCSA-

FTP gaat dit als volgt:

C> f t D eutwal

C> ftp

131.155.54.1

n$

vi

4.4.2.3

Enkele voorbeelden van file transport

In deze paragraaf zal een uitgewerkt voorbeeld worden gegeven van het gebruik van ftp, de

onderstreepte woorden zijn commando's die de gebruiker zelf dient te geven.

Nadat ftp is opgestart dient eerst een sessie met een host geopend

te

worden in het voor-

beeld is dit de Alliant (eutwal), de host vraagt dan om een username en een password.

C:\HOME>

&

f

ftp> open eutwal Connected to eutwal.

220 eutwal FTP server (Concentrix Version 5.22 Tue Feb 28 23:37:22 EST 1989) ready. Name (eutwa1:ron):

Password (eutwa1:ron): Password required for ron.

230 User pon logged in.

M.b.v. het help commando kan men een lijst van ftp-commando's opvragen:

ftp>

help

Commands may be abbreviated. Commands are:

!

append ascii bell binary bye cd close delete debug dis form get glob hash help Icd

Is

mdelete mdir mget mkdir mls mode mput open prompt sendport quit quote recv remotehlp rename rmdir send status struct take tenex trace type user verbose ? ftp> cd remote.dir 250

CWD

command successful. ftp>

dir

200

PORT

command successful.

150

Opening data connection for /bin/ls (ascii mode) (O bytes). total 9

PC

Netwerk

23

74 bytes received in 0.011000 seconds (6.57 Kbytes/s) ftp> lcd 1ocal.dir

Local directory now C:\HOME\LOCAL.DIR

Met het commando get kan men dan een file transporteren naar de

PC, de file tekst.doc

wordt in ascii-mode (default) overgehaald naar de

PC, waar deze de filenaam readme.doc

krijgt.

ftp> get tekst.doc readme.doc 200 PORT command succesful.

150 Opening data connection for tekst.doc (ascii mode) (9184 bytes). 226 Tranfer complete.

9385 bytes received in 0.044000 seconds (208.30 Kbytes/s)

Na een uitroepteken (!) kan men een lokaal-commando (DOS in dit geval) geven.

ftp>

Volume in drive

C

has no label Directory of C:\HOME\LOCAL.DIR <DIR> 11-10-89 <DIR> 11-10-89 HOOFDST O01 17815 11-10-89 HOOFDST 002 14250 11-11-89 HOOFDST 003 21006 11-11-89

PLOTFILE

EAT

27752

11-1

1 4 9

README DOC 9385 11-16-89

7

file(s) 2258944 bytes free

4:24p 4:24p 4:40p 9:31a 1:47p .l.in, 2:38p u . r w p

Om de binaire file plotfile.dat te transporteren moet eerst de binaire mode aan gezet wor-

den met het commando binary.

kan men de file m.b.v. put van de

PC

naar de host (Alliant) copiëren.

ftp> binary 200 Type set to

I.

ftp> put plotfile.dat

200 PORT command succesful. .

150 Opening data connection for plotfile.dat (binary mode). 226 Transfer complete.

277525 bytes sent in 8.002100 seconds (33.87 Kbytes/s)

Met behulp van mput kan men meerdere files, gebruik makend van wildcards, transporte-

ren. Er bestaat ook een commando mget, maar dit blijkt onder de huidige UNIX-versie van

de Alliant niet goed t e werken.

ftp> p&i

200 Type set t o

A.

ftp> mput hoofdSt.*

mput

C:\HOME\LOCAL.DIR\hoofdst.OOl?

y 200 PORT command successful.

150 Opening data connection for hoofdst.OO1 (ascii mode). 226 Tranfer complete.

17815 bytes sent in 1.021100 seconds (17.04 Kbytes/s) mput

C:\HOME\LOCAL.DIR\hoofdst.002?

y

200 PORT command successful.

150 Opening data connection for hoofdst.002 (ascii mode). 226 Tranfer complete.

I I O I J uybes seiib 111 I . u i ï i u u secuiiuo ( 1 a . t ~ nuyIreslo1

mput

C:\HOME\LOCAL.DIR\hoofdst.003?

y

200 PORT command successful.

150 Opening data connection for hoofdst.003 (ascii mode). 226 Tranfer complete.

17815 bytes sent in 0.060000 seconds (341.89 Kbytes/s)

i n a i c L - - L - - - - - I 1- 4 n i inn _ _ _ _ - 3 - /IQ nn w L - . ~ - - l - i

Wanneer

we nu een directory-inhoud op de Alliant opvragen, dan zien we dat de in ascii-

mode getransporteerde files in grootte veranderd zijn, dit komt door de End

Of Line con-

versies die ftp doet in ascii-mode. Voor de in binaire-mode getransporteerde file plotfile.dat

PC

Netwerk

25

ftp> $&

200

PORT

command successful.

150 Opening data connection for /bin/ls (ascii mode)

(O

bytes). total 338

-rw-r-r- 1 ron 100 17460 Nov 6 14:38 hoofdst.OO1

-rw-r-r- 1 ron

100

13947 Nov 6 14:38 hoofdst.002

-rw-r-r- 1 ron 100 20582 Nov 6 14:38 hoofdst.003

-rw-r-r- 1 ron 100 27752 Nov 6 14:38 plotfile.dat

-rw-r-r- 1 ron 100 9184 Nov 4 13:53 tekst.doc

226 Transfer complete.

345 bytes received in 1.032000 seconds (0.33 Kbytes/s)

Na het transport verbreken we de verbinding met het commando close, we kunnen dan een

nieuwe sessie starten met open,

of

het ftp-programma verlaten met quit of bye.

ftp>

221 Goodbye. ftp>

quit

C:\HOME\LOCAL.DIR>

-

4.5

Enkele PCNFS-features

PCNFS maakt het mogelijk voor pc's om het NFS-applikatie protocol,

zoals

beschreven in

par.4.1, t e gebruiken.

De gebruiker

op

de PC heeft bepaalde gedeelten van de disk van de fileserver, in ons geval

is dit de Alliant, tot zijn beschikking.

het mounten van een disk

M.b.v. het NET USE commando kan men een filesysteem van een fileserver

mounten

onder

een logische drive, dit gaat als volgt:

NET USE drive: \\hostname\path [/SHARE1 /MUSTSHARE/ /READONLY1

Het dismounten van een filesysteem gaat als volgt:

NET USE drive: / d

Om te bekijken welke resources 'gemount' zijn geeft men het commando:

welke nedeelten van de fileserver-disk kan men mounten

?

Met het commando SHOWMNT kan men er achter komen welke file-systemen door een

host geëxporteerd worden, ook wordt weergegeven welke andere hosts deze filesystemen

mogen mounten,onze fileserver geeft de volgende lijst:

C> SHOWMNT

eutwal Export list for eutwal:

I

everyone

/usr everyone

Dit geeft aan dat de filesystemen

/

en /usr door iedereen gemount mogen worden. Het

meeste zal echter alleen read-only gemount mogen worden, dit hangt af van de rechten die

de gebruiker heeft op bepaalde files en directories.

Een

vooï&eid

van

I'

\usr

\wfw

\login-naam''

(jireciory waarin -ea

K,ag

sehîijven

is & eigen

~ûr~e&;ïee~ûïY

bsv.

de file C:\NFS\DRIVES.BAT

In deze file staan de commando's NET USE voor

de

drives en printers (zie par.4.5.2) die bij

het opstart en gemount worden.

In

deze file staat dus o.a. het commando om de directory met PC-programmatuur onder

disk E: te mounten.

PC

Netwerk

27

standaard gemounte disk 'E:'

Op de Alliant is een directory gereserveerd voor PC-programmatuur, het path hiervan is

"\usr\pcnfs\e". Deze directory

is

standaard gemount onder disk

E: op de PC, en is read-

only.

In subdirectories onder deze disk E: zullen in de toekomst PC-pakketten worden geïnsta-

leerd, op dit moment

is

alleen een gedeelte van de netwerk-software (in E:\NFS) het enige

dat op de disk staat.

rechten van een NFS-file

OR

een gemounte disk

Voor de rechten van een file op een gemounte disk van een UNIX-systeem dient PCNFS

zich te houden aan de file-rechten die onder UNIX gelden. Voor een

file

onder UNIX geldt

dat men voor drie categoriën de rechten kan zetten, nl.: User Group en Others.

Voor elk van deze categoriën kan men de volgende attributen zetten: r, w en

x

(Read,

Write en execute).

Wanneer men met het UNIX commando "1s -1" (ook beschikbaar

op

een PC als PCNFS

opgestart is) de inhoud van de eigen home-directory opvraagt komt kan er het volgende op

het scherm komen voor de file FILE1.BAT:

-rwxr-xr-x

1

ron

2053 nov 13 15:21 FILE1.BAT

De eerste groep attributen rwx zijn de rechten van de User, de tweede van de Group en de

derde van de Others, de user heeft dus alle rechten, terwijl de Group en Others alleen maar

kunnen lezen en executeren.

UNIX-commando dat ook bij PCNFS beschikbaar is). Informatie over het chmod-comman-

do kan men vinden in de lijst met PCNFS-commando's (bijlage

1).

Om de default-rechten te zetten van een nieuwe NFS-file, d.w.z. een

file

die nieuw aange-

maakt is of een gekopieerde file van de PCdisk, dient men het commando NET UMASK te

gebruiken. Dit commando dient bij het opstarten van PCNFS altijd gegeven t e worden,

wordt dit niet gedaan dan krijgt elke categorie gebruikers (U+G+O) alle rechten over de

nieuwe NFS-files.

Wanneer PCNFS wordt opgestart, wordt de batch-file C:\NFS\PCNFS.BAT doorlopen,

dit is dan ook de plaats waar het NET UMASK commando dient te staan.

Het formaat van het NET UMASK commando

is

als volgt:

----A---- A:*- --n L A + r>r\mmn- nhmnrl t o mnhviiilnn [Ai+ i a non

NET UMASK [octale-waarde]

Een binaire

1

bij een van de rechten wil zeggen dat dit voor het attribuut waar het bij

hoort niet geldt. Enkele voorbeelden zullen dit verduidelijken:

U

G

O

rwx

rwx

rwx

O00

O10

O10

->

022octaal:

iedereen kan lezenen executeren, alleen de

O00

111

111

-->

077octaal:

geen toegang voor iemand anders dan de

O00

O00

O00

->

O00

octaal:

toegang voor iedereen.

User kan schrijven.

User.

4.5.2

Net work-print ing

PCNFS staat toe dat een van de logische DOS printdevices (LPT1, LPT2

of

LPT3) refe-

reert aan een netwerk-printer. De printer-uitvoer van de PC wordt doorgesluisd naar het

spooling-mechanisme van de print-server. De print-server draagt dan de verdere zorg voor

het uitprinten van de informatie.

hoe wordt een netwerk-minter 'gemount'

?

Door het volgende commando t e gebruiken kan men er voor zorgen dat de lokale printeruit-

voer doorgestuurd wordt naar een netwerk-printer:

C> NET USE LPTn: \\hostname\wintername

Hierin kan

In'

de waarden

1,

2 of

3

hebben, vergeet echter de dubbelle punt hierachter niet!

Men kan LPT1 ook vervangen door

PRN.

van welke systemen kan men de printers gebruiken

?

PC

Netwerk

29

printers van andere systemen, die 'remote' gedefinieerd zijn op de

Alliant, kunnen gebruikt worden (b.v. printers die verbonden zijn met de Apollo-syste-

men).

Om er achter te komen welke printers gebruikt kunnen worden kunt

U terecht bij de

systeembeheerder van de Alliant

(of

kijken in de /etc/printcap file). informatie over nieuw

aangesloten printers

zal

U echter via de opstart-boodschap (zie par

4.3.3)

meegedeeld

worden.

hoe kan men minten

op

een netwerk-minter

?

2

3

Als een LPTdevice logisch verbonden is met een netwerk-printer, kan men printeruitvoer

op drie manieren naar deze printer sturen:

Gebruik de print-optie van het applikatie-programma

op

de PC, hierdoor

wordt alles direct doorgestuurd naar de netwerk-printer.

Men kan gebruik maken van het

DOS COPY-commando om een file naar

LPTn te kopiëren.

Men kan het PCNFS commando NET PRINT gebruiken (zie bijlage

i).

Wat

men niet kan gebruiken is het DOS-commando PRINT om files naar een

netwerk-printer te sturen. Dit commando kan wel gebruikt worden om files

naar de lokale printer te sturen.

1

het gebruik van de lokale minter

PCNFS interfereert niet met de lokaal op de

PC aangesloten printer, zolang men men het

NET USE commando voor

dit

LPTdevice niet gebruikt.

andere gebruikers op het netwerk. Als andere gebruikers hun files beschikbaar maken door

deze op de fileserver te plaatsen, kan men deze wel lokaal uitprinten.

This section contains an

alphabetical listing of the commands provided with

PC-NFS.

Each command is described

by

the following sections:

The

command name

and

description

briefly describe

the

command’s

Command Format

summarizes the format and available options:

actions.

Items in

typewrit

e r font are

to

be entered exactly as shown.

Items

in italics

are placeholders

to

be filled

in

with your own values.

Items in

[

square brackets

]

are optional.

Items separated

by

vertical bars

“...

I

...

I

...,*

are

mutually

exclusive:

you use only one

of

them at a time.

Options

describe the effects that the different option switches have on the

Note

that most PC-NFS

commands also accept the

-v

option switch,

which displays the command’s version number.

Also, when

several

option switches are

not

mutually

exclusive, they

may be run together on the command line.

For

example, the command

1s

-a

-1

could also be entered

as

Is

-al.

command.

Examples

show some samples of how to use the commands. The portions

Notes

describe potential problems that could occur with the command in

which are entered

by

you are shown in bold.

some situations.

See

Also refers to related sections

and

commands in this

and

other

manuals.

Commands Reference

C > a r p -a

corona ( 1 9 1 . 9 . 2 1 6 . 4 6 ) a t 8:0:20:1:b3:54

duffer (191.9.215.4) at 8:0:20:1:b2:7c

mudpie ( 1 9 1 . 2 9 . 2 1 5 . 8 4 ) at 8:0:20:1:b2:7c

Address

Resolution

Protocol

C-type arpfile

corona 8:0:20:1:b3:54 mudpie 8 : 0 : 2 0 : 1 : b 2 : 7 c The arp command displays Internet and Ethernet addresses. and also can set

and remove Ethernet addresses from PC-NFS databases. These addresses are used by the Address Resolution Protocol (ARP) to route data to specific machines.

Command Format

arp hostname I -a I -d [hostnumel*]

arp - s hostname ether-addr I -€ filename

or

Options

hostname

Displays the Internet address and the corresponding Ethernet address

for the named host.

Displays the Internet address and the corresponding Ethernet address

for every known host.

Removes the named host from the table of addresses, thereby forcing

PC-NFS to reacquire its address via arp the next time the host is ref-

erenced. If hostnume is

*,

the entire table of addresses is emptied. Set the Ethernet addresis for hostname to ether-ddr.

-a

-d [ hostname I

*

I

- s hostnume ether-addr

-f filename

Reads the filefilename and sets the Ethernet address of each host specified in the file to the specified address. This is the same as exe-

cuting a series of arp --s commands, one per host. The filefileme consists of lines, one per host, of the form:

host name ether-addr

Examples

To display the Internet and Ethernet address of the host duff er, enter

I

, Commands Reference

~ ~-

To display the addresses for all hosts known to your system, enter:

Notes

The -s, -f, and -d commands should be used with caution, since setting an

Ethernet address incorrectly, or removing one or aii of the addresses, can result in your PC being unable to communicate with a host whose Ethernet address is incorrect or not found.

The chmod command allows you to change the protection of NFS files on a

UNIX server. This command does not work with local files on the PC.

The chmod command enables you to allow or deny access to your files on

an owner. group, and other user basis. You can use chmod to make a file

read-only, such as an executable program file (

.

EXE), or accessible only by you.

Command Format

chmod [ugoa][+-=][rwxctugo] filename

...

or

chmod absolute-mode filename

...

where:

[ugoal[+-=l[rwxstugoU is the symbolic Ne protection mode to use. as

absolute-mode is an octal number (described below) that specifies the

filename

...

is one or more file names that have their protection changed

To change a file's protection using chmod, you must change the mode of the

file. The mode you specify can be symbolic or absolute, meaning that you can specify it using a series of Iletters (symbolic) or using an octal number (absolute).

Symbolic Mode. The symbolic mode is made up of three pieces:

described below.

file protection mode to use.

by the command.

1.

The user class [ugoa], for which the protection is to be changed. This is

any or all of the letters u, g, o, and a. which correspond to four classes

of users:

u owner the owner, or user, that mated the file

g group

o others other users on the system

a all

the users in the same group as the owner

ail of the above. This class is equivalent to ugo.

If none of these is specified,, a (all) is used as the default. [+-=I

(

i

L

(

i

\.

any not specified are removed.

3. The permissions [rwxstugo] that are changed or assigned:

1: read w write x execute s setid t sticky u. 9. or o

permission to read the contents of the file permission to write to the file

permission to execute a file if it is executable or a UNIX shell script, or if the file is a directory, per- mission to search in the directory.

set the owner or group id. This is useful only if the user is the owner (u) or in the owner's group (9)

and the file is on a system running under UNIX. The sticky permission enables you to speed up the execution of a file that is frequently used by causing the system to keep the file in memory or the swap area between executions.

The letters u, g. or o indicate that the permissions are to be taken from the current mode for that user class.

The symbolic mode may also be made up of several of these pieces, separated by commas. For example, to give yourself read, write, and execute permis- sion, and all others only read permission, you could use u=rwe, go=r. Absolute Mode. Instead of using letters to designate who is able to access the file or execute it, you can use the absolute mode. The absolute

mode is an octal number, made up of values as follows:

4000 2000 lo00 o400 0200 0100 MOO 0070 0007

set user id on execution set group id on execution sticky bit

read by owner (u=r)

write by owner (u=w)'

execute (search in directory)

by

owner (u=x)

read, write, execute (search) by owner (u=rwx)

read, write. execute (search) by group (g=rwx)

Commands Reference

Examples

To make a sheli script called humbug executable using a symbolic mode, enter:

fD>chmod +X himibug

'

1

The command example above changes the modes (chmod) of the file by mak- ing it executable (+x).

To see what permissions are set on file, enter I s

-1

- r w x r w x r w x

1

tupjohn 2 8 4 3 4 Aug

12 12:52

humbug

drwxrwxrwx 2 tupjohn

512

Aug 1 4 1 4 : 1 6 ORIGINALS

-rw-rw-rw- 1 tupjohn 70 Aug

12 13:02

form The access permissions are represented by the letters in the first column.

They appear in groups of three letters in the order of: owner's permissions, group permissions, and others' permissions. A hyphen (-) before a letter indicates that the mode is not permitted.

To

make the shell script, humlcug, executable by owner, group, and others using the absolute mode (equivalent to a=rwx, or ugo=rwx). enter: ( D z c h m o d 0777 humbug

See Also

I s command, later in this chapter.

n e t mask command, later in this chapter.

UNIX chmod(

1)

documentation.

Discussion of NFS file attributes in Chapter 3.

'I

I I

Commands Reference

connect

Connect

PC-NFS

Through

Modem

The connect command establishes a connection from PC-NFS to a network server through a dial-up serial line. You must configure PC-NFS to use a serial connector, using the nf sconf program, to use this command.

Command Format

connect [ -d ] scriptname

where:

scriptname is the name of a serial connection script. The script should

have been set up using the configuration program, and contains

modem and network information.

Usually, the scriptname is the name of the host. However, you may

find it convenient to set up different scripts for the same host; for example, one for local calling, and one for long distance.

Options

-d Display a detailed a c e of activity during the connection process.

This can be useful for troubleshooting if any problems arise when you're establishing a connection,

See

Also

hangup command, later in this chapter.

Discussion of serial configuration in Installing PC-NFS, A Guide to the User and System Administrator.

I

t

Examples

To make a shell script called humbug executable using a symbolic mode,

enter:

D>chmod +x humbug

The command example above changes the modes (chmod) of the file by mak-

ing it executable (+x).

To see what permissions are s:t on file, enter is -1

total 194

-rwxrwxrwx 1 tupjohn 28434 Aug 12 12:52 humbug wxrwx 2 tup john 512 Aug 14 14:16 ORIGINALS

70 Aug 12 13:02 form

rmissions are represented by the leners in the fist column.

They appear in groups of three: letters in the order of: owner's permissions, group permissions, and others" permissions. A hyphen (-) before a letter indicates that the mode is not permitted.

To

using the absolute mode (equivalent to a=rwx. or ugo=rwx). enter:

1

script, humbug. executable by owner, group, and others r

I

I

Force File Into UNIX Format

'

dos2unix

I

, i

I

i

~

The dos2unix command changes a file from DOS file format into UNIX for- mat. It ships all carriage returns that precede a new line (line feed) in a file, and ships any end-of-file marker from the file.

'

Command

Format

dos2unix [ -b I -u 1-1 ] [-f] [ input-file [ oufpuf-jife ] ] where:

input-jife, if not present, defaults to standard input.

output-file, if not present, defaults to standard output.

You

can use the DOS

U0

redirection facility to direct input from batch files

or other programs and to direct the output to files.

1

Options

Note that the

-

-b

1

(Binary) Converts a DOS file containing 8-bit data to UNIX file for- mat. For example, Wordstar creates files using all 8 bits. The

dos2unix command normally truncates all characters to 7-bit ASCII.

Converts text to upper case.

Converts text to lower case. UNIX commands and files are case

sensitive and are generally lowercase. For example, some MS-DOS C

(

1

-u -1 I I Í I

I compilers accept upper and lower case text. UNIX C compilers do not

Force) Prevents removal of any extra carriage r e m s . ïñe

dos2unix command then forces the translation of only a single car-

nage-retumBine-feed pair of characters into a line-feed.

I accept keywords in uppercase.

'

I

-

f

I

-

dos2unix normally removes any extra carriage-return characters at the end of a line, and leaves each line with only the proper line ending for UNIX. The -f option prevents removal of these extra car- nage returns. Normally it should not be needed but it is available so

that complete invertibility of files with unusual end-of-line

i

'

1s command, later in this chalpter.

net m a s k command, later in this

1

Discussion of NFS file attributies in Chapter 3.

Commands Reference

Examples

The following two examples have the same result: the input file, inf iie,

is converted from DOS format to UNIX format and written to the output

C>doaPunix inf iSe outf i l e

C>doa2unix <inf!ile >outfile

See

Also

unix2dos command, later in this chapter.

L-

I

I

--

Commands Reference

1s

Display File

Information

The 1 s command displays information about files. It displays the name, size, creation date, modification time, and access permissions for files.

Command

Format

I s [-a] [-d] [ -b 1-1 I -u I -w ] [filename I directmyname I... where:

filename, if present, is a DOS file name or wildcard pattern that selects which files to display information about.

directoryname, if present, is a DOS directory name. The I s command dis- plays the file information for all files in that directory (except with the -d switch, see below).

Options

I

Note that the -b, -1, -u and -w options are mutually exclusive. With no options specified, the Is command produces a file listing similar to the DOS DIR command, showing for each file the DOS

name, size, and modification date and time. In addition, it shows the UNIX-style owner permissions, and the NFS file name if the DOS

name is a mapped m e .

Include hidden files in the listing -those with the hi@den bit set in DOS, or for which the UNIX setuid attribute is set. The -a option can be combined with any of the others, e.g. -al.

Display directories as files. Normally 1s displays the contents of a directory when the directoryname appears on the command line. If you use the -d option, it lists the information about the directory itself.

You

can combine the -d option combine with any of the others, e.g. -dl.

For each file, list the DOS name and NFS name, side by side. This can

be used by a program that wants to operate upon both types of names. Produce a listing very similar in form to the UNM: is -1 command, showing for each file the NFS file name, size, protection, modifica-

I -a -d -b

a

I

j

e

$

+

on date, and ownership, one file per line.

nix) Same as the -1 option.

Examples

I s command entered without options.

1 2 3 4 5

6

7 0 1 . <DIR>

..

<DIR> DOS2UNI EXE EM COM 3C501 300 NATURE RICHES SPEED-CA THOUGHT EM SES 1-01-80 1-01-80 10086 4-15-86 34398 4-16-86 3459 '3-15-86 56 g3-15-86 48 4-15-86 398 L-09-66 75 4-15-86 574 :L-01-86 12:04a 12 : 04a ll:48a 3:24p 2:58p 2:58p 2:35p 2 : 58p 2:40a 3:48p U-rwx U-rwx U-rwx U-rwx U-rwx U-rwx O-rwx U-rwx speed.dia1 U-rwx U-rwx Description

DOS file or directory name Extension

Size in bytes

4 Creation or modification date 5 Creation or rniodification time 6 Permissions

7 NFS name, if different

The -b style produces a listing with two columns. The first column is the filename in DOS format; the second column is the Nename in UNIX format.

This illustrates the name mapping between DOS and UNIX names. 018 -b DOS2UNIX.EXE dos2unix.exe 3C501.300 3 ~ 5 0 1 . 3 0 0 NATURE RICHES SPEED- speed.dia1 THOUGH EM. SES

..

1 .

The -1 listing is similar to the UNIX command I s -1:

4 5 6 2 3

1

7 1 jrs

-

Jan 1 00:04

.

1 jrs 1 jrs 10086 Apr 15 15:48 dos2unix.exe 1 jrs 3459 Apr 15 15:24 3~501.300 1 jrs 56 Apr 15 14:58 nature 1 jrs 48 Apr 15 14:58 riches 1 root 33 Apr 13 14:34 speed.dia1 1 jrs 7 5 Apr 15 14:58 thought 1 jrs 574 Jan 1 02:40 em.ses

-

Jan 1 00:04

..

Column Description 1 2 3 3 Size in bytes 4 5

7 Full NFS file name

Complete list of NFS permissions Number of NFS Ne links

Name of the NFS file owner or uid if name is unknown Creation or modification date, whichever is more recent Creation or modification time, whichever is more recent The first column displays the NFS permission settings for the file, in the

format: duuugggooo, where the d is a d for a directory, an 1 for a link, or

a

-

for a file, and uuu, ggg and o00 are the permissions (r, w, x, or -) for the owner, group and other users, respectively.

The -w listing is similar to the DOS command DIR/W: f

0 1 s

7

\

THOUGHT RICHES

3C501 300 NATURE

EM SES DOS2UNIX EXE SPEED-CA

See

Also

command, earlier in this chapter