• No results found

Alle' contact-beroepen' zitten in de gevarenzone, van leraar tot

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alle' contact-beroepen' zitten in de gevarenzone, van leraar tot "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'isme

lUl en en

s &..o 12 1999

Conducteur met schroevendraaier gemolesteerd. Politieagenten door collega's ontzet na 'volksopstand' tegen arrestatie. Huisarts krijgt kop-

toot. Automobilisten gewond na ruzie om voorrang.

Er gaat geen dag voorbij of dergelijke berichten staan in de krant.

Alle' contact-beroepen' zitten in de gevarenzone, van leraar tot

EH Ba-

personeel; van winkelier tot loket-beambte. Elke confrontatie met een klant of cliënt draagt tegenwoordig risico in zich. Vooral de openbare orde-handhaver bij uitstek, de politie, moet het ontgelden. Grootste vertier op uitgaansavonden blijkt te zijn om zich bij politie-inzet met z'n allen tegen de politie te keren . Ook al probeert deze een messetrekker aan te houden. Pillen en drank nemen het niet zo nauw.

Er is zolangzamerhand maar één conclusie mogelijk: een toene - mende agressie maakt zich meester van de openbare ruimte. K waadsap- pigheid en horkerigbeid teisteren de publieke sfeer. We voelen aan ons water dat dit zo is. En dan hebben we het over water dat methodologisch flink wat harder is dan de beweringen van die paar achterhoede-crimi- nologen die deze verandering in het maatschappelijk klimaat afdoen met verbeterde registratie-methodiek, toegenomen aangifte-bereidheid of geweldshysterie.

De 'onttovering van het (voorheen) linkse wereldbeeld' grijpt nood- gedwongen steeds verder om zich heen. Weg met naïviteiten en goedge- lovigheden waar het gaat om criminaliteit, onveiligheid en de schaduw- zijde van het multi-culturele integratieproces. Wel goed, maar niet gek.

We moeten tot onze schade en schande erkennen dat een cocktail van emancipatie, welvaart ~n werkgelegenheid geen garantie oplevert voor humane en beschaafde omgangsvormen. Met gevoel voor over- drijving: het lijkt erop dat hoe succesvoller de Nederlandse economie heet te zijn, hoe glorieuzer het poldermodel wordt bezongen, hoe zelf- zuchtiger en ongemanierder de bewoners daarvan lijken te worden.

Achter de ernstigste geweld criminaliteit- zoals de beruchte geval- len van 'zinloos' geweld - , gaat een algehele tendens van opgefokte agressie schuil. In de extremen laat een cultuur zich betrappen. Waar de een op een discotheek-deur schiet als hem de toegang wordt geweigerd, steekt de anderz'n middelvinger op als hem wordt gewezen op riskant rijgedrag, en mompelt weer een ander 'waar bemoei je je mee, eikel' - nog de meest beschaafde maatschappelijke reactie dezer dagen.

Het zorgelijke is het algemene onderliggende patroon. Dit werd door Pa ui Schnabel, directeur van het s c

P

en als zodanig de schatbe- waarder van de sociologische empirie, onlangs in

VN

geduid als een ge- zagscrisis van een egalitaire samenleving van elkaars gelijken die elkaar steeds minder verdragen. Inschikkelijkheid, iets over je heen laten komen: dat zijn geen positieve deugden meer, maar zwakten in de hui- dige samenleving. Alomtegenwoordig is ongezeglijkheid, de onwil en het onvermogen gecorrigeerd te worden. En juist diegenen die het hardst daarom vragen, zijn vaak net diegenen met een verlaagde tole- rantie-drempel. Zij die met

1

oo km/per uur door een winkelstraat scheuren, zijn tegelijk diegenen met een ijzeren staaf in de achterbak.

Wat te doen aan een samenleving, waarin tallozen lijden aan een ver- keerd begrepen assertiviteit, bij wie mondigheid ~erworden is tot botte brutaliteit. Een Staatscommissie lnschikkelijheidsstimulering, met in- terdepartementale ondersteuning; er zit, vrees ik, niets anders op.

Wel goed,

maarniet

gek

RENE CUPERUS '

Medewerker

WBS

I Redacteur s &..

D

-

(2)

l- p jl

r n r

s

n

V

n

V

F

V

h c c

c

\

t

(3)

s&.o

12 1999

POLITIEKE REISGIDS VAN SOCIAAL-DEMOCRATISCH EUROPA

Social-

Het 'Blair-Schröder-pa- pier'

2

viel, toen het op

8

juni uitkwam, in Parij ronduit slecht. Ook al hield men zich groot, de rege- ring-Jospin en de Parti socialiste zaten er duidelijk mee in hun maag. Allereerst voelde men zich min of meer 'verraden' door de wijze en het moment van presenteren. Het ss-papier

démocratie à la

française Thatcher. Wat Gerhard Schröder aan 'het papier' had toegevoegd, was de Fransen duister. Los van een

De Parti socialiste tussen autonomie

paar gratuite verwijzingen naar voornemens van de nieuwe Bondsregering, be- speurde men er geen speci- fiek Duits verhaal in. De sPDmet haar rijke historie, maar ook onmiskenbare

en aanpass1ng

problemen, vond men in week immers danig af van

het verkiezingsprogram dat de Europese sociaal-demo- craten in Milaan in maart gezamenlijk hadden vastge- steld. Naast de Franse oud-

MARNIX KROP

het 'ss-pap ier' niet terug.

Integendeel, van de ge- schiedenis van de 'sociaal- democratische ervaring' maakt het papier voorna- melijk een karikatuur om vervolgens over te gaan in een loflied. op de markt, waaraan iedereen moet deelnemen en waarvoor so- werkt op de Nederlandse ambassade in Parijs;

schrijft hier op persoonlijke titel

minister Henri Naliet, was hiervan de Britse minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook nota bene de belangrijkste opsteller.

'Si changer de sociéte n' est plus à l' ordre du jour, changer la societe doit Ie demeurer.'

Lionel Jospin

1

Ook hadden de Fran e socialisten het nodige geïn- vesteerd in het samen met hun Europese partijgeno- ten voeren van de Europese campagne. Zo had pre- mier Jospin zijn collega's Blair en Schröder (en an- deren) naar een grote manifestatie in Parijs genood.

Zelf was hij naar Berlijn gegaan voor een 'optreden' samen met Schröder. Ook was hij naar Aken gegaan om de uitreiking aan Blair van de Keizer-Karelprijs luister bij te zetten. Pal voor de verkiezingen dan ge- confronteerd te worden met een as Blair-Schröder doet pijn. Naar verluidt, zou hierdoor vooral met Blair de relatie zijn verzuurd, op zijn minst tijdelijk.

Het aanbod aan Jospin zich bij het Brits-Duitse duo aan te sluiten, waarvan de Parti socialiste gewag maakt, is vriendelijk doch beslist afgeslagen. Daar- voor voe lde men te weinig affiniteit met de in de Blair-Schröder-verklaring vervatte

benaderin~.

Men achtte het een typisch Brits discours, toegesne- den op de noden van Tony Blair die worstelt met de gecombineerde erfenis van Old Labour en Maggie

ciaal-democratisch beleid de voorwaarden moet scheppen. Ook al erkenden de Franse socialisten dat de Blair-Schröder-verklaring vooral op dit laatste vlak waardevolle suggesties (on- derwijs en gezondheidszorg voor allen) bevat, toch herkenden zij hun eigen analyse en beleid er onvol- doende in om het te kunnen omarmen. Sterker, zij meenden dat het 'sociaal-liberalisme' van het B lair- Schröder-document actieve bestrijding verdiende en als gelegenheid daarvoor kozen zij het congres van de Socialistische Internationale, gehouden van 8 tot

1

o november in Parijs.

De bijdrage van de PS aan het SI-congres, getiteld 'Vers un monde plus jus te'

3,

houdt een krachtige verwerping van de aanpak van Blair-Schröder in.

(Dit document is in Nederlandse vertaling aanslui- tend opgenomen, Red. ] Het sluit aan bij de traditie van de sociaal-democratie door te wijzen op de noodzaak van een kritische relatie met het kapita- lisme, van regulering van markten en van bescher- ming van bepaalde goederen die buiten de markt be-

53 1

(4)

53 2

s &..o

12 1999

horen te blijven. Het propageert herstel van volle- dige werkgelegenheid en het streven naar een aan- vaardbare inkomensverdeling (ook internationaal) en ziet een actieve rol van de overheid daarin als on- misbaar (ook op Europees niveau). Tegelijk wordt gewezen op de rol van ondernemingen en sociale or- ganisaties die hun eigen verantwoordelijkheid voor het algemeen belang moeten nemen. Tenslotte houdt het stuk een onverbloemd pleidooi voor een internationalistische oriëntatie van de sociaal-de- mocratie, hetgeen scherp afsteekt tegen de nogal westerse kleur van de Blair-Schröder-verklaring.

Hoewel het sI-congres niet bij stemming besliste over de uitkomst van het debat, is het duidelijk dat de door het congres vastgestelde 'Déclaration de Paris' meer door het stuk van de PS is geïnspireerd dan door het Blair-Schröder-document. Maar de discussie wordt ongetwijfeld voortgezet.

4

Zo kon het gebeuren dat het

2 r

ste congres van de Internationale niet alleen het toneel vormde voor een routine-wisseling van voorzitters (de Portugees Antonio Guterres vervangt de Fransman Pierre Mauroy) alsmede de gebruikeHjke gesprekken in de wandelgangen tussen vele partij- en regeringslei- ders (dit keer een record van

170

delegaties). Voor het eerst in jaren stond een SI-congres ook weer in het teken van een belangrijk debat. In feite komt Tony Blair - en dit erkennen de Franse socialisten volmondig - de eer toe met zijn 'Derde Weg' de broodnodige internationale discussie te hebben ont- ketend over de vernieuwing van de sociaal-demo- cratie. Deze confrontatie met Blairs 'sociaal-libe- ralisme' heeft de Parti socialiste sterker dan ooit genoopt tot het formuleren van een sociaal-demo- cratische identiteit. Tegelijk moet men vaststellen dat door de specifieke Franse politieke en sociale context de Parti socialiste nog wel enigszins verwij- derd is van de verwezenHjking van dit ideaal. De pa- radox wil datdeP s het duo Blair-Schröder te lijf gaat met de argumenten van de sociaal-democratie, een traditie waartoe zij zelf gelet op regeercultuur en partijformatie nooit echt heeft behoord (en soms

ook niet heeft willen behoren). Afgewacht moet worden hoe dit debat zal bijdragen aan de opkomst van een 'social-démocratie à la française'.

Voor 1997: tussen 'rupture' en 'compromis'

De Parti socialiste kent een rijke maar verwarrende geschiedenis.> Deze wordt gekenmerkt door ab- rupte bewegingen, zowel intern als extern, en mede daardoor is de socialisti che aanhang weinig stabiel.

Anders dan haar Noord- en Westeuropese zuster- partijen heeft de Franse socialistische partij (vroeger SFIO geheten) moeten opboksen tegen een mach- tige communistische partij, die haar vaak qua electo- raat en ledental de baas was. De PCF was ook veel meer geworteld in de arbeidende bevolking. Boven- dien ontbeerden de Franse socialisten steeds een na- tuurHjke bondgenoot bij de vakbeweging. De vakbe- weging is in Frankrijk toch al minder goed ontwik- keld en daarenboven sterk verdeeld. Ook werd zij lang gekenmerkt door een anarchistische houding tegenover de staat en de politiek. Op z'n bestmogen de Franse socialisten hopen op een neutrale houding van de vakbeweging; van een samen optrekken, een bondgenootschap, hoe informeel ook, is doorgaans geen sprake.

De Franse socialisten maken ook met huid en haar deel uit van de Franse politieke cultuur. Deze is in hoge mate etatistisch en centralistisch. De staat speelt steeds - onder zowel links als rechts - een cruciale rol in de ontwikkeHng van het land en de sturing van economie en maatschappij. Politieke machtsuitoefening wordt weliswaar democratisch gelegitimeerd - grote verworvenheid van de Franse revolutie - maar het parlement staat veel minder in aanzien dan de uitvoerende macht. Voor de autono- mie van sociale organisaties en hun eventuele bij- drage aan maatschappelijke consensusvorming be- staat in Frankrijk van oudsher weinig aandacht.

Hoewel er in het Franse socialisme ook andere stro- mingen (hebben) bestaan, heeft de etatistische ('ja- cobijnse') richting doorgaans de overhand.

Deze tendensen zijn zo mogelijk nog versterkt

1 • Jespin, L., rede voor het congres van de Socialistische Internationale, Parijs 8 november 1999.

3. 'Vers un monde plus juste', contribution de Parti socialiste au congrès de !'Internationale socialiste.

Zie bijv. Kergoat,

J.,

Histoire du Porti socialiste, Editions La Découverte, Parijs, 1997. Ook: Bergounioux, A. en G. Grunberg, Le Lona Remords du pouvoir. Le Porti socialiste Jrançais, 1905-

1992, Fayard, Parijs, 1992, en:

2. Blair, T. en G. chröder, 'The way forward for Eu rope's social democrats', gezamenlijke verklaring afgelegd in Londen op 8 juni 1 999; zie voor vertaalde weergave: s &_o 7/8 1999, pp. 32o-p8.

4· Zie 'Déclaration de Pa ris', xx1e congrès de I' Internationale socialiste, Parijs, 8-1 o november 1999; zie ook Finchelstein, G. (red.), 'Biair-Schröder;

Ie texte du manifeste; les analyses critiques', in: Les notes de la jondation jean-jaurès, no 13, Parijs, augustus 1999.

Roucaute, Y., Histoires socialistes de la Commune à nos jours, Ledrappier, Parijs, 1988.

d

b

\

F

n s·

c

tJ

p

V p

ti

V

p

z r . k c ti h li g

p

n

,P p

s1

te

r; tl

k,

s1

d p

Tl

tt (c

SC

d

Cl TT

(5)

et st

p-

el

1-1

a-

r -

<- : ij

lg

:n

lg :n

lS

:n

is at

:n

Ie

·e

;h

;e

i n

t.

)-

~-

<t

s &.o 1 2 1999

door de Vijfde Republiek, waarmee De Gaulle in 19.)8/ .)9 een einde maakte aan de groeiende insta- biliteit die de meer parlementair georiënteerde Vierde Republiek kenmerkte. Sedertdien is het Franse politieke systeem geba eerd op een perma- nente deling tussen rechts en links, met een recht- streeks gekozen president aan het hoofd. Gematigde coalities in het centrum (centrum-rechts of cen- trum-links) zijn dus niet mogelijk; in feite is het politieke centrum ook uiteengeslagen. Alleen een verbond met andere linkse partijen, inclusief de

PCF,

biedt de socialisten in deze politieke constella- tie uitzicht op regeer macht. In feite heeft deze logica van de Vijfde Republiek ook geleid tot een hergroe- pering van de socialisten - nadat de s

F 1

o door haar zwall<ende beleid grondig in diskrediet was ge- raakt - in de Par ti socialiste. De van buiten de

SFI

o komende François Mitterrand wist in

1 97 1

op het congres van Epinay de nieuwe socialistische forma- tie tot stand te brengen. Hij had ook zelf de hand in het bondgenootschap met de

Pc F,

dat door de

P

s in

197 2

met het formuleren van een gemeenschappe- lijk regeerprogram ('progran1me commun') werd gesloten.

6

Linkse eenheid, etatistische traditie, gaullistisch politiek systeem en de libertaire revolutie van mei

196 8

vormden een explosief mengsel waarmee de nieuwe

PS

zich aangordde tot drastische maatschap- pijhervorming. Letterlijk ging het de

PS

om een proces van 'socialistische transformatie', waarbij de staat en de politiek een allesoverheersende rol werd toebedeeld. Er moest na een machtsovername ook razendsnel gehandeld worden om de gewenste 'rup- ture avec la logique capitaliste' in één slag en onom- keerbaar tot stand te brengen (een stortvloed aan structuurhervormingen moest binnen enkele maan- den na aantreden worden verwezenlijkt). Ook al werd, zoals wel vaker in Frankrijk, in de politi eke praktijk d e soep veel minder heet gegeten dan in de retoriek opgediend, toch leefden de Franse socialis- ten in de jaren zeventig in de roes van de ' rupture' (de breuk) met het systeem. Zij zetten zichzelf ook scherp aftegen de Noord- en Westeuropese sociaal- democratie, tegen het program van Bad Godesberg en andere symbolen van aanpassing aan en compro- missen met het kapitalisme. Tussen sociaal-demo-

eratie aan de ene kant en communisme aan de andere bewandelden de Franse socialisten 'la troisième voie du socialisme français', een eigen derde weg (ook daarom is Blairs notie van een Derde Weg tegen het zere Franse been). Deze derde weg zou leiden tot een socialistisch Frankrijk, uiteraard langs democra- tische weg tot stand gebracht.

7

De kans daarop deed zich voor, toen op

1

o mei 198

1

François Mitterrand door een kleine meerder- heid (5"

1, 7.)

procent) tot president van de Franse re- publiek werd gekozen en in juni de

PS

bij de parle- mentsverkiezingen (met 37,.) procent) de absolute meerderheid in zetels behaalde in de Assemblée natio- nale. Dit vormde het begin van veertien jaar presi- dentschap van Mitterrand (tot 199.)) en van tien jaar socialistische regeermacht. De ontevredenheid met de regeerprestaties van links leidde namelijk twee keer - in 1986 en 1993 - tot verloren parlements - verkiezingen, wat tot de uitzonderlijke constructie van een politieke ' cohabitatie' leidde: een linkse pre- sident en een rechtse regering (Chirac 1986 -88; Bal- ladur 199 3-9 s-). Toch hadden de socialisten wel de- gelijk een deel van hun verkiezingsbeloften ingelost.

Onmiddellijk na de regeringswisseling werden

1 1

strategische bedrijven, 36 banken en twee financi e- ringsmaatschappijen genationaliseerd, werd de werkweek met één uur teruggebracht (zonder inle- vering van loon), werd een vijfde wèek betaalde va- kantie ingevoerd, werd de pensioengerechtigde leeftijd op 6o jaar gesteld en werd een belasting op grote vermogens ingevoerd. Ook op ander terrein - decentralisatie van het bestuurssysteem, afschaffing van de doodstraf, 'regularisatie' van illegale immi- granten- hield socialistische regeermacht de nodige verandering in.

Tot een breuk met de kapitalistische logica kwam het echter niet. Het tegendeel was eerder het geval.

De internationale conjunctuur was zwak (tweede oliecrisis) en het Franse bedrijfsleven bleek onvol- doende in staat de keynesiaanse bestedingsimpuls van het socialistisch regeerprogran1 in investeringen en banen om te zetten. Herstructurering en zelfs sluiting van bedrijven waren juist aan de orde van de dag. Bovendien geraakte de handelsbalans uit het lood en kwam de franc sterk onder druk te staan. In die situatie moest Mitterrand zijn nederlaag erken-

6. Mitterrand, F.~La rose au poin9, Flammarion, Parijs, 197 3.

7. Verhoeve, G., Om de vernieuwinS van de Franse Socialistische Partij in: · &..n, april 1981, nr. 4, pp. '77·1 87

533

(6)

I

!!

11'

I

!

11

~ 534

I I

I

l i i

s &_o

12 1999

nen en werd op

2 1

maart

19

8 3 het roer omgegooid.

Van een nationaal georiënteerde politiek van econo- mische stimulering werd de koers scherp verlegd naar een op internationale verhoudingen afgestemd beleid van monetaire inperking - 'la rigueur'. Bezui- nigen op de overheidsbegroting en vasthouden aan een stabiele munt werden nu de belangrijkste uit- gangspunten voor een beleid dat er verder op ge- richt was de Franse economie te herstructureren door aansluiting te zoeken bij de wereldmarkt. Deze ervaring heeft Frankrijk ook verder bekeerd tot een Europese aanpak- de komst van de

E M

u is er zeker door versneld. Typisch Frans was nog wel de belang- rijke rol die de staat, onder meer via de genatio- naliseerde bedrijven, in dit proces bleef spelen. Tot op heden voert Frankrijk een actieve industrie- politiek.

8

De politieke uitwerking van deze ommezwaai was niettemin groot. Geheel in de stijl van Mitter- rand, die zich in de autoritaire structuur van de Vijfde Republiek als een vis in het water voelde, was deze koerswending in kleine kring voorbereid, was de PS als partij er geheel buiten gehouden (evenals de andere coalitiepartijen) en werd niet de moeite genomen de ratio ervan in brede (linkse) kring uit- een te zetten, laat staan ter discussie te stellen. Pre- mier Mauroy gooide na enige tijd de handdoek in de ring en werd vervangen door de jeugdige Laurent Fabius. Radicale ministers als Chevènement traden af en deP c F trok zich gaandeweg terug uit het kabi- net. Dat de regering met het nieuwe beleid op korte termijn wel enig resultaat boekte - de handelsbalans trok recht, de franc kwam in rustiger vaarwater en de inflatie liep sterk terug, maar de werkloosheid liep verder op - veranderde niets aan het feit dat de PS en 'Ie peuple de gauche' ontredderd achterble- ven. De verkiezingsnederlaag van

1986

kwam dan ook niet als een verrassing. (Een pluspunt van de strategie van de linkse alliantie was wel dat binnen links deP c F definitief naar de tweede plaats, achter de PS, was verwezen).

In deze situatie van ideologische verwarring, die feitelijk tot na het einde van het presidentschap van Mitterrand heeft voortgeduurd, werd in toene-

mende mate een rol opgeëist door Michel Rocard.

Oorspronkelijk links van de P s actief en eerst in

1974

tot de partij toegetreden, heeft deze zich steeds verzet tegen het etatistische en voluntaristi- sche denken in de PS. Hij bepleitte al vroeg meer aandacht voor het zelfsturend vermogen van de sa- menleving ('autogestion'), iets waarvoor ook de vakbond CFDT zich sterk maakte. Daarnaast ver- wierp hij de gedachte van een 'breuk' met het kapi- talisme; niet alleen was die niet mogelijk (een 'illu- sion lyrique'), maar ook niet wenselijk. De markt achtte hij een onvervangbaar reguleringsmecha- nisme en het kapitalisme liet zich niet alleen met wetten maar ook met compromissen bijsturen. Voor dat laatste was weer een cultuur van sociale dialoog nodig. Rocard baseerde zich in zijn kritiek op het overheersende denken in de PS onder andere op de ervaringen van de Noord- en Westeuropese sociaal- . democratie. Ook wilde hij meer afstand tot de PCF

bewaren ('Ie droit à l'indifférence'). Dit alles be- perkte aanvankelijk zijn gehoor in de PS, hoewel hij steeds een lieveling van de media was. Dit laatste had echter ook te maken met zijn afkeer van de in d e PS sterk aanwezige cultuur van links praten en iets anders doen. 'Parler vrai' luidde (en luidt nog steeds) Rocards politieke motto en daarmee bond hij in het midden van de jaren tachtig de strijd aan met president Mitterrand.9

Het vervolg kan kort worden samengevat. Mi- chel Rocard slaagde er niet in Mitterrand als presi- dentskandidaat opzij te schuiven. Wel werd hij na diens herverkiezing in

1988

benoemd tot eerste mi - nister. De 'methode-Rocard'- hervormingen niet bruusk aan de maatschappij opleggen, maar geleide- lijk en met veel overleg invoeren - was niet zonder succes, maar overleefde uiteindelijk niet de vele uit- barstingen van sociale onrust. In een klimaat waarin de PS ook steeds meer door schandalen werd ge- plaagd, verving de president in

199 r

Rocard door Edith Cresson, die vervolgens binnen een jaar plaat- smaakte voor Pierre Bérégovoy. In

19 9 3

won rechts de parlementsverkiezingen en twee jaren later ein- digde tamelijk roemloos het presidentschap van Mitterrand. 10 De PS, aangeslagen door verdere

8. Strauss-Kahn, D., 'La nouvelle politique industrielle', in: /a Revue socialiste, no 1, Parijs, voorjaar 1999, pp. 1 >o-1 6o.

9· Rocard, M., Parier vrai, Le Seuil, Parijs,

1979;

zie ook: Rocard, M., Le coeur à l'ouvraae, Le SeuiJ, Parijs,

1 9 8 7; zie voor een vroege

'rocardiaanse' analyse van de Europese sociaal-democratie: Bergounioux, A. en B. Manin, La social-democratie ou Ie compromis, PUF, Parijs,

1979;

Alain Bergounioux is overigens thans 'sécretaire national

à

la cornmunication' in het dagelijks bestuur van de PS en in die hoedanigheid verantwoordelijkheid

voor het opstellen van menig program- matisch Ps-geschrift, zoals ook 'Vers un monde plus juste' (noot 3).

1 o. Favin, P. en M. Martin-Roland, La décennie Mitterrand, 4 delen, Le Seuil, Parijs,

1990-1 '99

S< VI o·

c

(r ti Ie D ho g•

w d, p: ki

c

VI

he do

D

V~

kr

h~

g~ g~

ze

Ie

te

ju

di

er

ge

ge

m d~

(7)

r

1:

1-

it r

tr

::>

t e

F

.j d s s g d

a

:r

,- n

1- T

n

e

s&.o 12 1999

schandalen, had zich inmiddels overgegeven aan een verwoestende richtingenstrijd, mede gericht op de opvolging van Mitterrand . De gaullist Jacques Chirac won in mei

1995

de presidentsverkiezingen (met nog verrassend veel tegenstand van de sociaüs- tische kandidaat Lionel Jospin). Alain Juppé kreeg de leiding ov r een regering van neo-liberale snit.

Diens pogingen de sociale zekerheid drastisch te hervormen (mede ingegeven door de

EM

u-conver- gentiecriteria) werden echter gesmoord in een drie weken durende periode van massale takingen en demonstraties. Chiracs gok om via vervroegde parlementsverkiezingen een nieuw mandaat voor krachtig bezuinigen te krijgen mislukte falikant.

Op

1

juni

1997

bevonden de socialisten zich, veel vroeger dan waarop ze hadden gerekend, terug aan het hoofd van een linkse regering (met onder meer de

PCF

en de Groenen), zij het in 'cohabitatie' met een rechtse president.

De reaerina-Jospin: methode en proaram

De

PS

was in

1997

eigenlijk nog niet aan een nieuwe regeerperiode toe. De partij was onder leiding van zijn nationaal secretaris Jospin nog bezig zich te 'her- bronnen'; haar verkiezingsprogram bereidde de partij ook eerder op oppositievoeren voor dan op re- geren. Toch begon de nieuwe regering onder een gunstig gesternte. Allereerst had zij binnenlands-po- litiek veel speelruimte. Het rechtse kamp had zich door Chiracs actie danig in de nesten gewerkt (in de afgelopen twee jaren i de crisis aan rechterzijde al- leen maar verergerd). Aan linkerzijde was, door het verder wegzakken van de Pc

F

en de nog geringe kracht van de Groenen, de PS dominanter dan voor- heen. Bovendien hadden de verschillende stromin- gen in de

P

s zichz lf in

1

9 9 3-

1

9 9 s zo in diskrediet gebracht, dat Jospin in feite een herenigde partij - zonder veel haarkloverij en mannetjesmakerij - leidde. Op economisch vlakhad Jospin het geluk aan te treden op het moment dat internationaal de con- junctuur begon aan te trekken, een ontwikkeling die - ondanks een tijdelijke inzinking door de Azië- en Ruslandcrises - in het afgelopen jaar heeft door- gezet. Deze gunstige factoren hebben Jospin het re- geren vergemakkelijkt, zowel qua program als qua methode.

Het program van Jospin en zijn equipe bestaat op de keper beschouwd uit één hoofddoel : het

herste~

van het primaat van de politiek.

1 1

In Jospins visie heeft Frankrijk zich in de voorafgaande jaren teveel laten aanpraten dat het machteloos staat tegenover grote ontwikkelingen die van buiten komen: de mondialisering van het economisch proces, de tech- nologische revolutie, de grote migratiebewegingen mede als gevolg van de veranderingen op het Euro- pees continent, de Europeani ering van het politiek proces e.d. Het voorgeschreven recept was bijna steeds dat Frankrijk zich aan zijn omgeving moest aanpassen en dat Frankrijk in zijn eentje weinig ver- mocht. Daartegenover stelt Jospin geenszins een program van nationale, autarkische actie à la het 'programme commun' van de jaren zeventig.

Intege ndeel, ook Jospin erkent de noodzaak van aan- passing aan externe omstandigheden. (Hij is geen souverainiste!) Het verschil is echter dat hij de voor- waarden voor en het tempo van de aanpassing zoveel mogelijk zelf wil kunnen bepalen. Daarmee ver- groot Frankrijk voor zichzelf de marge voor auto- noom handelen. Hiertoe zoekt hij bondgenoten bui- ten de Franse grenzen (vooral in Europa), maar hier- toe streeft hij in de eerste plaats naar een wederop- leving van het politiek sy teem in Frankrijk zelf.

Het' republikeinse pact' dat Jaspin met de Franse bevolking is aangegaan bestaat allereerst uit een reeks van maatregelen (inmiddels grotendeels uit- gevoerd) ter versterking van de democratie en ter zuivering van de overheid. Het bestuurlijk systeem wordt verder gedecentraliseerd, de rechterlijke macht en vooral het openbaar ministerie wordt on- afhankelijker, de gelijke toegang van vrouwen en mannen tot openbare ambten wordt in de grondwet vastgelegd en in specifieke wetten uitgewerkt, de opeenhoping van gekozen functies wordt tegenge- gaan (te beginnen met de regering zelf), de betrok- kenheid van het nationale parlement bij de opbouw van Europa wordt vergroot. Tevens poogt Jospin het publieke leven als geheel op nieuwe, moreel zuivere leest (een 'republikeinse ethiek') te schoeien. Hij heeft er bijvoorbeeld zijn erewoord voor gegeven dat alle verkiezingsbeloften zullen worden nageko- men. Ookheeft hij zijn regering een (voor Frankrijk tamelijk ongewone) bescheiden stijl van handelen opgelegd. Zo bestaat de inmiddels beroemde 'methode-Jospin' uit een behoedzaam manoeuvre- ren, waarbij zomin mogelijk van bovenaf wordt op- gelegd en zoveel mogelijk vertegenwoordigers van

1 1. 'Déclaration de politique géncrale de Lionel Jo pin', Assemblée nationale, Parijs, 1 9 juni '999.

535

(8)

i 536

:

I

I

!!

:::

I

11

11

i

ii

i

I

L IJ i

s &.o

'2 '999

betrokkenen worden geraadpleegd. Zeer belangrijk is ook dat hij een kabinet om zich heen heeft ver- zameld, dat enerzijds (voor Franse begrippen) klein is -

I 4

ministers, vier gedelegeerd ministers en tien staatssecretarissen - en anderzijds echte persoon- lijkheden telt, zoals Elisabeth Guigou (Justitie), Jean-Pierre Chevènement (Binnenlandse Zaken), Pierre Moscovici (Europese Zaken), ClaudeAllègre (Onderwijs), Dominique Strauss-Kahn (Financiën/

Economie; onlangs afgetreden) en Martine Aubry (Arbeid en Solidariteit). '

2

Overheersend is intussen de prioriteit die de re- gering-Jospin geeft aan de bestrijding van de werk- loosheid. Op dit vlak kan de politiek het zich immers het minst veroorloven te verzaken. De inzet is zowel nationaal als internationaal. Meteen na hun aantre- den zijn Jospin en Strauss-Kahn (met steun van Chirac) erin geslaagd de eenzijdig monetaristische invulling van de

EM

u te complementeren met een resolutie over groei en werkgelegenheid (Europese Raad vanAmsterdam,juni I997). Ookhebben zij de aanzet gegeven tot een reeks van bijzondere Euro- pese Raden, gewijd aan vraagstukken van werkloos- heidsbestrijding. Tenslotte is ook op Frans aandrin- gen een Euro-

I I

Raad tot stand gekomen, die als een soort politieke tegenhanger fungeert voor de Euro- pese Centrale Bank. Ook al beschouwt deze Franse regering de interne markt, de

E M

u en het stabili- teitspact als verworvenheden (de Maastricht-crite- ria worden door Frankrijk ook met steeds ruimere marge gehaald), men wil een en ander niet in een politiek vacuüm laten. Integendeel, zonder Euro- pese inbedding en coördinatie is nationaal werkgele- genheidsbeleid praktisch niet te voeren (en zonder sociale component dreigt de

Eu

politiek draagvlak te ontberen).

Internationale actie ter ondersteuning van natio- nale inspanningen zoekt de regering-Jospin ook op mondiaal niveau. Zeker sinds de fmanciële crises van I997/8 (Azië, Rusland, Latijns-Amerika) pleitdeze Franse regering met kracht voor regulering van korte-termijn-kapitaalstromen en beheersing van internationale financiële speculatie. Ook streeft men naar een 'verpolitieking' van het bestuur van het

1 M F

en naar de instelling van een Economi che Veilig- heidsraad onder de hoede van de v

N.

In dergelijke voorstellen komt sterk de Frans-socialistische ge-

12. Voor een beschrijving van Jospins

1regeermachine', zie Victor, B., Le Matignon dejospin, Flammarion, Parijs, '999·

dachtenaar voren dat markten, hoe waardevol en on- misbaar ook, indien ze aan zichzelf worden overgela- ten, neigen tot ongelijkheid en instabiliteit en dat zij dus een zichtbare (bij-)sturende hand behoeven.

1 3

Op nationaal vlak is Jospin met het Franse volk een 'pact voor ontwikkeling en solidariteit' aange- gaan. Dit bestaat uit maatregelen ter bevordering van groei en werkgelegenheid alsmede uit acties ter vermindering van de maatschappelijke ongelijkheid en uitsluiting. Beide grijpen overigens deels in el- kaar. Immers, maatregelen ter bevordering van de koopkracht van minderverdienende huishoudens en personen aan de 'onderkant' van de samenJeving hebben ook een gunstig effect op de economische groei. In I 997 en 1998 is de economische groei in Frankrijk vooral opgestuwd door de binnenlandse consumptie, iets waaraan de inkomensmaatregelen van de regering-Jospin niet vreemd zijn geweest. De bestrijding van de werkloosheid (zo'n

I 2,

!> procent in I 997, thans circa I I procent) is door deze rege- ring langs twee sporen ingezet. Allereerst is er het specifieke probleem van de jeugdwerkloosheid, waarvoor men in vijf jaar

7oo.ooo

gesubsidieerde emplois-jeunes Qongerenbanen) wil scheppen, bij zowel overheid als bedrijfsleven. Inmiddels is de helft van dit aantal gehaald. Daarnaast wordt met een algemene arbeidstijdverkorting van 39 naar H uur per week gepoogd in één klap honderdduizen- den banen te scheppen.

De wijze waarop de arbeidstijdverkorting wordt gerealiseerd is enerzijds typisch Frans en biedt an- derzijds een aardige blik op de 'methode-Jospin'. Met een eerste wet-Aubry van

r

998 werd de invoering van de H-urenweek per

2ooo

(en voor kleine bedrij - ven twee jaren later) aangekondigd. Een maatregel van bovenaf opgelegd derhalve, generiek van aard, zonder onderscheid naar bedrijfstak of bedrijf. Tege- lijk verordonneerde de wet dat werkgevers en vak- bonden over de invulling van de H uur moesten on- derhandelen en daarover een overeenkomst sluiten.

Daarbij werden verscheidene grenzen aangegeven - geen inlevering loon, terugdringing overwerk e.d. - , maar ook stimulansen geboden - fmanciële steun voor nieuw geschapen banen bijvoorbeeld. Het ge- volg is dat er inmiddels vele duizenden contracten tot stand zijn gekomen, waarbij de arbeidstijdverkorting vooral wordt gefinancierd met flexibilisering van

'3· Strauss-Kahn, D., Discours lors de la conférence européenne de la Banque mondiale sur I' économie du

développement, Parijs, 23 juni '999·

c

c

l

F e g a z 1:

I

lt n d e

(9)

t I"

t

t g : 1 ,_

'

· •

n :-

tt

g

n

s&..o

121999

werktijden en verrumung van bedrijfstijden. Een tweede wet-Aubry, onlangs aangenomen, scherpt de eisen op een aantal punten nog wat aan. Hierdoor wordt niet alleen de vele bedrijven die nog geen con- tract hebben gesloten het vuur aan de schenen ge- legd, maar worden ook reeds aangegane overeen- kom ten op onderdelen die niet met de wet overeen- stemmen opengebroken. Vooral dit laatste punt, een dreigende inbreuk op de cao-vrijheid, is omstreden.

Een compromis tussen regering en sociale partners is echter nog geenszins uitgesloten.

De 35-urenwet is dus op heteerste gezicht een di- rigistische maatregel in dienst van een sociale priori- teit. Nader beschouwd bevordert zij echter een in Frankrijk nauwelijks gekende vorm van cao-overleg, waarbij vakbonden en werkgevers gezamenlijk ver- antwoordelijk worden gemaakt voor de organisatie van het werk in bedrijven. Tevens blijkt via een omweg iets te kunnen worden ingevoerd - flexibi - lisering van de arbeidsmarkt -, waar de regering officieel niet aan wil. Iets soortgelijks geldt voor andere ideologisch geladen onderwerpen, zoals de privatisering van staatsbedrijven, de kapitalisering van pensioenaanspraken en het probleem van de door de sociale zekerheid bevorderde armoedeval. Men onderkenthet vraagstuk, mijdt echter liever een alge- mene discussie erover en vindt er pragmatische op- lossingen voor. Zo heeft deze linkse regering al meer staatsondernemingen geprivatiseerd dan haar rechtse voorgangster, maar spreekt ze liever over ouverture du cap i tal in het kader van strategische industriepolitiek.

Bij enige linkse tegenwind, zoals bij de pensioenen, trekt de regering zich echter ook gemakkelijk terug om een beter moment af te wachten.

Conclusie: de

P

een sociaal-democratische partij?

Met een doelgericht maar behoedzaam reformisme doen Jospin c.s. het boven verwachting goed, zoals uit de wekelijkse peilingen blijkt en ook uit de Euro- pese verkiezingen naar voren is gekomen. De Franse economie raakt op toom, de werkgelegenheid groeit, sneller nog dan de werkloosheid terugloopt, aan het stakingsfront is het opmerkelijk rustig en het zelfvertro uwen van de Fransen neemt hand over hand toe. Bovendien blijkt deze 'cohabitatie' veel

populairder dan de vorige. Kennelijk voelen de Fransen zich in meerderheid goed geregeerd door zo'n 'centrum-linkse' combinatie. Dit doet vermoe- den dat de tweede etappe van de regering-Jospin zich niet door radicale initiatieven zal kenmerken . Eerder is te verwachten dat zal worden doorgegaan met het voorzichtig (en na het nodige vooroverleg methet'veld') aan de orde stellen van de nodige her- vormingen: belastingen, pensioenen, sociale zeker- heid en vermogensvorming voor werknemers. Te- vens zal veel aandacht uitgaan naar de waarschijnlijk gecompliceerde inwerkingtreding van de H-uren- week. Mocht dit alles beheerst verlopen, dan maakt Jospin een goede kans in

2 oo 2

tot de volgende presi - dent van Frankrijk te worden gekozen. 1

4

Ideologisch lijkt de

PS

inmiddels ver verwijderd van de partij uit de jaren zeventig die zich opmaakte voor de 'socialistische transformatie' van Frankrijk.

Inmiddels dromen de Franse socialisten niet meer van een gans andere samenleving. Ze stellen zich te- vreden met een in feite niet minder ambitieus doel:

het humaner maken van de bestaande wereld . Maakt dit verlies aan radicaliteit dat zij inmiddels van socia- list sociaal-democraat zijn geworden? Zelf bestem - pelen Jospin c.s. zichzelf inmiddels onbekommerd als sociaal-democraten. 1 > Ze tonen daarin zoveel zelfbewustzijn dat ze de discussie aandurven met de leiders van twee landen die de bakermat van d soci- aal-democratie vormen .In feite dwingt de uitdaging van Tony Blairs ' Derde Weg' de Franse socialisten tot een stellingname als sociaal-democraten waartoe ze nooit eerder waren gekomen. Zo wijzen ze Blairs voorkeur voor een 'progressieve partij' af, aange- vend dat ze hechten aan een blijvende speciale band met de arbeidersbeweging. De paradox wil dat de PS, zowel in haar regeerstijl als in haar partijop- bouw1 6, die speciale band nog moet aangaan. Wel- licht biedt de huidige regeerperiodedeP s de moge- lijkheid de zwakke Franse werknemersorganisaties te versterken. Langs die weg kan de PS tevens een speciale relatie met hen aangaan en hen betrekken bij haar' projet réformiste'. Dat zou de weg kunnen banen voor een niet alleen in politiek maar ook soci- aal opzicht voldragen 'social-démocratie à la française'.

14. Marian, M., 'Lionel Jospin, in: Libération, 19 november 1999, la social-démocratie européennc?'.

Ie socialisme et la réforme', in: Esprit, maart/april 1999, pp. 1 12-121; zie in dezelfde uitgave het katern 'La France et Ie réformisme', pp. 138-249.

I}. Jospin, L., 'Ma social-démocratie',

pp. 6-7; zie ook loet interview met Lionel Jospin in: la Revue socialiste, no 1,

voorjaar 1 999, pp. 3 2-48; deze laatste uitgave is overigens bijna geheel gewijd aan de discussie over 'Quelle voie pour

1 6.

Subileau, F. (e.a.), 'Les adhérents socialistes en 1 99 8', Centre d' études de la vie politique française, Cahier CEVIPOF no 23, Parijs 1999.

537

(10)

i

s&.D 12 1999

I 538 . -

I

POLITIEKE REISGIDS VAN SOCIAAL-DEMOCRATISCH EUROPA

11

Naar een

,, : rechtvaardiger

In een periode van diep- wereld en die moeten bewijzen dat zij

gaande veranderingen dat waard zijn.

spreekt het voor zich

dat de socialisten na-

ONZE TOEKOMST BEHEERSEN

denken over hun identi-

teit. Dat is niets nieuws, Bijdrage van de Porti socialiste aan het Onze waarden tot want zolang ze bestaan, Congres van de Socialistische Internationale, uitdrukking brengen

hebben ze rekening Parijs, 8-10 november 1999 De dynamiek die ons bindt,

moeten houden met heeft in de eerste plaats te

steeds weer nieuwe po- 'Trouw zijn aan een traditie betekent trouw maken met de waarden die wij litieke, economische, zijn aan de vlam en niet aan de as' verdedigen. De drie principes

sociale en culturele ge- Jean jaurès van de Franse Revolutie, vrij-

gevens. Ze hebben zich heid, gelijkheid en broederschap f

aan de veranderingen aangepast zonder hun verlan- die op het Congres van Stockholm in

1

9 8 9 in de ver- gen naar rechtvaardigheid te verloochenen. klaring van de Socialistische Internationale werden

Overal stonden onze partijen voor democratie opgenomen, vormen nog steeds de basis van ons en-

1:

en sociale vooruitgang. Zij streden tegen het kapita- gagement. Vrijheid: de absolute voorwaarde voor lisme en hielpen, door politieke en sociale verwor- democratie en volledige ontplooiing van het indi- I i venheden, de markteconomie organiseren en civi- vidu. Gelijkheid: gebiedt ons om niet te berusten in [I liseren, waardoor die volledig tot zijn recht kon een onrechtvaardige maatschappij. Broederschap, of

[i

komen, maar bleven daarbij bouwen aan een société in de arbeiderstraditie solidariteit en samenwer-

\

de bien-être waarin iedere vorm van ongelijkheid king: maakt van de maatschappij meer dan een ver- I i

werd teruggedrongen. Zij wezen het communisme zameling individuen. Door de verantwoordelijkhe- in zijn totalitaire vorm krachtig af, omdat de ver- den die broederschap met zich meebrengt, worden I! keerde logica daarvan in strijd is met de humanisti- de rechten van de mens in evenwicht gebracht.

sche aspiratie die de basis vormt voor het socialisti- Zoals we weten, kunnen deze waarden op gespan-

I ! sche ideaal. Deze partijen werden opgericht in de nen voet met elkaar staan. Onze politiek ontleent r

onstuimige periode van de arbeidersbewegingen en zijn geldigheid aan het vermogen om tussen deze r I '! het werden volkspartijen, verdedigers van het alge- waarden te arbitreren en prioriteiten te stellen, c

lt meen belang. Ook al waren ze stevig ingebed in hun maar ook aan de noodzaak om met nieuwe doelstel- c nationale realiteit, de socialistische partijen hebben lingen rekening te houden: bescherming van het mi-

\

i i hun internationalistische perspectief nooit uit het lieu, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, cultu-

2

oog verloren. Na twee wereldoorlogen en de grote rele pluriformiteit. c

dekoloniseringsbeweging hechtten ze steeds meer Hierover zijn de socialisten het eens. Maar de be- r belang aan internationale normen en instellingen slissende vraag is, nu net zo zeer als vroeger, waar r waarmee conflicten konden worden voorkomen en onze fundamentele waarden op gericht zijn en met e de ontwikkeling kon worden bevorderd. welke middelen we ze op de realiteit kunnen laten

.. ii

Dat zijn de verworvenheden van onze lnternatio- aansluiten .Tussen de uitgangspunten en de vereisten

'I I nale, die is ontstaan in de geïndustrialiseerde landen van de dagelijkse politieke actie moeten we aange-

maar die nu overal ter wereld wordt vertegenwoor- ven wat we eraan willen doen om een maatschappij 1 I digd. De Internationale brengt partijen, bewegingen te realiseren die rechtvaardiger en menselijker is, g

I' en organisaties bij elkaar die voor de mensen ter moeten we laten zien wat het verband is tussen de

r

plaatse de hoop op een betere toekomst belichamen doelstellingen en de middelen. Daarom moeten we

J. L

(11)

S&_OI21999

onze relatie met het kapitalisme opnieuw evalueren.

Wij denken dat onze relatie met het kapitalisme kri- tisch moet büjven. Want, zoals socialisten weten, is de kracht van de markteconomie weü waar dat zij enorme rijkdommen genereert, maar is diezelfde markteconomie ook onrechtvaardig en vaak irratio- neel. 'Een kracht die gaat, maar niet weet waarheen zij gaat'. Een van de belangrijk te feiten van de laat- ste twintig jaar is de gro iende ongelijkheid tussen landen en in al die landen zelf. Er blijven zich crises voordoen, ten koste van mensen, hetgeen vooral pijnlijk tot uiting komt in werkeloosheid en uitslui- ting. In Europa beleefden we, en beleven nog steeds, dergelijke moeilljke mom nten. En in Zuidoost- Azië, Latijns-Amerika en Rusland hebben we on- langs kunnen zien wat de gevolgen daarvan zijn .

Een erjènis waar we trots op zijn

De socialisten hebben de impasses van de geleide economie onderkend en gehekeld lang voordat het failliet van het communisme officieel werd vastge- steld. Ze hebben steeds gedacht en ook bewezen dat het nodig en mogelijk is om het kapitalisme te regu- leren door contracyclische politiek te bedrijven, so- ciale voorzieningen te ontwikkelen, voorrang te verlenen aan scholing en vorming, inkomensbeleid te voeren, enzovoort.

We moeten af van de karikatuur die sommigen wel eens geven van de erfenis van de sociaal-demo- cratie uit de jaren' 950 en

1960.

Het is niet waar dat de oeiaal-democratie alleen op het handelen van de staat gebaseerd was en stel elmatig voorrang gaf aan overheidsuitgaven. In feite was het succes van de so- ciaal-democraten dat zij door wetgeving en onder- handeling, en door de overheidssector daar meer of minder bij te betrekken, de actie coördineerden van de belangrijkste partijen binnen een maatschappij die naar hun idee solidair moest zijn: overheid, werkgevers en vakbonden. Zo zorgden zij, door ver- zoening van het particuliere eigendom van het be- drijfsleven met een democratisch gedirigeerde eco- nomie in het belang van het grootste aantal, voor meer werkgelegenheid, terke economische groei en pectaculaire oeiale vooruitgang: laten we dat vooral niet vergeten.

Gedeelde moderniteit

Thans zijn wij, zoals historisch gezien altijd al het geval was, gericht op moderniteit, maar niet zomaar moderniteit. Voor ons is moderniteit onlosmakelijk verbonden met authenticiteit, dat wil zeggen met

trouw aan onze waarden. Voor ons moet moderni- teit altijd vooruitgang impliceren. Ln de ontplooiing van de mens moet het vooruitgang en géén achter- uitgang betekenen. Daarom streven wij naar een be- heersbare moderniteit.

Moderniteit betekent niet dat iedereen is over- geleverd aan zogenaamd natuurlijke economische krachten, het is iets dat collectief gerealiseerd moet worden. Het is het product van een democratische soevereiniteit. Om deze moderniteit te realiseren heeft onze wereld regels nodig, een regelgeving die past bij de hedendaagse om tandigheden. Wij stre- ven bovendien naar volledige moderniteit. Moder- niteit beperkt zich niet alleen tot economisch ter- rein, maar is ook politiek, sociaal en cultureel. Ten- slotte willen wij vooral een gedeelde moderniteit.

Moderniteit moet het gemeenschappelijk bezit van iedereen zijn, en niet het privilege van enkelen.

Om modern te kunnen zijn, moeten we de we- reld als zodanig eerst helder analyseren zodat we die kunnen begrijpen en beheersen.

Het nieuwe tijdperk van het kapitalisme

Het kader waarbinnen onze actie past, is uitstekend geanalyseerd in het rapport van de

C/obal Proaress Commission

onder voorzitterschap van Felipe Gonza- lez. Het gaat niet alleen om een begrip - ook al geeft de term

alobaliserina

uitstekend de· schaalverande- ring aan die zich heeft voorgedaan. In feite heeft een aantal belangrijke verschijnselen van verschillende aard bijgedragen aan de eenwording van de wereld onder het teken van de markt en ervoor gezorgd dat het kapitalisme een nieuw tijdperk is binnengetre- den: daarbij denken we vooral aan de technische re- voluties, in het bijzonder op het gebied van informa- tie en communicatie; de toegenomen internationale handel; de ontwikkeling van fmanciële netwerken en van internationale kapitaalstromen; de doorbraak van opkomende kapitalistische landen; de toetre- ding van grote landen als China, Lndia, Brazilië en Rusland tot het spel van uitwisselingen; het ineen- storten en uiteenvallen van de Sovjet Unie n het diskrediet van de revolutionaire ideologieën; de he- gemonie van de Verenigde Staten.

Deze transformatie brengt ons in een geglobali- seerde, maar tegelijkertijd gefragmenteerde wereld en leidt tot nieuwe structuren voor productie en werkgelegenheid die de oude solidariteit aantasten.

De ontwikkeling van het individualisme in onze maatschappijen wordt erdoor bevorderd. De auto- nomie van de staten en hun keuzen worden erdoor

5 3 9

(12)

I

540

s&.n121999

beperkt. En daardoor worden ook de verwachtingen minder die het doel kunnen vormen van politieke actie. De vormen voor regelgeving die dit nieuwe kapitalistische tijdperk oplegt, moeten we dus defi- niëren. Het is daarom nodig te bepalen welk aandeel de markt en de overheid hierin respectievelijk heb- ben, wat de rol van de individuen en de maatschappij hierin is, het samenspel tussen landen, tussen regio's en tussen internationale organisaties. Qua begrip en wilskracht moeten we dezelfde inspanning leveren als de vorige generaties socialisten dat deden in een wereld die weliswaar anders, maar niet minder moeilijk was.

Theorie en praktijk zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het kapitalisme impliceert steeds weer andere risico's, die alleen kunnen worden ge- dragen als een werkelijk burgerschap voor iedereen gegarandeerd is. De sociaal-democratie wordt nog steeds bepaald door een ideaal van rechtvaardigheid.

Zij moet een samenhangend programma formule- ren waardoor persoonlijke capaciteiten en initiatie- ven zoveel mogelijk tot uiting kunnen komen, in leemtes van de markt kan worden voorzien, onge- lijkheden kunnen worden gecorrigeerd, er rechten en plichten bepaald worden voor alle categorieën van de bevolking, zowel voor de rijken en sterken als voor de armen en zwakken. Het democratisch socia- lisme, dat eruit bestaat iedereen zoveel mogelijk deel te laten nemen aan het maatschappelijk leven, zijn rechten en verantwoordelijkheden volledig uit te oefenen, is gebaseerd op een burgerschap dat geldt voor alle niveaus van de werkelijkheid. Deze eis van burgerschap moet ons kompas blijven bij het formuleren van onze concrete antwoorden op de grote vragen van onze tijd.

Een eis van buraerschap

Als we de rol van staat en markt willen ophelderen en verklaren, dan moeten we terug naar de kern: het socialisme is in essentie een ideaal van collectieve soevereiniteit waarin persoonlijke ontplooiing mo- gelijk is. Het moderne socialisme moet expliciet een theorie van het burgerschap zijn. Wanneer burgers samen handelen, moeten ze in staat zijn de belang- rijkste tendensen binnen de maatschappij te beheer- sen en in het bijzonder zich te verzetten tegen de ongewenste gevolgen van individuele acties. leder mens is tegelijkertijd burger en speler op de markt.

De overheid en de markt vertegenwoordigen twee wettelijke instanties die echter niet van dezelfde aard zijn. We moeten het primaat van de democratie

erkennen. Want binnen een democratie krijgen bur- gers door politieke actie de mogelijkheid om op ieder gebied te beslissen over zaken die hen aangaan.

Dat vooronderstelt gelijke toegang tot het beslis- singsproces.

Vandaar het doorslaggevende belang van vor- ming en onderwijs, van burgerzin, van goed functio - nerende instellingen. Vandaar ook de noodzaak van een sociaal burgerschap, waarbij veiligheid en ge- lijke kansen samengaan, om iedereen de mogelijk- heid te bieden volledig en werkelijk deel te nemen aan de politieke gemeenschap. Een actie die in over- eenstemming met onze waarden is en het politieke, economische en sociale niet van elkaar scheidt, kan zich door zulke maatstaven laten leiden. Want anders kan men zich afvragen welke betekenis het socialisti- sche ideaal in de ogen van de volken nog zou kunnen hebben.

Een menselijker maatschappij

'Oui à !'economie de marche, non à la societe de marche' ('Ja voor de markteconomie, nee tegen de marktmaatschappij'): deze uitspraak van Lionel Jospin is vaak overgenomen. Zij onderstreept dat de markt wel een eigen werkelijkheid is, maar dat de werkelijkheid van het leven niet tot de markt kan worden gereduceerd. Deelname aan de menselijke samenleving is niet alleen economie. Het is ook recht op gezondheid, vorming, cultuur, milieu. Alle- maal zaken die in hoofdzaak niet vallen en ook niet moeten vallen onder een verdeling door de markt.

Een menselijke samenleving is een samenleving waarin niet alle zaken worden gelijkgesteld aan koopwaar. Een menselijke maatschappij is een maat- schappij die zich ten doel stelt de ongelijkheden van welke aard dan ook terug te dringen.

De markt in bedwana houden

Het werk van de mens en de werken van zijn geest kunnen niet worden gezien als alleen maar koop- waar. Het menselijk lichaam is geen koopwaar, en daarom moeten de socialisten zich wel degelijk actief bezighouden met de geduchte vragen die de bio-ethiek oproept. De gezondheid van mensen is geen koopwaar. Als kostenbeheersing in de gezond- heidszorg nodig is, is dat om ervoor te zorgen dat de systemen van sociale zekerheid blijven bestaan, tegen de wil in van hen die door privatisering de ge- zondheidszorg tot handel willen maken. Ook de ge- zondheidszorg moet daarom niet door de vrijhandel in gevaar worden gebracht, en het is gerechtvaardigd

0

e

d

n n

p li

V<

0

g•

v:

g•

d.

E

SC

si lil h, la

m

l:r of

SC

w 0 va cc

ec la,

p~

ge

or

de

ge

ee

te

m

tis

wi

ke

(13)

s&_DI21999

om het recht van de hele wereldbevolking op veilige en gezonde voeding te verdedigen. Ook het milieu is geen handelswaar, geen voorraad grondstoffen waaruit we kunnen putten zonder ons te bekomme - ren om de volgende generaties. Er bestaat geen an- dere ontwikkeling dan duurzame ontwikkeling. Wij moeten het produceren van rijkdom niet verwarren met 'productivisme', een systeem dat er op is ge- richt steeds meer te produceren. Overal moeten productief vermogen, rurale ontwikkeling en mi - lieubehoud op elkaar worden afgestemd.

Een menselijker samenleving is ook een samen- leving waarin de overheidsdiensten een ieder toe- gang geven tot de belangrijkste diensten, zorgen voor maatschappelijke en territoriale samenhang, ontwikkeling van activiteiten die grote investerin- gen op de lange termijn vergen. Ook al is het beheer van deze overheidsdiensten per sector verschillend, gecentraliseerd of geprivatiseerd, de taken van deze diensten moeten behouden blijven.

Terua naar vollediae werkaeleaenheid

Een menselijker maatschappij is vooral een maat- schappij die de terugkeer naar - of toegang tot - een situatie van volledige werkgelegenheid bewerkstel - ligt. Sociaal-democratische politiek moet staan voor het streven naar volledige werkgelegenheid. Werk- loosheid blijft de grootste bron van armoede. De maatschappelijke uitdaging is nu om voor mannen en vrouwen volledige werkgelegenheid te bereiken of terug te krijgen en de groeiende afstand tussen ge- schoold en ongeschoold werk, die veroorzaakt wordt door technologische revoluties, op te heffen.

Om hieraan het hoofd te bieden, moeten we niet vasthouden aan de valse dilemma's die de liberale conservatieven tellen.

We moeten de micro-economische en de macro- economische politiek niet tegenover e lkaar stellen;

laten we niet doen alsof we, door sterke maatschap- pelijke ongelijkheden te aanvaarden, de werkgele- genheid kunnen bevorderen.

We zitten niet zonder middelen en kunnen actie ondernemen via de macro-economische politiek, door herverdeling van de last van verplichte heffin- gen tussen de verschillende productiefactoren, door een actief arbeidsmarktbeleid, door ondersteuning te geven voor werkgelegenheid, door extra vor- ming, door kortere werktijden, door een voluntaris-..

tische politiek die gericht is op economische ont- wikkeling van de achtergestelde gebieden, enz. De keuzen kunnen per land verschillen. Maar de soci-

aal-democratie moet zich overal ten doel stellen een werkgelegenheidsbeleid te voeren dat uitgaat van het recht op werk en de onzekerheid niet versterkt.

In dit licht is het uiteraard van wezenlijk belang om te zorgen voor een sterke en stabiele groei. De staat moet meehelpen een gunstig ondernemingsklimaat te bevorderen, in het bijzonder door fiscaal beleid.

Maar we moeten niet vergeten dat de staat ook een belangrijke rol speelt voor het concurrentiever- mogen van een economie door te zorgen voor kwa- litatief goede overheidsdiensten, goed onderwijs, mogelijkheden voor research en doeltreffende in- frastructuren .. .

Groei moet rijk zijn aan werkgelegenheid. We moeten zorgen voor meer arbeidsplaatsen voor on- geschoolden, direct, door banen in de buurt, Of in- direct, door de groei van de particuliere diensten- sector te bevorderen. Bijzondere inspanning is nodig om duurzame herintreding in het arbeidsproces mo- gelijk te maken voor bevolkingsgroepen die het meest in moeilijkheden verkeren, in het bijzonder ongeschoolde jongeren en langdurig werklozen, door met name onze herverdelingssystemen aan te passen. De verkorting van werktijd is een tendens die aangemoedigd dient te worden, omdat daardoor het effect van de groei wordt versterkt en werkne- ro rs over meer vrije tijd beschikken om zich verder te ontwikkelen, zich te wijden aan hun gezin of hun eigen ontplooiing. De manier waarop de verkorting van werktijd worden gebruikt hangt natuurlijk af van de situatie in de verschillende landen, de arbeidsmarkt en de arbeidsverhoudingen. Bij de 35-urige werkweek, die op dit moment door ons wordt ingevoerd, stellen we de wet in dienst van het sociaal overleg.

Door de veranderingen die de technologische vooruitgang en de harde economische concurrentie met zich meebrengen, moet het bedrijfsleven zich aan steeds veranderende om tandigheden aanpas- sen. Het is juist om zich hier zorgen over te maken, maar je moet er greep op weten te krijgen. 'Flexibi- liteit' die zich vertaalt in algeheel verbreide onze- kerheid is onaanvaardbaar. Werken is in de eerste plaats een vorm van zekerheid tegen de willekeur van het leven. Het betekent niet dat mensen zich zouden moeten schikken in andere vormen van wil- lekeur. Sociaal-democraten moeten de procedures voor collectieve onderhandelingen verdedigen.

Daardoor is het meestal mogelijk tot doeltreffende

aanpassing aan de economische ontwikkelingen te

(14)

I

J.

... r-·

11

,/1

:!I

:11

!

I•

iJ

! I

I

s&..o

12

1999

komen - omdat evenwichtige samenwerking en af- spraken een bron van vooruitgang vormen - en ook de rechten en levensomstandigheden van werkne- mers veilig te stellen.

Er dient vooral bijzondere aandacht te worden bc teed aan het werk van vrouwen. In sommige stre- ken in de wereld wordt dit werk gezien als aan- vulling op het gezinsinkomen waarvoor geen vergoeding nodig is; elders wordt de structure- rende dimensie van dit werk voor de nationale eco- nomie niet erkend. En in de ontwikkelde landen moeten we wel vaststellen dat er nog steeds bij ge- lijke opleiding en geschiktheid grote verschillen in bezoldiging bestaan. Sociaal-democraten moeten zich krachtig bUjven inzetten voor geUjke kansen voor mannen en vrouwen bij vorming en opleiding en geUjke waardering en beloning op het werk.

Sociale zekerheid garanderen

Hoe we het ook noemen - welvaartsstaat, verzor- gingsstaat - , sociale zekerheid is een hot issue. De problemen zijn bekend, vergrijzing van de samenle- ving, de druk van de massale werkeloosheid in de af- gelopen twee decennia, sociale uitsluiting, de groei - ende complexiteit van de gezondheidszorg: dit alles kost internationaal concurrerende economieën geld. Maar het streven naar een soUdaire samenle- ving waarvoor de sociale zekerheid symbool staat, blijft actueel.

De welvaartsstaat moet tegenwoordig niet alleen de bekende risico's, zoals ziekte, pensioen, kinder- opvang en werkloosheid dekken, maar ook het hoofd bieden aan nieuwe sociale behoeften die ont- staan door veranderingen binnen het gezin, op het werk en in de verschillende fasen van ons leven. De sociale zekerheid kan en moet aan deze nieuwe situ- atie worden aangepast; de principes ervan staan ten ene male niet ter discussie. Terecht wijzen sommi - gen met klem op het belang van de sociale investering, in het bijzonder in vorming en opleiding, die de mensen erop moet voorbereiden om onder zo goed mogelijke voorwaarden op de markt te participe- ren. Maar we denken niet dat' sociale investering' en

'sociale uitgaven' tegenover elkaar gesteld moeten worden. Want veel politiek beleid laat zich niet ge- makkelijk in één enkele categorie indelen: zo is bij- voorbeeld het bevorderen van arbeid voor laagge- schoolden niet alleen een economische investering maar ook een vorm van herverdeling. Het idee dat sociale investering een groot aantal traditionele taken van de welvaartsstaat zou kunnen vervangen is

niet realistisch, bijvoorbeeld alleen al vanwege de vergrijzing waarvan onze maatschappijen de lasten moeten dragen. We moeten - en mogen - niet be- zuinigen op het herverdelingsbeleid.

Ook moeten we universalisme niet tegenover se- lectiviteit bij sociale uitkeringen stellen. Selectivi - teit kan nodig zijn, en de ervaring heeft geleerd dat bepaalde uitkeringen alleen kunnen worden gedaan op voorwaarde dat de middelen er zijn. Maar de meest doeltreffende verzekeringen zijn verzekerin- gen die het grootste deel van de bevolking dekking bieden voor wezenlijke zaken als gezondheidszorg en pensioenen. Door het begrip 'contract', waarin niet alleen de rechten en plichten van de verzeker- den maar die van alle spelers van de sociale zeker- heid worden vastgelegd, is het mogelijk de gevaren van passiviteit die we kennen bij de traditionele vor- men van steun achter ons te laten, zonder de sociale risico's te nemen die een selectief uitkeringssysteem met zich meebrengt.

Universaliteit is de wettige basis van sociaal be - leid en maakt het mogelijk te strijden tegen de armoedeval waardoor hele groepen van de samenle- ving worden uitgesloten. Er moet een goed even- wicht gecreëerd worden tussen hulp, aansporing en verplichting. We moeten namelijk niet denken dat worifare een algemeen geldig antwoord biedt wan- neer uitsluitingen geografisch wijd verbreid zijn in gebieden waar het ontbreken van zekerheid, oplei- ding, hulp en werkgelegenheid vóór alles vraagt om een sterke betrokkenheid van overheid en particu- liere sector.

Een nieuwe alliantie sluiten

De verzorgingsstaat is een politiek project en moet als zodanig worden gepresenteerd. Binnen onze maat- schappijen blijven verschillende maatschappelijke groeperingen bestaan. De middenklasse vormt te- genwoordig de kern van onze samenleving. Zij speelt een bijzondere rol bij de expansie van onze econo - mie. Maar door twee decennia van massale werke- loosheid zijn er groepen 'uitgeslotenen' ontstaan. En hoewel de volksklasse is veranderd, is ze nog niet ver- dwenen. De sociaal-democraten moeten dus niet al- leen rekening houden met de belangen en wensen van de uitgeslotenen, maar ook met de belangen en wensen van de volksklasse en middenklasse. Want ondanks de verschillen hebben deze maatschappe- lijke groepen gemeenschappelijke belangen: meer werkgelegenheid, minder onze.kerheid, beter onder- wijs, grotere sociale zekerheid. Voor de uitgeslote-

n

SJ

n n

I i

n

\\

n li

SC SC

li

c

st ac w ar m ta st st bt ge

SC

d.r te ie· ve ec sa: di· ni: ga OF ni•

he wc mi nic ree co

val

in

he·

zi

ke·

he;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als een pup vóór deze tijd (op leeftijd van 8-12 weken) al naar zijn nieuwe huis gaat, heeft hij deze bijtinhibitie nog niet geleerd en gaat hij los op de mensen en kinderen waar

Ik onderzoek welke interventies ik als leerkracht kan hanteren bij jonge kinderen (4 tot 6 jaar) met faalangst omdat ik wil weten wat de juiste aanpak is als een leerling

• In het voortgezet onderwijs wordt binnen het vak Nederlands niet systematisch aandacht besteed aan spelling.. Vooral het onderhoud van kennis die in het primair onderwijs

De OKNM is ontworpen als compacte inductie unit, met een lage inbouwhoogte, heeft een hoge capaciteit en is geschikt voor het ventileren en koelen, evenals verwarmen in ruimtes

Met volumeregelaars kan de gewenste lucht- hoeveelheid in elk deel van het ventilatiesysteem worden ingeregeld, zowel als constant luchtvolume als variabel.. De

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Je loopt het risico dat het pand wordt gebruikt voor productie van drugs, opslag van illegale handelswaar, illegale onderhuur of illegale kamerverhuur?. JE KUNT MAAR ÉÉN KEER