• No results found

Het Anker u.a. Groningen 32

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Anker u.a. Groningen 32 "

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Lijst van adverteerders

Het Anker u.a. Groningen 32

Benimo S.A. Delfzijl 22

Beijer Lichtenvoorde B.V. Lichtenvoorde 22

Dujardin Brandkasten Leerdam 2

International Secretary Services Den Haag 22 De Koepel b.v. Haamstede Breda 22

Kromhout Techniek Raamsdonks-

veer 22

Louisa-state Baarn 32

Maison Plus Tilburg 32

Onderlinge Waarborgmij ver. Utrecht 29 't Waterland Boekhuis Broek

in

Wa-

terland 2

De Witte Berken Driebergen 22

Voor uitgebreide documentatie stuur deze ad·

vertentie in open enveloppe met achterop uw naam en adres naar

DUJARDIN BRANDKASTEN . ANTWOORDNUMMER 24

4140 VB LEERDAM of bei even: 03451 • 6110.

GROTE WINKLER PRINS 80- 25 DELEN 1. Alfabetisch

2. Verwijstableaus 3. lijdbalken 4. lijdgenotenbalken 5. Historioscoop

6. Sleutels 7. Literatuuropgaven 8. Streek- en Stadstableaus 9. Wegwijzers

1 0. Leeswijzers

WO

Vanaf f 49.- p. maand. Vaste prijs. Bijleverbaar een speciale encyclopedieën- kast. Ook overname oude encyclopedie.

BON

voor volledige informatie over D Grote Winkier Prins 80 D Boekenkast D Andere Encyclopedie D Overname (hokje invullen)

Naam: ... . Straat: ... . Plaats: ... ..

Postcode: ... ..

Telefoon: ... : ... .

Sturen zonder postzegel aan 't WATERLANDS BOEK HUIS, antw.no. 432-

1150 VJ Broek in Waterland. VD 041180

Vrijheid en Democratie.

veertiendaagse uitgave van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

Nummer1239 4 november 1980

Hoofdredacteur:

V. Hafkamp Redactie-adres:

Bijenmeent 135 1218 GK Hilversum

Abonnementen- administratie

Algemaan Secretariaat WD Koninginnagracht 57 2514 AE 's-Gravenhage Postrekening 87880 t.n.v. WD Den Haag Adreswijzigingen melden aan Algemeen Secretariaat d.m. toezending gewijzigde adresband

Algemeen Secretariaat

Koninginnegrecht 57 2514 AE Den Haag Tel. 070-614121 Postrekening 6'7880 t.n.v. WD Dan Haag

Abonnementen

voor leden gratis voor nietWO-ladan

I 18.50 per jaar

Advertentie-exploitatie

Bureau Van Vliet b.v.

Postbus 20 2040 AA Zandvoort Tel. 02507 -14745

\

Advertentieprijzen

'/,pagina vanafj 2.010.-

'h

pagina vanaf 1 1 .040.-

'1.

pagina vanaf f 545,-

'/8

pagina vanaf I 295,-

Rubrieken

Speciale prijzen op aanvraag

Druk

Ten Brink Mappal b.v.

Anneke Kortlandt maakte dit fraaie portret van onze nieuwe man in Groningen, Henk Vonboff, die tot 15 december nog burge- meester van Utrecht is, maar daarna

mr.

E. H. Toxopeus op- volgt als Commissaris van de Koningin in deze noordelijke pro- vincie. Op pagina 6 en 7 een interview met Vonboff. Op pagina 9 breekt Rudolf de Korte

een

lans voor de vrije beroepers. Neder- lands ereschuld aan de oud- KNIL'ers, een interview met Even- buis op pagina I 1. Het afscheid van fractiemedewerkster en col- lumniste ~oosje Bins braebt de pennen van al onze kamerleden in beroering, een verslag van Reny Dijkman op pagina 16 en 17. Jobn Vermeuten bezocht bet Najaars- congres van de VVD-vrouwen, pagina 25.

Het eerstvolgende nummer van dit blad verschijnt op 20 november.

I

De kopij voor dit blad moet uiter- lijk 14 november binnen zijn bij de centrale redactie van VriJheid en 1 Democratie, Bijenmeent 135,

1218 GK Hilversum.

2 ---

(3)

..

door Frits Korthals Alles, voorzitter van de VVD

Onze parlementaire democratie

Het meest verontrustend van de akties tot sluiting van kerncentrales is misschien niet eens het risico van escalatie van geweld, maar de ondermijning van de parlementaire democratie. Door uiterst links, in de Staten-Generaal vertegenwoordigd door de PPR en PSP, maar vooral en in alle duidelijkheid in zijn buitenparle- mentaire vorm, wordt de stelling verkondigd dat een op sluiting gerichte blokkade geoorloofd is omdat de volksvertegenwoordiging niet zou beslissen. In allerlei gesprekken, o.a. georganiseerd door het IKON, een niet op steun van leden gebaseerde omroeporganisatie, kan men van deze buitenparlementaire uiterste linkerzijde horen dat in het niet-besluiten tot sluiting door de Staten- Generaal de rechtvaardigheidsgrond voor de 'aktiegroe:

pen zou liggen om sluiting af te dwingen.

De redenering luidt, dat deze groepen nu al jarenlang om sluiting hebben gevraag en dat de volksvertegenwoordi- ging nog steeds in gebreke is tot die sluiting te beslissen, zodat de aktievoerders nu wel gedwongen zijn tot handelen over te gaan. Zij achten het langer in bedrijf blijven van de twee N ededandse kerncentrales immer een bedreiding voor de gezondheid, het milieu en de veiligheid. Bovendien dreigt ons land een politiestaat te worden omdat de overheid de politie inzet om hun akties tot sluiting tegen te houden.

Dat dit een drogredenering is, is zonneklaar. Wie deze redenering door de radio hoort, wacht tevergeefs op de spreker die haar doorprikt. Weliswaar heeft onlangs de heer RoetbofT op voortreffelijke wijze de parlementaire democratie verdedigd en tegen deze aanvallen in bescher- ming genomen, maar omdat ook hij een voorstander is van sluiting, stelde hij niet in alle duidelijkheid dat de volksvertegenwoordiging allerminst in gebreke was. De meerderheid is bet eenvoudigweg niet eens met de stelling dat de twee thans functionerende kerncentrales nu gesloten zouden moeten worden. Daarqm blijven zij open. Ingevolge bewuste beslissing en niet uit laksheid een beslissing te nemen.

Wij erkennen het recht van aktiegroepen die het met deze opvatting van de meerderheid niet eens zijn, te proberen voor hun eigen (minderheids)standpunt alsnog een meerderheid te verwerven. De demonstratie kan daarbij een middel zijn en in beginsel is een dergelijke demonstra- tie ook geoorloofd. Wanneer echter demonstraties en andere geoorloofde middelen tot beïnvloeding van de openbare mening niet leiden tot een herziening van het meerderheidsstandpunt, dan mag de redenering niet zijn dat de aktievoerders nu maar kwaadschiks het doel moeten nastreven dat zij niet goedschiks hebben kunnen verwezenlijken.

Dan immers wordt de bijl aan de wortel van onze parlementaire democratie gelegd. Ook zij die geneigd zijn aan aktie en demonstratie als middel van befuvloeding van de openbare mening de voorkeur te geven boven het meer klassieke middel van de overtuiging door woord en geschrift, zullen meerderheidsbeslissingen moeten eerbie- digen, ook al zijn die niet in overeenstemming met de eigen opvatting. Dat betekend evenmin als vroeger dat

men daarna bij de pakken zou moeten gaan neerzitten.

De pogingen alsnog een

mee~derheid

voor het eigen standpunt te verkrijgen mogen wel degelijk worden voortgezet, maar met middelen die ervan blijk geven dat het parlementair-democratische besluitvormingssysteem wordt aanvaard.

Drogredenering

Wij glijden af wanneer wij, zoals PPR en PSP, voortdurend de onvolkomenheden van het parlementair- democratische systeem accentueren en bet slechts aan-

·vaarden bij gebrek aan beter. Een der gronden van kritiek

is dan dat het systeem te langzaam werkt en dat niet snel genoeg gevolg wordt gegeven aan de impulsen die uit de maatschappij voortkomen. Ook hier is weer sprake van een drogredenering. Men doet het voorkomen alsof zij die tegen kernbewapening en kernenergie zijn zonder meer gelijk hebben en dat het aan de traagheid van de volksvertegenwoordiging zou zijn te wijten dat- ondanks de felle pleidooien van PPR en PSP in de volksvertegen- woordiging - nog steeds niet besloten is tot een andere politiek. Ten onrechte: een meerderheid in de volksverte- genwoordiging heeft besloten, zich van enige maatschap- pelijke weerstand zeer wel bewust, dat wij onze NAVO- verplichtingen in beginsel wel degelijk blijven nakomen en dat in afwachting van de resultaten van de brede maatschappelijke discussie de kerncentrales ook open blijven. Bij volgenqe verkiezingen· zal blijken hoe dan de meerderheden in de volksvertegenwoordiging ten aan- zien van deze en andere vraagstukken komen te liggen.

Het parlementair-democratische systeem is een uniek systeem omdat periodiek - bij de verkiezingen - wordt geregistreerd in hoeverre de kiezers tot andere voorkeu- ren zijn gekomen nadat de politieke partijen hun programma's na herijking van hun standpunten opnieuw hebben vastgesteld. Wie met bezorgdheid ziet hoe nu in Polen door het centrale gezag, na in Moskou de les te zijn gelezen, wordt uitgemaakt in hoeverre de vrijheid nog wordt getolereerd, zal zich wel tienmaal bedenken vordat hij zich laatdunkend over het parlementaire systeem uitlaat en het in feite in de waagschaal stelt. En dan te bedenken dat de akties daar alleen oog maar de erkenning beoogden van een van de meest fundamentele vrijheidsrechten, het recht van vrije vakbeweging. De gedachte aan, ageren tegen kernbewapening of kernener- gie komt in het hoofd van de meest stoutmoedige Pool zelfs niet op.

(4)

VVD-kamerlid Waalkens:

'Landbouw-begroting had slechter gekund'

door Henk Krol

Een compliment voor minister Braks is op zijn plaats over de wijze waarop hij als invaller voor Van der Stee de landbouwportefeuille beheert. Waalkens begon zijn debatsbijdrage dan ook met dat compliment en betrok daarbij ook de cijfermatige begroting van Landbouw en Visserij, die bepaald slechter had kunnen uitvallen.

Gezien 's lands financiën.

De land- en tuinbouw zit in een zeer zorgelijke ontwikkeling, mede ook door de budgettaire problemen in de EG. De uitgaven voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten binnen de perken blijven terwijl de verteerbare inkomens in de agrarische sector, die daarvan zo sterk afhankelijk zijn, bij voortduring onder druk staan. Waalkens vertolkte de toenemende zorg van de fractie hierover. Hij sprak en passant zijn teleurstelling uit over het feit dat de regering de functies van het inkomen van de zelfstandige ondernemers niet heeft kunnen of willen differentiëren met betrekking tot inkomstenbelasting. Zoals bekend is de te grote melkpro- duktie in de EG - die eigenlijk alleen maar leidt tot een boteroverschot -de grootste slokop van de beschikbare EG - fmanciën die nu eenmaal aan een inkomstenplafond gebonden zijn.

Kalfsvlees

W aalkens gaf in het begrotingsdebat zijn visie over de (minst slechte) oplossing van dat probleem, een visie die terug te vinden zal zijn in het komende verkiezingspro- gramma en dat op vele punten gelijkenis vertoont met de opvattingen terzake in het agrarische bedrijfsleven.

Waalkens vroeg voorts de aandacht van de minister voor recente ontwikkelingen, die het vrije handelsverkeer binnen de gemeenschap geweld aandoen zoals bijv. de vermeende aanwezigheid van bepaalde hormonen in het Nederlandse kalfsvlees, dat in grote hoeveelheden geëx- porteerd wordt (werd).

Hij vroeg de minister om de harmonisatie onder zijn a.s.

voorzitterschap van de EG ministerraad sterk te bevor- deren, in het bijzonder op veterinair gebied en voor de normen met betrekking tot de gezondheidszorg. In zijn betoog stond onze afgevaardigde uitvoerig stil bij de

'

(glas)-tuinbouw, vooral bij de prijs van de energie. Voor het onderdeel akkerbouw verzocht hij de minister met klem zich in te spannen voor de boeren om de hen in het vooruitzicht gestelde prijs voor goede granen te bezor- gen. Hieraan mankeert het een en ander vanwege de werkwijze die de EG in het marktbeleid toepast Het komende beleid ten aanzien van onze suiker(bieten}, alsmede de moeilijke situatie van de fruitteelt kwamen in zijn bijdrage bij het debat aan de orde. Hij sprak kritisch over de tot nu toe genomen overheidsmaatregelen die bedoeld zijn om een voldoende fruitareaal in ons land te behouden.

Aardappelen

Waalkens gaf verder alvast een schot voor de boeg inzake eventuele overheidsvoornemens om van de leden leveranciers van fabrieksaardappelen in de veenkoloniën opnieuw financiële bijdragen te vragen voor de instand- houding van het in grote nood verkerende A vebe- concern.

Inzake het overheidsbeleid voor de gewasbeschermings- middelen daagde hij de minister van Landbouw uit om aan te tonen dat dit beleid niet geheel door zijn collega van volksgezondheid en milieuhygiëne wordt bepaald.

Zijn stellige indruk was namelijk dat dit teveel het geval is. Ook hier bepleitte hij EG-harmonisatie-activiteiten onder het aanstaande Nederlandse voorzitterschap in Brussel.

Een op deze materie betrekking hebbende motie had hij in zijn achterzak omdat ons land daarbij nogal dwars ligt.

De relatie landbouw-landschap kreeg tenslotte ruim de aandacht. Waalkens vroeg zich daarbij af

-

en zulks niet voor de eerste keer

-

of hetgeen de overheid zich voorstelt in haar landschapsbeheersbeleid en inzake de aankoop van terreinen voor reservaatvorming niet te ambitieus is.

Noodgedwongen temporisering daarvan door geld- gebrek houdt de

.

(rechts)onzekerheid voor de agrariërs veelal te lang in stand, hetgeen vooral tot uitdrukking komt in het weigeren van Vergunningen, waardoor de bedrijfsontwikkeling in vele gevallen ohmogelijk is. e

Lem Rempt vraagt milieu-actieplan

'

door Henk Krol

Bij de begrotingsbehandeling van milieuhygiëne heeft Len Rempt Halmmans de Jongh gesteld, dat de positie van minister Ginjaar en zijn vooruitstrevend beleid in het kabinet mede afhangt van de steun die hij daarvoor krijgt van de burger als consument, producent en als be- stuurder in de lagere overheden.

/

Hoe staat het nu met die steun?

beschermen. Maar wat men daar nu

.

zelf precies aan moet doen of laten is niet altijd duidelijk, ondanks alle inspanning van consumenten en vrouwen-organisaties die in het algemeen echter alleen de eigen leden bereiken.

Vandaar dat Len Rempt voor deze voorlichting een aktieplan aan de regering heeft gevraagd, hetgeen haar door minister Ginjaar werd toegezegd.

De meeste consumenten zijn zich er wel van bewust dat

er "iets!' gedaan moet worden om het milieu te Over de steun van de ondernemers is de minister niet

4

(5)

door John Vermeulen

Ploeg: 'Minister de Geus heeft

duidelijke beleidslijn op tafel gelegd'

De brief die de kersverse minister van defensie, de Geus, aan de commandanten van de NederlandseKrijgsmacht- delen heeft verzonden, is hem nu niet bepaald in dank afgenomen en heeft nogal wat (rood) stof doen opwaaien.

De brief heeft als onderwerp het personeelsbeleid en kernbewapening en behandelt vervolgens de problema- tiek van de z.g. "atoomspecialisten".

Zoals was te verwachten kwam er van de zijde van de oppositie scherpe kritiek op deze brief. De VVD-fractie heeft zich in grote lijnen achter de inhoud van de brief gesteld. Tijdens het mondeling overleg met minister de Geus zei VVD-woordvoerder Ad Ploeg zowel achter de inhoud als de strekking te staan.

Voor een goed begrip nog even de belangrijkste punten uit het schrijven van de bewindsman:

Er wordt de laatste tijd veel gesproken en geschreven over problemen die sommige militairen hebben met kernwapens en de mogelijke gevolgen van die problemen voor hun functioneren als militair. Ruimte voor discussie over deze toch belangrijke zaak moet er ook binnen de Krijgsmacht zijn, doch dan wel steeds vanuit het besef dat de vervulling van alle militaire taken, die Nederland in NAVO-verband op zich heeft genomen, moeten blijven gewaarborgd. Ons volk en onze bondgenoten moeten op de Nederlandse strijdkrachten kónnen blijven rekenen.

"Welnu", zo zegt Ad Ploeg in een reactie, "Nederland is lid van de NAVO; een vrijwillig aangegaan bondge- nootschap. Regering én parlement onderschrijven dit lidmaatschap. Die alliantie heeft een bepaald takenpak- ket, voortkomend uit een aanvaarde strategie. Daarin hebben kernwapens een rol: narnelijk door afschrikking oorlog voorkomen. Uiteraard, willen wij allemaal deze afhankelijkheid van die kernwapens zo gering mogelijk doen zijn, maar kernwapens zijn in die oorlogvoorko- mende rol nog onmisbaar. Die afschrikking is dan alleen geloofwaardig, als de mogelijkheid van inzet van kernwa- pens

-

in het uiterste geval - niet wordt' uitgesloten".

Volgens Ploeg zouden eenzijdige stappen van Nederland een verstoring te zien geven in de internationale verhoudingen, waarmee de veiligheid niet is gediend. "Ik respecteer de argumenten en de motieven van die

altijd tevreden. De VVD vraagt zich eenter af of de economische ruimte er nog is om momenteel aan alle eisen te voldoen.

Aan de hand van een nota zal de Kamer daar binnenkort verder op ingaan.

De uitvoering van milieuwetten is voor een groot deel in handen van de lagere overheden gelegd. Volgens Len Rempt klagen vele bestuurderen er over dat zij te veel

gewetensbezwaarden. Daar is geen enkel misverstand over, maar ze dienen (en ik zeg dat met nadruk) dan ook de consequenties daarvan te aanvaarden."

Moedige brief

Ook in de brief van minister de Geus staat dat "iedere militair die bezwaren hebben tegen het verrichten van diensten die verband houden met kernwapens en op wie de Vet\plichting tot dienen rust, een beroep kan doen op de Wet Gewetensbezwaarden Militaire Dienst". "Erken- ning als gewetensbezwaarde in de zin van die wet leidt tot ontslag van militaire verplichtingen, terwijl de vrijwillig dienende militair op wie geen verplichting meer rust om

in dienst te blijven, geen beroep behoeft te doen

op die wet omdat voor hem de weg tot ontslag op verzoek open staat".

Ad Ploeg spreekt in dit verband van een "moedige brief waarover nog heel wat discussie gevoerd zal worden".

"Met twee soorten personeel kan een leger niet werken.

Kan ook nauwelijks een rechtvaardig personeelsbeleid worden gevoerd.

In

ieder geval heeft de minister een duidelijke beleidslijn op tafel gelegd".

Hij heeft de bewindsman voorgesteld om wanneer mocht blijken dat het bij dienstplichtigen om een groter aantal gewetensbezwaarden gaat dan thans bekend is, eens te overwegen of zij niet ingedeeld zouden kunnen worden bij een ràrnpenbestrijdingsorganisatie, zoals het l,<orps Mobiele Colonnes, dat geen gevechtstaken heeft, doch bij rampen en crisis ter beschikking gesteld wordt van de minister van Binnenlandse Zaken. "Hiermee zouden twee belangen zijn gediend: geen twee soorten personeel (wel of geen bezwaren tegen nucleaire taken) in de krijgsmacht, terwijl een niet-bewapende militaire organi- satie, het KMC, op sterkte kan worden gebracht met mensen, die wel willen dienen, doch niet

in

een krijgsmacht, die over kernwapens beschikt. Ik ben er dan ook gelukkig mee dat de minister een studie hierover heeft toegezegd".

tegelijk op hun bordje geschoven krijgen, niet alleen op organisatorisch maar ook op fmancieel gebied. Het is onjuist dit

af te doen met "onwil" of "onkunde".

Op verzoek van de VVD zal de minister dan ook een notitie over de gesignaleerde knelpunten maken. Voor het stellen van prioriteiten op rnilieuterrein, achtte hij desgevraagd de tijd nog niet rijp.

(6)

Burgemeester Vanhofvan trecht volgt op 15 december aanstaande mr.

E H. Toxopeus op als Commissaris van de Koningin in Groningen.

Onze medewerkster Nicolette Meijer sprak met hem.

Henk Vonhoff: ·

J

'Ik heb dit ambt niet gezocht'

"Ik heb dit ambt niet gezocht. Maar er zijn situaties dat je geen nee meer kunt zeggen. Mijn vrouw en ik hebben er intensief over gesproken. Daarna neem je een beslissing en daar sta je dan ook volledig achter. Het is zéker niet iets datje lichtvaardig doet." Dat zegt H. J. L.

Vonhoff. Tot 15 december nog eerste burger van Utrecht, daarna commissaris van de koningin in Groningen. Een functie waarin hij partijgenoot mr. E. H. Toxopeus opvolgt

Als VonhotTUtrecht verlaat is hij precies zes jaar en vier maanden burgemeester van de Domstad geweest. Het ambt van burgemeester heeft hij als plezierig en erg inspannend ervaren. Hij haalt tien dikke plakboeken, netjes bijgehouden door zijn kabinet, de weerslag van zijn burgemeesterschap in krantenartikelen. Dergelijke plakboeken, vindt hij, laten samen met de fotoboeken die hij ook nog heeft, zien dat er toch heel wat gebeurt in een gemeente als Utrecht.

En dat vele wat er gebeurt, brengt hem op waarom zijn ambt zo inspannend is: "Het burgemeesterschap, zeker als je dat ook voor de burgerij een beetje toegankelijk wil doen, stelt fysiek zware eisen aan je. Het is zeer afwisselend en er is een grote hoeveelheid problemen aan te pakken. Zo'n stad, zo'n bestuurlijke organisatie verandert door doorstroming van mensen. Er is behoor- lijke voorbereiding van beslissing nodig. Er gebeuren allerlei dingen, zowel in de sfeer van de overheid als in de particuliere. Belangrijke bedrijven hebben zich hier gevestigd, we hebben verliezen geleden in de werkgele- genheid. Er is het niet aflatende probleem van de huisvesting. Dat allemaal is een constante stroom die op je afkomt. Dat is bijzonder boeiend, maar daardoor zeer inspannend. Je valt soms ook van het ene uiterste in het andere."

Troosten

Ter illustratie van dat laatste vertelt hij het verhaal van de trouwdag van zijn oudste dochter. Een vreugdevolle dag, niet in de laatste plaats omdat hij haar zelf in de echt verbond. V ij fenhalf uur nadat hij thuis was

ge~omen

van het feest, wordt hij als bugemeester bij een grote brand geroepen. "En dan sta je een gezin te troosten dat bij die brand een zoontje vedoren heeft."

Op de vraag of hij het gevoel heeft dat hij een aantal zaken afgemaakt achterlaat, antwoordt Vonhoff: ,,Een bestuurlijk proces is altijd een zaak van een aantal mensen en instanties." Waarmee hij maar wil zeggen, dat eigenlijk niefs alleen op zijn conto geschreven kan worden. Vervolgens somt hij een enorme lijst van dingen op die tijdens zijn burgemeestersperiode tot stand zijn gekomen of waarvan op zijn minst de voorbereiding rondkwam.

Daarna zegt hij: "Daarin functioneert de burgemeester mee. Het is niet het werk van de burgemeester alleen. Ik geloof wel dat de afgelopen periode een goede voor Utrecht is geweest. Als je het geluk hebt gehad in zo'n periode burgemeester te zijn, dan kijk je toch met enige voldoening terug." Hij maakt meteen er achteraan enig

voorbehoud: "Het is niet alles botertje tot de boom geweest. Een grote stad heeft geweldige problemen en spanningen, drugs, jongerencultuur, huisvesting. Maar Utrecht heeft een periode van hele duidelijke uitbarstin- gen van creativiteit achter de rug."

Toen Vonhotf in Utrecht kwam, bestond het college uit CDA, PvdA, VVD en D'66. Dat maakte hij slechts een maand mee, omdat door de verkiezingen het nieuwe college in september aantrad: CDA, PvdA, VVD. De laatster paar jaar heeft hij gewerkt met een CDA-PvdA college. Over hoe dat ging vertelt hij: "Ik kan niet anders zegen dan dat het goed is blijven werken. Je moet je goed realiseren dat mijn opvatting van het burgemeesterschap is dat je je politiek binnen je eigen gemeente zo objectief mogelijk moet opstellen. De raad bestuurt de gemeente.

Als burgemeester moet je zorgen dat het beleid dat de raad in totaliteit wenst, gestalte krijgt. Als je dat duidelijk voor ogen staat en je gaat je niet te buiten aan partijpolitiek dan kan dat voorzitterschap van raad en college."

Stelregel

Hij geeft toe dat het natuurlijk ook wel eens moeilijk is.

Niet alleen voor hem, maar ook voor de anderen. Maar dan geldt zijn vaste stelregel: U moet mij niet verwijten dat ik geen socialist ben. Ik hoop dat u me niet hóeft te verwijten dat ik geen liberaal ben.

En als hij straks in Groningen commissaris van de koningin is, zal zijn opstelling ten aanzien van de partijpolitiek niet anders zijn. "Partijganger ben ik in Utrecht niet geweest. Ik heb in Utrecht ook nooit een openbare vergadering van de VVD toegesproken. Ik zal dezelfde gedragslijn die ik binnen Utrecht heb gevolgd, ook binnen Groningen volgen."

Partijgenoot Geertsema, eens burgemeester van Wasse- naar en nu commissaris van de koningin in Gelderland, zegt vaak het contact met de burgerij te missen. Is Vonhoffbang dat hem dat ook overkomt? "Ik denk dat commissaris van de koningin wat afstandelijk is. Tegen- over het gemis aan contacten met de burgerij, staan een aantal andere zaken. Ik denk aan, maar dat is ook afhankelijk van de werkafspraken met het college van gedeputeerden, contacten op regeringsniveau. Die zullen intensiever worden. De club van mensen waarmee je werkt zal kleiner worden. Ik stel me voor dat het overleg met Den Haag, met naburige provincies, het contact met burgemeesters, dat dat allemaal wat bestendiger wordt.

Niet eenvoudig

Hij gaat naar een moeilijke provincie. Denkt hij iets voor

cüe provincie te kunnen doen? "Het is duidelijk geen

eenvoudig karwei. Dat ben ik me heel bewust. fk

onderschat het ook bepaald niet. Toxopeus is een

voortreffelijke commissaris geweest. Alleen daarom al is

het niet eenvoudig hem evenwaardig op te volgen." Dan

verder over de problemen van Groningen: "De Gro-

ningse problematiek is nogal weerbarstig. Maar ik denk

(7)

lienk Vonhoff en zijn vrouw bereiden zich voor op hun Groningse toekomst.

Foto:

Anneke Kortland

wel dat de problemen op te lossen zijn."

Volgens hem kan dat natuurlijk niet allemaal tegelijk en volmaakt, maar hij vindt ook, dat een probleemloze samenleving geen menselijke is. Eén van de op te lossen problemen is dat van de werkgelegenheid. Hij denkt dat die te stimuleren is. "Er is toch een behoorlijk arbeids- en onderwijspotentieel in het noorden. We moeten kijken hoe dat nog wat verstevigd kan worden."

Dat de oplossingen vanzelf komen en dat één man of vrouw ze kan vinden, gelooft VoobofT zeker niet. Hij zegt: "We moeten wegen vinden om mensen met elkaar te laten optrekken. Werkgelegenheid is niet alleen een overheidszaak, maar in belangrijke mate ook van het particulier initiatief. Mijn ervaring is dat er al veel te verbeteren is door het verbeteren van het woon- en werkklimaat. Daar kan de overheid iets aan doen. Dat

7

Geluk gewenst, V ~nhom

Het Hoofdbestuur is zeer verheugd over de benoeming van onze partijgenoot H. J.

L. Vonhoff

tot Commissaris der Koningin in de provincie Groningen. Het wenst hem met deze benoeming van harte geluk en spreekt ook zijn vreugde uit over het feit dat blijkens vele reacties uit de provincie zelf zijn benoeming allerwegen wordt toegejuicht. Het Hoofdbestuur spreekt de ver- wachting uit dat de heer Vonhoff, evenals zijn voorganger, zich met inzet van zijn gehele persoonlijkheid zal geven aan de belangen van

1

Groningen die een uiterst bekwaam pleitbezorger

1

verdienen en in de heer Vonhoff ook verkrijgen.

Frits Korthals Altes.

helpt bedrijven positief te beslissen zich er te vestigen."

Hij gelooft ook dat de andere vorming van het college van gedeputeerden, Toxopeus beeft dat nog helpen bevorderen, een goede stap is geweest. Een die kan helpen uit de problemen te komen. Vonhoff: "Er zal gewerkt moeten worden vanuit een elkaar toch weer op wat normalere manier vinden. Hij vindt dat als ergens de VVD-verkiezingsleus opgeld doet, het in Groningen is en dan zowel als "samenwerken" en als "samen werken"."

ertrouwen

VoobofT voegt eraan toe: "Er zal hard gewerkt moeten worden. Maar men zal het besef moeten hebben, dat men dezelfde kar trekt en zich goed voor ogen moet stellen dat het niet allemaal zo maar een kwestie is van politieke tegenstelling en wantrouwen, maar dat behoorlijk be- stuur altijd een basis heeft van vertrouwen. "Want,"

vindt hij, "democratie is geen georganiseerd wantrou- wen, maar georganiseerd vertrouwen. Alleen dan kan je verder. Als je de vertrouwenssituatie verder weet uit te bouwen, wordt hij ook vertrouwenwekkend. En dat behoort tot de voorwaarde om tot verbetering van economische activiteit te komen."

Tot slot wil hij nog kwijt: "Onze verhouding tot België heb ik weleens gekarakteriseerd als "Nabij en soms toch zo ver". Voor Groningen geldt: Het is veel minder ver dan men in het westen denkt en ook nog minder ver dan men in Groningen gelooft. Dat besef versterken, lijkt me een goed program om de verbetering mee in te zetten."

· ~

---

(8)

Het VVD-Tweede Kamerlid Jan-Dirk B/aauw tqfelde met onze medewerker John Vermeuten na over de behandeling van de defensiebegroting in de Tweede Kamer.

VVD-fractie tevreden over de behandeling defensiebegroting

,,Ja, ik kan zeggen dat ik na beantwoording van de minister tevreden gesteld ben. Er blijven natuurlijk altijd wat wensen over, maar de nieuwe minister van defensie heeft bij zijn beantwoording onze vragen in ieder geval betrokken en

.

toezeggingen gedaan."

Aan het woord is Jan-Dirk-Blaauw. Het is ongeveer een uur nadat de begrotingsbehandeling van defensie is afgerond en wij daar tijdens een voortreffelijke Haagse maaltijd, nog even over napraten.

"Op mijn vele vragen over het centrale apparaat heeft de minister toegezegd dat bij een notitie zal toezenden aan dé' Kamer, waarin hij uiteenzet waar nu al die stukken extra personeel en diensten vandaan komen die naar het centrale apparaat worden toegestuurd. Dit is een zeer wezenlijke notitie omdat je daarmee mogelijkerwijs de structuren van dat centrale apparaat eindelijk eens een klein beetje kan doorgronden. Ook kunnen we dan bekijken in hoeverre er 'verdubbelingen' optreden ten opzichte van diensten die nog steeds bij de diverse krijgsmachtonderdelen blijven bestaan.'' Het is volgens Blaauw van groot belang dat de VVD evenals vorig jaar aandacht heeft gevraagd voor de NAVO- taken op het land. Niet zozeer omdat bij het niet eens zou zijn met de voorwaartse verdediging, dan wel dat het Nederlandse grondgebied in feite "bedreigd gebied" is geworden en er rechtstreeks aanvallen op kunnen worden uitgevoerd.

Toch beeft het antwoord van de minister hem niet helemaal tevreden gesteld. "Och, ik wil niet overdrijven.

Natuurlijk had het allemaal wat duidelijker gekund, maar ik geloof dat het iets is wat langzaam moet groeien. Als je in de memorie van toelichting en in de beantwoording van de schriftelijke vragen leest, dat wij bij de vervanging van de luchtverdedigingslange afstandsraketten, de NIKE, ook patriot-raketten in Nederland willen gaan neerzetten, vraag ik mij af of je dat nu als nationale defensie of als een NAVO-bijdrage moet gaan zien.

Welnu, daar is nog geen goed antwoord op gekomen".

Leeuwarden

Blaauw heeft het ook als uitermate bevredigend ervaren dat de staatssecretaris heel positief was in zijn benadering over de VVD-gedachtengang van het vliegveld Leeuwar- den. De toezegging is nu dat op zeer korte termijn de alternatieve plannen voor een andere startbaan zullen worden uitgewerkt, waarbij ook het nationale luchtvaart- en ruimtevaartlaboratorium zal worden betrokken. Tot- dat de hele zaak is uitgedokterd, zal defensie niets doen om ergens maar ook één woning af te breken. De situatie van een aantal dorpen en haar inWon.ers, rond de vliegbasis Leeuwarden, dreigde zo langzamerhand on- mogelijk te worden. Niet zozeer vanwege de aanwezige geluidshinder, dan wel door de dreigende afbraak van een groot deel van deze dorpen clie deels binnen de 65-kosten eenheden liggen. Weliswaar is dankzij de VVD-fractie een amendement in de luchtvaartwet vastgelegd, dat geen zittende bewoners kunnen worden gedwongen te verhui- zen, maar wanneer er echter een woning binnen die zone vrij komt, mag de bewoning niet worden voortgezet en

wordt de betreffende woning afgebroken, hetgeen bete- kent dat clie dorpen ,.binnen zeer afzienbare tijd zullen ontvolken. In de dorpen Marsurn en Jelsum gaat nu geen huis tegen de grond, voordat het vliegveldbestem- mingsplan, dat een onderdeel is van het militair oefenter- rein, aan de Kamer wordt aangeboden.

De hele procedure moet eerst zijn afgewerkt. Ik vind dit echt een zeer belangrijk winstpunt, waardoor, zij het voorlopig, heel wat onrust bij de plaatselijke bevolking is weggenomen."

Toch wijst Blaauw erop dat, zolang die procedure gaande is, er sprake is van waardevermindering in bet vrije economische verk. eer van die huizen. "Maar dat kun je ook nog niet eens tegenhouden. Tenslotte kun je niet allés willen", zo voegt bij eraan toe.

Met betrekking tot de

nabij-luch~verdedîging

van de schepen van de Koninklijke Marine, heeft het VVD- kamerlid gesignaleerd dat thans daaraan hoogste priori- teit wordt gegeven. "De enige beperking die een venToegde invoering geeft, is in feite de techniek. Daar zal men eerst goed mee uit de voeten moeten zien te komen, voordat je clie dingen aan boord van schepen kunt plaatsen".

Structureel

Over de bezuinigingen van rond de 1 79 miljoen was er sprake van enige verwarring. Wel werd duidelijk dat de drie procent groeiberekening nu geschiedt vanuit een verlaagd niveau. "Met andere woorden, die f 179

miljoen is nu structureel geworden".

Voor wat betreft het personeelsgedeelte voerde Wim Keja namens de fractie het woord. Hij wees erop dat wij onder de huidige slechte economische omstandigheden,

"waarbij de nationale schuld groter is dan de defensie- post op de begroting, je er niet omheen kunt dal er ook iets gedaan moet worden aan de wedde. Die heeft haar koppeling immers naar het jeugdloon, zodat in het geval dat het minimumjeugdloon omlaag gaat, de wedde eveneens zal moeten volgen. Wel blijft het als een paal boven water staan, dat het doel van de. VVD-fractie is:

beloning naar prestatie en dat, als een dienstplichtige hetzelfde werk doet als een werknemer in het be- drijfsleven, hij daarnaar betaald moet worden.

Ook interessant is dat de bewindsman heeft toegezegd dat het personeel van marinescbepen, clie langer dan een maand gaan varen, geen inhouding van huisvesting en voeding meer zullen behoeven te betalen. Hetzelfde geldt in clit verband voor militair personeel dat deelneemt aan oefeningen clie langer dan een maand duren. Vooral voor het varende personeel was dit altijd bijzonder frustre- rend. Ook dit beschouwen de woordvoerders van de fractie als een winstpunt, zodat over het algemeen met tevredenheid naar deze begrotingsbehandeling kan wor- den omgezien, ook al blijven er wat onvervulde

wensen ...

-

e

(9)

door Rudo(f de Korte lid van de VVDfractie

in de TWeedeKamer

Het inkomen van de vrije beroepers

De sombere economische toestand dwingt tot matiging voor alle inkomensgroepen en beroepsgroepen. Daarbij vinden ook wij, liberalen, dat de sterkste schouders de zwaarste offers· moeten brengen. Het moet

overig~ns

gezegd worden, dat dit schouderverhaal zo vaak gehan- teerd dreigt te worden, dat veel van die sterke schouders al dik onder het eelt zitten.

Hoe kun je in dit verband de vrije beroepers mee laten matigen? Dat gebeurt via de aanpassingen van de tarieven van de vrije beroepers. Daarvoor is onder het vorige kabinet de weg gekozen van het per vrije beroepsgroep vaststellen van een zgn. norminkomen.

Laat ik beginnen met te zeggen, dat als liberaal ik onmiddellijk kriebels voel opkomen bij het opschrijven van dat woord. Er kleeft het etiket aan van: zoveel mag je verdienen, dat vindt de overheid je norm en meer mag niet.

Minister Albeda heeft in een brief aan de Kamer laten weten welke uitgangspunten hij wil gaan hanteren om vanaf 1981 tot meer definitieve norminkomens te komen.

Bij het prijs- en inkomensbeleid wordt tot dusverre het norminkomen bepaald door vergelijking van· de vrije beroeper met een min of meer gelijkwaardig geachte functie bij de overheid. Het daarbij passende ambtelijke it;!komen wordt vervolgens "aangekleed" met een opslag van 20 pct. voor sociale lasten, 25 pct. vooi pensioenpre- mie en 5 pct. indien er sprake is van "beroepsrisico's".

In totaal wordt het ambtelijke inkomen dus "aangekleed"

met 50 pct. In afwijking van vorige jaren heeft het Kabinet dit jaar bepaald dat deze 50 pct. voor alle beroepsgroepen van kracht zal zijn. In het verleden kregen sommige vrije beroepsgroepen een hoger percen- tage toegewezen op grond van de door hen gegeven argumenten zoals hogere werkbelasting, hogere pensi- oenonkosten e.d. Deze gelijktrekking naar beneden heeft nogal wat ongenoegen teweeggebracht.

.:i!el gevaar

De systematiek van het werken met norminkomens roept duidelijke vragen op. Zit in deze aanpak niet het levensgrote gevaar dat alles aan de ambtelijke normen dreigt te worden opgehangen? Gaan we zo niet regelrecht naar een nationaal functieclassificatie- en salarissysteem met de ambtelijke wereld als voorbeeld? Mijns inziens is dit een reëel gevaar. In ieder gevallijkt mij de overheid hard op weg om primaire mkomensvorming sterk te beïnvloeden.

Tot dusverre stonden wij als liberalen steeds op het standpunt dat - met uitzondering van de minimuminko- mens - de overheid daar had af te blijven. Wilde de overheid toch wat doen dan was daarvoor de secundaire weg (die van belastingheffmg) de aangewezene. Maar inmiddels zijn wij Nederlanders volleerde afwentelaars geworden van premie- en belastingverhogingen en is dit instrument volledig bot geworen.

Moet de overheid dan maar in de primaire inkomens gaan grasduinen? Mij dunkt van niet. Bovendien helpt

dat geen zier. Bij de gegeven starre verhoudingen op de arbeidsmarkt versterkt dat de groei van zgn. incidentele loon (dwz. prestatietoeslagen, periodieken e.d.) en het zwarte geldcircuit

Het marktmechanisme in de inkomenssfeer laat zich nu eenmaal niet dwingen. Doen we dat toch dan lokt dat alleen maar overtreding uit. Daarom zijn wij ook stellig tegen het vaststellen van maximum inkomens.

Pri kei minder

Is het verder wel wenselijk een vergelijking van de vrije beroeper met de ambtenaar voor alle elementen van de rechtspositie door te voeren? Vertonen als gevolg van natuurlijke verschillen binnen zelfs één en dezelfde beroepsgroep de inkomens niet een te grote spreiding om ze maar eenvoudigweg in één norm te persen?

Ik vrees dat dit allemaal verstarrend gaat werken en de prikkel tot inspanning en creatief gedrag zodanig vermindert dat uiteindelijk iedereen in de samenleving slechter af is. De woorden van oud-minister Witteveen op de laatste Partijraad in Amersfoort hielden een wijze waarschuwing in.

lk verwijs verder naar het rapport van de Teldersstich- ting "een liberale visie op de verdeling van inkomen en vermogen". Daarin wordt gekozen voor het rechtvaardi- gingsprincipe van de filosoof Rawle voor inkomensver- schillen: ze moeten het grootste verwachte voordeel voor de minst bevoordeelde leden van de gemeenschap opleveren.

Inkomensverschillen als gevolg van inspanning zijn onder alle omstandigheden gerechtvaardigd. Inkomens- verschillen als gevolg van natuurlijke talenten en de bereidheid tot het aanvaarden van risico zijn dat ook onder de voorwaarde dat de minstbetaalden daar beter van worden. Alleen inkomensverschillen als gevolg van monopolistische praktijken zijn nimmer te rechtvaardi- gen .

Zeker in het beleid van Albeda zit te weinig erkenning voor de werking van de markt bij het. oplossen van schaarsteverschijnselen. De hoge inkomens in een aantal medische specialismen (longartsen, radiologen. hartchi- rurgen, waarvan er te weinig zijn) daarop mede terug te voeren.

ln

het nu uitgestippelde, geforceerd aandoende beleid wordt daar m.i. onvoldoende mee gerekend. Dat is in ons aller nadeel.

Minder geforceerd

Het Kabinet heeft zich terecht ingespannen om over de gehele loon- en salarislinie in 1980 extra matiging te verkrijgen. De middeninkomens en de hogere inkomens zitten daardoor op een reële minlijn. Via de koppeling van de norminkomens van de vrije beroepers met de ambtelijke schalen geldt dit dus ook voor hen. Daarenbo- ven voert de Regering een sterk afbouwbeleid met

Ven'Olg op pagina I 3

(10)

Zo'n twee maande1 geleden behandelde de Tweede Kamer de Wet ,,NaJionale ombudsman".

Woordvoerder voor de VVDfractie was drs. E

Nijpe/s. Dooree samenloop van omstandighetkn waren wij niet in staat in V & D daa

tijdig op in te springe doch het onderwerp is dermate belangrijk dat wij er nog op terug komen John Vermeulen zet alle nog eens op een rijtje.

De moeizame· geboorte van de 'Wet

Nationale Ombudsman'

Voor Nijpels is het een merkwaardige gang van zaken dat pas negen jaar nadat de Tweede Kamer unaniem de motie-Rietkerk had aangenomen, er nu pas zicht komt op de introductie van de ombudsman in ons land.

Weliswaar wordt voor die vertraging in de Memorie van Antwoord

als

voornaamste reden aangegeven dat het gaat om een buitengewoon ingewikkelde materie, maar twee jaar en acht maanden wachten op een Memorie van Antwoord is volgens Nijpels toch wel wat al te lang voor een wetsontwerp waarvan regering en parlement bij

tal

van gelegenheden het "grote belang hebben benadrukt".

"Hoewel", zo voegt hij eraan toe, "die twee jaar en acht

m~anden

zijn overigens nog niets in verhouding tot die vijf jaar die het kabinet Den Uyl nodig heeft gehad om aan de motie Rietkerk uitvoering te geven".

In St tsblad

Ed Nijpels toont zich verheugd dat zijn amendementen over de benoeming van de ombudsman door de Tweede Kamer i.p.v. door de regering, in tweede termijn door de minister zijn overgenomen, hetgeen ook het geval is met zijn voorstellen t.a.v. de uitbreiding van de kring van degenen die klachten mogen deponeren. Bovendien zijn er ook amendementen van VVD en PvdA ten aanzien van het ombudswerk voor de lagere overheden, door de Tweede Kamer aangenomen. Nijpels wijst er in dit verband op dat bij de grÓndwetsbehandeling een amen- dement van hem is aangenomen, dat de benoeming van de ombudsman door de Kamer, grondwettelijk vastlegt.

,,Eindelijk", zo verzucht hij, "kan de ombudsman,, waarvoor wij nota bene vanaf 1972 in onze verkiezings- programma's hebben gepleit, op 1 januari 1982 starten, waarmee de positie van de burger t.o.v. de overheid weer eens is versterkt. Het debat kan voor wat de VVD-fractie betreft, gerust een succes worden genoemd, omdat alle door ons ingebrachte ideeën nu in de wet Nationale ombudsman vastliggen. Als alles goed gaat en de Eerste Kamer werkt ook mee, kan de wet nog dit jaar in het staatsblad prijken".

Wanneer is die behoefte aan een "ombudsman" nu eigenlijk ontstaan?

,,Daarvoor moet ik even terug naar 1945. Wie zich in de geschiedenis van de ombudsman verdiept, valt het onmiddellijk op, dat er eigenlijk al vanaf 1945 in ons land is gepraat over klachtenmogelijkheden voor burgers over overheidsoptreden. Het bleef echter bij "gepraat" want vrijwel alle geopperde ideeën verdwenen in de ijskast of in de stoffige laden van de ministeriële bureaus. Het was een van de voorgangers van minister Wiegel, namelijk Toxopeus, die uiteindelijk de stoot in de juiste richting heeft gegeven door in de jaren zestig het interdeparte- mentaal ambtelijk overleg op gang te brengen over de rapporten van de commissies Langemeijee en Belifante.

Het kabinet De Jong presenteerde in '68 een nota over het ombudsmanvraagstuk en de besluitvorming over de nota resulteerde tenslotte in de motie-Rietkerk, waarin de grondslag werd gelegd voor de ombudsman, zoals die waarschijnlijk in '82 gaat functioneren."

"'

Waarom wordt de instelling van een ombudsman

·

noodzakelijk geacht? Er zijn tegenwoordig toch tal van inspraakprocedures?

,,Die vraag wordt nogal eens gesteld ja. Ook wordt er nogal eens gezegd dat de wet-Arob een ombudsman minder noodzakelijk maakt. Ik bestrijd dat stellig. Ik geloof dat uit een dergelijke opmerking gebrek aan inzicht in het wezenskenmerk van de ombudsman blijkt.

Die wet-Arob geeft op het hoogste niveau, met name op de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, de mogelijkheid van een rechtmatigheidstoetsing van de beschikking van een orgaan aan de in de wet opgesomde normen. Natuurlijk, het kan best voorkomen dat be- paalde zaken die aan de Arob-rechter zijn voorgelegd, naderhand eveneens bij de ombudsman terechtkomen; ik geloof zelfs dat wij erop kunnen rekenen, dat deze situatie zich vrij vaak zal gaan voordoen. Toch zal de beoorde- ling door de ombudsman een heel ander karakter dragen, temeer omdat (ik wees daar in de Kamer ook op) art.

27 van de wet op de ombudsman verplicht bij zijn onderzoek de rechtsgronden van het administratief- rechterlijk onderdeel in acht te nemen. Maar het is waar, de verhouding wet-Arob en de toekomstige ombudsman zal nog voor

tal van zeer interessante taferelen kunnen

zorgen. Persoonlijk ben ik daar niet zo benauwd voor."

Is het niet zo dat de Wet Openbaarheid van Bestuur, de behoefte aan een ombudsman zal doen afnemen?

,,Kan zijn. Het kan heel wel voorkomen dat door die wet Openbaarheid van Bestuur, het doen en laten van de overheid eerder aan het licht komt en via andere wegen wordt gecorrigeerd dan de komende wet op de ombuds- man. Als dat het geval is, zullen er wellicht wat minder klachten zijn, doch niettemin zullen er toch nog steeds genoeg klachten overblijven, die de instelling van de ombudsman rechtvaardigen".

Kun je nu zeggen dat er voor de burger een stuk ,.rechtsbescherming" bij is gekomen?

,,Formeel niet misschien, maar materieel durf ik wel te stellen dat dit inderdaad het geval is. In de Kamer wees ik erop dat zowel professor Crinee Ie Roy in zijn openbare les in 1969 als professor Steenberg in tal van publikaties reeds constateerde, dat, de enorme groei van het ambtenarenapparaat in aanmerking nemend, de term

"vierde macht" razendsnel is ingeburgerd. Aan de harde waarheid van stellingname wordt vandaag door weinigen meer getwijfeld. Want, het is toch ook zo, dat burgers vandaag op allerlei fronten in de knel raken in de raderen van de ambtelijke bureaucratie? Het is niet voor niets dat allerwege is gezocht naar middelen om de burger uit de knellende omhelzing van het overheidsapparaat te bevrij- den, hetgeen dan ook heeft geleid tot de Wet Openbaar- heid van Bestuur. De ombudsman kan in de visie van onze fractie worden beschouwd als het dak voor het bouwwerk van de rechtsbescherming van de Neder- landse burger. In vrijwel alle democratisch geregeerde landen is deze ontwikkeling op gang gekomen en de

N~erlandse

ombudsman (ik stel dat met genoegen vast) zal uiteindelijk een vorm gaan krijgen die veel op de

Deense ombudsman lijkt. e

(11)

De zaak Val! de KNIL- militairen zit Alberz Jan Evenhuis nog steeds erg hoog. Het gaat hier namelijk, zegt hij, om een groep mensen die zich emslig in hun rechtsgevoel voelden aangetast en diep teleurgesteld waren in de Nederlandse regering.

John Vermeuten sprak met Evenhuis

Albert-J an Evenhuis en de 'Ereschuld' aan de ex- KNIL-militairen

"Ik zeg niet dat met het toekennen van de f 7500,- (belastingvrij) nu al het leed is geleden, maar het is in ieder geval een erkenning van hen, die in Nederlands- Indië in Japanse krijgsgevangenschap hebben gezeten om duurzaam deelgenoot te worden van onze samenle- ving in Nederland. Eigenlijk zou voor

d~e

verzetsmensen in Ned.-Indië een regeling tot stand, moeten komen langs de weg, die hiervoor openstaat, namelijk via CRM.

Tijdens het debat dat we in juni in de Kamer over deze kwestie hadden, heb ik de waardering uitgesproken voor de aktiviteiten van de collega's De Vries en Keja, die dit debat met hun brief van vorig jaar hadden voorbereid, waarbij ik ook wees op de volharding van de collega's Keja, Ploeg en Spinks, die in overleg met ir. Vrijburg reeds jarenlang hebben getracht deze zaak aanhangig te maken", zegt Evenhuis.

Waarom moest het tot 1980 duren, voordat deze kwestie in een plenaire vergadering van de Tweede Kamer aan de orde kwam?

"Vanuit de VVD-fractie heeft men er altijd op aan gedrongen dat de zaak van de niet genoten inkomsten tijdens de gevangenschap in Japanse kampen de wereld uit moest. Niet zozeer vanwege de niet-genoten inkom- sten zelf, maar ook vanwege de noodzaak tot erkenning door de Nederlandse samenleving en van het onnoeme- lijke leed dat in de kampen in Oost-Azië door de geïnterneerden is geleden. Het schrijnende en pijnlijke feit was, dat ambtenaren noch militairen hun aanspraken op niet-genoten salaris tijdens hun internering geldend, dan wel hard konden maken tegenover de Nederlands- Indische Regering en later ook niet tegenover de Nederlandse regering. Hiertegenover stond het besef Nederlands onderdaan te zijn en uiterst loyaal te zijn tegenover land, volk en regering. Toch wil ik hierbij aantekenen dat de Nederlands-Indische Regering een eigen rechtspersoonlijkheid bezat en dat deze ook een volstrekt

ei~en

verantwoordelijkheid had voor de goede gang van zaken. Ik zal dit nu niet uitputtend gaan bespreken, maar verwijs hiervoor graag naar de hande- lingen. Ik volsta met de opmerking dat met de overdracht van de soevereiniteit aan de RIS (Republiek Indonesia Sirikat) de rechten en plichten overgingen op die Indonesische regering, waarmee deze de rechtsopvolger van de Nederlands-Indische Regering was geworden.

Hiermee is de continuïteit in staatsrechtelijk opzicht aangegeven, ofschoon (en dat is de kern van de zaak) van die continuïteit later niet veel terechtkwam. In de revolutionaire omstandigheden in het Indonesië van toen werd in augustus 1950 de republiek Indonesia uitgeroe- pen, hetgeen in de praktijk meer discontinuïteit dan continuïteit betekende. Wat blijft er dan in een dergelijke situatie van het "rechtsopvolgerschap" over? Na de oorlog besloot de toenmalige luitenant-generaal niet tot

"backpay" over te gaan, doch tot een rehabilitatie- uitkering. Uitgangspunt hierbij was dat "allen in hun land een kans moesten krijgen zich enigszins van de geleden oorlogsschade te herstellen en dat men zich niet moest beperken tot een bepaalde groep, omdat ook burgers en

niet-overheidsdienaren na de oorlog berooid waren.

Hoewel hiervoor begrip kan worden opgebracht (Ned.- Indië was in de oorlog immers zeer verarmd), moet ook begrip kunnen worden opgebracht voor hen die nog recht hadden op salaris maar dit niet kregen (KNIL-militai- ren/ambtenaren), terwijl personeel van de Koninklijke Marine in Japanse krijgsgevangenschap, militairen in Duitse gevangenschap,

,

alsmede Zuid-Afrika-vrijwilli- gers, die bij de KNIL waren gedetacheerd, dit wel kregen, waarmee een gevoel van onrecht te zijn aangedaan werd versterkt."

Kon men toen aanspraak maken op "backpay" door de Nederlandse regering?

Tekort geschoten?

"Nee, juridisch kon door de betrokkenen daar geen aanspraak op worden gemaakt, ook niet op grond van de Ronde Tafel-conferentie en de soevereiniteits- overdracht aan de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië. Deze was rechtsopvolger en achtte zich ook gebonden de slot-rehabilitatie op zich te nemen, waarbij het de bedoeling was dat deze rehabilitatie- verordening in de plaats te laten treden van de salarisaan- spraken. Na 1950 is daar echter niets meer van terechtgekomen, vanwege de uitroeping van de Re- publiek Indonesia, welke laatste zich daaraan niet (meer) gebonden achtte. Je kunt je achteraf afvragen of de Nederlandse regering meer had moeten halen uit het vredesverdrag met Japan en oorlogsschadevergoedingen, terzake en bij de Nederlands-Indonesische overeenkomst van 1966? Misschien wel. Maar, als oorlogsschade tegenover Japan, had Nederland indertijd in feite een cjaim op tafel liggen van ruim 4 miljard gulden, en in 1966 tegenover Indonesië opnieuw vier miljard gulden voor de door Indonesië gepleegde nationalisaties. Beide claims werden niet gehonoreerd. Kun je achteraf zeggen dat de Nederlandse

same~eving

te weinig heeft gedaan of tekort is geschoten?

"Waarschijnlijk tekort geschoten, zou ik zeggen. Ik zeg er onmiddellijk bij dat het nu ook weer niet zo is dat de achtereenvolgende Nederlandse regeringen niets hebben gedaan. Tenslotte is Nederland toen de slotrehabilitatie in Indonesië in het water viel, een rehabilitatieregeling gaan opzetten. Bovendien zijn er vele repatriëringsmidde- len ter beschikking gesteld. Als ik zeg dat we tekort zijn geschoten, teken ik erbij aan dat wij te maken hadden met de eigen verschrikkingen van de oorlog. Wij waren in

'45,

ofschoon niet zo ontwricht en ontmanteld als Nederlands-Indië, zeer verarmd. De wederopbouw kostte veel geld en inspanning en had alle aandacht. Indië was een ver land. We zijn er ons na de oorlog te weinig van bewust geweest van de omstandigheden in en na de oorlog in Nederlands-Indië. We hebben vele documentai- res op de buis gehad over W.O. IJ, doch nauwelijks over de gevolgen van deze oorlog in Nederlands-Indië.

Hetzelfde geldt voor de herdenkings- en bevrijdingsda- gen. Het is tegen deze achtergrond dat velen na hun

Ven'Olg op pagi110 23

(12)

,J[el Andere Noorden" was et thema 1•an een congres 1

Ma rum op zalerdag 18 oktober jl. Het vierde congres op een rij in dê ,.Kruisweg" gehouden kon zich verheugen op een eweldige opkomst (plm. 500 deelnemers). De congresgangers hebbe"

inleidingen aangehoord van mr. E. H. Toxope~.

Commissaris van de Koningin in Groningen, minister Ginjaar en staatssecretaris Koning, onderbroken door een aalzijd snert met spek. Een verslag van Leen Ruben.

Het Noorden geen Spitsbergen, maar

gebied met eigen problematiek

Voorzitter Bijkersma moest in zijn openingswoord een aanvankelijke inleider verontschuldigen: minister Hans Wiegel moest wegens dringende zaken

(Dode~aard)

elders zijn, staatssecretaris Koning kwam als zijn vervanger.

Evenals mr. Toxopeus constateerde minister Ginjaar dat er niet één "ander Noorden" is, maar dat het gebied zich kenmerkt door verschil in karakteristieke gebieden. Het Noorden heeft een natuurlijke rijkdom welke je dient te beschermen evenwel niet onder belemmering van de ontplooüng van het gebied. Hiervoor is een typisch liberaal beleid nodig namelijk een scheppend natuur- en miJieubeleid.

Als uitgangspunt geldt dat de kwaliteit van het milieu de kwaliteit van het leven is en tevens voorwaarde voor ontplooüng. Derhalve kan de samenleving niet meer zonder milieubeleid. Denk daarbij maar eens aan het grondstoffen probleem. Decentralisatie van de besluitvor- ming is een kenmerkend liberaal streven.

De centrale overheid geeft richtlijnen, de lagere overhe- den zijn verantwoordelijk. Hierbij dient het nationaal beleid niet te worden doorkruist en moet bet milieubeleid worden afgestemd op andere regio's. Het Noorden .beeft in dit verband regelrnatig steun gekregen in de vorm van uitkeringen. Voorbeeld zijn de milieuvriendelijke projec- ten van de Landelijke Vereniging tot behoud van de Waddenzee. De liberalen dienen dit serieus te benaderen.

Want de functie van de Waddenvereniging is eigenlijk die van de bank vroeger, nl. het verstrekken van risicodra- gend kapitaal.

Het milieu is het huis van de samenleving, je kunt bet bederven, je kunt het onbewoonbaar verklaren, maar een ander buis hebben we niet. Daarom riep hij in bet Fries op ,,Elke dei - Hirnmeldei".

In de discussie bleek dat Ginjaar het aardappelmeelcon- cern AVEBE wil steunen en dat er bovendien acht onderzoekprojecten bij het concern zijn gestart.

Na de snert was het de beurt aan de

-nog-net-als

Commissaris van de Koningin in functie zijnde mr.

Toxopeus. Toxopeus schilderde het beeld van het Noorden dat veel westerlingen hebben als dat van bet barre Spitsbergen. Toch zijn er veel voorzieningen in het Noorden. De hoge

werk~,:loosheid

echter is een gevolg van het ontbreken van veel hoog-gekwalificeerde banen.

In het kader van het regionale beleid zijn er een aantal instrumenten ontwikkelt zoals b.v. WIR, ISP, NOM, Sectorbeleid, enz.

Verschillende bedrijven hebben daarom maar een subsi- dioloog aangesteld. Van infrastructureel belang was de aanleg van de Eemshaven. Van evenzo groot belang is dan ook nu de LNG-terminal maar snel te bouwen voordat Duitsland of België met de terminal gaat strijken.

Een wens van mr. Toxopeus was bet instrumentarium meer regionaal te differentiëren. Je loopt stuk op teveel departementen met ieder zijn eigen normen.

Als toekomstverwachting zag mr. Toxopeus door een grotere mobiliteit van de mens een grotere bloei. Een betere bekendheid met het leefmiJieu in het ganse

Noorden. ·Het inkomen per hoofd van de bevolking zal beter worden, alleen het duurt zo lang. De politieke situatie in Groningen is dan wel niet zo rooskleurig maar de toekomst heeft perspectief.

0 eigen krac

De heer Koning vindt nadrukkelijk dat het Noorden zijn achterstand op eigen kracht moet inlopen. Onder dit kabinet is het beleid aanzienlijk verruimd, maar de overheid kan ook niet

alles~

Als uitgangspunt moet steeds gelden, bet zwakke te versterken. Wat Oost-Groningen betreft is er voortdurend overleg geweest tussen kabinet en provincies. Dit heeft geleid tot beleidsintensiverinw

f 255 miljoen extra uit de aardgasbaten voor 1981-1985 (w.o. invulling spreidingsdiensten, uitbouw universitaire vestiging Leeuwarden, en nog veel meer).

Ook ten aanzien van het arbeidsmarktbeleid zijn er o.a.

extra arbeidsmaatregelen getroffen voor jeugdigen. Het Noorden krijgt door deze en andere plannen' naar verwachting 15

%

van het aandeel plannen als belofte van het kabinet om tijdelijke in structurele arbeidsplaat- sen om te zetten.

Als overeenkomst tussen Regering en Be- stuurscommissie Noorden des Lands is voor bet Noor-

1

den van belang (na 1985 pas gereed) o.a. ombouw tot autosnelweg Meppel-Heerenveen, uitbouw tot autosnel- weg Groningen-Nieuwe-Schans grens, modernisering van spoorlijnen, noordelijke beslissing m.b.t. buurt- en belbussen (juist in het Noorden). Ook algemene maatre- gelen die het kabinet heeft getroffen zijn van positieve betekenis voor het bedrijfsleven, industrie, midden- en kleinbedrijf en agrarisch bedrijfsleven.

Met volle tevredenheid kan de organisatie op deze dag terug zien. Een vlekkeloze organisatie, een sfeervolle accommodatie, kortom een Noorden wat zijn ware gezicht heeft getoond, Marum, het was weer goed!

Van CDA naar VVD

De afdeling Sexbierum van

,de VVD noteerde dezer

dagen met trots het vierentwintigste lid. Het is mevrouw W. W. Veenhof, burgemeester van die plaats. Mevrouw Veenhof neemt met deze stap afscheid van het CDA en haar ARP-achtergrond. In een volgelid nummer zal onze correspondente Roos Baljé baar over deze ommezwaai aan het woord laten.

(13)

door Flort1s Wijsenbeek

Vel1'olg 1•an pagma 9

De Europese landbouwpolitiek .

ter discussie

In geen ander hoofdstuk van ons nieuwe verkiezingspro- gramma "aan 't werk" wordt het woord "Europa" zoveel genoemd als bij land- en tuinbouw, want het beleid in die sector wordt niet in Den Haag maar in Brussel gemaakt.

De uitgangspunten van het Europees Landbouwbeleid zijn voor een groot deel verwezenlijkt: In art. 39 van het Verdrag van Rome staan genoemd: toename van de produktie, grotere gelijkheid van inkomens, stabiliteit van de markt, het veilig stellen van de voorziening en redelijke prijzen. Toch is de landbouwpolitiek onderhevig aan kritiek van buiten en een groeiende interne spanning.

Het gemiddelde inkomen in de landbouw is achtergeble- ven bij andere sectoren, er zijn aanzienlijke overschotten, met name in de zuivelsector en de financiering, die absoluut gezien niet hoog is, maar toch 76% van de totale EG-begroting in beslag neemt begint spaak te lopen. Juist om de principes in stand te kunnen houden zal er iets gedaan moeten worden en zullen de oplossin- gen eerder uit het E1.1ropees Parlement en de politieke partijen met een breed draagvlak, dan uit de Raad van Ministers, waar men op het vetorecht een beroep kan doen. Een ruime aanvaardbaarheid is destemeer noodza- kelijk, omdat de tijd voorbij is dat er radicale maatregelen genomen konden worden, die een massale uittocht van de landbouw naar de industrie veroorzaakten.

In het kader van de begrotingsbehandeling 1981, waarbij de landbouwfmanciering aan de orde komt, heeft de Federatie van Europese Liberaal-Democraten gemeend

· de Liberale fractie in het Europees Parlement bij de

besluitvorming behulpzaam te moeten zijn en een aantal elementen voor mogelijke verbetering van de situatie te moeten aandragen. Hiertoe is op de bestuursvergadering in september een document met een aantal opties opgesteld door mijn Franse collega Dominique Cattet.

Aan de landbouwcommissies van onze lidpartijen is

betrekking tot zgn. positieve restposten van de vrije beroepers.

Dat is het positieve verschil tussen hun "aangeklede"

norminkomen en het werkelijk verdiende inkomen: Per brief heeft de Regering aangekondigd dat die positieve verschillen eind 1981 weggewerkt moeten zijn. Daarbij was iedere bodem in de inkomensteruggang geschrapt.

Dat vonden wij als VVD-fractie te geforceerd. Dat zou in sommige gevallen tot onbehoorlijk bestuur leiden. Ook bij hoge inkomens kunnen te zware klappen vallen in een te korte periode.

Vooral bij sommige medische specialisten en bij de notarissen was sprake van een te geforceerde teruggang in te korte tijd. Bij cardiologen en radiologen bijvoor- beeld werden aanpassingen verlangd van f 160.000 à

f 180.000 (bruto uiteraard) in twee jaar. Dat is niet redelijk. Wat schieten de hart- en kankerpatiënten ermee op als deze specialisten geïrriteerd besluiten het dan maar eens veel kalmer aan te doen? Worden niet juist zij daar de dupe van?

Wij hebben als VVD-fractie tijdens het kamerdebat

13

gevraagd hun voorkeur uit , te spreken. Deze zijn besproken in een gezamenlijke vergadering van fractie- en federatie landbouwwerkgroepen op 21 oktober jl. ir.

Hendrik-Jan Louwes, VVD afgevaardigde in het Euro- pees Parlement, heeft als vool'zitter van deze bijeenkomst op briljante wijze de onverzoenlijk lijkende standpunten bij elkaar weten te krijgen.

Kort samengevat zijn de volgende aanbevelingen ge- daan:

1. De op afzet gerichte marktdiscipline moet hersteld worden. Het is een Liberaal uitgangspunt dat de medeverantwoordelijkheid van de landbouw daarbij aanvaard wordt en de kosten voor de belastingbetaler verminderd moet worden. Eventueel in te voeren produk- tiebeperkingen moeten wel genuanceerd en niet te stringent zijn. Zo zal voor alles het familiebedrijf beschermd moeten worden. Anderen noemen ook regio- nale overwegingen, de opbrengst per hectare en de totale grootte van het bedrijf. Over de toepassing van deze · normen zal verdere discussie gevoerd worden.

2. Er moet een Europees niveau georganiseerde export·

politiek komen, zoals wij die in Nederland voor bepaalde produkten, zoals snijbloemen, al kennen.

3. De marges tussen de prijzen voor producent en consument zijn nu te groot, om hierin verbetering te brengen kunnen landbouwcoöperaties zeer nuttig zijn.

4. Regionale politiek en ontwikkelingshulp vallen nu voor een zeer groot deel onder de landbouw, beide gebieden van politiek moeten zelfstandig ontwikkeld worden, evenals de landbouwstructuurpolitiek, met name voor de gebieden rond de Middellandse Zee, waar de uitbreiding van de EG grote problemen met zich mee zal brengen. Dit vereist wel dat de grens voor de eigen middelen, die nu bij 1

%

van de BTW ligt, doorbroken wordt.

medio september dan ook sterk bij de Regering op aangedrongen geen té geforceerde maatregelen te nemen.

Waarom niet net als voor de ambtelijke topsalarissen een periode van vijf jaar in achtnemen in plaats van twee jaar? Waarom geen bodem bij de matiging hanteren?

Waarom niet de "aankleding" van het norminkomen onderbouwen op grond van vaste gegevens uit de praktijk?

Op die vragen hebben we toen een redelijk, positief antwoord gekregen. En daar zullen we de Regering ook graag aan houden. Want het overlegklimaat tussen Regering en vrije beroepers (met name de notarissen en medisch specialisten) moet weer opklaren!

Als we bijvoorbeeld verdere structurele bezuinigingen in de gezondheidszorg - en dat vindt de VVD hard nodig

-

willen doorvoeren, is de medewerking van de betrokken artsen een eerste eis. En als we de werkgelegenheid op notariskantoren willen behouden is de medewerking van de notarissen geboden. Die medewerking gedijt alleen bij een goed overlegklimaat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Koningin Elizabeth is deze maand tien jaar koningin. Er is feest noch veel ge- schrijf over dit jubileum geweest. Nu al een reeks van jaren ernstige pogingen in

9) Heeft u problemen met andere regelgeving op het gebied van verkeer en vervoer?. O

Ik weet niet wat anderen over mij gedacht zullen hebben, maar ik moet eerlijk bekennen, dat ik me zelf prachtig vond; en dat moest ook wel zoo zijn, want mijn vriend Capi, na

Een voorbereidingsbesluit overeenkomstig artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (&#34;Wro&#34;) te nemen door te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor

&#34;Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?&#34; vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: &#34;Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

&#34;Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren&#34;, verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van

Daarbij staan vier belangrijke thema’s centraal: Bereikbaar Valkenswaard, Duurzaamheid, Groote Heide Dommelland en het Sociaal Domein.. Jaarlijks maakt de gemeente extra geld vrij