Vraag nr. 115 van 13 april 1999
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Deeltijdse arbeid – Leidinggevende ambtenaren Op 18 en 19 maart 1999 had een internationale stu-diedag over gender plaats. Er werd een onderzoek voorgesteld dat, in samenwerking met personeels-verantwoordelijken uit verschillende departemen-ten van de Vlaamse administratie, instrumendepartemen-ten aanreikte die de instroom, doorstroming, bevorde-ringen en vorming bij de Vlaamse Gemeenschap genderneutraal moeten maken.
In dit kader kreeg deeltijdse arbeid voor leidingge-venden aandacht.
Op mijn interpellatie hierover antwoordde toen-malig minister vice-president Luc Van den Bossche dat hij er niet aan dacht om de vraag naar deeltijd-se arbeid voor leidinggevenden bespreekbaar te maken, tenzij dit uit bevraging van de administratie zinvol zou blijken (Handelingen C85 van 5 mei 1998, blz. 1-5 – red.).
Ik stel nu vast dat deeltijdse arbeid wordt onder-steund door de administratie, en dit zowel binnen het netwerk vrouwen niveau A als binnen de dienst Emancipatiezaken. Ik stel ook vast dat de minister door zijn aanwezigheid vorige week op de studie-dag, het belang van een bewust genderbeleid on-derschrijft.
1. Mag ik hieruit besluiten dat de huidige minister van Ambtenarenzaken wél het principiële recht op deeltijdse arbeid voor alle ambtenaren on-derschrijft ?
2. Welke stappen werden hiertoe reeds gezet ? 3. Hoe wordt dit verder geconcretiseerd ? Antwoord
Op het "Gender in Balans"-congres op 18 en 19 maart heb ik in mijn toespraak gezegd dat ik niet overtuigd ben dat deeltijds leidinggeven kan, maar dat ik de ruimte wil laten om het tegendeel te be-wijzen.
Ik vind het dan ook belangrijk dat over dit thema zoveel mogelijk openheid en uitwisseling bestaat. Met dit doel organiseert de dienst Emancipatieza-ken op 2 juni een eerste studievoormiddag met de bedoeling om de dialoog rond deeltijds leidingge-ven op gang te brengen.