• No results found

op Korea - Het communisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "op Korea - Het communisme "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJBEID EN

DEMOCRATIE

VRIJDAG 30 JUNI 1950 No. 116

,---~

l

Heur haar·

Pag. 4

·WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

ERNSTIGE DAGEN

op Korea - Het communisme

De strijd

tn

de aanval

\

Een critiek stadium Slechts op grote

Thans

geen~

kleine zaken

IJleer

belangen zij het oog gerich.t

Geen burger mag terzijde staan ne

wereld is in spanniqg. Zal het con-

flict, dat op Korea uitgebarsten is, gelocaliseerd blijven of zal er het begin van een allen omvattende strijd mee aan-

gekondigd zijn? ·

Terwijl wij dit schrijven weten wij daar- van niets. En daarover een voorspelling te doen is niet mogelijk. Daarvoor ken~

. nen wij de krachtvelden niet, daarvoor zijn wij veel te weinig op de hoogte van de mogelijkheden, die de bij een uitge- breid conflict betrokken partijen op het ogenblik zien. W~j moeten ons dus bepa- len t_o.t. datg€:llf'-J<Y.at zich op het moment afspeelt. Dat is trouwens al ernstig ge- noeg. Ernstig, in de eerste plaats omdat er oorlog is en mensenlevens worden vernietigd. Ernstig ook, omdat de aan- vallende partij het communisme is, dat nu voor de zoveelste maal met grote driestheid zijn ware aard toont.

ne

Veiligheidsraad heeft snel gerea- geerd. Dat is goed. De Veiligheids- raad heeft ook krachtig gereage~d. Ook dat is goed. De Veiligheidsraad heeft zo- vele ongelukkige beslissingen genomen, dat men zich er over verheugt, dat, wan- neer er zich nu een geval voordoet van zo hoogst ernstige aard, dit lichaam maatregelen neemt om onrecht te keren.

Bij de landen, die ten deze de hoofdver- antwoordelijkheid voor de genomen be- slissing dragen, was kennelijk de maat vol. Men heeft begrepen, dat wanneer men wederom terug zou treden in Azië, zulks zijn terugslag zöu hebben op andere gebieden, met het gevolg dat het com- munisme ook elders zijn slag zou gaan slaan. Wat dan des te gemakkelijker zou vallen, daar de bevolkingen - teleurge- steld door de elders in onvoldoende mate verleende hulp door de grote Westerse machten - waarschijnlijk weinig tegen- stand meer zouden bieden. De snelheid en de felheid waarmede thans wordt op- getreden, geeft ook een krachtige mo- rele steun aan al diegenen op de wereld voor wie vrijheid, recht, democratie, rechtvaardigheid, verdraagzaamheid on- ontbeerlijke levenswaarden zijn.

Hoezeer men zich gesterkt kan voelen door het optreden van de Veilig- heidsraad, niettemin dient men de ont- wikkeling met zorg te volgen. En laten wij toch vooral begrijpen waar het in de wereld van vandaag om gaat: om die grote tegenstelling van de Westerse wereld met haar beschaving en het gru-

welijke communisme. Wij weten het, dat de gewone mens met al zijn zorgen en dagelijkse beslommeringen zich niet altijd kan verdiepen in de maatschappelijke en staatkundige ontwikkelinl?. Wij begrijpen ook, dat de burger, d1e alleen vrede vraagt en een gelukkig bestaan voor zich en zijn gezin, zich de toestand in de wereld niet gaarne op z'n somberst voor- stelt. De vijf jaren, die nog zo kort ach- ter ons liggen en die zoveel gruwzame verschrikking met zich gebracht hebben, zijn waarlijk al zwaar genoeg te dragen geweest. Moet men zich dan nu al weer hoeden voor een nog gruwelijker dwinge- land en moet men nu werkelijk al weer rekening houden met een wereldoorlog?

Wij begrijpen, dat het voor de gewone mens zo moeilijk is en zo verschrikkelijk

om zijn geloof in het goede ondermijnd te zien en om zich gedwongen te voelen krachtig stelling te nemen tegen de kwade elementen. En toch is dat nodig.

Wij moeten de feitelijke ontwikkeling onderkennen en wij moeten er rekening mee houden.

Jn 1948 vonden de gebeurtenissen in Praag plaats. Die hebben de wereld opgeschrikt. Zij maakten elke mens dui- delijk wat het communisme betekent, wel- ke gevaren het inhoudt. \Vat zich in Praag

· afspeelde, heeft de gemoederen bezig ge- houden, zowel nationaal als internationaal.

Binnen eigen grenzen werd naar aanlei- ding daarvan het instituut Steun Wettig Gezag in het leven geroepen, internatio- naal is men tot aaneensluitingen gekomen.

Het begon met de overeenkomst van Brus- sel, wij hebben nu ook het Atlantisch Pact. Het communisme, ziende dat in het Westen een wal werd opgeworpen, ging zijn directe belangstelling elders tonen. Wij kregen het drama in China te zien. De dreiging voor Zuid-Oost-Azië werd acuut.

Enige maanden geleden hehhen de Ver- enigde Staten maatregelen genomen om de daar liggende.lapden st,~'.ln te bieden in de strUd tegen het communisme. \Vel- nu, dan treedt ook daar even rust in. De communisten verleggen dan het terrein van de directe aanval naar Korea. Daar is nu de strijd ontbrandt op een ogenblik dat, zo leerden ons de berichten, de vloot der aangevallen Zuid-Koreanen te Hono- loeloe was. Het communisme weet zijn ogenblikken wel te kiezen! Het zit ook blijkbaar klaar om van elk zwak moment profijt te trekken.

felken~ale wanneer het communisme de kans schoon heeft gezien in een deel van de wereld, waar het nog geen wal tegen zich opgeworpen vond, sloeg h~t

zijn slag. Dat kan b\i een centraal geleid geheel. Vandaag hier, morgen daar.

Thans raakt het voor de communisten

"vrije" gebied, waar het zijn gang kan gaan, uitgeput. Dat zal consequenties met zich mee brengen. Zij lopen nu in Korea reeds tegen een-in-haast-opgeworpen dam.

Een dam, die bewaakt wordt, en in feite reeds mede verdedigd, door de Westerse wereld. L.aten wij ons dus goed realiseren, dat daar in het Verre Oosten het stadium van de koude oorlog voorbij is en dat de Westerse wereld daar gewoon oorlog voert met het communisme. Wij z\jn dus het

ernsti~Yste stadium ingetreden.

Zoals wij in het begin zeiden, wij weten niet hoever de strijd om zich heen zal grijpen. Dat hangt af van allerlei facto- ren, die de buitenstaander nu eenmaal niet kent. Slechts mogen wij hopen, dat thans niet de gehele 'Nereld in brand raakt.

Hoe echter de onhvikkeling ook zal zijn, wij dienen ons te realiseren, dat het communisme nu zover is doorge- drongen, dat het geen "vrije" gebieden meer heeft en dat het bij elke verdere actie direct stuit op de ·westerse machten. \Vat

(Vervolg op pag. 3)

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 30 JUNI 1950 - PAG. 2

Een eenvoudig ontwerp bracht nochtans l!elangrijk debat

tn

de Eerste J(amer

Er bestaat vooral bij de Eerste Kamer een sterk. gevoel voor wat wij zouden kunnen noemen "staatsrechtelijke stijl". Met dit gevoel nu kwam het de vorige week in deze Kamer aan de orde gestelde ontwerp tot bekrachtiging, voor zoveel Nieuw-Guineo betreft, van een met toepassing van artikel 183, tweede lid, der Indische Staats- regeling vostgestelde ordonnantie in botsing. Dat was de oorzaak van de strijd, welke tussen de Kamer en de ministers Götzen en Van

te vaardigen besluit) kunnen worden gewijzigd, mits onder nadere be- krachtiging door de wet.

* "' *

Deze door prof. Molenaar ge- vraagde toezegging deed mi- nister Götzen inderdaad en toen werd het, overeenkomstig de wens van prof. Molenaar geïnterpreteerde, orde- voorstel van mr. Jonkman met 23 te- gen 7 stemmen (allen leden van de K.V.P.-fractie, van wie 3 voorstem- den) aanvaard. Minister Van Maar- seveen sloeg de spijker echter wel goed op de kop, toen hij, vlak voor de stemming, nog even het woord vroeg en vaststelde: "Wanneer de Kamer zou treden in de suggestie van de geachte afgevaardigde de heer Mo- lenaar en deze ordonnantie zou wor- den vervangen door een nieuwe wet- telijke maatregel, dan zal dit wets- ontwerp moeten worden ingetrok- ken. Dan zal uitstel van de behan- deling dus betekenen, dat t.z.t. zon- der dat het wetsontwerp nader be- handeld wordt, dit ontwerp door de Regering zal worden ingetrokken. Ik geloof, dat dit de juiste consequen- tie is".

. Moorseveen over dit overigens nogal eenvoudige ontwerp, dat, kort gezegd, het algemeen uitvoerrecht voor dit gebiedsdeel van 20%

op 8% beoogde te brengen, werd gevoerd.

Een strijd, die ingezet werd door een frontaanval van· mr. Jonk- man (Arb.), maar die toch vooral dank zij het tactische spel van prof. Molenaar (V:V.D.) ten gunste van de Kamer werd beslist.

H et bovengenoemde bekrachti- . gmgs-ontwerp was mged1end op 9 .Juni 1949 en had toen ten doel, met toepassing van artikel 133 van de Indische Staatsregeling een op 28 .Januari 1949 vastgesteme ordonnan- tie tot verlaging van het uitvoer- recht voor geheel Indonesië te be- krachtigen.

Inmiddels echter was, in December 1949, de souvereiniteit over Indone- sië overgedragen en had het dus geen zin meer "bekrachtiging van die or- donnantie" in deze vorm te vragen.

Voor Nieuw-Guinea, dat Nederlands is gebleven, had dat echter nog wel zin en nu koos de Regering de eenc·

voudigste weg, die wel vaak, maar toch niet alt lj d de beste weg is: zij voegde bij nota van wijziging de woorden "voor zoveel betreft Nieuw- Guinea" in de considerans van het wetsontwerp in. Met toepassing van de oude Indische Staatsregeling zou derhalve aldus een voor geheel In- donesië bestemde ordonnantie nu al- leen voor Nieuw-Guinea wettelijk bekrachtigd worden.

M et deze handelwiJze nu kon onze Senaat zich n i e t ver- enigen. Mr. Jonkman (Arb.), prof. :Öe Zwaan (C.H.l en prof. Molenaar (V.V.D.) kwamen successievelijk hun grote bezwaren tegen een zo onele- gante wijze van wetgeving uiteen- zetten.

Prof. Molenaar voegde daaraan toe, dat hij het niet alleen eleganter zou achten, wanneer de Regering thans met een eigen wetgevings- maatregel, bestemd voor Nieuw-Gui- nea alleen, zou komen in plaats van

met het voorstel tot bekrachtiging van een maatregel, die anderhalf jaar geleden onder geheel andere omstandigheden en onder een ander bestel was genomen, maar dat hij zulks ook psychologisch verre prefe- reerde.

w·ij zouden, zo zei onze woord- voerder, geloof ik, van onze kant verkeerd handelen, wanneer wij, door deze voorzieningen ten aan- zien van Nieuw-Guinea op de oude Staatsregeling van Nederlands-Indië te baseren, daarmede de indruk zou- den wekken, dat het hier een tijde- lijke maatregel betreft, welke bin- nen lwrte tijd tot het verleden gaat behoren. Daarom ook was prof. Mo- lenaar aanvankelijk niet zo enthou- siast over het door mr. Jonkman (al beoogde deze hetzelfde) ingediende ordevoorstel, om dit ontwerp voor- lopig aan te houden, maar wenste hij verwerping daarvan. Terecht immers zei prof. Molenaar: als wij het ont- werp alleen maar aanhouden, staan wij later toch weer voor hetzelfde p,·obleem.

E r is over dit alles vrij lang ge- discussieerd, omdat de Rege- ring, bij monde van minister Götzen,

bijgevallen door minister Van Maar- seveen, het been eerst volkomen stijf hield en de Kamer voorhield: Als gij dH ontwerp verwerpt, zoals professor

Molenaar bepleit, dan zullen wij de Gouverneur (al is dat dan niet de eigenlijke bedoeling van de verwer- ping) opdracht moeten geven, de or- donnantie van Januari '49 in te trek- ken en dan komt, volkomen onbe- doeld en ongewenst, dat uitvoerrecht dus weer op 20 %. En daar beide be- windslieden zich eerst ook tegen het voorstel van orde van mr. Jonkman verzetten om de behandeling van het ontwerp voorlopig aan te houden, leek het debat een ogenblik volkomen in een impasse te geraken.

"f oen echter bracht een suggestie van prof. Molenaar uitkomst en het aardige daarvan was, dat zij precies bracht, wat hij beoogde. Bij de replieken verklaarde de heer Mo- lenaar zich namelijk bereid, zich achte1· het voorstel van de heer Jonk- man (aanhouding dus) te scharen, mits de Regering toezegde, dat zij dan de Gouverneur van Nieuw-Gui- nea zou opdragen om de regeling, waarom het ging, krachtens het be- sluit Bewindsrcgeling Nieuw-Guinea voor dat gebiedsdeel bij ordonnantie vast te stellen. De 2e alinea van ar- tikel 175 van dat Besluit bepaalt na- melijk, dat de tarieven van in-, uit- en doorvoer, welke door de wet moe- ten worden vastgesteld, in dringende omstandigheden bij ordonnantie (d.

w.z. bij een door de Gouverneur uit

0 t<&eze

burger

Zo was het, als gezegd, precies.

Hier werd het eindresultaat van dit debat met alle duidelijkheid aange- geven, namelijk dat de heer Mole- naar volkomen had bereikt, ;wat hij bedoeld had: deze aanhouding was in haar uitwerking nu volkomen ge- lijk aan verwerping en de door allen n i e t gewenste terugval op het oude uitvoerrecht van 20 % werd tegelijk voorkomen.

• * •

De behandeling van dit - wij herhalen het - op zichzelf eenvoudige voorstel werd ook om andere redenen veel belangrijker dan die eenvoud aanvankelijk deed ver- onderstellen.

President Soekarno had van het bezoek van de minister-president Pandit Nehroe gebruik gemaakt om de reeds eerder door hein aangehe- ven leus: Voor het einde van dit jaar zal Nieuw-Guinea bij Indonesië be-

ontmoette Maandag een heer met wie hij een pret- tig gesprek had en met wie h~j, later op de dag, een prettig glas dronk en met wie hij, in de vmege koele avond het brood

0 '

brak aan een plezie1·ige tafel en toen nog koffie en een cigaret, zoals dat gaat in een wereld die zich, voor enkele uren, niet bezig houdt met Korea, Ajax en de Staatsmijn Maurits.

' 0

~ t f

Om kort te gaan, buurvrouw, en wat ik maar zeggen wilde: het was gezellig, wij jijden en jouden malkander en de nieuw-verworven genegénheid bracht mij naar het plaatselijk stationsgebouw ten einde mij uitgeleide te doen.

Toen zei hij, op het perron nog, om iets reuze-charmants te zeggen: "Jebemmereuzemeegevalle" en toen ik hem dan vroeg hoe er van meevallen spTake kon zijn, wanneeT men iemand in de verste verte nooit gekend heeft, zei hij: "je bent ommers Vévédeëer, nou en je bent tàch wel een geschikte vent."

Deze burger heeft daar in de trein, die rende door de zoete avondlucht, die van de bossen en de weiden omhoog steeg, nog wel even over zitten napeinzen: Zulke domme, stupiede, buTgermans-ellende, die alles in de politiek haalt en die alles met de politiek besmeert en bekloddeTt, overal etiketten, overal partij maatstaafjes en politieke uitgangs- punten: "Jebemmereuzemeegevalle ofschoon je geen pée- véedée-aajer bent", want dat betekende dat in dit geval

"Ofschoon je anders denkt dan ik ben je tàch niet onge- schikt. Ofschoon je een andere wereldbeschouwing hebt dan de mijne, heb ik tàch een gezellige dag met je gehad."

Medeburgerbroeders, versta mij wel - ik protesteer daar niet tegen en ik tracht het niet te veranderen, die bewustzijnsveTenging, die U ook wel, gewoon, domheid moogt noemen.

Het zijn juist deze, juist DEZE botterikken en zich- zelve-catalogiserende stamboekossen, die minachtend, de mond vol hebben van de "burgerlijkheid", ach ja, de burgeTlijkheid van

DEZE BURGER.

horen, nog eens in het tienvoudige te herhalen en de heer Nehroe had in een persconferentie, zij het in enigszins voorzichtige termen, zijn instemming daarmede betuigd.

Mede waarschijnlijk op grond van de hierdoor ontstane onrust in Aus- tralië, dat in de Nederlandse houding twijfel ook op dit punt meende te zien, heeft de Nederlandse Regering daar thans haar even positieve me- ning tegenover gezet.

Dat "thans" is in zoverre eigenlijk niet helemaal juist, dat de Regering al eerder een dergelijke verklarmg had afgelegd. De zinsnede "De Re- gering staat onveranderlijk op het standpunt, dat Nieuw-Guinea ook na afloop van bedoeld jaar onder Ne•

derlandse souvereiniteit moet blij- veE" was namelijk een woordelijke aanhaling van hetgeen minister Van Maarseveen op 26 Mei reeds in de Tweede Kamer (bij de behandeling van de Nota over Indonesië) had ge- zegd. Het verschil was echter, dat minister Van Maarseveen in zijn woordelijk en met nadruk vo01·gele•

zen verklaring, die hierdoor het ka- rakter van een Regeringsverklaring kreeg, uitvoerig commentaar aan dit standpunt verbond en voor de bui- tenwereld duidelijk heeft uiteengezet, dat en waarom Nederland het recht èn de plicht heeft (plicht tegenover de bevolking van dit gebied) om zijn taak daar voort te zetten totdat het volk zijn eigen lot kan bepalen.

Aan de behandeling van de On- derwijsbegroting in de Eerste Kamer, welke de vorige week nog niet ten einde werd gebracht, zullen wij in het volgende nummer aan-

dacht wijden. A.

Vacantie

We zijn weer in het seizoen, waarin we naaT zee, beTgen, plassen of hei trekken, in elk geval: niet thuis zUn.

Maar thuis ligt onze post, waarom we

luchthartige

ons in onze vacantie-stem- ming niet bekommeren.

Verleden jaar heeft dit bij de aankondiging van de Septem- ber bijeenkomst van de VTou- wen in de V.V.D. moeilijk- heden veroorzaakt, die zich zondeT twiJfel meer hebben voorgedaan."

Secretarissen van afdelingen en andere functionarissen in onze partij zullen daarom goed doen, maatregelen te nemen, waardoor bij hun af- wezigheû;l geen stagnatie in de behandeling van V.V.D.- aangelegenheden kan optrè- den.

De secretaresse van de V1·ou- wen in de V.V.D. geeft hier-

b~j het voorbeeld en deelt mede van 1-20 Juli afwezig te zullen zyn.

Dringende correspondentie, de Vrouwen in de V.V.D. be- treffende, adresseTe men aan het kantoor van Mevr. MT.

E. A. J. Séheltema-Conradi, Ged. Oudegracht 63 te Haar-

!em.

JOH. H. SPRINGER.

\._

______ _

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

YBJJIIJD Elf

DEMOCRATIE

Voorzitter Redactie-comm.: Drs. H. A. Korthals.

Redactie-secretaris: Mr. E. Elias.

Adres: Victoria Hotel Amsterdam, Kamer 435.

Administratie: Postbus 4 3, A'foort, tel. 5267.

Abonnementsprijs f 1.90 p. kwartaal, ! 7.50 p. jaar.

Voor het zenden van abonnements- en adverten- tie-gelden: Postgiro no. 245103, ten name van de Penningmeester van de Stichting .. Vrijheid en Democratie" te Amersfoort.

Losse nummers 15 cent.

Voor advertenties wende men zich tot de admi- nistratie of tot de hoofdvertegenwoordiger: L.

Vlug, Geestbrugweg 69, Rijswijk (Z.-H.).

De Koninklijke

Het 60-jarig bestaan van de Koninklijke Neder- landse Petroleum Maatschappij, in de wande- ling kortweg ,.De Koninklijke" genoemd, is te- recht herdacht met een grote tentoonstelling in de Haagse Dierentuin, met toespraken en sport- feesten voor het personeel en al datgene, dat nu eenmaal bij een jubileum behoort. Deze maat- schappij, die haar vertakkingen over de gehele wereld heeft, is een bewijs naar buiten van de ondernemingszin, de werkkracht en het doorzet·

tingsvermogen van het Nederlandse volk in zijn beste vertegenwoordigers. De energie, tlie deze maatschappij, ook onder de zo veranderde om- standigheden in Indonesië ten toon weet te sprei- den, komt wel zeer duidelijk naar voren in het voortreffelijk samengestelde Gedenkboek, dat ter gelegenheid van dit jubileum het licht zag.

Bij de vele gelukwensen, die deze maatschappij in ontvangst heeft te nemen, willen wij gaarne openlijk de onze voegen en daarbij de wens uit·

spreken, dat de welvaart en bloei gelijke tred mogen houden met het herstel van ons land en ons volk in het algemeen.

Korea

TZ orea staat in brand. Wat een ieder, die met

.1."- zijn beide benen steeds op de bodem van de

realiteit heeft gestaan kon verwachten, is thans gebeurd. De gevoelige plek, waar Oost en West eens met elkaar in botsing moesten komen, is ont- dekt. Gelukkig voor de Europeanen ligt zij niet in hun onmiddellijke omgeving, doch zij is in Azië opgedoken. Dit alles wil echter geenszins zeggen, dat daarom dit conflict voor de Europeanen geen gevaar kan opleveren. Men kan niet beter doen, dan de feiten nuchter beschouwen. De teerling is geworpen en het gaat er nu om, in hoeverre de Westerse beschaving een stabiele eenheid zal blij- ken te zijn. Het is tenslotte zover gekomen, dat het vóór of tegen, als het de vraagstukken van democratie en dictatuur betreft, niet alleen meer een politieke keuze is, doch een belangrijk onder- deel is geworden van de individuele levensverhou- ding. Vóór of tegen. De keuze is beperkt. Maar wie inderdaad voor de handhaving van vrijheid en democratie is, zal tot offers bereid moeten zijn.

Korea is het signaal, dat talmen en weifelen, ook in het persoonlijk leven, als het gaat om de ver- dediging van de menselijke beschaving, fataal is.

Pas op

H et is al weer enige tijd geleden, dat wij in de dagbladen lazen, dat de minister van We- deropbouw en Volkshuisvesting, mr. In 't Veld, na zijn bezoek aan Amerika, volgens de verslagen in de dagbladen verklaarde, dat onze bouwnijverheid van Amerika niet veel kon leren. Wij hebben ons destijds min of meer over deze opmerking ver- baasd, omdat zij ons nogal enigszins onwaarschijn- lijk en althans wat boud voorkwam. Wij hebben er destijds geen commentaar op gegeven, omdat het ons beter leek, hierover niet onnodig stof te doen opwaaien. Inmiddels maken de dagbladen er melding van, dat ir. Van Hoek, die als leider van een delegatie van werkgevers en -nemers in de bouwindustrie een studiereis door de Verenigde Staten heeft gemaakt, als deskundige het tegendeel verklaart en beweert, dat er voor de bouwnijver- heid van ons land in Amerika wel degelijk iets valt te leren. Op de persbijeenkomst van de Stich-

ting Raad van Bestuur Bouwbedrijf, waar de heer Van Hoek van zijn ervaringen vertelde, schijnt - alweer volgens de dagbladen - de minister zich te hebben gerevancheerd .door te zeggen, dat hij ten aanzien van architectuur en bouwmethoden weinig nieuws had ontdekt, doch dat hij zich als leek geen oordeel had kunnen vormen over de techniek van het bouwen. Voorts zou volgens de minister de pers zijn woorden onvolledig hebben weergegeven. Hoe dit alles ook zij, wij vrezen toch, dat de· minister zich enigszirs lichtvaardig op glad ijs heeft gewaagd. Officiële personen moe- ten nu eenmaal voorzichtig met hun verklaringen zijn. Wij herinneren ons n.l. nog goed de minder tactische manoeuvre van oud-minister Vos, die in het Noorden van ons land zijn opinie ten beste gaf over de sociale toestanden in Amerika, een opinie die nu niet bepaald vleiend was en waarvan de uitspraak als een boemerang werkte, toen de mi- nister metèen daarop een bezoek aan de Verenig- de Staten bracht. Zeker, wij behoeven niet alles te verheerlijken, wat uit de Verenigde Staten komt, doch als wij een oordeel over de gang van zaken aldaar in het openbaar uitspreken, moeten wij er wel zeer sterk van overtuigd zijn, dat onze woorden de toets van de critiek kunnen doorstaan.

Massa

V olgens radio Sofia zijn ongeveer 30.000 leden van de communistische partij in Bulgarije volkomen analphabeet. Naàr in de uitzending werd verklaard, kon een dergelijke toestand niet langer worden getolereerd, vandaar dat Ruben Levi, lid van het hoofdbestuur van de Bulgaarse communistischè partij via de radio krachtig cri- tiek leverde op het ministerie van onderwijs en het bestaande systeem van partij-onderwijs en pro- paganda. Dit laatste klinkt zeer nobel, maar er werd niet bijgezegd, dat juist door middel van deze massa van analphabeten, de communistische partij aan de macht kon komen. Indien een derge- lijke macht eenmaal is gevestigd, is het schermen met de verbetering van de volksontwikkeling slechts boerenbedrog, omdat die massa dan kan worden gekneed in elk model, dat de rode heren welgevallig is. Analphabetisme en communisme gaan hand in hand. Bulgarije is hiervan weer het bewijs en het leert ons opnieuw, hoe belangrijk het is, de volksontwikkeling en - vooral ook de beschaving van het volk - niet te verwaarlozen . Hier ligt een probleem, waarover de laatste tijd weliswaar in toenemende mate wordt gediscus- sieerd, doch in feite nog geen stap verder kwam als het ging er een bevredigende oplossing voor te zoeken.

Vernieu/winp; (l)

R ceds eerder hebben wij op de<:e plaats mel- ding gemaakt van de ongetwijfeld frisse ideeën, die oud-minister prof. Gielen de laatste tijd aan de hand doet op het gebied van de on- derwijs-vernieuwing. Tijdens een onlangs gehou- den landdag van de in de St. Adelhertvereniging georganiseerde katholieke intellectuelen verklaar- de prof. Gielen o.m. dat de biologische rijping van het kind is vervroegd en dat de school te weinig de maatschappelijke veranderingen heeft voor- zien en er niet op bedacht is geweest deze tijdig op te vangen. Zeer terecht zeide prof. Gielen, dat de tegenwoordige verkeersproblemen niet worden opgelost met onderwijs in de verkeersregelen al- leen. Voor het "heer-in-het-verkeer"-zijn is het aankweken van voorzichtigheid en verantwoorde- lijkheidsbesef van veel groter belang. Ziedaar waarom het bij de onderwijsvernieuwing inder- daad gaat, n.l. het besteden van meer aandacht aan het beschavingspeil van onze jeugd, dat in feite los staat van de verstandelijke ontwikkeling.

Het kan niet genoeg worden gezegd, dat het ware begrip en de juiste waardering voor de democra- tie ten nauwste verband houdt met een behoor- lijk ontwikkeld beschavingspeil. Immers, demo- cratie wil niet alleen zeggen: het kennen en be- grijpen van de voorschriften, die betrekking heb·

ben op het goed functionneren van onze staats- instellingen, het betekent voorts verdraagzaam·

heid jegens de ander. En het is juist deze ver- draagzaamheid, waaraan het bij ons volk nogal eens ontbreekt. Het is daarom nodig de onderwijs- vernieuwing meer in ruim verband te gaan zien, waarbij de fundamentele betekenis voor de hand- having van de democratie niet straffeloos zal kun- nen worden geplaatst.

SO JUNI 1950 - P AG, S

Vernieuwing (II)

1 ndien men opvoedkundige problemen ter sprake brengt, is het interessant na te gaan, of de oorzaak van de vele verkeersongelukken ligt in het individualistische karakter van de Ne·

derlander. Bepaalde feiten schijnen hierop inder·

daad te wijzen. In Los Angeles, waarop elke twee mensen er één een auto bezit, sterven b.v. per jaar op elke 100.000 inwoners 14 mensen ten gevolge van een verkeersongeluk. In Detroit, het centrum van de Amerikaanse automobielindustrie, waar op elke drie inwoners een auto voorkomt, sterven per jaar elf mensen op de 100.000 tengevolge van een verkeersongeval. In Nederland echter, waar op de 50 mensen nog niet één bezitter van een auto wordt aangetroffen, vallen per jaar meer dan 8 slachtoffers op elke 100.000 inwoners. Wij slaan in dit opzicht een zeer slecht figuur en helaas moet worden geconstateerd, dat het niet al te hoge beschavingspeil van ons volk de oorzaak hiervan is. Men rijdt vaak te veel "op zijn rech•

ten", waarbij men de wellevendheid uit het oog verliest. Dit heeft o.m. tot gevolg, dat jaarlijks 300 kinderen de dood op de weg vinden. Vooral ook op verkeersgebied is een vernieuwing van de mentaliteit een eerste vereiste, waarbij men niet zal moeten dralen om, als het niet meer met ge- moedelijkheid valt te bereiken, zeer strenge en harde maatregelen te treffen.

ERNSTIGE DAGEN

(Verve!;~ van pag. 1 l

mede in zich sluit, dat die \Vesterse mach·

ten de groots:,e !c'acilt mo.:::ten ontplooien.

Geestelijke kracht, zowel als militaire.

WU zullen alle 1,leine zaken terzijde moe ..

ten stellen en •?Tli zuren ons bij voortdu- ring de grote teg·en;;telling in de wereld indachtig moeten zijn. Wij zullen er ook de consequenties uit moeten trekken. Als burger zullen wij ons be; ·cid moeten ver- klaren de organen, dle de wettige overheid beschermen, te steunen. Niet morgen, maar vandaag. Wij zullen ook bëreid moe- ten zijn ons zware offers te getroosten voor ons defensie-apparaat.

En van de regering mogen wij verwach- ten, dat zij op rationele y•rijz;; en doelbe- wust en met de grootste krs.c}1t ons mili- taire apparaat opbouwt. Onk daarvan moet worden gezegd: niet morgen, maar vandaag. Bij de veranhvool'delijke be- windslieden moet het besef aanwezig zijn, dat geen seconde te verliezen is.

En internationaal zullen wij moeten voortgaan met het scheppen van nieuwe vormen. Niet morgen, maar vandaag.

Wanneer men de discussies leest met be- trekking tot de internationale samenwer- king, dan bekruipt ons wel het gevoel, dat men veelal denkt bezig te zijn aan een werk waarvoor mei_l jaren de tijd heeft.

Zo is het niet. Hoe lang wij de tijd hebbeu weten wij niet. Wij weten slechts, dat er zeer, zéér weinig tijd rest. Moge daarvan elke seconde nuttig worden gebruikt!

K.

(4)

\'RIJBEID EN DEMOCRATIE 30 JUNI 1950 - PAG. 4,

Mode en Vri.iheid

Hebben lange haren met angst te maken?

jjlltlllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllll!llllll/llll/111111/llllll/1/lll

en niets met wat WlJ •• vrouwelijk noemen?

Betrekkelijk onbelangrijke feiten kunnen een aanwijzing vormen voor meer belangrijke dingen, die er de grondslag of oorzaak van vormen. Zo is het ogenschijnlijk niet uan zo groot belang, dat, zoals Cecil van der Schaaf-Cocsten in de Nieuwe Courant van 3 Juni j.l. onder het opschrift "het lcapsel 1950" constateert, veel urouwen en meisjes de moed missen, de haren zo kort te knippen en disharmo~

niërende krullen te uerwijderen, dat de nieuwe mode uoldoende tot haar recht komt. De schrijfster geeft hiervan de volgende ue.rklaring:

"Mogelijk moeten wij deze angst psychologisch beschouwen. Eeuwen- lang toch gold het voor mooi, als het haar van een vrouw zo lang was, dat zij er op kon gaan zitten en zo dik, dat het haar als een mantel kon omhullen". Tenslotte bepleit de schrijfster krachtig de kortere haren en constateert zij, dat de nieuwe mode ,.zeer vrouwelijk" is. De psychologische beschouwing uan de schrijfster lijkt wel juist, doch niet volledig; er zijn vermoedelijk meer diepgaande, onbewuste motieven in het spel, welke de bedoelde angst voor de korte coiffure veroor- zaken. Bij dit schijnbaar onbelangrijke modeverschijnsel komen aldus.

zoals de schrzïfster reeds aanroert, ingrijpende psychische complexen naar voren.

J n het verleden bekleedden de vrouwen ten opzichte van de mannen een ondergeschikte maat- schappelijke positie. Teneinde dit on- derscheid te kunnen handhaven, werd aan de vrouwen een geheel andere kleding en haardracht dan aan de mannen toegewezen, zoals de slaaf andere klederen dan de heer moest dragen. Het uiterlijk onderscheid tussen de seksen werd naar gelang van tijdvak en plaats of land anders uitgedrukt, doch steeds diende het tot de demonstratie van de ongelijk- waardigheid der vrouwen. In de vo- l'ige eeuw bestond het verschil, behal- ve in de kleding, goeddeels in de voor de vrouwen absoluut verplichte lange ha,en, terwijl de man slechts de voor- delen van de meer korte, praktische haardracht mocht genieten.

B ij de destijds heersende, maat- schappelijke toestanden waren er voor de grote verschillen en stren- ge afscheiding gegronde redenen, welke vervielen na de doorwerking van de vrouwenemancipatie. Na 1925 kon men daarom er toe overgaan, de voor moderne omstandigheden hin- derlijke haarbos van de vrouwen in te korten. Nochtans kan een tra- :ditie nog lang nawerken, ook inadat zij de grondslag verloren heeft. Terecht constateert de schrijf- ster in de Nieuwe Courant dan ook het voortleven van de fictie, dat slechts lange haren mooi kunnen zijn, wat veel vrouwen er van weerhoudt, ze voldoende kort te knippen. Doch vermoedelijk is hier, meer nog dan de angst voor het verlies van een sieraad, een uit de tijden van achter- stelling overgebleven minderwaardig- heidsgevoel in het spel, dat thans nog, tegen eigen verlangen in, het voorma- lige kenteken van inferioriteit gedeel- telijk doet behouden. Niet minder werkzaam !~ de vrees, door de pu- blieke opinie of de omgeving te wor- den misprezen. Beide, min of meer onbewuste motieven, het minderwaar- digheidsgevoel en de vrees voor de publieke opinie, verschuilen zich ver- moedelijk in veel gevallen achter het argument, dat men geen ~icraad wil verliezen.

D at de publieke opinie bevoor- oordeeld is blijkt hieruit, dat rte tegenwoordig zeldzame vrow,·; met de ongebreideld lange haren ge;:::n cp- zien of aanstoot verwekt, wat veelal wel het geval is met het nog zelfza- mer meisje met de "jongenskop". Het besef is nog lang niet doorgedrongen, dat de lengte van de haren absoluut niets met "mannelijk" of "vrouwelijk"

te maken heeft. Deze kwalificatie is er slechts door een jarenlange traditie aan gehecht, nu de grondslagen van deze traditie, t.w. de achterstelling van de vrouwen, zijn vervallen, be- hoort ook de vereenzelviging te ver- dwijnen. De vrouwelijke persoonlijk- heid kan zich daarentegen slechts on- gestoord en dus specifiek "vrouwe- lijk" uiten, wanneer de dames zon- der minderwaardigheidsgevoel en zonder angstgevoel voor de publieke opinie naar eigen gevoelen de haren kort of lang kunnen dragen. Nu blij- kens de mededelingen van de mode-

journaliste van de Nieuwe Courant bij veel vrouwen nog traditionele angstcomplexen aanwezig zijn, be- hoort dit de aandacht te hebben van allen, die het wel menèn met de rech- ten van de vrouwen. Het geestelijk complex, dat in het verleden mede de achterstelling van de vrouwen veroor- zaakte en in stand hield, blijkt nog onbewust aanwezig en zelfs werk- zaam te zijn. Het gevaar is niet denk- beeldig, dat deze werkzaamheid op

r

Een lezer zendt ons deze merkwaardige overpeinzin- gen toe. Dit is dus een in- gezonden stuk; stel u voor

I

dat de redactie dáárvoor de verantwoordelijkheid en hare gevolgen wilde dragen en riskeren!

\.. ..)

een gegeven moment zou toenemen en dat men zou pogen, de verkregen rechten van de vrouwen op ander.

meer belangrijk gebied aan te tasten.

Û p zichzelf kan de druk van de publieke opmre voor de be- trokkenen al een grote overlast be- tekenen. Gelukkig betreft de kwestie van de lange of korte haren slechts een uiterlijkheid, doch juist voor de grote massa gaat er een grote sugges- tieve kracht van uit, de lange haren zijn min of meer het symbool van de vroegere achterstelling gebl<::ven. Ook voor opvoeders en ouders verdient deze zaak belangstelling. Tooit men jonge meisjes al te veel met vlecht- jes en krulletjes, die de bewegingen belemmeren en veel onderhoud en aandacht vereisen, dan wordt de be- langstelling op jeugdige leeftijd op uiterlijkheden gericht. Reeds vl'Oeg kan zodoende een minderwaardig- heidsgevoel ten opzichte van de jon- gens worden gewekt. Zij immers be- wegen zich vri.ie1· en kunnen zich met meer belangrijke zaken bezighouden.

De jongens zullen er vroegtijdig toe komen de meisjes, die zich met zulke beuzelachtigheden bezig houden, niet als gelijkwaardig te erkennen.

* * "'

1~ eneinde het minderwaardig- . heidscomplex van de vrouwen en de verouderde, hinderlijke publie- ke opinie verder te elimineren, is het te hop2n, dat aan de roepstem van de schrijfster tot kortere haren door ve- len wordt gevolg gegeven. Ongetwij- feld zijn er veel vrouwen en meisjes, die een te omvangrijke haardos niet durven inkorten tengevolge van een of ander onbewust angstgevoel. Over- winning van deze complexen bete- kent meerdere vrijheid, die zich on- getwijfeld ook op ander gebied door zou zetten.

. . .

W at in het vorenstaande werd betoogd omtrent de korte ha- ren, geldt in dezelfde mate ten aan- zien van de broek, welke nog als een

specifiek mannelijk kledingstuk door-

gaat, terwijl alleen het rokje "vrouwe- lijk" zou zijn. Dezelfde oude traditie en complexen zijn hierbij werkzaam.

Het is opvallend, dat de vrouwen en meisjes in haar vrije uren, op vacan- tie, bij sport en trektochten in het algemeen behoefte · hebben aan de broek of het korte broekje, die haar heus niet behoeven te misstaan. Maar teruggekeerd in de sleur van het da- gelijks leven moet het rokje worden aangetrokken, .het minderwaardig- heidsgevoel en de publieke opinie doen zich wee"r gelden.

Het vorenstaande moge slechts uiterlijkheden en bijkomstigheden be- treffen, doch deze beïnvloeden de pu- blieke opinie meer dan moeilijk te begrijpen maatschappelijke vraag- stukken en wettelijke maatregelen,

waarvoor de massa zich niet interes- seert. Men onderschatte niet de sug- gestieve werking, die van dergelijke uiterlijke zaken op de lange duur uit- gaat. En nu zal men willen betogen, dat de korte haren en de broek lang niet voor iedere vrouw geschikt zijn en dat niet ieder deze zou wensen. Het zij toegegeven en niemand zou haar iets willen opdringen. Doch dan eise men dezelfde vrijheid op voor ande- ren, die er anders over denken. Wij mogen eisen opheffing van de, zij het slechts morele, dictatuur van de pu- blieke opinie en van de modekonin- gen. Omdat ook in bijkomstige, en uiterlijke, doch suggestief werkende zaken niet de gedachte mag blijven kleven, dat de vrouwen worden ach- ter gesteld.

ALLERHANDE

WATER EN BROOD

want wat brood voor de mens betekent, betekent water voor Rotterdam en Nederland. En met dat water, dat water van de scheepvaart, is Rotterdam en Nederland

gegro~id en groot geworden. Ahoy, demonstrant van de Nederlandse industrie en scheepvaart, zal Je ze verbonden-·

heid voldoende door laten dringen tot elkeen, die het wil zien.

(Kust-, Rijn- en Binnenvaart) BAAIERD DJ<~R VJ<:;RVFJLING

DP naoorlogse mens, steeds meer lüsge~lagen Yan de laatste resten van zijn geestelijk en cultuurbezit, is teruggeworpen in de baaierd der verveling. Zijn werk, dat hij dagelijks moet verrichten, iR veelal weinig belangwek- kend. Daarin kan hij zich niet uitleven. En wat biedt het leven verder nog in een gestandaardiseerde samenleving, wier nivellerende werlüng hij voortdurenel in sterker mate ondergaat?

(De Prinsestad) PRINS BERNHARD

prins Bernhard behoort tot die mensen, die ---- om een gevleugeld woord aan te halen - iets bereiken, omdat zij tien procent méér doen dan er van hen verwacht wordt.

Voor zich zelf begeert hij niets te bereiken; dat de resul- taten van de 110 pct. energie, die hij aan duizend-en-één aangelegenheden besteedt, geheel aan de Natie ten goede komen, moge ons allen dankbaar Rtemmen.

(Haagse Post)

DE PLANNEN

Het plan-Schuman en het plan-Stikker zijn niet alleen vereenvoudigingen van ingewi!{kelde plannen. Zij be- vatten ook een zeer ingenieuze clausule, die vermoedelijk de Europese samenwerking over een dood punt zal heen helpen.

( Elseviers Weekbl.ad) GJ<.:;EN GRU'l'T.ERSWAAJ~

onze lezers zouden we willen vragen, ook al bent ge geen groot lezer en geen literatuurkenncr, blijf de inge- boren eerbied van een cultuurvolk voor de geestesproducten van grote den!,crs en schrijvers getrouw. Ook al kent gij hen misschien niet, spreek over hen met C'erbied. Besef, dat hun werken de pilaren zijn waarop onze b<Oschaving rust, het zaad waaruit onze cultuur is gesproten. Verlaag hun werken niet tot grutt<'rswaren of C'll('gocd.

(Het Lichtspoor)

DF~ AlmEID

Het is menselijk en daarom begrijpelijk, dat we onze dage- lijkse arbeid soms als een Jast beschouwen. We zijn er nu eenmaal niet altijd voor in de stemming. De besten van ons kan dat overkomen. Er zijn er echter ook, die eigenlijk alleen maar voor hun broodje werl{en en niet be- grijpen, dat er toch wel iets meer op het spel staat dan a,lleen geld verdienen. Door onze arbeid werken we mede aan de bevordering van de algemene welvaart en tevens scheppen we -- om het eens wat defit uit te drukl,en -- de morele grondslag voor ons kven.

(De W ol.kenriclder) GOED TJ<~KEN

Het is een goed teken, dat internationale samenwerking in allerlei vormen aan de orde van de dag is. En het is zelfs een goed teken, dat die samenwerking niet overal terstond slaagt of wel eens anders uitvalt dan men zich aan- vankelijk had voorgesteld. Dat bewijst slechts het voort- bestaan van een grote mate van vrijheid en vrijwilligheid.

Alleen vrije en vrijwillige samenwerking kan duurzaam zijn.

(Haagsche Post)

==~---~---iaë

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Terwijl ik als therapeute zo vaak tegen mijn cliënten heb gezegd: beeld je eens in dat je ongeneeslijk ziek bent en nog maar zes maanden te leven had, wat zou je dan nog willen

Daar zegt bestuur- der José Vosbergen van Stichting Surplus voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Schagen en Hollands Kroon, dat de lumpsumbekostiging rechtdoet aan de

Voor donderdag 16 juni aanstaande staat voor de Algemene RaadsCommissie sessie B onder punt 3 geagendeerd het bovenvermelde initiatiefvoorstel van Gemeentebelangen.. Daarover

In onze regio Midden-Limburg is dat in regionaal verband en samen met diverse netwerkpartners gebeurd, en is ervoor gekozen om het Centrum voor Jeugd en Gezin een spilfunctie

Een ander effect kan de wisseling van hulpverleners zijn, waardoor kinderen met steeds andere gezichten te maken krijgen of waardoor ouders (die in sommige gevallen hun

Dat geldt niet alleen voor de stem van Nederlandse kinderen, maar ook voor gevluchte kinderen die hun stem zijn kwijtgeraakt toen ze thuis de deur achter zich dichtsloegen, op weg

Door de Geest groeit de liefde voor elkaar steeds meer.. Daarom bidden we samen dat die eenheid

Hij schreef: ‘Het zou verstandig zijn als niet alleen het nieuwe kabinet, maar ook de Kamer deze erfenis van de afgelopen decennia onder ogen zou zien.. De overheid is ondanks