Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving
1. Wat is de aanleiding?
Artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s bepaalt onder meer dat er nader regels worden gesteld over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover daarin niet bij of krachtens enige andere wet is voorzien. Dit besluit geeft hieraan uitvoering.
2. Wie zijn betrokken?
Iedereen die in georganiseerd verband gebruik maakt van plaatsen, kan te maken krijgen met dit besluit. Te denken valt aan:
- burgers of bedrijven die een evenement organiseren
- gemeentebesturen, die een verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid in de gemeente - bedrijven die tenten of tijdelijke tribunes leveren voor evenementen.
3. Wat is het probleem?
Het brandveilig gebruik van bouwwerken is uniform geregeld in de Woningwet en het daarop gebaseerde Bouwbesluit 2012. Maar voor allerlei andere situaties, zoals het gebruik van
evenemententerreinen, tenten, tijdelijke tribunes e.d. (aangeduid met de verzamelnaam: overige plaatsen) is de brandveiligheid momenteel geregeld in gemeentelijk verordeningen. Deze bieden niet altijd helderheid welke regels er precies van toepassing zijn, en zij kunnen van gemeente tot
gemeente verschillen. Er bestaat dus voor bedrijven, burgers en bestuur geen duidelijk kader om hun doen en laten op af te stemmen
.4. Wat is het doel?
Het bevorderen van brandveiligheid door heldere, uniforme regels, die niet onnodig belastend zijn.
5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?
Brandveiligheid is een zaak die, naast de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijfsleven, nadrukkelijk ook een verantwoordelijkheid is van de overheid. Het geconstateerde gebrek aan duidelijkheid en uniformiteit maakt het dringend gewenst de regelgeving aan te passen.
6. Wat is het beste instrument?
Het instrument (een algemene maatregel van bestuur) vloeit voort uit artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s.
7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?
Meer uniformiteit, duidelijkheid en rechtszekerheid.