• No results found

NA VIJFTIG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NA VIJFTIG"

Copied!
178
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NA VIJFTIG JAREN.

,

(2)

é.(>

EU:C'I'JtISÇIU, Dnc"".:HIJ. D. VAN SIJ,S ...:: ZOOl' - ROTTEIWA~J.

(3)

NA VIJFTIG JAREN.

G ED EN I(BO EI(

NEDERLA N DSCI - IE ZENDINGSVEREENIGING

DOOR

Ds. H. J. ROOSEBOOM

VOORZITTER VAN HET I [OOFDBESTUUH.

(4)
(5)

<i'V

EN eer en genoegen is het ons, 11 een exemplaar te mogen aanhieden

hel Gedenkboek, uitgegeven bij gelegenheid van het so-jarig bestaan N edcrl alldsch e Zend i ngs vereen igi ng.

'vVij hebben ons tot deze uilga\'e gedrongen gevodd, vooreerst 0111 te gedenken ;Jan al den weg, langs welken God ons geleid heeft, Zijnen Naam ler eere, maar dan ook 0111 door cene eenvoudige en korte uiteenzetting van den :!;)rc! en het karakter vall den arbeid en het streven onzer Vereeniging de kennis aangaande haar te vermeerderen en de belangstelling der gell1eente voor haar werk onder dc Mohammedanen en Chineezen in het bijzonder en voor lid zendingswerk in het algemeen te verhoogen.

Moet het ons niet eene behoefte zijn, met ootmoed onzen God te danken, die een halve eeuw hel gebrekkig werk der Nederlandsche Zcndingsvereeniging

heeft willen zegenen door het velen ten zegen te doen zijn?

Ja, Hem allel'eerst zij de eere, Ilem, die den wasdom geeft en van Wiens trouw en zorg alle vrucht, ook de kleinste, getuigt.

Ook voor de gunst, de vriendschap en liefde van menschen ontvangen t brengen wij onzen hartdijken dank.

Met hooge waardccring' gewagen we hier van de Rcgeering, die tegenwoordig niet alleen het zendingswerk niet belelllmert I maar waar zij kan bevurdert.

Waarlijk, wel is de toestand in dezen veranderd sinds 50 Jarcn. Toen de eerste Zendelingen der Nederlandsche Zendingsvereeniging uitgingen, 0111 op West-Java het Evangelie te verkondigen, werden zij met wantrouwen bejegend. Slechts llH::t moeite werd de toestemming, 0111 in de Preanger te arbeiden I verkregen. Niet I'oor het Mohammedanisme, maar voor het Christendom werd gevl'eesd ten opzichte van de rust der Koloniën.

Gelukkig zijn de oogen opengegaan voor het feit, dat niet het Christendom, maar juist het Mohammedanisme de rust en de welvaart in Indië bedreigt en dus het laatste juist de ontwikkeling van het maatschappelijk, zedelijk en geestelijk leven der Inlanders tegenhoudt.

(6)

- 2 -

Dankbaar getuigt de Zending het, dat de Regeering tegenwoordig door krachtigen steun op velerlei wijze aan de normale en geleidelijke ontwikkeling van het Christendom tracht bevorderlijk te zijn.

Trouwe vrienden heeft de Nederlandsche Zendingsvereeniging al die jaren In Nederland bezeten. Velen zijn reeds tot hooger leven opg'eroepen; hunne namen echter zijn niet vergeten en blijvend is de herinnering aan hunne trouwe toewijding en inliigE: liefde voor de zaak des Heeren.

Maar nog mag de Nederlandsche Zendingsvereeniging zich verblijden iD

het bezit van eene schare mannen en vrouwen. die naar de gaven en de

middelen, hun gegeven, toonen een warm hart te hebben voor den Evangeliearbeic!

111 de Soendalanden.

Daar zijn de Besturen der Afdeelingen , de Besturen der Provinciale Bonden;

daar zijn de Verzamelaars en Verzamelaarsters der Stuiversvereeniging, welke een zoo krachtigen steun biedt aan de Vereeniging; daar zijn de Predikanten en Onderwijzers, die hunne hooggewaardeerde diensten bewijzen bij de opleiding der kweekelingen; daar is de Vrouwenvereeniging, die zorgt voor de uitrusting der Zendelingen en mede op zich genomen heeft de zorg voor eene blijde Kerstfeestviering op de posten; eene vereeniging , aan welke het Hoofdbestuur sinds zoovele jaren zoo ontzaglijk veel te danken heeft met betrekking tot de verlichting der tinanciëele lasten; daar is zoo menigeen, die in stilheid door zijn gebed, door belangstelling, door een geldelijk offer met de Nederlandsche Zendingsvereeniging toont mede te leven. Het goede des Heeren worde hun allen toegebeden voor dit leven, en eens zij het genadeloon . Gods getrouwen dienstknechten en dienstmaagden bereid. hun deel.

Wij bevelen voor de toekomst allen, "die de verschijning des Ileeren hebben liefgekregen", onze Vereeniging van harte aan.

Broeders en Zusters! ook de nood van den Mohammedaan IS groot en zijne ellende is diep. En waar de Heiland bij Zijn heengaan van hier als laatste bevel aan de Zijnen de prediking des Evangelies aan alle volkeren heeft opgedragen, vergeet dan het volk der Soendalanden niet en helpt ons de zware schuld, die Nederland ook tegenover de Soendaneezen heeft. te betalen.

HET HOOFDBESTUUR DER NEDERLANDSCHE ZENDINGSVEREENIGING.

(7)

<J?

·~T gedenkboek, clat bij dezen clen leden en vrienden der Neclerlandsche Zcnclingsvereeniging wordt aangeboden, draagt tot titel: "Na vijftig jaren."

En de titel is cle uitdrukking van wat ik mij voorgesteld heb te geven.

Niet vmt 50 jaren, maar 1ta 50 jaren. Dat wil zeggen: hp.t is mijn doel niet geweest, de geschiedenis der Vereeniging in de halve eeuw van haar bestaan te behandelen.

Dat is ook niet noodig; wIe bijzonderheden aangaande het verleden wil welen, vindt reeds literatuur genoeg, om zijn weetlust te bevredigen .• )

Ik heb mij iets anders voorgesteld. Ik heb mij voorgesteld, de vraag te beantwoorden: "lloe staat het lilt met de Nederlandsche Zendingsvereeniging?

Wat is zij geworden in die 50 jaar?"

In het eerste hoofdstuk wordt het karakter der Vereeniging uiteengezet, worden hare beginselen verklaard en hare kenmerken in het licht gesteld. I let tweede hoofdstuk schetst het arbeidsveld. Post voor post wordt kort beschreven. Op welke wijze onder de Soendaneezen wordt gearbeid, ten einde het Evangelie onder hen ingang te doen vinden, verhaalt hoofdstuk drie. De vele tegenstand, daarbij te overwinnen, vormt den inhoud van hoofdstuk vier. En het laatste hoofdstuk bespreekt de vraag, in hoeverre na 50 jaren kan worden getuigd: "De I leere heeft eene geopende deur onder de Soendaneezen gegeven."

De geschiedenis van het verledm lS slechts in zooverre beschreven, als noodig was om het heden te verstaan. Eene opsomming van namen, jaartallen en cijfers is zoo veel mogelijk vermeden; ten einde dit mogelijk te maken, zonder te kort te doen aan den eisch, die aan een gedenkboek kan worden gesteld, zijn eelllge Bijlagen achteraan geplaatst.

.) De geschiedenis der Vereeniging zelve is uitvoerig belwndeld in het 25-jarig Gedenkboek, lenvijl alle bijzonderheden aangaande het arbeidsveld zijn te vinden in "Twaalf voorlezingen over vVe~t-Java" en in uDc Zendingseeuw voor Ned. Indie," beide werken van den I [eer S. COOLSMA.

(8)

De vriendelijke lezer zal wel niet willen vergeten, dat dit boek is samen·

gesteld door iemand, die geen zendingsdeskundige is, die nooit Indië heeft bezocht en die den noodigen tijd tot dit voor hem zoo moeilijke werk der samenstelling heeft moeten vinden in de weinige vrije uren, waarover een predikant in eene stadsgemeente te beschikken heeft.

Op eenige wetenschappelijke waarde maakt dit Gedenkboek niet de minste aanspraak. Indien het eenigszins mag medewerken tot verhooging der belangstelling voor de Nederlandsche Zendingsvereeniging en den arbeid, die van haar uitgaat, en al zoo tot eene blijde en dankbare viering van haar gouden feest, dan gevoelt de schrijver zich voor de moeite, aan den arbeid der samenstelling verbonden, rijk beloond.

Aan allen, die mij door hunne voorlichting hebben gesteund, mijn hartelijken dank.

H.

J.

ROOSEl:lOOM.

(9)

-

EERSTE HOOFDSTUK.

DE NEDE RLA NDSCIIE ZENDINGSVEREENIGING ALS VER EEN I GIN G .

<1<:1

~~ . :;~< ET

karakter, dat de Nederlandsehe Zendingsvcreeniging draagt als

-~~

vcrceniging, wordt vcrklaard uit de omstandigheden, dool' cn ondcr

; ~'t'

wclke zij vóór 50 jaren het levenslicht heeft aanschouwd. Zij draagt cen belijdel/d karakter; hare belijdenis is scherp geformulccrd en bclijnd.

Zóó moest hct zijn; dat was noodzakclijk, waal' zij werd opgericht ten gevolge van modernisme en ongeloof en hare oprichters voor niets meerder bevreesd

.J. VoonlloEvE II.Czl1.

waren, dan dat het geloovig standpunt, waarop zij zch'en stonden en op 'twelk zij wilden, dat ook de Nederlandschc Zendingsvereeniging stond en bleef staan, verlaten zou worden.

In den loop van hct jaar 1858 besloten eenige geloovige mannen pogingen aan te wenden, een nieuw Zendingsgenootschap op te richten. Zij konden en wilden niet langer in het Nedcrlandsche Zendelinggenootschap blijvcn.

Immers ook daarvan had zich het in de tweede helft dcr vorige eeuw heerschend ongeloof meester gemaakt. Zoo kwamen zij te zamcn te Amsterdam, gedrongen door hun ge\veten I hunne liefde tot den Heiland en tot het werk del' Zending. Dragers van bekcnde namen wuunden die samenkomst bij, zoo als de Hecrcn

GROEN VAN PnINSTEnER, MACKAY, DA COSTA,

J

(10)

L. J. LUI)KS.

-

- 6 -

CAPADOSE, HELDRING en VAN RHljN. Tot een vast resultaat leidden echtenle besprekingen, daar gehouden, niet. Besloten werd nog eens tot onderling overleg te vergaderen. Waar echter maand op maand verstreek, zonder dat de bijeenroeping geschiedde en het scheen, alsof de besproken zaak, allengskens in·

slapende, ontslapen zou, wendde de Heer

J.

VOORHOEVE H.Czn., te Rotterdam woon·

achtig, gevoelende , dat de tijd tot handelen gekomen was, zich tot Bestuurders van het in r8S! opgerichte en in bloeienden staat verkeerende Kinder·Zendingsgenootschap. I-lij verscheen in hun midden 23 November r8S8;

deelde hun mede, dat het zijne vurige begeerte was, voor de Zending te arbeiden, doch slechts te zamen met

verzocht hun op dien grondslag met hem saam te

broeders in den geloove, en werken. I-lij vond open ooren en gewillige harten, en reeds op de tweede samenkomst, 2 December T8S8, werd "De Zendingsvereeniging te Rotterdam"

opgericht en werden hare statuten vastgesteld.

De oprichters waren: ]. VOORHOEVE H.Czn., C. RUTTEMAN , B.

J.

GERRETSON, L.

J.

LUljKS, W. LAGERWElj, H. KOUSBROEK,

.J.

A. VAN HEljNINGE", C. P. BEUKENKAMP, A.MEljER en C. D. VAN DER VALK.

Reeds terstond sloten zich vele geloovige mannen en vrouwen binnen en buiten Rotterdam bij de Vereeniging aan; hier en daar werden Afdeelingen opgericht en op de eerste algemeene vergadering van Bestuur en Afgevaardigden, op den 7den October r8S9 te Rotterdam gehouden, werd de titel veranderd in den tegenwoordigen:

"N ederlandsche Zendingsvereeniging." C. D. VAr-> DER VALK.

(11)

Bekend IS het, dat In den eersten tijd en 111 den eersten tijd niet alleen - van het bestaan der Vereeniging ernstige bezwaren tegen haar werden ingebracht, vooral wat betreft Art. J harer Bepalingen, hetwelk luidt:

,De Vereeniging bestaat uit leden, die erkennen, dat de Heere JEZUS CHRISTUS hun volkomen Zaligmaker is; die dit in hunnen wandel toon en en verk1:lren niet te mogen samenwerken met degenen, die Zijne waarachtige en eeuwige Godheid loochenen."

Verschillende onjuiste voorsteIlingen werden omtrent het standpunt cIer Nederlandsche Zendingsvereeniging in omloop gebracht.

Voor den een stelde zij haar standpunt te hoog, daar zij voor deelneming aan den zendingsarbeid niet minder verlangde dan gehecJc overgave des harten aan den Heere JEZUS CHRISTUS; voor den ander bleef zij beneden datgene, wat men noodzakelijk achtte: "eene meer uitvoerig omschreven belijdenis,"

Zij werd verdacht van Labadistische en Darbystische sympathieën en In verband daarmede van onkerkelijkheid.

Dat de Nederlandsche Zendingsvcreeniging, wnt haar uitgesproken beginsel betreft, tegenspraak bij de wereld lOll ontmoeten, was te verwachten, maar

wat niet te verwachten was en toch ervaren werd, was dit, dat ook in beslist gcloovige kringen haar standpunt op bezwaren stuitte.

Zoo moest de Nederlandsche Zendingsvereeniging de teleurstelling onder·

vinden, dat een half jaar na hare oprichting, r Mei J859, de predikanten en gemeenteleden, die het Nederlandsclle Zendelinggenootschap hadden verlaten, de Utrechtsche Zendingsvereeniging oprichtten, en terstond daarna door hen, die ook I'oor den zendingsarbeid instemming met de kerkelijke belijdenisschriften noodig achtten, de Gereformeerde Zendingsvereeniging te Amsterdam in het lel'en geroepen werd.

Had de Nederlandsche Zendingsvereeniging dus aan de eene zijde hare bestrijders, aan de andere zijde ontbrak het haar en het standpunt, door haar Ingenomen I niet aan krachtige verdedigers. Vooral cle eerste voorzitter van het Hoofdbestuur, W. LAGERWEI]. toonde zich een geharnast strijder voor de beginselen, die hem dierbaar waren. Groote invloed is van, hem uitgegaan, wat nict te' venvonderen \Va~ I Waal" zijn woord Immer getuigdc van een rijke schriftkf'nnis, van een diep geloofsleven en steeds tintelde van liefde tot den Heel'.

(12)

f

- 8 -

Bekend is de toespraak, door hem gehouden op den eersten der openbare bidstonden in de kerk der Engelsche Pres"

byteriaansche gemeente te Rotterdam, thans cic zaal "Caledonia," op 7 April 1859, welke toespraak in druk is verschenen onder den naam: "Toelichting der bepalingen van de Zcndingsvereeniging te Rotterdam" en wel de

verklaring, de verdediging van het standpunt der Vereeniging mag heeten.

Wat aangevoerd werd tot verdediging van A rt. I, is aldus samen te vatten:

Zendingswerk is een werk des geloofs, Een zendingscorporatie moet dus zijn eene geloovigc corporatie. Eene geloovige corpo- ratie 's eene corporatie, die bestaat uit geloovigen, Zal de Nederlandsche Zendings"

vereel1lgmg eene geloovige 'vereeniging zijn, dan moet gewaarborgd worden, dat zij, die lid van haar worden, geloovigen zijn, Dit is

'vV. LAGER WEI).

te meer noodig, waar aan de leden invloed op den gang <Ier zaken wordt verleend, Alleen zij dus mogen als lid der Vereeniging worden aangenomen, die erkennen, dat de Ileere JEZUS CHRISTUS hun volkomen Zaligmaker is, Niet alleen dus Hem erkennen als dm Zaligma'ker, maar als hul/. Zaligmaker. En is dat laatste te veel gevJ'aagd? De eisch van persoonlijk geloof wordt door de [-I. Schrift zelve gesteic!. De geloovige moet zeker zijn van zijn geloof en zeke," zijn van zijn Ilee,", Zonder zekerheid des geloofs ook geen blijdschap des geloofs en geen kracht des geloofs, Neen, geen Christen mag rusten, voordat hij met vrijmoedigheid belijden kan en durft: "JEZUS is mijn Zaligmaker."

Maar ook van buiten kan gevaar komen. Mogelijk zou 't toch kunnen zijn, dat de Vereeniging banden legde, betrekkingen aanknoopte, verbindingen aanging,

waardoor zij van haar standpunt werd afgetrokken.

Door samenwerking wordt invloed uitgeoefend; dc gang van den een bepaalt en wijzigt den gang van den ander, vandaar het tweede lid van Art. I,

(13)

waarbij van de leden cle verklaring wordt geëischt, dat zij niet mogen samenwerken (dit geldt natuurlijk alleen op zendingsgebied) met degenen, die CHRISTUS' waarachtige en eeuwige Godheid loochenen. En de Godheid van CHRISTUS wordt hier op den voorgrond gesteld, omdat deze "de middelste schalm van de gouden keten der verlossing is; neem dezen weg en de keten is verbroken."

Alleen wanneer de Vereeniging aldus uit geloovigen bestaat, en slechts samenwerking met geloovigen zoekt. zal ZIJ bewaard worden voor doorvloeiing' el1 verflauwing harer beginselen en voor de schadelijke inwerking van den geest des ongeloofs.

Slechts eenmaal is de redactie van Art. T in de Vereeniging zelve aangevallen.

'r en gevolge van een voorstel, door enkele gewaardeerde zendingsvrienden gedaan, tot ineensmelting van de Utrechtsche en Nederlandsche Zendingsvereeniging, trachtte een deel van het Hoofdbestuur op de Algemeene Vergadering van den

2 dCIl October 1868 de Afgevaardigden der Afdeelingen te bewegen, het tot nu toe vigeerende Art. [ aldus te lezen:

"De Nederlandsche Zendingsvcrecniging stelt zich ten doel, voornamelijk door het opleiden en uitzenden van godvreezende en bekwame zendelingen, bevorderlijk te zijn aan de uitbreiding van het Godsrijk, met name in dc Oostindische bezittingen. Zij belijdt daarbij haar geloof, dat er voor verloren zondaars geen andere grond van zaligheid is, dan Gods vrije genade in CIIHISTUS

en geen andere weg des behouds, dan die van het Evangelie, 'twelk in de 11. Schrift is gegeven en in zijn grondtrekken in de belijdenisschriften van de Kerken der Hervorming uitgedrukt is, tevens staande in de overtuiging, dat het levend en persoonlijk geloof in den Zaligmaker het eenrg vruchtbaar beginsel van den Christelijken zendingsarbeid kan zijn. Allen, die verklaren hiermede in te stemmen, kunnen leden der Vereeniging worden."

Na eene zeer levendige discussie, die echter steeds 111 den toon van broederlijken zin bleef gesteld, werd het voorstel met 43 tegen 9 stemmen verwolven , welke beslissing het uittreden van enkele broedel's ten gevolge had.

En sinds dien tijd is geen strijd meer tegen den grondslag der Vereeniging aangebonden en gevoerd.

Zoo staat dan nu nog na 50 pren Art. I In zijne oorspronkelijke redactie. liet is "elc geboorteaktc" der NcdcrlandschC' ZClldingsverf'C'niging. Het drukt op

(14)

- TO -

haar een eigenaardig stempel en doet haar eene eigen plaats innemen lil de rij der zendingscorporaties. Toch heeft het haar niet gehinderd in haar wasdom en ontwikkeling. Niet tegen uitzetting, maar tegen ""wissclzing der grenzen heft het waarschuwend de hand op. Niet "samenwerking" verbiedt het met anderen, maar slechts "samenwerking, waarbij eigen beginsel wordt ingeboet."

En getuigd mag dan ook worden, dat de Nederlandsche Zendingsvereeniging nooit in een halsstarrig en hoogmoedig isolement zich heeft opgesloten. Wanneer zij kon, heeft zij ook anderen met het hare gediend. Arbeiden niet verscheidene harer kweekelingen op een ander arbeidsveld dan West·Java? De broeders DEN HOUTER, VAN DEN BOVENKAMP en PENNINGS zijn naar Talaut gegaan. Broeder PENNINGS IS 111 Egypte gevestigd, enkele anderen werden als hulppredikers aan de Regeering afgestaan. 0) Ook zij was gaarne bereid tot medewerking aan het stichten van het Zendingsconsulaat, en het medisch onderwijs, dool' hare kweeke1ingen genoten, geschiedt gemeenschappelijk met de alumni van het Nederlandsch Zendeling.

genootschap en de Utrechtsche Zendingsvereeniging. Zoo is zij er in geenen deele afkeerig van I de "broederschap" aan te kweeken, en den stok "samenbinders"

hoog te houden, waal' haal' dat eenigszins mogelijk is. Zonder twijfel, toegestemd moet het worden, in die afgeloopen 50 jaren is veel, wat weleer aanleiding tot een frontmaken gaf, ten goede veranderd, maar indien iemand nu beweert, dat de toestanden zóó veranderd zijn, dat Art. I door de Vereeniging wel kan worden opgeborgen, dan toont dezulke de rechte beteekenis van Art. I voor de Vereeniging niet wel te begrijpen. Zeker, Art. I kan genoemd worden een richtsnoer met betrekking tot de verhouding der Nederlandsche Zendingsvereeniging jegens andere zendingscorporaties, maal' het is toch dat niet alleen en allereerst. I-Iet is veel meer. Het is de uitdrukking van de beginselen, die de Vereeniging belijdt; van den geest, door welken zij wenscht bezield te worden. Het geloovig standpunt, dool' de Vereeniging als het hare ingenomen, beheerscht hare inrichting, hare propagandamaking, de aanneming harer kweekelingen, hare arbeidsmethoden, hare verwachtingen, het doel, dat zij zich voorstelt. Art. I is dus het ruggemerg, het zenuwgestel del' Vereeniging ; geeft zij dat op, trekt zij dat uit, dan ontwricht zij zichzei ve totaal.

.) Zie voorts Bijl~ge 111.

(15)

Wat is voor haar het zendingswerk? Zendingswerk is het werk der gemeente des Heeren. Die gemeente heeft tot roeping: te getuigen van haar

levend Hoofd, haar Koning en Heer.

Die getuigenis onder Heidenen en Mohammedanen IS Zending. Op dat getlligell komt het aan. Zonder dat getuigen is er geen Christelijke Zending.

De volkeren moeten door die getuigenis in aanraking gebracht worden met den CIIIlISTUS, den Zoon Gods, de volle openbaring Gods, den ge/Jee/en CIIRISTUS, den Gekruisigde en Opgestane; met Hem, die is de Verzoener met God en de Verzoening der zonden, gegeven tot rechtvaardigmaking, heiligmaking en volkomen verlossing. Zending is geen werk van humaniteit; zij stelt zich niet ten doel beschaving, ontwikkeling, maatschappelijke verbetering; dit alles komt vanzelr, als CHRISTUS .JEZUS wordt gekend en beleden in de kracht van Zijn dood en de kracht van Zijne opstanding. Wat "gevolg" is, mag geen "doel" worden.

Het verkrijgen der vruchten mag niet worden beoogd, zonder dat de boom, die cic vruchten draagt, wordt geplant, want dan is de heerlijkheid van de vruchten er ar en het leven is er uit. En in Art. I heert de Nederlandsche Zendings·

vereeniging dan ook beleden, dat zij als haar werk beschouwt, den Heidenen en Mohammedanen licht le brengen in hunne duisternis en brood in hunnen honger, door de getuigellis van den CHRISTUS, die is het Licht der wereld en het Brood des levens, 111 ovel-eenstemming met het woord van den Heiland: "die geloord zal hebben en gedoopt zal zijn, die zal zalig worden."

In verband met de beschuldiging van eene Darbystische richting in het standpunt der Nederlandsche Zendingsvereeniging, IS ook de grier van ollkerkelijklie/d tegen haar ingebracht. In zekeren zin is de Nederlandsche Zendingsvereeniging ook onkerkelijk, namelijk in dien van niet·kerkelijk. Dat is ze met elke andere zendingscorporatie. Genootschapszending is altijd niet.kerkelijk;

kerkelijk IS alleen cle zending, die gedreven wordt door dc Kerk zelve. Maar hier wordt ol/kerkelijk bedoeld in den zin van allti-kerkelijk. AI spoedig echter bleek, dat een anti·kerkelijk streven der Nederlandsche Zendingsvereeniging geheel en al vreemd was, zood at , al kan worden toegestemd, dat het standpunt der Vereeniging, gelijk het is uitgedrukt in Art. I, een Darbystische klelty draagt, nochtans bij haar geen sprake was van Darbystische sympntlllei!iz en strevingell. De Instructie toch, medegegeven aan de vertrekkende Zendelingen, bevat het volgende:

J

(16)

,

12

"In de Evangelieprediking onder de Soendaneezen worden hun geleerd en gepredikt cle geloofswaarheden, door de kerken der Hervorming- beleden en in hare belijdenisgeschriften uitgedrukt."

Het doel, dat de Nederlandsche Zendingsvereeniging zich voorstelt en 'twelk zij vung hoopt eenmaal te zullen bereiken, is het stichten eener Soendaneesch·Evangelische Zendingskerk. En al is de voortgang van het werk nog niet tot dat stadium gekomen, dat reeds beslist eene organisatie, die een kerkelijk karakter draagt, kan worden ingevoerd, zij houdt daarop toch hare oogen gevestigd.

Tevens heeft ZIJ Immer de ordening harer vertrekkende Zendelingen doen plaats grijpen in een kerkgebouw door predikanten der Hervormde Kerk en sinds lange jaren hebben predikanten dier Kerk zitting in het Hoofdbestuur.

Werd cr dcn eersten tijd van haar bcstaan minder op gelet, tot wclk kerkgenootschap de uitgezondcn brocders met hunne echtgenootcn behoorden, de ervaring heeft de wenschelijkheid geleerd, dat de arbeidende broeders en zusters in de Soendalanden tot dezelfde Kerk behooren, zoodat sinds de laatste jarcn het lidmaatschap der Ned. Herv. Kerk voor de kweekelingen verplichtend

IS gesteld, wat evenzeer geldt voor hunne aanstaande echtgenootcn.

Ten slotte, volgens een onlangs door het Hoofdbestuur genomen besluit, wordt van de reizende Agenten, die vool'!aan worden aangesteld, vercischt, dat zij 111 bezit zijn van de akte van godsdienstondcrwijzer in dc Ned. Herv. Kerk.

Zeker, grif wordt het toegestemd, dat alles maakt de Nederlands('he Zendingsvereeniging niet tot eene kerkelijke vereeniging I maar cle grief van onkerkelükheid, in den zin van anti.kerkelijk, wordt er toch als onrechtmatig en onhoudbaar door in het licht gesteld.

Het laatste bijzondere kenmerk der Nederlandscl,e Zendingsvereeniging IS hct democratisch karakter van hare inrichting.

Democratisch is zÜ geweest van den aanvang af tot nu toe.

Het Hoofdbestuur, eerst bestaande uit 3 leden, welk aantal In 1859 werd gebracht op 6, telt sinds 1869 negen leden.

Door instel11ming mer Art. I te verklaren, wordt men lid der Vereeniging.

(17)

'3 -

Conl:'ibutie wordl van de leden niet geëischt. Ook geloovige vrouwen kunnen leden worden. Contribuanten zijn zij I die, zonder lid van de Nederlandsche Zending~vereeniging te zijn, haar steunen met eene jaarlijksche bijdrage.

Stemrecht en invloed op den gang der zaken wordt hUil niet verleend. Waar

in ecne plaats zich zeven of meer leelen bevinden, kan eene Afcleeling wo relen gevornul. Die i\fdeelingen zenden één of me'er afg'evaardigden naar de i\lgell1eene Vergaderingen, die te Rotterdam worden g'ehouden.

De Voorjaar,vergadering heeft plaats op den Ilcmelvaarlsclag, dcn geclenkdag van jl':zus' kroning. De middaguren worden gewijd aan het beluisteren vall een degelijk, wetenschappelijk referaat op zendingsgebiecl; des avonds worclt in cic Groote Kerk cene godsdienstige samenkomst gehouden. Daar is het, dat dc jonge broeders, die hunnen leertijd achter den rug hebben en hun examen als zendeling.

leeraar voor e1e Indische Commissie met goed gevolg hebben afgelegd, worden geordend en naar het arbeidsveld afgevaardigd. Plechtige en gezegende uren zijn daal' dikwijls doorleefd.

Den dag daarop komen de afgevaardigden bijeen tot bespreking van het

jaarverslag. Door hen worden de 1-I00feibestllLII"clers gekozen, naai' vrije keuze, zonder dat een voordracht wordt aangeboden.

In de Najaarsvergac1ering, in October gehouden, brengen de afgevaardigden

verslag uit van den staat hunner Afdeelingen en de Agenten van hun werk in het afgeloopen jaar.

Steeds kenmerken zich de vergaderingen door een broederlijken toon. Ook bij verschil van meening wordt deze toon bewaard. Gewoonlijk zijn de gevoerde besprekingen zeer levendig. Van het recht tot vragen stellen met betrekking tot den voortgang van het werk, wordt druk gebruik gemaakt. Zonder voorbehoud geeft het I [oofdbestuul' alle gewenschte inlichtingen. Het Hoofdbestuur is steeds gewend cle afgevaardigden te kennen en te raadplegen en in gewichtige omstandigheden, ook dan, wanneer het J [oofdbestuur volgens de statuten gerechtigd is zelfstandig te handelen, wordt steeds de meening en de volmacht van de Algemeene Vergadering gevraagd. Zoo wordt het besef levendig gehouden, dat alle leelen te zamen zich tot den arbeid van de verbreiding des Christendoms onder de Soendaneezen hebben aangegord, daarvan allen mede de verantwoorde·

lijkheid dragen en in waarheid mede arbeiden.

(18)

- '4 -

In theorie en practijk rust de organisatie der Nederlandsche Zendingsvereeniging op het woord van den Heiland: "Eén is uw Meester, en gij zijt allen broeders."

Het middelpunt der Nederlandsche Zendingsvereeniging is het Zendingshuis

"Schooneberg ," aan den Westzeedijk te Rotterdam gelegen.

Daar vergadert het Hoofdbestuul' eiken Maandagavond; daar woont de Director als hoofd van zijn groot gezin; daar houden de kweekelingen verblijf;

van daar heeft de belangrijke expeditie plaats van Organen, Zendingsblaadjes , kleine blaadjes, Soendaneesjes enz.; daar loopen alle draden van het werk der Nederlandsche Zendingsvereeniging in Nederland en lil de Koloniën te zamen.

Nu reeds J8 jaren is Schooneberg "ons Schooneberg." Toen de eerste kweekelingen zich aanmeldden, had de Vereeniging geen eigen huis, waarom zij werden ingekwartierd bij den toenmaligen Secretaris, Br. A. MEIJER. Reeds spoedig echter, in r861, werd een eigen huis op het Kwakernaat betrokken, terwijl aan het

hoofd daarvan Br. en Zr. GERRETSON werden geplaatst. Vijf jaar later verhuisde de Vereeniging naar een pand in den Houttuin, het voormalig (eerste) Zendelinghuis van het Nederlandsche Zendelinggenootschap. In 1878 werd Br. COOLSMA tot Director van het Zendingshuis benoemd.

Wanneer deze broeder, gelijk zijn voornemen IS, aan het eind dezes jaars zijn ontslag neemt, om eene welverdiende rust te genieten, die God hem vele

(19)

jaren nog moge schenken, dan heeft hij, k!-aclllig gesteund door ziJne waardige echtgenoote, 30 jaar als Director gefungeerd.

ISéq. AAl\' I)Ei\" li\"GA:-;G. AM, DEi\" UITGANG. [goS.

Gedurende bijna een kwart eeuw bleef de woning in den Houttuin het Zendings.

huis. Welk eene verandering echter in 1890! En welk eene heerlijke verandering!

Op den dag, die genoemd wordt naar de Wijzen uit het Oosten, die togen naar Bethlehem om voor de voeten van den geboren Koning der Joden de schatten van hun land: goud, wierook en myrrhe, neder te leggen, gaf God het den Heer en Mevrouw lTTMANN in het hart, hunne lienijk gelegen buitenplaats IISchooneberg" aan de Nederlandsche Zendingsvereeniging ten geschenke aan te bieden.

Dat is een gift geweest, die altijd l11euw IS gebleven en die, gelijk zij met dankbaarheid werd aanvaard, ook nog steeds met dankbaarheid wordt genoten.

Statig rijst het gebouw op, omgeven door eenen schoonen, schaduwrijken tuin; rustig gelegen buiten het drukste gewoel der stad, overvloed aanbiedend

(20)

- 16 -

van licht en lucht. Niet gering voorzeker is hel voorrecht van een goed, geschikt en aangenaam huis. Zulk een huis wordt in waarheid een "tehuis."

DE l-h<:EIl EN MI::VROUW lTT"IANN.

De opleiding harer kweekelingen is der Nederlandsche Zendingsvereeniging immer sterk ter harte gegaan. Waar van de Zendelingen veel wordt gevraagd, daar moeten zij in hunne leerjaren ook wél worden toegerust.

De aanvankelijke leertijd van 3 par IS met het oog hierop spoedig tot een van 5 jaar gebracht en eene vijfjarige, geregelde, gezette studie is nog waarlijk niet te veel. Door verschillende onderwijzers uit Rotterdam wordt onderwijs gegeven in de elementaire vakken, de moderne talen en de muziek; de Theologische vorming is toevertrouwd aan een drietal predikanten; het medisch onderwijs ontvangen de kweekelingen te zamen met die van de Zendingsschool van eenige' te Rotterdam of elders gevestigde geneesheeren; de leermeester in de Indische vakken is de Director. Deze opleiding is zeer goedkoop.

Dat echter de goedkoopheid niet gaat ten koste van de degelijkheid van het onderwijs, blijkt wel uit het feit, dat het examen van zendeling·leeraar door de jonge broeders geregeld met goed gevolg wordt afgelegd en geen loffelijker

(21)

·~--- ...

- '7 -

getuigenis voor het onderwijs van Br. COOLSMA, dan de verklaring onzer Zendelingen, dat zij reeds binnen enkele maanden verblUf op Java in staat zijn eene prediking te houden in de zeer moeilijke Soendaneesche taal. Klachten over te geringe ontwikkeling harer Zendelingen zijn aan de Vereeniging dan ook nooit ter oore gekomen. Geen enkele broeder is als Zendeling mislukt, omdat hij niet genoeg had geleerd en zijn kennis te wenschen overliet. Integendeel, de Zendelingen der Nederlandsche Zendingsvereeniging hebben in dezen een g'oeden naam en de broeders, die door God tot anderen werkkring zijn geleid geworden, toon en ,

. \

ZEl\'DINGSIIUIS SCIIOONEIlEHG.

ook door de wijze, waarop zij hunne taak behartigen, dat de opleiding, hun gegeven, niet eenzijdig en bekrompen mag heeten.

Voorts Illag het niet worden vergeten, dat op West-Java voorloopig geene "geleerden" noodig zijn. De eischen voor het werk onder de eenvoudige Soendaneezen zijn niet dezelfde als gesteld moeten worden voor dat in 8ritsch- Indië en Japan.

Toen dan ook in 1904 het verzoek van het Nederlandsche Zendelinggenootschap tot de Nederlandsche Zendingsvereeniging kwam, mede te doen aan eene gemeenschappelijke opleiding der kweekelingen, werd de noodzakelijkheid daartoe

(22)

- r8 -

niet aanstonds gevoeld. Waarom het zeker-goede prijs te geven voor·iets nieuws, waarvan het nog blijken moest of het beter was dan het oude? Met meerderheid van stemmen besloot de Algemeene Vergadering vooralsnog de tegenwoordige opleiding te behouden.

/

.J. M, A. BleKER CAARTEN.

Rijk gezegend is de Nederlandsche Zendings- vereeniging in de halve eeuw, die nu achter haar ligt. Getuigende van tallooze weldaden Gods, mag zij haar gouden feest vieren. Hoe hebben hare vrienden haar gesteund! Zeker, moeilijke tijden heeft zij moeten doormaken; meermalen over- troffen de uitgaven zóó verre de inkomsten, dat niet dan met de grootste moeite in de loopende, eerste uitgaven werd voorzien, maar immer kwam er uitredding en dankbaar mag zij het erkennen:

"Het heeft mij aan niets ontbroken." Die ervaring geeft een Bestuur moed om te volharden, ook in moeilijke dagen. Zij heeft ook onzen hoog- geachten Broeder BleKER CAARTEN de kracht gegeven, om langer clan dertig jaren de Vereeniging te dienen als Penningmeester van het Hoofdbestuur. Zijn hartelijke liefde en trouwe arbeid zullen door de Vereeniging niet worden vergeten.

In de notulen van de vergadering van 2 December r858 staat: "Broeder MEljER geeft kennis, dat hij ontvangen heeft eene weduwepenning van

f

0.50."

Dat was de eerste bijdrage voor de Nederlandsche Zendingsvereeniging. Hare inkomsten in het eerste jaar van haar bestaan waren

f

3388.90. Nu is de rekening van inkomsten en uitgaven geklommen tot een cijfer van

f

70.000.-

En hoe is al die jaren het benoodigde geld verkregen? Niet door het binnenkomen van groole gaven allereerst.

Zeker, nu en dan kwam wel eens eene aanzienlijke gift 111, een flink legaat of een bijzondere bate uit een Bazaar, Sneeuwbalcollecte of Tombola, eens zelfs, in r880, werd het Hoofdbestuur verblijd door eene erfenis van

f

82,000. - ,

waaruit jarenlang de tekorten zijn gedekt, maar toch - verreweg het grootste deel van het benoodigde werd saamgebracht in kleine gaven. En nog steeds

(23)

- 19 -

zijn de laatste -t of 5 pagina's van elk "Orgaan" gewijd aan de rubriek

"Ontvangsten." .luist het groote getal dergenen , die de Nederlandsche Zendings·

vereeniging en haar werk genegen zijn en steunen, bemoedigt zoozeer, geeft een waarborg voor de toekomst, doet met te meer vertrouwen verder gaan en bevestigt de waarheid van het zoo dikwijls uitgesproken woord: "dat de Neclerlanclsche Zcndingsvereeniging wortelt in de gemeente,"

Rijk gezegend is zij in de halve eeuw van haar bestaan; gezegend, is zij

111 ons Vaderland ook ten zegen geweest. Een geestelijken zegen, dien de eeuwigheid eerst openbaren zal, heeft zij in de afgeloopen jaren mogen verspreiden.

Reeds door het vooropstellen van haar beginsel, gelijk het is uitgedrukt in Art. r, is menigeen tot de erkentenis gebracht: "Ja, zoo moet het zijn, en het is niet goed, voordat het zoo is: Jezus ulij" Zaligmaker." In de eerste Organen mocht dan ook met dankbaarheid vermeld worden, dat de eisch van persoonlijk g-eloof, door de Nederlandsche Zendingsvereeniging gesteld, verschillende broeders en zusters tot geestelijke klaarheid en vrijmoedigheid had geleid. - Velen hebben ook getuigd, en getuigen nog, dat zij door hun medewerken aan den

arbeid der Vereeniging geestelijk zijn gevoed en gesterkt. In alle werk aan de komst van Gods Koninkrijk trouwens wordt het ervaren: "Die geeft, ontvangt;

die zegent, wordt gezegend."

Menig goed woord is voorts gesproken door de Agenten, die het land doorreizen om de beginselen der Vereeniging voort te planten en bekendheid mct hare wcrkzaamheden te verbreiden (Art. 1 hunner Instructie). Elk goed Zendingsagent is ecn Evangelist, en eene aanbeveling van het zendingswerk is eene getuigenis van Gods groote liefde in JEZUS CHRISTUS, Zijnen Zoon ').

Ook op de "ood:;akelijkheld des gebeds heeft de Nederlandsclle Zendings·

vereenig-ing steeds gewezen.

Geen arbeid voor de Zending, zonder gebed voor de Zending. In Art. lV der Statuten wordt als doel der Vereeniging aangewezen: a. zich te vereel1lgen

Ol) Als reizende J\gentt'n zijn werkzaam geweest: A. PnSMt\, van r86o- 1&)2; \V . .J. VAN

J:h:EK, v<ln r86·I- r8g2; S. VAN KO~INGSVELI), van 186S- ISïO; .J. Na:UWLAND, van 1870'- IÇ)OO;

R. POSTIIUl\1A, van 188I- l88.lj S. /\. SCIlILSTRA (Oud-Zendeling), van 1884- 188g; 'vV. F. Vz\N I)I::R

KODDE, \'al1 l&)o- I8g6; N. DE BODJ':' van 1&)o- 1893j CIIR. IIEIJNE, van 18g8- J907; C. VROOLAND,

van J903- 1907· - Nog werkzaam zijn: C. KARMELK, sedert 18g2; P. S. I3ART~EMA, sedert l8g.I, en U. POUTSIIIA, sedert 190J.

(24)

...

~

__

~---~--_z

__ ---

- 2 0 -

In gebed; b. gelden bijeen te zamelen; c. Zendelingen aan te nemen of op te leiden en uit te zenden.

Het gebed staat dus voorop. Op het gebed als het eerste heeft zij steeds gewezen en het gebed als het eerste heeft zij steeds gevorderd. Geen gebed echter zonder kennis. "Generalities are lhe death of prayer", d. i.: "Algemeenheden zijn de dood van het gebed." Om waarlijk te bidden moet men levendige indrukken en heldere voorstellingen hebben van hetgeen, waarvoor men bidt. Een die bidt, moet weten wat hij wit, moet welen wat hij begeert. Welnu, waar de Nederlandsche Zendingsvereeniging om het gebed vroeg, is zij niet in gebreke gebleven om de noodige kennis Ie verschaffen. Heel wat zendingslecluur heeft zij het licht doen zien; wat zij uitgaf werd steeds met zorg bewerkt en rLllm verspreid; alleen de maandelijksche oplaag van het "Orgaan" lelt reeds Booo exemplaren. Werd wat op zendingsgebied uitkwam, maar meer gelezen! Was maar van alle Christenen het standpunt, wat het standpunt was van den ouden Heer GERRETSON, die placht te zeggen: "Ik acht het zonde voor God, ecn Zendingsbericht ongelezen uit de

h à~d

te leggen."

De Vereeniging heeft zich daaromlrent nooit illusies gemaakt, maar is loch immer voortgegaan door woord en geschrift te wijzen op de dure roeping der gemeente, om in den weg der gehoorzaamheid het ~oord der Waarheid en des Levens te brengen onder de volkeren, daardoor levens wijzende op \-Iem, die de Weg, de Waarheid en het Leven is, gedachtig aan het Schriftwoord: "Werpt uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen."

Zoo staat de Nederlandsche Zendillgsvereeniging dan nu 50 jaar. 'Waarlijk, zij staat. I-Iet kleine plantje is door de goedheid en trouwe Gods een slerke boom geworden. Door haar eigen zwakheid en gebrekkigheid is de kracht, die haar heeft opgebouwd en bevestigd, openbaar geworden als de kracht van den Heer.

Soli Deo gloria! I-Iulpe van den Heer verkregen hebbende staat zij tot op .dezen dag. Die hulpe zij haar ook verder nabij, opdat zij haar heerlijk werk moge voortzetten, zich verblijdende in de gunst van God en van menschen!

(25)

TWEEDE HOOFDSTUK.

I.

HET ZEN DIN G S V

I~

L

1).

EN zC'lldingsvcld wordt aangc\VC'zcn, waarna onder het aangewezen dc Evangelisatiearbeid wordt aangevangen. Er mag dus in dezen g('cn sprake zijn van ccnc keuze als \Tucht van uitsluitend verstandelijke overwegingen; men heeft zich te laten Inden door den Heer des oogstcs Zelvcll. f/~' wijst het volk aan, den kring, waarin men werken moet, en voor de

ZENDELINGEN DER NEDERLANoscm: ZENDINGS\"EREEl'iIGI:-iG, lÇ)OB.

(26)

l! &

- 22 -

aanwijzing en leiding des Heeren moet aan verstandelijke bezwaren en bedenkingen het zwijgen worden opgelegd. Slechts op den weg der gehoorzaamheid kan zegen worden verwacht.

Or. W ARNECK zegt 111 zijn "Missionslehre": "De geheeIe wereld strekte zich voor de oogen der eerste zendboden van JEZUS als zendingsgebied uit. Zij gingen echter niet in letterlijken zin de geheele wereld in, maar kozen een gedeelte er van uit tot hun arbeidsveld. Doch bij deze keuze volgden de Apostelen geenszins eigene overweging; integendeel, zij stonden onder Goddelijke leiding en voor·

lichting des ]-1. Geestes, die hun den weg wees. PAULUS heeft zijne zendingswegen tot een aanhoudend voorwerp van gebed gemaakt en daarna met open oog acht gegeven op alle Goddelijke vingerwijzingen en inspraken des Geestes, die hem als wegwijzers dienden. Evenals de Apostolische, staat de Zending van alle eeuwen onder de Goddelijke Voorzienigheid. Gelijk de H. Geest het zendingsbevel in herinnering brengt, wanneer het in vergetelheid geraakt is en zendingsleven wekt, wanneer het gestorven is, zoo baant God, Die de wereld regeert, ten allen tijde wegen voor de Zending, terwijl Hij de oogen Zijner dienstknechten verlicht, opdat zij deze wegen onderkennen."

Dat zijn schoone en treffelijke woorden. Het is dus onmogelijk voor het kiezen van een zendingsgebied een systeem op te bouwen, eene theorie te vormen; telkens opnieuw heeft een zendingsbestuur bij het bepalen van een zendingsterrein ootmoedig te vragen: "Heer, open onze oogen, opdat wij Uwen wil onderkennen." Is het werk der Zending zelf een werk der gehoorzaamheid, dan geschiede ook het bepalen van een zendingsveld in den weg der gehoorzaamheid.

Welnu, vóór 50 jaren heeft de Nederlandsche Zendingsvereeniging zich kennelijk aangewezen gezien, naar welk volk zij de hand had uit te strekken;

zij heeft die aanwijzing gevolgd en nu, na 50 jaren, kan worden getuigd op gl'ond van den ofschoon langzamen, toch geregelden voortgang van het werk, op gl'ond van den toenemend en zegen, die ondervonden wordt bij alle bezwaren, teleur·

stellingen en tegenheên, - staat de Zending niet steeds in het teeken van het kruis? - dat zij bij hare terreinbepaling in Goels weg is geweest.

God heeft het gewild! Dat is genoeg. Het is het antwoord op alfe vragen, de tegenwerping op afle bedenkingen, de verdediging legen alle aanvallen.

Toen het eerste Hoofdbestuur der Vereeniging jongelieden opriep, om

(27)

tot Zendelingen te worden opgeleid, kwam natuurlijk terstond de vraag aan de orde, welk deel van Ned. lndit; als terrein harer werkzaamheid gekozen worden moest. Immers de opleiding der kweekelingen houdt ten nauwste verband met het volk, waaronder deze later hebben te arbeiden.

Treffend was het, en de Bestuurders meenden daarin de aanwijzing des Heeren te mogen zien, dat van verschillende zijden, onafhankelijk van elkaar, hun aandacht gevestigd werd op het volk der Soendaneezen op West·Java.

Reeds in October 1858 waren in een verslag van het Genootschap voor In- en Uitwendige Zending te Batavia aan Nederland de bewoners van West-Java aanbevolen. Met klem wees de Heer I. Essm, hoofdambtenaar in Ned. Indie, het

EEN SOENDANEl-:SCIlE-·RAOEN.

(EIl~;I.MAS.) Hoofdbestuur op het bedroevende en beschamende

feit, dat in de schoone Soendalanden, zoo lang reeds koloniaal bezit van Nederland, door de Nederlandsche Christenheid nog nimmer het Evan- gC'lie was verkondigd geworden. Een gelijke raad werd gegeven door Ds. E. W. KING, predikant der Vrije Schotsche Kerk te Batavia (zie onder Meester-Cornelis).

Waarlijk, het werd tijd, aan het veel te lang verwaarloosde, talrijke volk der Soendaneezen, verstijfd in het Mohammedanisme, eene schuld af te doen, door hun het Evangelie der zaligheid te verkondigen, en voor de schatten, ook uit West-Java Nederland

EEN SOENDANEESCIIE TJATJAI-I.

(MAl' Ul1' IIRT rUI.)(.)

(28)

toegevloeid, te antwoorden met de prediking van den onnaspeurlijken rijkdom

111 CHRISTUS JEZUS.

ZOO werd met biddend opzIen naar Boven besloten de Soendalanden te kiezen tot voorwerp der zorg van de Nederlandsche Zendingsvereeniging.

Wat nu het zendingsveld zelf aangaat, West·Java omvat de residenties Bantam, Batavia, Preanger·Regentschappen en Cheribon. Het wordt bewoond door het volk der Soendaneezen, zood at dit gebied ook den naam van

"Soendalanden" draagt.

Hel getal der SoendHneezen kan op rUIm 6] millioen gesteld worden, bij welk getal dan nog ruim honderdduizend Chineezen, Arabieren en andere vreemde

EEN SOENDANEESCII GEZIN.

Oosterlingen moeten worden gevoegd. Zich tot de Soendaneezen richtend, hebben de Zendelingen der Neder·

landsche Zendingsver.

eeniging ook de Chi·

neezen niet voorbijge.

ZIen; zij vonden bij velen hunner een ge·

opend oor en hart, zoodat op verschillende posten de Chineezen een niet onbelangrijk deel der Christengemeente vormen; ja, zelfs op sommige posten het Chineesche element overheerschend is.

De voordeel en , welke West·Java als zendingsgebied bezit, zijn velerlei.

Vooreerst: het klimaat is g1l11stig. Natuurlijk blijft het een tropisch klimaat en als zoodanig dringt het den Europeaan tot voorzichtigheid. Er zijn nu eenmaal gestellen, die tegen een leven onder de keerkringen niet bestand zijn. Maar dit in het oog gehouden, mag het klimaat in de Soendalanden geroemd worden, inzonderheid in de bergstreken, en menig gezonrlheirlsetablissement is dan ook in de Preanger opgericht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het volk van God blonk helemaal niet uit in liefde voor God en zijn verbond, integendeel.. Het kwakkelde veeleer van ontrouw naar ontrouw, van onbegrip naar onbegrip, van

“Een) opdrachtnemer) is) zelf) verantwoordelijk) voor) het) aanvragen) van) een) deel) van) de) benodigde) vergunningen) voor) het) project) waarin) hij) voor) de) realisatie)

The simple truth of Scripture is that God never accepts an individual as such. Rather, he is accepted only in the Beloved, in the righteousness of the One, Christ Jesus, that is,

Eenen- twintig jaar geleden al tekende Roland Verbeeck voor het toen- malige ACW (nu beweging.net) voor De Andere Kerstmarkt.. „Ik wilde ngo’s en goede doelen een

Jongens scoren alleen hoger bij gymnastiek.’ Alle aandacht voor de prestaties van jongens leidt op Lek en Linge inmiddels wel tot een lichte vooruitgang, maar gelijk zijn de

(List the solver steps) -Show the four points, saturated vapor 1 MPa; reversible expander; 85% efficiency expander; and the initial condition on the following pressure-enthalpy

De bomen zijn vooraf niet ingemeten en moeten door mij in het VTA- programma per stuk worden ingevoerd.. Het is aan mij als VTA-controleur om alle bomen te

“We herplan- ten de bomen op drie verschillende plekken en we verwachten dat elke boom zo’n vier à vijf keer kan worden meegegeven voor een kerst voordat de boom te groot