1
Twintig jaar opleiden en twintig jaar weerstand
Een aanhoudend pleidooi voor internal auditing als zelfstandige professie
Wij bedanken het bestuur van het IIA voor de spoedige reactie op ons, als prikkelend bedoelde, artikel “Hoe het IIA zich de kaas van het brood liet eten”.
De reactie van het bestuur toont aan dat er een fundamenteel verschil van inzicht is over de essentie van ons vakgebied. Dat is de onvermijdelijke conclusie die we kunnen trekken na lezing van de reactie van het bestuur.
Er zijn juist geen Chinese muren; dat is onze boodschap
Om maar met de deur in huis te vallen: er blijken binnen IIA Nederland twee opvattingen te zijn:
1. Internal auditing als synoniem van interne accountancy
Internal auditing is in deze visie een jaarrekening gedreven verbijzonderde interne controleactiviteit waarbinnen de accountancydiscipline leidend is. In afstemming met de externe accountant verricht de internal auditor controle- of
inspectiewerkzaamheden naar de opzet en inrichting van de financieel georiënteerde vastleggings- en verantwoordingsprocessen.
Deze interpretatie van internal auditing is in lijn met de inhoud van het door ons becommentarieerde NBA-IIA-rapport “Impact op Governance”! De uiterst
dominante inbreng van vertegenwoordigers van de NBA bij de totstandkoming van het rapport is daarmee ook verklaarbaar. De uitspraak dat er overleg moet zijn met de externe accountant en dat deze betrokken moet worden bij het werkplan van de internal auditor is een uiterst logische consequentie van deze opvatting.
2. Internal auditing als managementinstrument
Onze opvatting is dat internal audit een instrument is van de ondernemingsleiding.
Internal auditing geeft het management feedback op de kwaliteit van management control; inclusief de strategische component daarvan.
In deze visie gaat het vakgebied internal auditing dus over het vraagstuk van de doelstellingenrealisatie; met andere woorden: ‘gaat de organisatie wel op haar doel af?’. De auditkalender wordt dan ook bepaald door die onderwerpen die vanuit businessoogpunt en vanuit continuïteit- en risicodenken in aanmerking komen voor een organisatiekundige en bedrijfskundige feedback op het ondernemingsbestuur.
Onnodig te stellen dat daarmee een, onafhankelijke (ook voor toezichthouders) en multidisciplinair samengestelde groep van beperkte omvang noodzakelijk is.
Het is aan de lezer om uit te maken welke van de bovenstaande visies in lijn ligt met de definitie van internal auditing.
2 De reactie van het bestuur huldigt de eerstgenoemde zienswijze. Wij zijn de tweede
opvatting toegedaan. Een opvatting waarmee twintig jaar in de Maasstad en in Amsterdam wordt gewerkt; studenten krijgen juist die bagage mee.
Dit belangrijke verschil van inzicht pleit natuurlijk ten spoedigste voor een fundamentele dialoog binnen ons beroepsgroep over het wezen van onze professie. Een open dialoog waarbij men bereid moet zijn om over eigen paradigma’s heen te kijken. Wanneer wij als beroepsgroep serieus genomen willen worden in het maatschappelijk debat, dan kunnen we het ons niet langer permitteren een dergelijke ´identiteitscrisis´ te laten voortbestaan.
Wij zijn in ieder geval graag bereid tot een constructieve dialoog.
Naeem Arif RO EMIA Arie Molenkamp RO