• No results found

Nota

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nota"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nota

Verbonden partijen

gemeente Asten 2015

(2)

Nota Verbonden partijen gemeente Asten 2015

Vastgesteld door:

College dd.

Commissie AZ&C dd.

Gemeenteraad dd.

(3)

Inhoudsopgave:

1. Inleiding ... 2

2. Uitgangspunten ... 3

2.1 De raad stuurt vooraf... 3

2.2 Gemeente is in control ten aanzien van verbonden partijen ... 3

2.3 Evaluatie van verbonden partijen ... 3

3. Werkwijzer verbonden partijen ... 4

3.1 Rol raad ... 4

Sturen: ... 4

Controle en Toezicht: ... 4

Informatievoorziening: ... 4

3.2 Rol college... 4

Sturen en beheersen:... 4

Verantwoorden: informatie en verantwoordingsplicht (wettelijk instrumentarium) ... 4

3.3 Afspraken ambtelijk ... 5

3.4 Budgetcyclus gemeenschappelijke regelingen ... 6

3.5 Overzicht verbonden partijen – bestuurders - ambtelijk... 7

4. Kaders verbonden partijen ... 8

(4)

1. Inleiding

Gemeenten maken steeds meer gebruik van netwerken en samenwerkingswerkingspartners om hun bestuurlijke doelen te realiseren. De rechtsvormen waarin dat gebeurt, zijn verschillend, bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen, maar ook stichtingen en vennootschappen. Dergelijke rechtsvormen mogen dan een (semi)onafhankelijke status hebben, de politieke

verantwoordelijkheid van de gemeente blijft onverkort gelden, evenals de eindverantwoordelijkheid van de gemeenteraad. Om de politieke verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, bestaan er sturingsmogelijkheden. In 2013 is een 213a-onderzoek uitgevoerd naar de governance van verbonden partijen, zijnde de sturing, beheersing, verantwoording en toezicht op verbonden partijen. De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn de aanleiding voor het opstellen van deze nota.

Het doel van de nota is de governance te verstevigen, waardoor er meer grip is op verbonden partijen. Hiervoor zijn in paragraaf 2 uitgangspunten geformuleerd. In paragraaf 3 is een werkwijzer opgenomen over wie wat doet en welke afspraken er zijn in de samenwerking met verbonden partijen. In paragraaf 4 staan de kaders die de raad stelt met betrekking tot de governance. In de opwerpfase bij het aangaan en wijzigen van een verbonden partij zijn deze hiermee bepalend.

De definitie van een verbonden partij is als volgt:

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft (artikel 1 Besluit begroten en verantwoorden).

Van een financieel belang is sprake als:

- een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement van de verbonden partij;

- de gemeente aansprakelijk is als de verbonden partij zijn verplichtingen niet nakomt.

We spreken van een bestuurlijk belang als de gemeente zeggenschap heeft. Dit betekent:

- vertegenwoordiging in het bestuur, bijvoorbeeld als een wethouder, raadslid of ambtenaar zitting heeft in het bestuur, of;

- stemrecht.

Een verbonden partij kan een publiekrechtelijke rechtsvorm betreffen, de gemeenschappelijke regeling, maar ook privaatrechtelijk zijn vormgegeven, zoals een stichting of vennootschap.

Hoofdregel voor een gemeente is dat publiekrechtelijk wordt gehandeld, tenzij het privaatrecht in het bijzonder is aangewezen.

(5)

3

2. Uitgangspunten

2.1 De raad stuurt vooraf

Ieder bestuursorgaan (raad, college, burgemeester) beslist, voor wat betreft zijn eigen

bevoegdheden, over deelname aan een verbonden partij. Het college en de burgemeester hebben voor deelname aan een gemeenschappelijke regeling toestemming nodig van de raad. In geval van deelname aan een privaatrechtelijke verbonden partij dient het college het ontwerpbesluit voor wensen en bedenkingen aan de raad voor te leggen. In de aanloopfase kunnen zowel raad als college / burgemeester actief sturen op de vormgeving van de verbonden partij. Op dat moment moet(en) immers nog de gemeenschappelijke regeling / statuten worden vastgesteld. De wijze van sturen en beheersen, verantwoorden en toezicht wordt daarin vastgelegd. Alles wat hierover in dit stadium wordt weggegeven, kan later moeilijk worden teruggepakt door het gemeentebestuur.

Actief sturen aan de voorkant is dus van belang. De raad stuurt vooraf door middel van de gestelde kaders in paragraaf 4.

2.2 Gemeente is in control ten aanzien van verbonden partijen Dit houdt in dat Asten met betrekking tot de verbonden partijen in control is:

- financieel, - beleidsmatig,

- procesmatig (ambtelijk, bestuurlijk, vertegenwoordiging), - en op het gebied van risicobeheersing.

Net als de gemeente moet de verbonden partij verantwoording afleggen. De financiële en beleidsmatige informatievoorziening moet op orde zijn. Door de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 dient het dagelijks bestuur van de

gemeenschappelijke regeling uiterlijk 15 april van het lopende jaar de algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar aan te bieden aan de raden van de deelnemende

gemeenten, zodat deze informatie beschikbaar is tijdens de behandeling van de voorjaarsnota. Ook de jaarrekening, met verslag van de accountant, moet eveneens uiterlijk voor 15 april worden aangeboden aan de raden. Verantwoordingsinformatie en controle kan hiermee zoveel mogelijk plaatsvinden via de reguliere gemeentelijke budgetcyclus. Procesmatig in control zijn houdt in dat voor iedereen duidelijk is wie wat doet en welke afspraken er zijn in het samenwerken met verbonden partijen. In de werkwijzer in paragraaf 3 is dit uitgewerkt. De risico’s van verbonden partijen dienen in kaart te zijn gebracht en zo nodig opgenomen in de paragraaf

weerstandsvermogen in de begroting en jaarrekening van de gemeente. Zie hiervoor paragraaf 4, onder punt 9.

2.3 Evaluatie van verbonden partijen

Het evalueren van verbonden partijen is niet wettelijk geregeld, echter wel aan te bevelen in het kader van de sturing van en toezicht op verbonden partijen. Een evaluatie kun je borgen door dit specifiek op te nemen in de gemeenschappelijke regeling of statuten. In de kaders in paragraaf 4 is de evaluatie onder punt 8 opgenomen.

(6)

3. Werkwijzer verbonden partijen

3.1 Rol raad

Sturen:

• Stelt kaders ten behoeve van aangaan / wijzigen verbonden partij

• In geval van raadsregeling afwegen welke bestuurder wordt afgevaardigd

• Verlenen toestemming bij aangaan verbonden partij

• Stuurt op begroting verbonden partij door middel van het indienen van zienswijzen

• Vaststellen beleidsplannen

Controle en Toezicht:

• Wettelijke instrumenten (Gemeentewet en Wet gemeenschappelijke regelingen): vragen inlichtingen, rekenkamerfunctie, onderzoekscommissie

• Toezichtsfunctie belegd bij afgevaardigd bestuurslid

• Behandelen evaluatieverslag

Informatievoorziening:

• Behandelen periodieke informatievoorziening

• Standaard agendapunt in commissies “Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten o.a. verbonden partijen”

3.2 Rol college

Sturen en beheersen:

● In geval van collegeregeling afwegen welke bestuurder wordt afgevaardigd

● Toestemming vragen aan raad

● Het college houdt zicht op de taakuitvoering door de verbonden partij en stuurt zo nodig bij.

● De wekelijkse BW-vergadering biedt via het agendapunt actualiteit het college de mogelijkheid om significante zaken te bespreken.

Verantwoorden: informatie en verantwoordingsplicht (wettelijk instrumentarium)

● Financiële verantwoording in voorjaarsnota, begroting en rekening gemeente, in paragraaf verbonden partijen.

● Financiële risico’s zijn, indien van toepassing opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in begroting en rekening gemeente.

● Financiële verantwoording en controle vindt plaats via de reguliere gemeentelijke planning- en controlcyclus.

● Actieve informatieplicht: op de agenda’s van de commissievergaderingen is het informatief overleg met de bestuurder o.a. over verbonden partijen als vast agendapunt opgenomen.

● Passieve informatieplicht college (Gemeentewet) / Verantwoording door afgevaardigd bestuurslid (Wet gemeenschappelijke regelingen)

(7)

5 3.3 Afspraken ambtelijk

● Bij aangaan van gemeenschappelijke regeling, dan wel privaatrechtelijke regeling vindt

verplichte juridische advisering plaats door team juridische kwaliteitszorg of juridisch controller.

● Per verbonden partij zijn een ambtelijk dossierhouder en financieel consulent aangewezen ter ondersteuning van de vertegenwoordiger in het bestuur.

● De dossierhouder is ambtelijk aanspreekpunt binnen de gemeente en contactpersoon voor de gemeenschappelijke regeling.

● De dossierhouder zorgt voor de inhoud van de paragraaf verbonden partijen, oa.

beleidsvoornemens betreffende verbonden partij.

● De dossierhouder vraagt advies aan de financieel consulent met betrekking tot de begroting, de kadernota en de jaarrekening van de verbonden partij.

● Financiële checks van kadernota, begroting en rekening van de verbonden partij worden door de financieel consulenten gestandaardiseerd.

● De budgetcyclus van de verbonden partijen wordt jaarlijks door de ambtelijk dossierhouders en financieel consulenten in beeld gebracht, en afgestemd met/op de Astense budgetcyclus voor begroting en jaarrekening.

● De dossierhouder zorgt voor goede afspraken met de verbonden partij over een tijdige aanlevering van stukken, jaarcijfers, etc.

● Het bijhouden van het Register gemeenschappelijke regelingen is belegd bij de juridisch controller.

● De actuele teksten van de gemeenschappelijke regelingen worden geplaatst op de website.

(8)

3.4 Budgetcyclus gemeenschappelijke regelingen

Verbonden partijen worden niet geconsolideerd opgenomen in de gemeentelijke begroting en jaarrekening. In onderstaande tabel is de planning van de budgetcyclus van gemeenschappelijke regelingen (GR) opgenomen in relatie tot de Astense budgetcyclus voor begroting en jaarrekening.

Financieel instrument GR

Wettelijke bepaling Asten

Kadernota GR

15 april

Voor 15 april zendt GR voorafgaand aan

begrotingsjaar aan raden, algemene financiële en beleidsmatige kaders én voorlopige jaarrekening inclusief controleverklaring accountant.

Financiële en beleidsmatige kaders overnemen

in paragraaf verbonden partijen in voorjaarsnota gemeente.

Voorlopige jaarcijfers overnemen in jaarrekening gemeente.

Financiële en beleidsmatige kaders en voorlopige cijfers worden gebruikt als input voor de voorbereiding van de zienswijze bij de ontwerpbegroting GR.

Ontwerp begroting GR

5 juni

Toezending 8 weken (week 21/uiterlijk 5 juni) voor vaststelling door dagelijks bestuur voor zienswijzen aan raden.

(8 weken is wettelijk minimale termijn: in

gemeenschappelijke regeling kan hierin zijn afgeweken)

Zienswijzen op ontwerp begroting door raad vast te stellen.

Check of financieel kader in gemeentelijke voorjaarsnota nog aangepast moet

worden.

Jaarrekening GR Vaststelling door algemeen bestuur; vóór 15 juli jaar zenden aan gedeputeerde staten volgend op het begrotingsjaar

Begroting GR Vaststelling door algemeen bestuur; vóór 1 augustus jaar zenden aan gedeputeerde staten voorafgaand aan begrotingsjaar

Begroting GR overnemen in begroting gemeente.

(9)

7 3.5 Overzicht verbonden partijen – bestuurders - ambtelijk

In onderstaand overzicht is per verbonden partij aangegeven wie bestuurlijk

vertegenwoordiger is, wie is aangewezen als ambtelijk dossierhouder en als financieel consulent.

Verbonden partij Bestuurlijk

vertegenwoordiger

Ambtelijk dossierhouder

Financieel consulent

Metropool Regio Eindhoven

H.G. Vos J. Meulendijks J. Peerlings

Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

T.M. Martens J. Strijbosch R. van den Einde

BNG J.H.J. van Bussel J. Peerlings J. Peerlings

Brabant Water NV H.G. Vos J. Peerlings J. Peerlings

Blink T.M. Martens T. Smits R. van den Einde

Atlant Groep J.C.M. Huijsmans D. van Dijk J. Peerlings Veiligheidsregio

Brabant-Zuidoost

H.G. Vos D. van Houts F. van Helmond

GGD Brabant-Zuidoost J.C.M. Huijsmans Vacature F. van Helmond

BIZOB H.G. Vos E. Starmans J. Peerlings

Overlegorgaan Nationaal Park De Groote Peel

T.M. Martens J. Meulendijks J. Peerlings

GR Peel 6.1 H.G. Vos

J.H.J. van Bussel

-WMO P. Baudoin -Jeugd

P. van de Kruijs -Participatiewet D. van Dijk

J. Peerlings F. van Helmond

(10)

4. Kaders verbonden partijen

De raad stuurt vooraf door kaders te stellen met betrekking tot de governance van verbonden partijen. Het gaat om de volgende onderwerpen:

1. Juridische vorm 2. Doeltreffendheid

3. Inrichting en organisatie 4. Sturen en beheersen

5. Verantwoorden – informatievoorziening

6. Verantwoorden – gemeentelijke begroting en jaarrekening 7. Toezicht

8. Evaluatie 9. Risico’s

De kaders zijn gebaseerd op:

● Wet- en regelgeving, zijnde de Gemeentewet, het Besluit begroten en verantwoorden en de Wet gemeenschappelijke regelingen, inclusief de wijzigingen per 1 januari 2015; de van toepassing zijnde wet- en regelgeving is hier samengebracht;

● Aanbevelingen uit het 213a-onderzoek;

● Normen die voortvloeien uit professionele opvattingen.

De kaders genoemd in 5, 6, 7 en 9 zien zowel op de aanloopfase, als op de uitvoeringsfase.

De kaders zijn primair gericht op publiekrechtelijke verbonden partijen. Wettelijk zijn de

instrumenten voor de publiekrechtelijke verbonden partijen beter toegesneden op de governance vraagstukken en de specifieke overheidsaspecten als democratische controle dan de wettelijke instrumenten voor private verbonden partijen. Ook daar gelden spelregels die bruikbaar zijn, met name opgenomen in statuten en overeenkomsten. Daarin kunnen nadere regels worden vastgelegd over bevoegdheden, verantwoordelijkheden, informatievoorziening, begroting en (ook tussentijdse) verantwoording. Het is dus zaak om er vooraf goed over na te denken, achteraf repareren is veel moeilijker.

(11)

9 1 Juridische vorm

De keuze voor de juridische vorm is zorgvuldig afgewogen.

a. De organisatorische vorm is leidend, de juridische vorm moet hierop aansluiten.

b. Er wordt via het publiekrecht gehandeld, tenzij het privaatrecht in het bijzonder aangewezen is.

1.1

c. Bij een gemeenschappelijke regeling kan een openbaar lichaam worden ingesteld. Het openbaar lichaam is een rechtspersoon (artikel 8, lid 1 Wgr). Bij de regeling waaraan uitsluitend colleges van burgemeester en wethouders deelnemen, kan een

bedrijfsvoeringsorganisatie worden ingesteld, uitsluitend ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers. De bedrijfsvoeringsorganisatie is een rechtspersoon (artikel 8, lid 3 Wgr).

2 Doeltreffendheid

2.1 De regeling vermeldt het belang of de belangen (het doel of de doelen) ter behartiging waarvan zij is getroffen (artikel 10, lid 1 Wgr). Het doel/de doelen zijn Specifiek, Meetbaar en Tijdgebonden uitgewerkt en dragen bij aan de beleidsdoelen die de gemeente nastreeft.

Er zijn afspraken gemaakt waarmee kan worden vastgesteld of:

a. beleidsdoelen worden bereikt;

2.2

b. doelen binnen financiële kaders worden gerealiseerd.

3 Inrichting en organisatie (wet- en regelgeving)

3.1 Er is pas overgegaan tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling nadat toestemming is verkregen van de gemeenteraden (artikel 1 Wgr)

3.2 Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter (artikel 12 Wgr). Het bestuur van een bedrijfsvoeringsorganisatie bestaat uit leden die per deelnemende gemeente door het college zijn aangewezen (artikel 14aWgr).

3.3 Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden, door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen, met inachtneming van het daaromtrent in de regeling bepaalde. De aldus aangewezen leden van het dagelijks bestuur mogen niet allen afkomstig zijn uit dezelfde gemeente (artikel 14, lid 1 Wgr).

3.4 De leden van het dagelijks bestuur mogen nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken, tenzij sprake is van een burgemeestersregeling met minder dan zes deelnemers (artikel 14, lid 3 Wgr).

3.5 Het algemeen bestuur, het bedrijfsvoeringsorgaan vergadert jaarlijks tenminste tweemaal, deze vergaderingen zijn openbaar (artikel 22 Wgr).

4 Sturen en beheersen

Collegeleden en/of raadsleden kunnen vertegenwoordiger zijn in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

4.1

a. Het algemeen bestuur van een openbaar lichaam, ingesteld bij een regeling die uitsluitend getroffen is door raden, bestaat uit leden die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden, met uitzondering van de voorzitter worden aangewezen (artikel 13,lid1 Wgr).

(12)

b. Indien de regeling mede is getroffen door raden, bestaat het algemeen bestuur uit leden die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders worden aangewezen (artikel 13,lid1 Wgr).

c. De regeling bepaalt het aantal leden van het algemeen bestuur, dat door de raad van elke deelnemende gemeente wordt aangewezen cq het stemgewicht dat elke afgevaardigde in het algemeen bestuur heeft (artikel 13,lid 3 en 4 Wgr).

d. Het algemeen bestuur van een openbaar lichaam, ingesteld bij een regeling die uitsluitend is getroffen door colleges van burgemeester en wethouders, bestaat uit de leden die per deelnemende gemeente door het college uit zijn midden worden aangewezen (artikel 13, lid 6 Wgr).

e. Het algemeen bestuur van een openbaar lichaam, ingesteld bij een regeling die uitsluitend is getroffen door colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters gezamenlijk, bestaat uit: a. leden die per deelnemende gemeente door het college uit zijn midden worden aangewezen, en b. de burgemeesters van de deelnemende gemeenten.

Om het doel van de gemeenschappelijke regeling te bereiken worden bevoegdheden overgedragen.

a. Er is inzicht in de bevoegdheden die worden overgedragen (artikel 10, lid 2 Wgr).

b. Een regeling als hier bedoeld kan bepalingen inhouden omtrent de wijze waarop

verandering kan worden gebracht in de overgedragen bevoegdheden. (artikel 10, lid 2 Wgr).

4.2

c. Het bestuur van het openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie kan niet besluiten tot uitbreiding van de overgedragen bevoegdheden (artikel 10, lid 2 Wgr).

4.3 De voor onbepaalde tijd getroffen regeling houdt bepalingen in omtrent wijziging, opheffing, toetreding en de gevolgen van uittreding (artikel 9 Wgr).

5 Verantwoorden: Informatievoorziening omtrent gemeenschappelijke regelingen In de gemeenschappelijke regeling zijn afspraken opgenomen over het periodiek, en indien nodig ad hoc, informeren van de raad.

a. in geval van een raadsregeling: De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop een lid van het algemeen bestuur aan de raad die dit lid heeft aangewezen, de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen verstrekt (artikel 16, lid 1 Wgr) en

verantwoording aflegt voor het door het bestuur gevoerde beleid (artikel 16, lid 2 Wgr).

b. in geval van een collegeregeling: De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop een lid van het algemeen bestuur aan het college dat dit lid heeft aangewezen, de door een of meer leden van het college gevraagde inlichtingen verstrekt en verantwoording aflegt voor het door het bestuur gevoerde beleid (artikel 18 Wgr)

c. in geval van een collegeregeling: De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop een lid van het algemeen bestuur aan de raad of een of meer leden van de raad, de door een of meer leden van de raad gevraagde inlichtingen verstrekt en verantwoording aflegt voor het door het bestuur gevoerde beleid (artikel 19 Wgr)

d. De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop door het bestuur van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie aan de raden van de deelnemende gemeenten de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen worden verstrekt (art.17 Wgr).

5.1

e. In de Gemeenschappelijke Regeling worden afspraken gemaakt omtrent periodieke

(13)

11 Informatievoorziening aan de raad, financiële instrumenten

a. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de

bedrijfsvoeringsorganisatie, of het gemeenschappelijk orgaan zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelgemeenten (artikel 34b Wgr).

b. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de

bedrijfsvoeringsorganisatie, of het gemeenschappelijk orgaan zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, onderscheidenlijk acht weken voordat zij door het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het

gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten (artikel 35 Wgr).

c. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de

bedrijfsvoeringsorganisatie, of het gemeenschappelijk orgaan zendt de begroting binnen twee weken na definitieve vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar

voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten (artikel 34, lid 2 Wgr).

d. Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de

bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft (artikel 34, lid 3 Wgr).

5.2

e. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de

bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten (artikel 34, lid 4 Wgr).

6 Verantwoorden: Informatievoorziening in gemeentelijke begroting en jaarrekening Informatievoorziening aan de raad in de gemeentelijke jaarstukken.

a. Verbonden partijen worden niet geconsolideerd opgenomen in begroting en jaarstukken (artikel 5 BBV)

b. De begroting bevat een aparte paragraaf verbonden partijen (artikel 9 lid 2 BBV) welke tenminste bevat (artikel 15 BBV):

-Een visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting;

-De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.

-De lijst van verbonden partijen.

6.1

c. Het jaarverslag bevat de paragrafen die ingevolge artikel 9 BBV in de begroting zijn opgenomen. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen(artikel 26 BBV).

De informatie over verbonden partijen in de balans.

In de balans worden onder de financiële activa afzonderlijk opgenomen:

a. Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen;

b. Leningen aan overige verbonden partijen (artikel 36 BBV);

c . De toelichting op de productenrealisatie bestaat tenminste uit:

6.2

I. een overzicht van kapitaallasten;

(14)

II een lijst van verbonden partijen;

III de toelichting op onderhanden werk inzake grondexploitatie, bedoeld in artikel 38, onder a, onder 1 en onder b. (artikel 67 BBV).

De informatie over verbonden partijen in de lijst verbonden partijen.

In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie verstrekt over verbonden partijen (artikel 15, lid 2 a t/m e BBV):

a. de naam en de vestigingsplaats;

b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt;

c. het belang dat de gemeente in het begrotingsjaar in de verbonden partij heeft, en indien van toepassing de veranderingen die zich naar verwachting in het begrotingsjaar zullen voordoen in dat belang;

d. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;

6.3

e. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar.

7 Toezicht

Er vindt structureel en onafhankelijk toezicht plaats op gemeenschappelijke regelingen.

a. De bestuurlijke toezichtfunctie is belegd bij het afgevaardigde lid in het (algemeen) bestuur.

7.1

b. De jaarrekening van een gemeenschappelijke regeling wordt beoordeeld door een externe accountant.

8 Evaluatie

Het functioneren van verbonden partijen wordt periodiek geëvalueerd. Dit is geborgd in de gemeenschappelijke regeling.

In de evaluatie is ten minste aandacht voor:

-naleving wet- en regelgeving (bijvoorbeeld tijdig sturen begrotingen) -doeltreffendheid deelneming (wordt het publieke belang/doel nog gediend?) 8.1

-doelmatigheid deelneming (worden doelen/taken binnen budget gerealiseerd? ‘value for money’?)

9 Risico’s

Risico’s van verbonden partijen zijn in kaart gebracht.

a. Financiële risico’s zijn in kaart gebracht en indien nodig opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen van de gemeente.

9.1

b. Er wordt rekening gehouden met niet financiële risico’s (bijvoorbeeld imagoschade).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten minste eenmaal in de vier jaar voert de burgemeester overleg met zijn gemeenteraad over het ontwerpbeleidsplan (overeenkomstig artikel 14, lid 2a, Wet veiligheidsregio’s).. Zo

Onlangs heeft u de Raad voor het Openbaar Bestuur in kennis gesteld van uw kanttekeningen bij het herverdeelvoorstel van het gemeentefonds dat bij de Raad ter advisering voorligt.

Om de geheimhouding te borgen, is het advies om een afspraak te maken met de beheerder van de archiefbewaarplaats (meestal de gemeentearchivaris) dat de archiefbescheiden al

Verzoekende partij beweert dat de tuchtcommissie ongeldig samengesteld werd omdat (1) de raad van bestuur van verwerende partij die bevoegdheid niet kon delegeren en

Mevrouw Trap als lid voor het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.. Hietbrink als

In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een lid van de raad tevens wethouder zijn van de gemeente waar hij lid van de raad is gedurende het tijdvak dat:n. aanvangt

Het Algemeen bestuur stuurt voorstellen die van belang zijn voor de uitbreiding van het takenpakket van het openbaar lichaam toe aan de raden van de

Het algemeen bestuur van een openbaar lichaam bestaat uit leden die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders