• No results found

Zelfrealisatie bij onteigening in Vlaanderen en Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zelfrealisatie bij onteigening in Vlaanderen en Nederland"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ZELFREALISATIE BIJ ONTEIGENING IN VLAANDEREN EN NEDERLAND

(2)
(3)

ZELFR EALISATIE BIJ ONTEIGENING IN

VLAANDER EN EN NEDER LAND

Erika Rentmeesters Willem J.E. van der Werf

Antwerpen – Cambridge

(4)

Zelfrealisatie bij onteigening in Vlaanderen en Nederland Erika Rentmeesters en Willem J.E. van der Werf

© 2015 Intersentia

Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be

ISBN 978-94-000-0646-1 (Intersentia)

ISBN 978-90-78066-97-2 (Instituut voor Bouwrecht) D/2015/7849/49

NUR 823

Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.

(5)

Intersentia v

WOOR D VOOR AF

Het recht in alle Europese lidstaten evolueert voortdurend onder invloed van de Europese regelgeving en rechtspraak. Nederland en België – met inbreiding in Vlaanderen – ontsnappen daaraan vanzelfsprekend niet. In deze optiek vormt een vergelijkende studie van het recht in Nederland en Vlaanderen steeds opnieuw een uitdaging.

Reeds op 19 september 1947 werd op initiatief van de professoren Eduard Mau- rits Meijers1 langs Nederlandse zijde en de baron Emile Van Dievoet2 langs Belgische zijde de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland opgericht met de betrachting om door rechtsvergelijking tot een dieper inzicht te komen in elk van de beide rechtsstelsels op het gebied van publiek-, privaat- en strafrecht. De vereniging is op heden nog steeds actief. Om de doelstelling van de vereniging te realiseren, werden preadviezen uitgebracht, waarvan er in de loop der jaren heel wat werden gepubliceerd. Zo bracht ook professor-emeritus Marc Boes, medestichter en bestuurslid van CROW, in 1989 een preadvies uit met betrekking tot Administratieve sancties en art. 6 E.V.R.M.

in België.3

Inhoudelijk heeft de samenwerking tussen de VVOR en CROW hetzelfde doel als de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland, maar met dien verstande dat de rechtsvergelijking beperkt is tot het domein van het publiekrecht. De eerste preadviezen werden tijdens een gezamenlijke studie- namiddag op 17 juli 2013 uitgebracht met betrekking tot Het eliminatiebeginsel in Nederland en België.4 De preadviezen die in deze uitgave gebundeld worden, han- delen over de zelfrealisatie door particulieren van plannen die door een overheid werden uitgewerkt en vastgelegd. Tot op heden werd aan de mogelijkheid tot zelf- realisatie door privatieve eigenaars van overheidsprojecten weinig aandacht besteed. En nog minder werd er over dit onderwerp gepubliceerd, zeker in Vlaan- deren.

1 Voormalig hoogleraar burgerlijk recht en internationaal privaatrecht aan de Rijksuniversiteit van Leiden.

2 Voormalig hoogleraar aan de KU Leuven, minister van Landbouw en minister van Justitie.

3 M. Boes, Administratieve sancties en art. 6 E.V.R.M. in België, Zwolle, Tjeenk Willink, 1989.

4 J.S. Procee en S. Verbist, Het eliminatiebeginsel in Nederland en België, Instituut voor bouw- recht, 2013. In Vlaanderen wordt de term planneutraliteit gehanteerd.

(6)

Woord vooraf

vi Intersentia

In een eerste refl ex neigt men er bij zelfrealisatie waarschijnlijk naar om enkel te denken aan lucratieve projecten zoals bijvoorbeeld groepswoningbouw, verkave- lingen of het ontwikkelen van industrieterreinen. Maar ook niet winstgevende projecten kunnen voor private realisering in aanmerking komen. Zo verhindert niets dat onder andere een natuurgebied of een buff erzone particulier gereali- seerd wordt. Of dit realistisch en/of haalbaar is, is natuurlijk een andere vraag.

Voor zover een eigenaar zelf in staat is om een welbepaald door de overheid voor- genomen project te realiseren op de wijze die de overheid voor ogen heeft , is een onteigening in functie van dat werk overbodig.

In de navolgende bijdragen geven mrs. Erika Rentmeesters wat Vlaanderen betreft en Willem van der Werf voor Nederland, hun visie over de zelf realisatie- mogelijkheden door particulieren.

Mr. Erika Rentmeesters behaalde in het jaar 2000 het diploma van licentiaat in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en aansluitend in 2004 met grote onderscheiding het diploma van Master in het milieurecht aan de Universi- teit Gent. Erika is advocaat in het kantoor Truyens Advocaten in Sint-Niklaas en verdiept zich vooral in grondwettelijk en administratief recht, ruimtelijke orde- ning en milieurecht, alsmede in het vastgoedrecht.

Mr. Willem van der Werf studeerde civiel en internationaal recht in Leiden en Heidelberg (D). Hij is partner in het kantoor Van der Feltz in Den Haag en is werkzaam op het terrein van ruimtelijke ordening, het onroerendgoedrecht en de onteigeningspraktijk. Hij is als docent werkzaam voor diverse onderwijsinstitu- ten. Hij publiceert geregeld over overheidsgerelateerde topics en annoteerde onder meer het KB van 5  december 2011 tot onteigening, zelfrealisatie, bereidheid exploitatiebijdragen te betalen en voorwaarden aan het KB.5

Beide auteurs gaan gedetailleerd in op de juridische en feitelijke omstandighe- den en de (rand)voorwaarden die bij het principe van zelfrealisatie (kunnen) interveniëren. Ze maken daarbij tevens de nodige afwegingen met betrekking tot de zelfrealisatie in relatie met de (noodzaak tot) onteigening.

Robert Palmans Kris Van Hoecke

5 Tijdschrift Bouwrecht 2012, nr. 66.

(7)

Intersentia vii

INHOUD

Woord vooraf . . . v

Zelfrealisatie bij onteigening in Vlaanderen Erika Rentmeesters . . . 1

Afdeling I. Inleiding . . . 1

Afdeling II. Zelfrealisatierecht in de stedenbouwwetgeving . . . 4

§ 1. Principe . . . 4

§ 2. Toepassingsgebied . . . 7

§ 3. Voorwaarden . . . 8

§ 4. Procedure . . . 9

§ 5. Rechtspraak . . . 10

A. Zaak Boeraeve . . . 10

B. Zaak Immo Claes . . . 17

Afdeling III. Zelfrealisatierecht in het kader van de onteigeningsnoodzaak . . . 19

§ 1. Principe . . . 19

§ 2. Zelfrealisatierecht in functie van het onteigeningsdoel . . . 22

§ 3. Beoordeling van de onteigeningsnoodzaak en de mogelijkheid tot zelfrealisatie . . . 23

§ 4. Rechtspraak . . . 24

A. Zaak Custers . . . 24

B. Zaak Stena . . . 26

C. Zaak Ecology-Culture . . . 30

D. Rechtspraak van lagere rechtbanken . . . 32

E. Zaak POM Antwerpen . . . 38

§ 5. Kennis van het onteigeningsdoel . . . 39

Afdeling IV. Zelfrealisatie in de toekomst . . . 44

Zelfrealisatie bij onteigening in Nederland Willem J.E. van der Werf . . . 49

Afdeling I. Inleiding . . . 49

Afdeling II. Opzet . . . 50

Afdeling III. Grondwet . . . 51

Afdeling IV. Artikel 1 Eerste Protocol van het EVRM . . . 52

Afdeling V. Onteigeningswet . . . 55

(8)

Inhoud

viii Intersentia

Afdeling VI. Parlementaire geschiedenis . . . 56

§ 1. Onteigeningswet van 1851 . . . 56

§ 2. De negentiende eeuw . . . 58

§ 3. Onteigening par zônes . . . 59

§ 4. Woningwet: onteigening in het belang van de volkshuisvesting . . . 60

§ 5. Uitbreidingsplan . . . 62

§ 6. Wederopbouwwet . . . 63

§ 7. Wet op de Ruimtelijke Ordening: het bestemmingsplan . . . 63

§ 8. Zorgen over geslaagde beroepen op zelfrealisatie . . . 65

§ 9. Grondpolitiek . . . 66

§ 10. ‘Zelfuitvoering’ en de wijze van planuitvoering . . . 66

§ 11. Kenbaarheid koninklijke besluiten . . . 68

§ 12. Marktwerking . . . 70

§ 13. Codifi catie van toetsingscriteria . . . 71

§ 14. Aanbestedingsproblematiek . . . 71

§ 15. Aanscherping grondbeleidsinstrumentarium . . . 73

§ 16. Afschaffi ng zelfrealisatierecht? . . . 73

§ 17. Discussie over de afschaffi ng . . . 75

§ 18. Nader onderzoek . . . 76

§ 19. Geen afschaffi ng zelfrealisatierecht . . . 77

§ 20. Wet ruimtelijke ordening . . . 78

§ 21. Crisis- en herstelwet . . . 79

§ 22. Wijzigingen in het omgevingsrecht . . . 80

Afdeling VII. De eisen van de Kroon . . . 81

§ 1. Beginperiode . . . 81

§ 2. Eind jaren vijft ig: ontluikende beroepen op zelfrealisatie . . . 81

§ 3. Jaren zeventig: fl inke toename . . . 82

§ 4. Standaardformuleringen . . . 84

§ 5. Positie van de erfpachter . . . 87

§ 6. Het minnelijk overleg . . . 87

§ 7. Eigenaar moet het initiatief nemen . . . 88

§ 8. Eigenaar moet “in staat zijn”. . . 88

§ 9. Eigenaar moet “bereid zijn” . . . 91

§ 10. Zelfrealisatie met een derde . . . 93

§ 11. De voorgestane vorm van planuitvoering . . . 94

§ 12. Doelmatig beheer . . . 95

§ 13. Exploitatieplan en exploitatiebijdrage . . . 96

§ 14. Particulier opdrachtgeverschap . . . 98

§ 15. Wet voorkeursrecht gemeenten . . . 99

§ 16. Aanbestedingsplicht . . . 100

§ 17. Verkapte beroepen op zelfrealisatie . . . 102

(9)

Inhoud

Intersentia ix

Afdeling VIII. De jurisprudentie van de Hoge Raad . . . 102

§ 1. Redelijkheidstoets . . . 102

§ 2. Tijdigheid . . . 103

§ 3. Nieuwe feiten en gewijzigde omstandigheden . . . 104

§ 4. Verdere verfi jning . . . 106

Afdeling IX. De discussie over de eliminatie van het bestemmingsplan . . . 107

Afdeling X. Zelfrealisatie bij onteigening in België vanuit Nederlands perspectief . . . 111

Veel voorkomende afk ortingen . . . 113

(10)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast zal er een inhoudelijk overlegplatform worden samengesteld voor de Vlaams-Nederlandse partners (o.l.v. de netwerkcoördinatoren) waarin alle Vlaams- Nederlandse

In het leerplan treffen we, net zoals in het leerplan van het VVKSO, een tweede- ling aan tussen een luik ‘basis’ - een luik waarin omschreven wordt wat alle leerlingen uit het aso,

Nederlandse respondenten hebben (na controle voor leeftijd) significant vaker positieve attitudes ten aanzien van professionele hulp zoeken voor psychische en emotionele problemen

De Algemene Rekenkamer en het Rekenhof bevelen instellingen en opleidingen aan de kosten van interne en externe kwaliteitszorg beter te monitoren opdat ze zonodig maatregelen

Aandachtspunten: ondersteuning in fase basiszorg en verhoogde zorg, binnenklasdifferentiatie, redelijke. aanpassingen, notie ‘disproportioneel’, grens gemeenschappelijk curriculum

In de Nederlandse grensregio had 51,0 procent van de werknemers een deeltijdbaan in 2015. In de Vlaamse grensregio was dit met 28,7 procent aanzienlijk lager. In de

Grensnabije regio Vlaams Gewest Bron: Bevolkingsstatistiek (CBS) en Algemene Directie Statistiek (Statistics Belgium). Nederland

In een analyse van de Vlaamse arbeidsmarkt door Sels (2012) komen andere, ook voor Nederland, herkenbare aandachtspunten naar voren ter verkla- ring van de slechte