• No results found

Onderwerp Rekenkameronderzoek ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ inclusief oplegnotitie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderwerp Rekenkameronderzoek ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ inclusief oplegnotitie"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raadsvoorstel

G emeente jįžžğ B euningen

Onderwerp Rekenkameronderzoek ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ inclusief oplegnotitie

Raadsvergadering 9 oktober 2018

Nummer (agenda) Commissie 1 samenleving

Registratienummer BW18.00327 Datum 24 september 2018

Registratiecode iiriiii iiiniiiiiiiiiiii Commissie 2

Auteur Datum

Status Openbaar B&W-vergadering

Persgesprek Portefeuillehouder

Samenvatting

De rekenkamer (commissie) s van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen hebben onderzoek gedaan naar de inrichting en het bestuur van Veilig Thuis Gelderland Zuid (VTGZ). In het eindrapport ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ doen de rekenkamers verslag van de bevindingen, trekken zij conclusies en geven zij een aantal aanbevelingen om de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden bij bestuurlijke samenwerking te versterken. De

Rekenkamerdirecteur Beuningen brengt in een Oplegnotitie nog een aantal specifieke Beuningse zaken naar voren. Op basis van het rapport en de oplegnotitie, en de reactie van het college daarop, heeft de

Rekenkamerdirecteur voorliggend raadsvoorstel opgesteld._________________________________________

Besluit om

Beslispunt 1

Het college te verzoeken in het najaar van 2018 via zijn AB-vertegenwoordiger te zorgen voor een gezamenlijk voorstel voor aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland Zuid en dit voor zienswijze aan de raad voor te leggen, waarin de volgende aanbevelingen van het regionaal rekenkameronderzoek verwerkt zijn:

a. Aanpassen van de procedure voor de totstandkoming van het vierjarige beleidsplan van de GGD, zodanig dat de raden daarbij actiever betrokken zijn;

b. Aanpassen van de procedure voor de totstandkoming van de jaarlijkse begroting van de GGD door toevoeging van een Kadernota waarop de raden hun zienswijzen kunnen geven;

c. Toevoegen van een artikel betreffende de publicatie van een besluitenlijst van de DB-vergaderingen;

d. Toevoegen van een artikel betreffende de toezending van de concept AB-verslagen aan de gemeenteraden kort nadat de vergaderingen hebben plaatsgevonden;

e. Schrappen van artikel 8 ‘Ondergeschikt belang”, zodat de raden altijd in de gelegenheid moeten worden gesteld hun zienswijze naar voren te brengen bij wijzigingen in een gemeenschappelijke regeling.

Beslispunt 2

Het college te verzoeken in het najaar verslag aan de raad uit te brengen over de gevoerde gesprekken met de regiogemeenten over:

a. De (planning van de) aanpassing van de belangrijkste gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Beuningen participeert op de punten genoemd in beslispunt 1;

b. De gehanteerde overwegingen bij de recente benoemingen van leden van het DB van de genoemde gemeenschappelijke regelingen;

c. De (planning van de) aanpassing van de financiële verordeningen van de genoemde gemeenschappelijke regelingen betreffende de programma-indeling van de begroting en jaarstukken;

d. De te volgen procedure op het moment dat gemeenten in de toekomst in samenwerking een (nieuw) taak moeten oppakken;

e. Het opstellen van een informatieprotocol voor de genoemde gemeenschappelijke regelingen;

f. Het op één plek bij elkaar brengen van alle informatie over de genoemde gemeenschappelijke regelingen, ofwel op één centrale plaats voor alle gemeenschappelijke regelingen, ofwel op de website van de GGD en de andere

gemeenschappelijke regelingen afzonderlijk;_________________________________________________________________

(2)

g. Het actueel, volledig en goed geordend hebben en houden van de onderliggende dossiers over de genoemde gemeenschappelijke regelingen.

Beslispunt 3

De griffier te verzoeken om in de commissie FAZ na het besluit van de raad de volgende onderwerpen te agenderen:

a. De behoefte aan het samenstellen van een werkgroep uit de raad die invulling gaat geven aan het systeem van raadsrapporteurs;

b. De behoefte van de raad om in regionaal verband één of meer bijeenkomsten te beleggen voor het verkennen van de mogelijkheden en het maken van afspraken voor het instellen van een intergemeentelijke werkgroep bestuurlijke samenwerking en een regionale invulling van een systeem van raadsrapporteurs.

Beslispunt 4

Het college te verzoeken om:

a. Op korte termijn aan de raad een korte notitie voor te leggen waarin de werkwijze met de gebundelde behandeling van de jaarstukken van de grote gemeenschappelijke regelingen in de járen 2015-2017 wordt geëvalueerd, met daarbij expliciet aandacht voor het perspectief van de kaderstellende en controlerende taak van de raad, en waarin een voorstel wordt gedaan voor de toekomstige behandelwijze, inclusief een format voor de bijbehorende oplegnotitie bij de jaarstukken, met ook concreet aandacht voor de wijze van aanbieding van de stukken op www.gemeentebestuur.beuningen.nl;

b. Deze werkwijze (en de wijze van aanbieding van de stukken) na twee jaar (medio 2020) kort te evalueren en deze evaluatie aan de raad voor te leggen;

c. In de toekomst, in het geval nieuwe taken op de gemeente af komen, één of enkele bijeenkomsten te beleggen waarin de nieuwe taak benaderd wordt vanuit de risico’s die zich kunnen voordoen.

Beslispunt 5

Het college te verzoeken om:

De bestaande afspraken over de informatievoorziening aan de raad over gemeenschappelijke regelingen in een korte notitie vast te leggen, en in deze notitie ook expliciet aandacht te besteden aan:

1. de wijze waarop mondeling gedane toezeggingen en mededelingen van portefeuillehouders die voor de hele raad relevant zijn, schríftelijk worden vastgelegd;

2. een duidelijke afspraak over de beschikbaarheid en aanlevering van AB-stukken aan de raad;

3. de beschikbaarheid van een digitaal dossier per gemeenschappelijke regeling, in relatie tot beslispunt 2f, en deze notitie aan de raad voor te leggen.

Inleiding

In 2017 hebben de rekenkamer (commissie) s van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen gezamenlijk onderzoek gedaan naar de vraag hoe de

gemeenteraden van deze gemeenten hun kaderstellende en controlerende rol kunnen versterken op basis van lessen uit de casus Veilig Thuis.

Sinds 1 januari 2015 functioneren in Nederland 26 regionale Veilig Thuis-organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. In de regio Gelderland Zuid is Veilig Thuis ondergebracht bij de GGD Gelderland Zuid. In de tweede helft van 2015 voerden Rijksinspecties de eerste stap uit van het toezicht bij alle 26 Veilig Thuis-organisaties. Uit dit onderzoek bleek dat Veilig Thuis Gelderland Zuid (VTGZ) op 16 van de 24 toetsingscriteria een onvoldoende scoorde. Daarop is het toezicht op VTGZ geïntensiveerd. Later, in april 2016, werd VTGZ zelfs onder verscherpt toezicht van de inspecties geplaatst.

Naar aanleiding van het instellen van het verscherpt toezicht bij VTGZ leefden er bij de gemeenteraden van de betrokken gemeenten veel vragen en is er een aanzienlijke informatiestroom in de richting van de gemeenteraden op gang gekomen. Voor de rekenkamer (commissie) s van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen (voor de leesbaarheid verder: regio Nijmegen) waren deze vragen aanleiding om een gezamenlijk onderzoek te starten.

2

(3)

Breder bezien is de casus van Veilig Thuis een voorbeeld van een bestuurlijk samenwerkingsverband dat gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor uitdagingen stelt ten aanzien van controle en kaderstelling. Ondanks diverse recente adviezen en handreikingen, worstelen gemeenteraden overal in het land met de vraag hoe zij invloed kunnen uitoefenen op de inrichting van samenwerkingsverbanden en op de uitvoering van taken door die verbanden.

Beoogd effect

Het doel van het onderzoek ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ was om, aan de hand van de casus Veilig Thuis, na te gaan hoe gemeenteraden hun kaderstellende en controlerende rol beter kunnen invullen bij bestuurlijke samenwerking tussen gemeenten.

Argumenten

De centrale vraag van het onderzoek was: Welke inzichten en concrete handvatten voor versterking van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden bij bestuurlijke samenwerking kunnen uit de casus Veilig Thuis worden afgeleid?

De bevindingen uit het onderzoek laten zien dat sprake was van meerdere problemen, die vooral zijn ontstaan doordat verschillende actoren op verschillende momenten zaken hebben nagelaten. De hoofdconclusies van het onderzoek zijn:

1. De besluitvorming over Veilig Thuis is onvoldoende voorbereid en onderbouwd, zowel in de voorbereidings- als uitvoeringsfase.

2. De besluitvorming over Veñig Thuis, zowel voor als na 1 januari 2015, is moeilijk traceerbaar, nagenoeg onnavolgbaar, weinig transparant en daardoor moeilijk controleerbaar.

3. Rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van Veilig Thuis zijn in de praktijk onvoldoende gescheiden.

4. Bestuurders hadden onvoldoende oog voor de verandercapaciteit van de uitvoeringsorganisatie.

5. De gemeenteraden zijn onvoldoende betrokken bij en geïnformeerd over de besluitvorming en zijn daardoor niet in staat geweest hun kaderstellende en controlerende rol goed te vervullen.

In het onderzoeksrapport ‘Grip op Veilig Thuis’ zijn deze conclusies nader onderbouwd en toegelicht (zie bijlage 1).

De gemeenteraden van de gemeenten die participeren in een gemeenschappelijke regeling moeten erop kunnen vertrouwen dat de taken die aan die partij worden toebedeeld op een adequate manier worden uitgevoerd door diegenen die daarvoor verantwoordelijk zijn; te weten de bestuurders. De aanbevelingen van de rekenkamer(commissie)s betreffen aanpassingen van de regels en werkwijzen zodanig dat de condities voor regionale samenwerking én de rol van de raden daarbij verbeteren. De volledige aanbevelingen en de reactie van het college daarop, zijn na te lezen in het onderzoeksrapport ‘Grip op Veilig Thuis’. De aanbevelingen zijn, met de reactie van het college daarop, vertaald in de bovengenoemde beslispunten.

Kanttekeningen

1. De raad heeft op 29 mei 2018 unaniem een motie aangenomen met als Ínhoud:

’Verzoekt het college:

De gemeenteraad op korte termijn schriftelijk te informeren over de overwegingen en eisen die worden gehanteerd bij de bemensing van het bestuur van alle gemeenschappelijke regelingen en (regionale) samenwerkingsverbanden”.

2. In de commissie FAZ van 16 mei hebben drie commissieleden aangegeven uitgangspunten te willen verwoorden t.b.v. de beknopte notitie zoals verwoord onder punt beslispunt 5.

Financiën n.v.t.

Tijdspad n.v.t.

Duurzaamheid

3

(4)

n.v.t.

Communicatie

Geen bijzondere communicatie-inzet vereist.

Evaluatie

Zoals gebruikelijk nadat de raad een besluit over een rekenkamerbrief of -rapport heeft genomen, volgt de Rekenkamerdirecteur hoe het loopt met de uitvoering van de aanbevelingen, toezeggingen en/of besluiten en de daarmee bereikte resultaten. De Rekenkamerdirecteur rapporteert periodiek over haar bevindingen.

Bijlagen

1. Aanbiedingsbrief september 2018 van de rekenkamerdirecteur (IN18.05935) 2. Oplegnotitie ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ (atl8001637)

3. Regionaal rekenkamerrapport ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ (IN18.03025)

4. Bijlagenboek bij regionaal rekenkamerrapport ‘Grip krijgen op Veilig Thuis’ (atl8001636)

De rekenkamerdirecteur, Prof. dr. K. (Klaartje) Peters

Aldus vastgestekLin de vergadering van de raad van 9 oktober 2018.

4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij de opstelling van de begroting 2019 zijn vorig jaar nieuwe afspraken gemaakt omtrent de omvang van het pakket basisproducten dat de GGD Rotterdam-Rijnmond voor alle

De reguliere formatie die normaal beschikbaar is voor infectieziektenbestrijding (ca 25 medewerkers) is in dit jaar uitgegroeid tot een aantal van ruim 1800 medewerkers. In de

Dit versiag van bevindingen bevat de belangrijkste uitkomsten van onze werkzaamheden, waarvan wij denken dat die voor u relevant zijn voor een goed begrip van dejaarrekening 2015,

Voor zover hiervan niet in deze regeling is afgeweken, en onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de wet, komen aan de bestuursorganen van de GGD Gelderland-Zuid ter

De jaarrekening 2013 van de GGD Gelderland Zuid is tot stad gekomen door de gecontroleerde halfjaarcijfers van de GGD Nijmegen te integreren in de jaarcijfers van de GGD

Bij de opstelling van de begroting 2019 zijn door het algemeen bestuur nieuwe afspraken gemaakt omtrent de omvang van het pakket basisproducten dat de GGD Rotterdam-Rijnmond voor

Voor Rotterdam en de Regiogemeenten geldt dat door IKK een aantal overige inspecties (nader onderzoek en onderzoek na registratie) die eind 2018 zouden worden verricht, zijn

Omdat de begroting van de gemeenschappelijke regeling GGD Rotterdam-Rijnmond alleen de bijdra- ge van de deelnemende gemeenten regelt en geen eigen balans kent (de bijdrage van