• No results found

Auteursrechtelijk contractenrecht · Contracteren · Open Access Advocate

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Auteursrechtelijk contractenrecht · Contracteren · Open Access Advocate"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Contracteren

2

2006 / 1

Ad rem

1. Auteursrechtelijk contractenrecht neemt in Nederland een enigszins bijzondere positie in.

Dit is allereerst een gevolg van het feit dat dit rechtsgebied niet wettelijk is geregeld. Zowel het auteursrecht als het contracten- recht is bijgevolg op overeenkomsten gesloten door en met auteurs van toepassing. Auteursrechtelijk contractenrecht is dan ook een zogeheten functioneel rechtsgebied. Wie daarmee beroepshalve te maken krijgt, moet beschikken over kennis van zaken op beide deelgebieden van het privaatrecht. Men moet dus bijvoorbeeld het verschil kennen tussen overdracht en licentiëring van auteurs- recht, vertrouwd zijn met de mogelijkheid van opsplitsing van auteursrechtelijke exploitatiebevoegdheden, en weten wat de doeloverdrachtsleer in dat verband inhoudt (de overeenkomst ver- bindt tot niet meer dan de deelbevoegdheid waarover uitdrukke- lijk is gecontracteerd).

De bijzondere positie volgt voorts uit de omstandigheid dat op allerlei gebieden van exploitatie van auteursrechtelijk beschermde informatie model- en standaardcontracten zijn ontwikkeld. Dat is soms gebeurd in samenwerking door contractspartijen binnen een bepaalde branche (bijvoorbeeld het modelcontract voor de uitga- ve van literair werk dat is uitonderhandeld tussen de Vereniging van Letterkundigen en het Nederlands Uitgeversverbond), maar wordt soms ook eenzijdig opgelegd (doorgaans door de exploitant zoals in geval van softwarecontracten).

In dit verband is van belang dat zich in de laatste halve eeuw binnen het auteursrecht een voor het auteurscontractenrecht belangrijke tweedeling heeft ontwikkeld. Onderscheid moet tegenwoordig namelijk worden gemaakt tussen het (traditionele) individuele auteursrecht en het (moderne) zogeheten entreprene- urial copyright. Bij het eerste gaat het om vanouds bekende relaties zoals die tussen een schrijver en zijn uitgever. Bij het tweede moet worden gedacht aan overeenkomsten door, met en tussen grote informatieproducenten zoals de entertainment industries. Het ligt voor de hand dat het verschil kan maken (bijvoorbeeld op het punt van informatie- of onderzoeksplichten) in welke modaliteit wordt gecontracteerd.

De wettelijk ongeregelde status van het auteursrechtelijk contac- tenrecht staat sinds kort ter discussie. Daarbij gaat het met name om de vraag of de in relatie tot zijn exploitant verondersteld zwak-

ke positie van de individuele auteur geen versteviging behoeft. Zie bijvoorbeeld P.B. Hugenholtz en L. Guibault, Auteurscontracten- recht: naar een wettelijke regeling?, WODC-onderzoek in opdracht van het MvJ (IvIR 2004); B.J. Lenselink, De verlening van exploi- tatiebevoegdheden in het auteursrecht (Sdu 2005).

De redactie meent dat er alle aanleiding is om ook in Contracteren aan dit onderwerp aandacht te besteden en moedigt het schrijven van bijdragen daarover dan ook aan.

2. Een bijzonder aspect van het auteursrechtelijk contractenrecht is verder dat in de exploitatieovereenkomst niet zelden bepalingen voorkomen die in aansluiting op de terzake geldende wettelijke regeling, regels geven waaraan de gebruiker van het geëxploiteer- de materiaal zich heeft te houden. Zo is het mogelijk om bepaald door de wet, in casu de Auteurswet 1912, toegestaan gebruik (bij- voorbeeld het maken van een privé-kopie) krachtens de exploita- tieovereenkomst te beperken of te verruimen. Uiteraard is dat alleen mogelijk wanneer de exploitant met de gebruiker in een (individuele of collectieve) contractuele relatie komt te staan. In de analoge wereld zal zich dat niet zo vaak voordoen. Het door de rechtmatige koper van een boek toegestane gebruik (lezen, privé- kopie maken, uitlenen) berust niet op een overeenkomst met de schrijver of zijn exploitant, maar vloeit rechtstreeks voort uit de wet. Naar analogie van artikel 1374 BW (oud) zou men kunnen zeggen: de wet strekt in een dergelijk geval partijen tot overeen- komst.

In de digitale wereld blijkt een en ander echter aanmerkelijk anders te kunnen liggen. Dit is een gevolg van het feit dat de toegang tot digitale informatie kan worden gereglementeerd (geblokkeerd, zeggen sommigen) door middel van zogeheten Technological Protective Measures (TPMs). Anders gezegd: de auteursrecht- hebbende (om in het voorbeeld te blijven: de schrijver zelf of zijn uitgever) heeft de mogelijkheid om met behulp van technologische beveiligingen te regisseren wie, wanneer en onder welke voor- waarden toegang tot zijn informatieproduct zal worden gegeven.

In de exploitatiepraktijk spreekt men hier van de mogelijkheid van Digital Rights Management (DRM).

De mogelijkheid om informatie achter slot en grendel op te slaan,

Auteursrechtelijk contractenrecht

Prof. mr. F.W. Grosheide

060266_Contracteren_1_2006.qxd 22-03-2006 15:39 Pagina 2

Dit artikel uit Contracteren is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(2)

Contracteren

3

2006 / 1

heeft echter niet ieders sympathie. In het bijzonder in nogal wat kenniscentra in de wereld leeft het besef dat informatie zo veel mogelijk onbelemmerd (wat niet noodzakelijkerwijs gratis bete- kent) toegankelijk zou moeten zijn. In dat verband refereert men aan het ontegensprekelijke feit dat het informatieaanbod in welke vorm dan ook, het niet kan stellen zonder dat wordt aangeleund bij informatie die reeds eerder door anderen is aangeboden. Wij staan – zo wordt dan gezegd – allen op elkaars schouders; wij put- ten allen uit dezelfde gemeenschappelijke bron. De spreiding van kennis en cultuur mag niet ondergeschikt worden gemaakt aan het kortetermijngewin van commerciële uitbaters. Het is duidelijk dat niet iedereen hier hetzelfde denkt. In het bijzonder grote infor- matieproducenten staan op het standpunt dat door hen te verrich- ten investeringen het niet kunnen stellen zonder het gebruik van TPMs en DRM.

Hoe dit verder ook zij, wereldwijd is recentelijk een beweging op gang gekomen, de Creative Commons (CC), die propageert dat producenten van digitale informatie deze aan gebruikers ter beschikking stellen door gebruik te maken van een van de, onder auspiciën van de CC, uitgewerkte licenties. Het vooropgezette doel van elk type van deze licenties is zo veel mogelijk te bevorde- ren dat de informatie vrij toegankelijk is. Omdat het hier gaat om een nieuwe vorm van contracteren waaraan vanuit algemene contractenrechtelijke gezichtspunten hier te lande tot dusver nog weinig aandacht is besteed, meent de redactie van Contracteren er goed aan te doen, mede ter opwekking van debat, onder de aan- dacht van de lezers te brengen een aanbeveling ter zake van het gebruik van CC-licenties die onlangs is opgesteld door de interna- tionale federatie van auteursrechtverenigingen Association Lit- téraire et Artistique Internationale (ALAI). De aanbeveling is daartoe opgenomen in de rubriek Contracten maken.

060266_Contracteren_1_2006.qxd 22-03-2006 15:39 Pagina 3

Dit artikel uit Contracteren is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op deze relatief eenvoudige terhandstellingsmoge- lijkheden – gesauveerd door het Hof Arnhem – moet het voor dienstverrichters zoals advocaten, consultants en accountants

Artikel 6 BW RF onderscheidt in navolging van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek de subjectieve bona fides (dobrosovestnost’ – goede trouw) en de objectieve bona fides (razumnost’

Dit gebeurt niet omdat Nederlands recht daar geen oplossing voor zou hebben, maar omdat het de verhandelbaarheid vergroot.. De voor- waarden zijn min of meer standaard en daar hoort

Een beroep op artikel 6:258 BW kan ook zijn ingegeven door een aanzienlijke waardevermindering, die een op grond van een overeenkomst verschuldigde prestatie ten gevolge van

Uit de tot op heden verschenen jurisprudentie hierover 2 valt in ieder geval op te maken dat de mediationclausule niet op een lijn kan worden gesteld met een arbitraal beding en

3 Zoals (naar ik hoop) uit de titel van het opstel reeds is af te leiden: Evenwicht in internationale commerciële contractsverhoudingen, gaat het mij er daarin juist om na te gaan

Mijns inziens deze, dat in de benadering van letters of comfort door de Franse hoogste rechter (uiteraard afhankelijk van de concrete en precie- ze tekst) die letters die een

4.4 Derde beperking: de parol evidence rule sluit het bewijs niet uit van een eerdere nevenovereenkomst (collateral agreement) Een derde te noemen uitzondering op de parol evidence