• No results found

INGEKOMEN 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "INGEKOMEN 2"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

# Kunstencentrum de Stroming Oosterweg 179

Postbus 220 6600 AE Wijchen

T 024-6412819 F 024-642 48 62

KvK 10044322 BTW NL 813968574B01

Rabobank 135451027

info@destroming.nl www.destroming.nl

Behoort bij het besluit van de raad van į^-jfl-li

de griffier, kunstencentrum

INI 3.01668

datum

28 maart 2013 kenmerk HB20130328

Aan het college van B&W van de gemeente Beuningen

Postbus 14

6640 AA BEUNINGEN

GEMEENTE Bij- V INGEKOMEN

2 9 MRT wiü

onderwerp Reorganisatieplan telefoonnummer 024-6412819

contactpersoon Hans Barten-directeur

Geacht college,

Hierbij bied ik u de definitieve versie van het reorganisatieplan van Kunstencentrum de Stroming aan welke onlangs met de portefeuillehouders van iedere gemeente is besproken. Het beschrijft de mogelijkheid te komen tot een kleine flexibele en toekomst bestendige culturele organisatie voor (in beginsel) dríe gemeenten. Het bestuur heeft gemeend met dit plan een stevige basis gelegd te hebben voor een vernieuwde en innovatieve culturele infrastructuur binnen iedere gemeente.

Het bestuur vraagt u vriendelijk De Stroming vóór 1 mei 2013 te laten weten of u kunt participeren in dit plan onder de voorwaarden zoals in het plan beschreven. Uw formele reactie is belangrijk. Het bestuur van De Stroming is immers, ten gevolge van het feit dat twee van de vijf gemeenten hebben aangegeven per 1 januari 2014 uit te zullen treden, genoodzaakt direct na 1 mei 2013 een ontslagprocedure op te starten voor een groot deel van de medewerkers.

Uw instemming of afwijzing van bijgevoegd plan is bepalend voor de wijze waarop De Stroming gereorganiseerd dient te worden.

Ik zie uw tijdige reactie met veel belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groeten,

Jamens-fifet bestuur van Kunstencentrum de Stroming,

HansBarten

directeur

(2)

Kunstencentrum de Stroming Oosterweg 179

Postbus 220 6600 AE Wijchen

T 024 - 641 28 19

F 024 - 642 48 62

KvK 10044322 BTW NL 813968574B01

Rabobank 135451027

info@destroming.nl

www.destroming.nl kunstencentrum

I N 1 3 . 0 1 6 6 8

lllll II III III II

datum

28 maart 2013 kenmerk HB20130328

Aan het college van B&W van de gemeente Beuningen

Postbus 14

6640 AA BEUNINGEN- „ .

GEMEENTE R'ř v . INGEKOMEN

onderwerp Reorganisatieplan telefoonnummer 024-6412819

2 9 MRT m

contactpersoon Hans Barten-directeur

Geacht college,

Hierbij bied ik u de definitieve versie van het reorganisatieplan van Kunstencentrum de Stroming aan welke onlangs met de portefeuillehouders van iedere gemeente is besproken. Het beschrijft de mogelijkheid te komen tot een kleine flexibele en toekomst bestendige culturele organisatie voor (in beginsel) drie gemeenten. Het bestuur heeft gemeend met dit plan een stevige basis gelegd te hebben voor een vernieuwde en innovatieve culturele infrastructuur binnen iedere gemeente.

Het bestuur vraagt u vriendelijk De Stroming vóór 1 mei 2013 te laten weten of u kunt participeren in dit plan onder de voorwaarden zoals in het plan beschreven. Uw formele reactie is belangrijk. Het bestuur van De Stroming is immers, ten gevolge van het feit dat twee van de vijf gemeenten hebben aangegeven per 1 januari 2014 uit te zullen treden, genoodzaakt direct na 1 mei 2013 een ontslagprocedure op te starten voor een groot deel van de medewerkers.

Uw instemming of afwijzing van bijgevoegd plan is bepalend voor de wijze waarop De Stroming gereorganiseerd dient te worden.

Ik zie uw tijdige reactie met veel belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke qroeten,

Namens-lièt bestuur van Kunstencentrum de Stroming,

HansBarten

dírecteur

(3)

CULTUURiaai^

Reorganisatieplan Stichting Kunstencentrum

De Stroming

(4)

Colofon

Cultuurbouw B V S Ires HR A d v i e s Deurneseweg 7 5766 PH Griendtsveen mobiel 06 14 55 01 07 of 06 11 73 21 69

e-mail loekgž.cu ltuurbouw.nl of ireshradvies@gmail.com

auteur Loek Sijbers S Ires Manuel datum 7 maart 2013

v e r s i e 12

© 2 0 1 3 Cultuurbouw bvà Ires HR Advies

(5)

ínhoud

1 Inleiding

2 Doel  noodzaak van de reorganisatie 3 Achtergrond

4 B e s t a a n d e situatie

Uit het Beleidsplan 2011-2015 Personeel

Huidig organogram Deelnemers Financiën

4.2 Ontwikkelingen S markt Politiek draagvlak Cultuureducatie Cultuurknooppunt Nieuwe markt Verenigingen

5 De culturele infrastructuur G E O R G A N I S E E R D O N D E R W I J S INDIVIDUEEL Nieuwe situatie

6 Nieuwe organisatiestructuur 6.1 Organogram nieuwe structuur

6.2 Wat gaat de nieuwe organisatie d o e n ? K E N N I S M A K E N

LEREN D O E N

6.3 F u n c t i e s primair p r o c e s 6.4 O n d e r s t e u n e n d e functies

7 P e r s o n e l e gevolgen op hoofdlijnen 7.1 Functie-matrix

7.2 Werkgelegenheid 8 J u r i d i s c h e a s p e c t e n 8.1 C A O ' s

8.2 M e d e z e g g e n s c h a p

8.3 Wet melding collectief ontslag (WMCO) 8.4 S o c i a a l plan

9 Financiële gevolgen

9.1 F i n a n c i e e l S c e n a r i o Doorstart 10 Planning

Bijlage 1, functiebeschrijvingen Directeur D

C o n s u l e n t Controller

Administratief medewerker A

(6)

1 Inleiding

Stichting Kunstencentrum De Stroming ontvangt subsidies van de gemeenten Wijchen, Groesbeek, Beuningen, West Maas en Waal en Heumen. Alle gemeenten hebben besloten een subsidiekorting door te voeren. Enkele van hen overwegen mogelijk volledig uit te treden en de relatie te beëindigen.

Dat is voor directie en bestuur van de stichting in 2012 aanleiding een zorgvuldige analyse te maken van de ontstane situatie en op basis daarvan een voornemen tot reorganisatie te ontwikkelen. Dit reorganisatieplan beschrijft welke mogelijkheden een reorganisatie geeft tot verbetering van de ondernemingsresultaten en een aanpassing van de organisatie aan de vraag vanuit de markt.

Het plan beschrijft een advies voor de nieuwe organisatieopzet en de toekomstige manier van werken van een geheel vernieuwd Kunstencentrum De Stroming. Het plan beoogt draagvlak te verwerven bij de betrokken gemeenten en een doorstart van de aangepaste organisatie mogelijk te maken. Voor besluitvorming wordt het reorganisatieplan voorgelegd aan het management en het bestuur van de organisatie. Bij voldoende gemeentelijk draagvlak, na advies van medewerkers en een positief besluit van het bestuur, kan tot verdere uitvoering worden overgegaan.

Het plan voor de nieuwe organisatie k w a m tot stand op basis van een serie gesprekken met (een vertegenwoordiging van) het bestuur, het voltallig managementteam, gemeentebestuurders, schoolbestuurders en medewerkers van het cultuurknooppunt en vergelijkende studies van soortgelijke instellingen.

2 Doel c* noodzaak van de reorganisatie

Het doel van de reorganisatie is te komen tot een kleine en flexibele organisatie die adequaat kan inspelen op vragen vanuit de culturele markt en daar een passend aanbod op ontwikkelt.

Die markt wordt gevormd door gemeenten, onderwijsinstellingen, kinderopvang en

buitenschoolswerkende organisaties, amateurkunsten-verenigingen, erfgoedinstellingen, zelfstandig werkende kunstenaars/docenten en individuele burgers.

De reorganisatie moet leiden tot een nieuwe ondernemende organisatie die in staat is haar inkomsten - behalve uit de gemeentelijke subsidies die haar een solide basis verschaffen - voor een belangrijk deel uit betaalde activiteiten te genereren.

De reorganisatie is noodzakelijk vanuit financieel perspectief en vanuit de veranderende vraag van de

markt.

(7)

3 Achtergrond

Dit reorganisatieplan moet worden geplaatst tegen de achtergrond:

dat de 5 gemeenten waarin het Kunstencentrum De Stroming opereert gedurende het kalenderjaar 2012 besloten hebben o m hun subsidiebijdragen te verlagen (bezuinigingen) of de relatie te beëindigen. In totaal gaat het - in een worst-case scenario - o m een bezuiniging die kan leiden tot opheffing van Kunstencentrum De Stroming;

dat het onvermijdelijk is dat het Kunstencentrum De Stroming haar organisatie moet aanpassen aan een veranderende markt en moet bezuinigen als gevolg van subsidieverlagingen door g e m e e n t e n ;

dat de aanpassingen tot gevolg hebben dat er functies gaan verdwijnen en nieuwe functies gaan ontstaan;

dat deze aanpassingen het gevolg zijn van veranderingen en eisen van maatschappelijke, bedrijfseconomische en bedrijfsorganisatorische aard;

dat er in het seizoen 2013 - 2014 ca. 11 fte minder behoefte is aan inzet van docenten op activiteiten ten gevolge van de afgenomen of beëindigde vraag van gemeenten;

dat er in het seizoen 2013 - 2014 een besparing gerealiseerd moet worden op de loonkosten;

dat het uitgangspunt van het Kunstencentrum De Stroming is dat aan alle betrokkenen bemiddeling naar werk wordt geboden middels herplaatsing (intern) op een nieuwe I passende functie of bevordering van de externe mobiliteit;

dat de directie van het Kunstencentrum De Stroming in elke individuele toepassing gaat handelen vanuit principes van openheid, zorgvuldigheid en wederzijds respect. Er moet steeds ruimte blijven om op een goede manier oplossingen te vinden voor alle betrokken partijen. Regels en structuren blijven hulpmiddelen en geen doel op zich;

dat bestuur en directie verantwoordelijk is voor het gehele traject tot en met het m o m e n t van herplaatsing in een nieuwe ì passende functie binnen de vernieuwde organisatie en s a m e n met de w e r k n e m e r initiatieven onderneemt om het traject in gang te zetten en te h o u d e n ;

dat op deze wijze mede inhoud wordt gegeven aan een goede begeleiding van de betrokkenen o m daarmee de nadelige gevolgen van de reorganisatie zoveel mogelijk te beperken;

dat van de werknemer, betrokken bij de organisatiewijziging, veranderingsbereidheid verwacht wordt met betrekking tot de uit te oefenen functie en de plaats waar de w e r k z a a m h e d e n in het a l g e m e e n w o r d e n verricht.

6 / 2 8

(8)

4 Bestaande situatie

Uit het Beleidsplan 2011-2015

Kunstencentrum De Stroming wil kwalitatief en inspirerend muziek-, beeldend-, muziektheater en dansonderwijs bieden, zowel onder als na schooltijd en in de vrije tijd van kinderen en volwassenen.

Op deze manier wil zij een culturele en educatieve bijdrage leveren aan jong en oud. Dit draagt bij aan de leefbaarheid van de woonkernen en een dynamisch cultureel klimaat waarbij samenwerking met partners, die in educatieve zin een bijdrage leveren, wordt opgezocht.

P e r s o n e e l

Het personeel van Kunstencentrum De Stroming bestaat in 2013 uit 20 mannen en 22 vrouwen. Het team kent een hoog percentage parttimers. Het fulltime equivalent (FTE) is 17,22 fte.

Daarnaast zijn nog enkele uitzendkrachten en ZZP'ers actief. Elke gemeente, behalve de gemeente Wijchen, kent een lokale coördinator met als primus inter pares een hoofdcoördinator.

Het bedrijfsbureau bestaat uit een hoofd bedrijfsbureau, twee parttime administratief medewerksters en twee parttime huishoudelijke medewerksters.

De directie bestaat uit een fulltime algemeen directeur; samen met het hoofd bedrijfsbureau en de hoofd coördinator vormen zij het managementteam.

Huidig organogram

I

r. i

J

(9)

Deelnemers

Het instituut is anno 2013 een school met ongeveer 1.380 deelnemers in doorlopende cursussen. In het kader van het project 'Muziek in de Klas' op 2 basisscholen in Wijchen worden 20 groepen en in totaal 450 leerlingen in regelmaat bereikt. Het leerlingenbestand bestaat uit deelnemers aan

voorbereidend muziekonderwijs, dans, drama, instrumentaal en vocaal onderwijs, beeldend v o r m e n , workshops en kortlopende cursussen. De Stroming bereikt een groot aantal leerlingen via

basisschoolconcerten voor de groepen 3 t/m 6 van alle basisscholen in de deelnemende g e m e e n t e n . De Stroming is actief in projecten zoals Muziek in de Klas (MIK voor 450 leerlingen), Buurtklinkers (540 leerlingen), Project Flamenco (950 leerlingen), Proeftuin Amateurkunst Groesbeek (250

leerlingen), Cultuurpact I Pingo Podia, Cultuurpunt Beuningen. Samen goed voor een bereik van ruim 4.000 actieve leerlingen.

Financiën

De organisatie kende in 2012 (nog niet goedgekeurde jaarrekening) een omzet van bijna ë 1,57 miljoen waarvan ca. ë 0,54 miljoen wordt verdiend uit eigen inkomsten en ca. C 1,03 miljoen aan subsidies wordt ontvangen.

Subsidiërende gemeenten waren in 2012 Wijchen, Beuningen, Heumen, West Maas en W a a l , Groesbeek. Daarvan hebben eind november 2012 de gemeenten West Maas en W a a l en Heumen aangegeven tot beëindiging van de subsidierelatie te willen komen. De gemeente Cuijk zou mogelijk een nieuwe partner kunnen worden.

4.2 Ontwikkelingen ã markt

De huidige Stroming functioneert in een snel veranderende omgeving. Wat zijn de belangrijkste invloeden daarbij?

Politiek draagvlak

Het politiek draagvlak voor de subsidiëring van cultuur neemt af. Met name het politiek draagvlak voor het subsidiëren van individueel muziekonderwijs neemt sterk af. Er is immers een groeiende private markt ontstaan in het individueel muziekonderwijs. Met name in populaire instrumenten. Dat is een markt waarin docenten zonder subsidies een inkomen verdienen door het geven van individueel muziekonderwijs.

De samenleving is gegroeid naar een omgeving waarin ieder volwassen individu zelf verantwoordelijk wordt gehouden - en dus moet betalen - voor zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. Uit die opvatting komt voort dat steeds minder politiek draagvlak is ontstaan voor de idee dat - volwassenen - subsidie moeten ontvangen voor hun (kunstzinnige- en culturele) ontwikkeling.

Cultuureducatie

Er is een groeiend draagvlak voor de opvatting dat kinderen en jonge mensen in staat gesteld moeten worden om op jonge leeftijd ervaring op te doen in - en deel te nemen aan - cultuur.

8 / 2 8

(10)

Op basis van de socialisatietheorie (jong geleerd is oud gedaan) hebben Rijk, provincies en gemeenten de laatste tien jaar veel en extra geïnvesteerd in (onderwijs-gebonden) cultuureducatie.

Basisscholen zijn wettelijk verplicht op basis van de Kerndoelen het vak Cultuureducatie in hun curriculum op te nemen. Maar voor de basisschool leerkrachten is de culturele markt alles behalve inzichtelijk. Er is een groeiende behoefte aan een makelaar en een verbindende partij die vraag en aanbod op een inzichtelijke wijze bij elkaar brengt.

Cultuurknooppunt

Daarnaast is er behoefte aan - en plaats voor - een partij die het cultuuraanbod geschikt maakt, aanpast of van didactisch materiaal voorziet zodanig dat het cultuuraanbod wordt omgezet in geschikt lesmateriaal dat past bij de vraag van het onderwijs. Er is - vanuit het onderwijs - een groeiende behoefte aan maatwerk. Het cultuurknooppunt dat actief is voor het primair onderwijs in met name Wijchen en Beuningen wil vanaf 2014 een vaste verankering krijgen in de culturele infrastructuur.

Nieuwe markt

De groeiende markt van zelfstandig werkende docenten is een markt van veelal solistisch werkende individuen. Met name in het ensemble werk bestaat behoefte aan een initiërende en verbindende partij die mensen bijeen kan brengen in ensemblevorming, bijzondere projecten en initiatieven.

Verenigingen

De amateurkunstensector heeft (nog altijd) een sterke behoefte aan scholing, kadervorming en bestuurlijke ondersteuning. Ook tijdige verjonging van het ledenbestand en duurzame binding zijn thema's waarin amateurkunstenverenigingen behoefte hebben aan professionele ondersteuning. Het zijn onderwerpen waarvoor geen commerciële partijen bestaan die deze ondersteuning kunnen bieden.

5 De culturele infrastructuur

Bestuur en directie van De Stroming zijn er van overtuigd dat de reorganisatie van het

Kunstencentrum naar een klein en flexibel regionaal Huis voor Cultuureducatie in de meest brede zin van het woord, niet alleen heel goed mogelijk is, maar ook wenselijk en zelfs noodzakelijk is o m een rijk en levend cultureel leven in de betreffende gemeenten ook in de toekomst te behouden. Dat cultureel leven draagt in hoge mate bij aan een sterk sociaal verband.

De Stroming ziet drie gebieden waarin een grondig vernieuwde culturele organisatie een belangrijke en maatschappelijk zeer relevante rol kan spelen. Die drie werkgebieden zijn:

G E O R G A N I S E E R D

In Nederland zijn er 7,3 miljoen mensen van zes jaar en ouder die wel eens aan amateurkunst doen. Ruim 54"Zo daarvan besteed meer dan 50 minuten per week aan hun kunstvorm. Ze doen dat individueel (bijvoorbeeld via een Kunstencentrum) of in georganiseerd- of verenigingsverband. Iedere gemeente kent talloze verenigingen en ensembles zoals harmonieën, fanfares, koren, toneelverenigingen, dansverenigingen, foto-filmclubs,

schilderclubs, literatuurgroepen en leesclubjes maar ook heemkunde- en cultuur historische verenigingen die actief zijn in de erfgoed sector. Zo beschouwd is de aanname

gerechtvaardigd dat 54

0

7o van de bevolking van de aangesloten gemeenten actief is in één of

andere vorm van actieve cultuurbeoefening. W a n n e e r w e uitgaan van de ca. 119.000

inwoners in het huidig werkgebied van De Stroming, zijn dat ruim 64.000 inwoners.

(11)

O N D E R W I J S

Een tweede belangrijke groep wordt gevormd door de bijna 11.000 kinderen (cijfer 2012) in het basisonderwijs in het werkgebied van De Stroming die cultuuronderwijs genieten in het kader van het wettelijk verplicht curriculum. Een groot voordeel van onderwijs gebonden cultuureducatie wordt gevormd door het feit dat het onderwijs goed georganiseerd is, waardoor een groot bereik en een grote doelmatigheid mogelijk wordt gemaakt.

I N D I V I D U E E L

De derde belangrijke speler in dat geheel wordt gevormd door de individuele kunstbeoefenaar jong of oud die via een Kunstencentrum geschoold wordt en deelneemt aan concerten of

exposities. Omdat een snel groeiend deel van die taak wordt overgenomen door een

groeiende markt van individuele en particuliere initiatieven dient ieder Kunstencentrum zich te bezinnen op haar positie. De commerciële partijen beperken zich hoofdzakelijk tot muziek en dans en tot de populaire dansvormen en instrumenten waarvoor voldoende betalende markt bestaat. Het gevolg daarvan is een verschraling van het aanbod. Ook ensemblevorming blijft in een versnipperde commerciële markt nagenoeg uit.

Bestuur en directie van Kunstencentrum De Stroming zijn er van overtuigd dat ook in 2013 en de jaren daarop volgend, behoefte bestaat aan een organisatie die deze drie markten met elkaar kan blijven verbinden.

Een verbindende en initiatiefrijke partij die:

Cultuuronderwijs kan organiseren voor scholen en individuen;

Kan bemiddelen tussen vraag en aanbod en partijen bijeen kan brengen;

Antwoord kan geven op de vraag naar scholing en kadervorming in de amateurkunsten;

Nieuwe ontwikkelingen kan aanjagen;

Nieuwe projecten kan entameren en (mede) mogelijk maken;

Zelfstandig werkende kustenaars/docenten kan verbinden;

Individuele burgers de weg kan wijzen in het regionale culturele landschap.

De grondige reorganisatie van het Kunstencentrum De Stroming is tevens het moment o m een krachtige verbinding te maken met de lokale cultuureducatie coördinatiepunten in met name Wijchen en Beuningen. Deze zijn nog jong, soms kwetsbaar, soms afhankelijk van één of enkele mensen (in deeltijd); terwijl ze zich inzetten voor duizenden kinderen per gemeente.

Door het samenvoegen van de huidige coördinatiepunten voor school gebonden cultuureducatie en het vernieuwde Kunstencentrum kunnen met minder publieke middelen (subsidies) de opgebouwde kennis, kunde en netwerken behouden blijven.

Daarmee wordt - enerzijds - het Kunstencentrum getransformeerd tot een eigentijdse en

toekomstbestendige culturele organisatie en - anderzijds - het coördinatiepunt voor school gebonden cultuureducatie duurzaam versterkt.

1 0 / 2 8

(12)

Grafisch kan de nieuwe situatie als volgt worden weergegeven:

Nieuwe situatie

ř í ï ' t j

7 Centrum voor

\ EDUCATIE CULTUUR

In de nieuwe situatie is het Huis voor Cultuureducatie (HvC werktitel) een spin in het web tussen j o n g e kinderen, sociaal-culturele verenigingen en particuliere aanbieders. Een bruggenbouwer die m e n s e n met elkaar verbindt, vraag en aanbod bemiddelt en bij elkaar brengt en producten en diensten aanbiedt voor ieder van de drie doelgroepen.

Het Huis voor Cultuureducatie gaat meer r e g i s s e r e n en minder zelf doen (uitvoeren). De intermediaire- en innovatiefunctie wordt belangrijker.

Naar een doorlopende culturele levensloop

Met de reorganisatie kan nog meer belangrijke inhoudelijke winst worden geboekt. In de volgende

s c h e m a t i s c h e voorstelling ontstaat binnen een deelnemende gemeente ook werkelijk een HUIS voor

C U L T U U R E D U C A T I E met een sterke en brede basis en een kleine talentvolle top. Jonge mensen

k u n n e n hierdoor een volledige levensbestendige culturele carrière doorlopen binnen hun gemeente.

(13)

In de basis maken de kinderen van een deelnemende gemeente via het verplicht curriculum op een didactisch verantwoorde manier kennis met kunst, cultuur en cultureel erfgoed; dicht bij huis.

Wanneer kinderen (of hun ouders) de smaak te pakken hebben wordt een vervolgprogramma buiten schooltijd (indien gewenst op school) geboden. Via de Buiten Schoolse Opvang of in workshops of basiscursussen i.s.m. individuele/zelfstandig werkende docenten.

Als jonge mensen zich verder willen bekwamen in een cultureel vak kan dat via individuele lessen. Op school of bij een private docent bemiddeld door het Huis voor Cultuureducatie, of in ensemblevorm op initiatief van - en georganiseerd door - het Huis voor Cultuureducatie.

Het werkelijke talent kan begeleid doorstromen naar de top waar mogelijk al relaties gelegd kunnen worden met conservatoria, kunstvakopleidingen in theater of dans, beeldende kunst enz.

De opgebouwde kennis, expertise en netwerken van het Kunstencentrum De Stroming als hét instituut voor de kunsten in de regio Wijchen, Beuningen, Groesbeek, Heumen, W e s t Maas en W a a l kan na de reorganisatie worden ingezet ten behoeve van producten en diensten waar anno 2013 vraag naar is en waarvoor breed politiek draagvlak bestaat o f t e verwerven is.

1 2 / 2 8

(14)

6 Nieuwe organisatiestructuur

6.1 Organogram nieuwe structuur

6.2 Wat gaat de nieuwe organisatie doen?

De nieuwe organisatie, het Huis voor Cultuureducatie (HvC) wordt een vraag-gestuurde en

procesgerichte organisatie. Ze is werkzaam in drie programma lijnen die voortkomen uit de hiervoor geschetste driehoek: Kennismaken, Leren, Doen.

K E N N I S M A K E N

Kennismaken met cultuur en cultureel erfgoed via de basisschool. Bemiddeling en advies in Cultuureducatie in het primair Onderwijs. I.s.m. coördinatiepunten.

a) Bemiddeling tussen vraag en a a n b o d : programma ontwikkeling b) Productontwikkeling

c) Productinnovatie

(15)

L E R E N

Scholing via workshops en cursussen van individuele leerlingen. T w e e categorieën:

a) Basiscursussen gesubsidieerd. Uitgangspunt: het tarief is zodanig dat het aantrekkelijk is voor kinderen en jonge mensen. Minimaal kostendekkend m.b.t.

docentenkosten. R u i m t e h u u r e n overheadkosten worden beperkt uit subsidie gedekt.

b) Cursussen en workshops door derden. In samenwerking met - of door verwijzing naar- zelfstandig werkende docenten (ZZP of via coöperatie of uitzendorganisatie).

Ruimten verhuur en/of samenwerking bij werving en gezamenlijke ensembles en concerten (budgettair neutraal).

D O E N

S a m e n met de markt van zelfstandig werkende docenten, amateurverenigingen ensembles en andere cultureel actieve groepen wordt door bemiddeling, productontwikkeling en productie een levendige culturele infrastructuur gestimuleerd. In de vorm van festivals, bijzondere producties i.s.m. dans- en musicalscholen en andere partners (uit subsidie). Het nieuwe Huis voor Cultuureducatie heeft naast een stimulerende en initiërende rol ook een coördinerende rol en wordt ingeschakeld t.b.v. subsidieverwerving (bij lokale, provinciale en nationale fondsen).

6.3 Functies primair proces

Voor alle 3 de programmalijnen is het belangrijk o m vanuit de specifieke expertise gekoppeld aan het werkveld een sturende, begeleidende en coördinerende rol in te gaan nemen. Deze verschuiving v a n taken ten opzichte van de huidige situatie wordt geborgd door de functienaam coördinator los te laten en vanaf heden te spreken over 'consulenten' voor de 3 programmalijnen.

De hoofdtaken van de Consulent zijn:

Het in overleg met cliënten opstellen van een activiteitenplan c.q. producties.

Het verzorgen van activiteiten.

Het begeleiden I aansturen van de uitvoerende kunstenaars I docenten Het bijdragen aan de ontwikkeling van beleid, producten en programma's.

6.4 Ondersteunende functies

De consulenten rapporteren rechtstreeks aan de directeur. Gezien de o m v a n g van de organisatie is een extra m a n a g e m e n t laag niet wenselijk. De directeur o.a. verantwoordelijk voor fondsenwerving, wordt op het gebied van de bedrijfsvoering ondersteund door de Controller. A a n de Controller rapporteren 2 administratief medewerkers en de PR functie.

1 4 / 2 8

(16)

7 Personele gevolgen op hoofdlijnen

Een verandering van de inrichting van de organisatie heeft gevolgen voor de medewerkers. De gevolgen voor de medewerkers worden opgevangen door het overeenkomen van een Sociaal Plan met de Vakbonden. O m inzicht te geven in de omvang van de verandering volgt hieronder een functie- matrix met daarin een overzicht van de huidige functies en de functie in de nieuwe structuur.

7.1 Functie-matrix

Functie matrix*

Huidige functies

Docent 10,56 fte

Docent met coördinerende taken 3,2 fte

Hoofd Bedrijfsbureau 1 fte

Directeur 1 Fte

Administratief medewerker 1,08 fte

Huishoudelijke hulp 0,38 fte

Totaal 17,22

Ontwerp nieuwe organisatie op basis van C A O KE

Directeur 0,7 fte Schaal 12 C A O KE

Controller 0,9 fte Schaal 11 C A O KE

Consulent 3 fte Schaal 10 C A O KE

Administratief medewerker 1,0 fte Schaal 6 C A O KE

Totaal 5,6 fte

7.2 Werkgelegenheid

Het aantal arbeidsplaatsen neemt fors af. De nieuwe organisatie structuur gaat uit van 6 fte in dienst van de vernieuwde organisatie. De huidige omvang van de Kunstencentrum De Stroming is 17,22 fte.

De grootste wijziging vindt plaats door het voorgenomen besluit dat het niet langer mogelijk wordt geacht, gezien de ontwikkelingen in de markt en de bezuinigingen, o m de docenten in dienst te houden van het Kunstencentrum De Stroming.

Kunstencentrum De Stroming ondersteunt de huidige docenten bij onderzoek naar mogelijkheden

voor het oprichten van een nieuw samenwerkingsverband,, evenals de mogelijkheden o m als

zelfstandige docent diensten te verlenen aan Kunstencentrum De Stroming.

(17)

Voor de functies in de nieuwe organisatiestructuur dient onderzocht te worden of deze functies uitwisselbaar zijn met de functies in de huidige organisatiestructuur. Deze toets moet uitwijzen of er sprake is van 'mens volgt functie' middels het afspiegelingsbeginsel of dat er sprake is van niet uitwisselbare functies waardoor er selectie plaatsvindt op basis van geschiktheid. Dit laatste is onderdeel van een nog overeen te komen plaatsingsprocedure en Sociaal Plan.

De C A O Kunsteducatie is van toepassing op medewerkers die in dienst zijn van Kunstencentrum De Stroming. Indien er voor de medewerkers die uiteindelijk geplaats worden in een functie van de nieuwe organisatiestructuur, de CAR U W O van toepassing is vanuit de individuele

arbeidsovereenkomst, is het streven om de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren naar de arbeidsvoorwaarden van de C A O Kunsteducatie, om langlopende verplichtingen in de toekomst te voorkomen.

* De functiebeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 1.

8 Juridische aspecten

8.1 CAO'S

Bij het Kunstencentrum De Stroming is sprake van twee werkgevers met elke e e n andere cao,, zijnde de CAO Kunsteducatie en de CAR U W O .

Bij ontslag o m bedrijfseconomische reden wegens reorganisatie ten gevolge v a n de vaststelling of wijziging van een plan of programma van de gemeentelijke overheid, is artikel 3:4 van de C A O KE v a n toepassing.

Vanuit de C A R U W O is artikel 10d CAR paragraaf 5 van toepassing op de medewerker die boventallig wordt verklaard, en die op de datum waarop deze boventalligheid ingaat, een dienstverband van tenminste twee jaar heeft.

Voor het berekenen van de indicatieve frictiekosten zijn bovengenoemde artikelen als uitgangspunt genomen.

8.2 Medezeggenschap

De W O R geeft in artikel 2 de doelstelling van de ondernemingsraad aan. In artikel 2 wordt

aangegeven dat in het belang van goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen verplicht een ondernemingsraad ingesteld moet worden ten behoeve van het overleg met een vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen. Deze verplichting geldt voor een organisatie met minimaal 50 werkzame medewerkers.

1 6 / 2 8

(18)

Zowel in de C A O KE (artikel 10:1) als de CAR UWO (artikel 14:1:1), is de grens voor het instellen van een OR gesteld op 35 personen. Deze verplichting is gezien het aantal medewerkers van toepassing op het Kunstencentrum De Stroming.

Er is echter geen OR ingesteld. Na het aftreden van de zittende OR leden medio 2012 zijn de medewerkers meerdere malen verzocht om zichzelf voor te dragen als OR lid. Daar is helaas geen gehoor aan gegeven.

Nu er geen OR is ingesteld is de bestuurder, volgens de W O R , artikel 35b verplicht om ten minste tweemaal per jaar bijeen te komen met alle in de organisatie werkzame personen. In deze

vergaderingen worden de aangelegenheden aan de orde gesteld waarvan de bestuurder overleg belangrijk vindt met de medewerkers. De medewerkers worden op deze manier in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door de bestuurder voorgenomen besluit, dat kan leiden tot verlies van arbeidsplaatsen of tot een belangrijke verandering van de arbeid, de arbeidsvoorwaarden of de arbeidsomstandigheden.

Het Kunstencentrum De Stroming organiseert 3 medewerkersbijeenkomsten per jaar. 1 Bijeenkomst aan het begin van het kalenderjaar, een bijeenkomst aan het begin van het schooljaar en een bijeenkomst aan het eind van het schooljaar. Op 21 februari 2013 is er een extra

medewerkersbijeenkomst ingepland om de medewerkers te informeren over de laatste ontwikkelingen omtrent de reorganisatie. Op dit m o m e n t (7 maart 2013) overwegen de docenten de oprichting van een PvT.

De medewerkers mogen alleen of samen advies uitbrengen aan de bestuurder. Dit kan mondeling of schriftelijk. Medewerkers zijn niet verplicht om advies te geven. De bestuurder is ook niet verplicht o m het advies van de medewerkers over te nemen, maar hij moet het advies wel serieus overwegen.

8.3 Wet melding collectief ontslag (WMCO)

Gezien de o m v a n g van de reorganisatie kan er sprake zijn van collectief ontslag. Volgens de Wet melding collectief ontslag moet elke werkgever melden wanneer hij de arbeidsovereenkomst met 20 of meer werknemers op welke manier dan ook binnen 3 maanden gaat beëindigen. Zowel de

vakbond als het U W V WERKbedrijf moeten dit schriftelijk gemeld worden.

In de Wet Melding Collectief Ontslag is in artikel 2 bepaalt dat de W M C O niet van toepassing is op het beëindigen van:

een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 2 van het BBA;

dit betreft overheidspersoneel,

onderwijzend en docerend personeel, personen die een geestelijk ambt bekleden en personeel ten behoeve van de particuliere huishouding

Gezien bovengenoemde is er geen sprake van Collectief Ontslag in de zin van de Wet Melding

Collectief Ontslag.

(19)

8.4 Sociaal plan

Het Kunstcentrum De Stroming hecht er waarde aan o m in overleg met de Vakbonden een Sociaal Plan overeen te k o m e n . Het Sociaal Plan is een collectieve regeling die de gevolgen dekt voor werknemers bij beëindiging, inkrimping, overname, fusie of verplaatsing van de onderneming waarbij ze werkzaam zijn. Een Sociaal Plan schept het recht op een financiële vergoeding bij ontslag. Het regelt op basis van objectieve criteria wie er voor een vergoeding in aanmerking komt en tot welke hoogte. Verder komt een Sociaal Plan tot stand in overleg met een of meer vakbonden.

Wat er in een Sociaal Plan geregeld wordt, is uiteraard met name afhankelijk van de financiële situatie van de organisatie. Een goed Sociaal Plan bevat niet alleen een regeling voor een schadevergoeding, maar treft passende voorzieningen die nodig zijn o m de kans op werkloosheid van de overtollig geworden werknemers te verkleinen.

In het Sociaal Plan voor het Kunstencentrum De Stoming wordt een plaatsingsprocedure

opgenomen waarin het formatieplan de basis is. In het formatieplan worden de volgende onderdelen beschreven:

de nieuwe organisatiestructuur

de functies met bijbehorende functieprofielen

een overzicht van vervallen, gewijzigde en nieuwe functies

Medewerkers van wie de functie wijzigt, vervalt of in o m v a n g kleiner wordt, krijgen schriftelijk een uitnodiging voor e e n persoonlijk gesprek. Deze medewerkers worden benoemd als herplaatsings kandidaat. Herplaatsingskandidaten ontvangen tijdens of kort na het gesprek een brief waarin de mededeling wordt bevestigd, een overzicht van de vacatures en bijbehorende functieprofielen en inschaling en een belangstellingsregistratieformulier. Herplaatsingskandidaten kunnen hun belangstelling voor de andere functies kenbaar maken middels het

belangstellingsregistratieformulier en hun voorkeur aangeven.

M e d e w e r k e r s die niet herplaatst kunnen worden, worden "boventallig" verklaard en krijgen dit in een persoonlijk gesprek te horen. Deze medewerkers beslissen op basis van het Sociaal Plan of zij kiezen voor bemiddeling naar ander werk (externe bemiddeling) of hiervan afzien. In beide gevallen is het streven o m het ontslag te regelen middels het overeenkomen van een

vaststellingsovereenkomst. Het betreft ontslag wegens bedrijfseconomische redenen.

W a n n e e r er geen overeenstemming wordt bereikt over de vaststellingsovereenkomst, dan wordt voor het niet onderwijzend personeel ontslag aangevraagd bij het U W V Werkbedrijf indien de m e d e w e r k e r s onder de C A O KE vallen. Voor het onderwijzend personeel vindt opzegging plaats middels een brief vanuit de werkgever.

Voor de m e d e w e r k e r s die onder de C A R U W O vallen start het V W N W - t r a j e c t (van w e r k naar werk) van m a x i m a a l 24 m a a n d e n en wordt de b e o o g d e ontslagdatum na de 24 m a a n d e n bevestigd in e e n brief.

De nieuwe C A O Kunsteducatie bevat een standaard Sociaal Plan wat van toepassing is bij reorganisaties. De definitieve teksten van de nieuwe C A O Kunsteducatie zijn nog niet beschikbaar waardoor het niet mogelijk is o m op dit m o m e n t uitspraken te doen over de omvang van het Sociaal Plan.

1 8 / 2 8

(20)

9 Financiële gevolgen

In dit hoofdstuk wordt een indicatie gegeven van de frictiekosten bij volledige liquidatie van de Stichting De Stroming en de Stichting Personeel De Stroming. De frictiekosten zijn gebaseerd op de rechten van de medewerkers uit de C A O Kunsteducatie en de CAR U W O . De bijkomende kosten uit e e n nog overeen te komen Sociaal Plan zijn in deze berekeningen niet m e e g e n o m e n .

Kader

Het doel van de reorganisatie is te komen tot een kleine en flexibele organisatie die adequaat kan inspelen op vragen vanuit de culturele markt en daar een passend aanbod op ontwikkelt, zoals beschreven in hoofdstuk 5 â 6.

De consequentie van deze wijziging is dat er medewerkers om bedrijfseconomische reden w o r d e n ontslagen wegens reorganisatie ten gevolge van de vaststelling of wijziging van een plan of programma van de gemeentelijke overheid.

Met de gemeenten is in het Convenant Kunstzinnige Vorming 2005 overeengekomen dat de g e m e e n t e n zich aansprakelijk stellen voor de wachtgeldverplichting. De aansprakelijkheid kan door een uittredende gemeente worden afgekocht door het betalen van een uittredesom.

Overzicht van de totaal benodigde frictiekosten per 1 januari 2014 ten opzicht van de o v e r e e n g e k o m e n voorziening in augustus 2005.

stand 1-1-2014 stand 1-8-2005 Totale verplichting volgens indicatieve berekening per

01-01-2014 C 3.700.000,00 C 5.370.014,63

Verdeling over Gemeenten Naar rato

Beuningen 18

0

/» ē 666.000,00 C 927.402,18

Groesbeek

W / O

ē 370.000,00 C 505.660,23

Heumen 23

0

Xo ê 851.000,00 C 1.207.480,57

Beek-Ubbergen OTo ē0,00 C 157.815,78

West Maas en Waal 120/0 ē 444.000,00 ë 624.857,13

Wijchen 370/0 C 1.369000,00 C 1.946.798,75

C3.700.00D.Q0' ť 5.370 014.64

In augustus 2005 is de wachtgeldverplichting vastgesteld op C 5.370.014,64 voor de 6 gemeenten, B e u n i n g e n , Groesbeek, H e u m e n , Beek Ubbergen, West Maas S Waal en Wijchen.

V e r v o l g e n s is Beek Ubbergen uitgetreden. De gemeente heeft de uittredesom van C 157.815,78

betaald (C 130.000,00 in het wachtgeldfonds, het resterende deel is aangewend o m de aanloopkosten

v a n de eerste jaren als zelfstandige onderneming te dekken).

(21)

De overige 5 gemeenten en De Stroming komen in het C o n v e n a n t Kunstzinnige Vorming 2005 o n d e r andere de volgende afspraken o v e r e e n :

Artikel 1

Partijen 3 tot en met 7 zullen voor de periode dat partij 2 kosten heeft voor de in dienst zijnde medewerkers en de categorie post-actieven deze kosten, en de direct hieraan verbonden kosten, garanderen.

Artikel 2

Partij 2 neemt geen nieuwe medewerkers aan en gaat verder ook geen andere verplichtingen aan anders dan die noodzakelijk zijn om tot een effectieve bedrijfsvoering te komen met gebruikmaking van het personeel van partij 2, met dien verstande dat er geen extra wachtgeldverplichtingen uit voort mogen vloeien.

De partijen 3 tot en met 7 stellen zich aansprakelijk voor de wachtgeldverplichting van partij 2.

In de bijlage is weergegeven welke arbeidsrechtelijke verplichtingen aanwezig zijn per 1 januari 2006.

Deze aansprakelijkheid kan door een uittredende gemeente worden afgekocht door het betalen van een uittredesom door die gemeente aan partij 2.

Artikel 3

De uittredesom wordt berekend door de totale wachtgelden voor zowel het onderwijzend als het niet- onderwijzend personeel, die zouden ontstaan wanneer partij 2 op dat moment zou worden

opgeheven, te vermenigvuldigen met de onderstaande procentuele verdeelsleutel.

Verdeelsleutel is bepaald ten tijden van het opheffen van de Gemeenschappelijke Regeling RIKV en gebaseerd op de gemiddelde afname over de periode 2000-2004.

Gemeente Beuningen 18

0

Zo

Gemeente Groesbeek 10

o

Zo

Gemeente Heumen 23X Gemeente West Maas en Waal 12Vo

Gemeente Wijchen 37"Zo

Artikel 6

Dit convenant treedt in werking per 1 januari 2006 en heeft een looptijd tot het moment dat er geen arbeidsrechtelijke verplichtingen meer zijn bij partij 2.

2 0 / 2 8

(22)

9.1 Financieel Scenario Doorstart

Uitgangspunten

De gegeven omstandigheden, waarin v a n de 5 deelnemende gemeenten er 2 uittreden en 3 bezuinigen, noopt tot het ontslag van alle personeel.

Een doorstart is mogelijk voor een klein flexibel bedrijf dat mensen bijeen brengt, adviseert en begeleidt, initieert en organiseert.

De activiteitenkosten voor docenten, dirigenten, regisseurs worden per project gedekt uit deelnemersbijdragen en (mogelijk) projectsubsidies, fondsbijdragen of sponsoring. Activiteiten voor scholen worden gefinancierd door de scholen en vanuit het cultuurknooppunt (dat met het nieuwe bedrijf één nieuw bedrijf kan vormen).

Het activiteitenbudget voor het nieuwe bedrijf is noodzakelijk o m projecten die niet

kostendekkend (te maken) zijn met een kleine subsidie uit dat activiteitenbudget toch mogelijk te maken.

De situatie begin 2013 is als volgt:

De gemeenten Heumen en West Maas en Waal hebben reeds aangegeven uit te willen treden. Zij betalen daarvoor de uittredesom zoals overeengekomen in het Convenant Kunstzinnige Vorming 2005.

De consequentie hiervan is in onderstaand overzicht in beeld gebracht:

Ex WMW Ã

BUDGETSUBSIDIES Realisatie 2011 Ex WMW Heumen v.a. 2014 v.a. 2014 Naar

verwachting

Beuningen Groesbeek Heumen Wijchen WMW

195.246,00 116.337,00 204.077,00 398.689,00 114.297,00

195.246,00 116.337,00 204.077,00 398.689,00 0,00

195.246,00 116.337,00 0,00 398.689,00 0,00

175.000,00 100.000,00 0,00 255.000,00 0,00

10 "la bezuin 15 Va bezuin

uittreden 36 "/o bezuin

uittreden

Subsidies 1.026.646.00 014.349,00 710.272,00 «30.00P.0Q

B o v e n d i e n dalen door de (sterk) dalende subsidies ook de eigen inkomsten v a n De Stroming ten gevolge van de vermindering v a n activiteiten. Ook dat heeft een verdere daling van het aantal fte tot gevolg.

Consequentie kan niet anders zijn dan een vermindering van het aantal medewerkers van tenminste 10 tot 11 fte. Met de gemeenten Wijchen, Beuningen en Groesbeek moeten voor de nieuwe

contractperiode (ingaande per 1 januari 2014) nieuwe afspraken worden gemaakt.

Welbeschouwd zijn er 3 opties:

(23)

1. Alle gemeenten treden uit. Volledige liquidatie van de Stichting Kunstencentrum De Stroming en Stichting Personeel De Stroming volgt. Alle uittredesommen zijn volledig nodig o m tot een adequate afbouw te komen.

2. Eén van de drie resterende gemeenten (Wijchen, Beuningen, Groesbeek) treedt uit. De basis van een doorstart is daarna té smal. Volledige liquidatie volgt. Alle uittredesommen zijn volledig nodig om tot een adequate afbouw te komen.

3. De drie gemeenten Wijchen, Beuningen en Groesbeek sluiten ieder een contract voor vier jaar met de gereorganiseerde organisatie en de producten en diensten zoals hiervoor beschreven.

Ze gaan een vierjarige relatie aan voor minimaal het jaarsubsidiebedrag dat in onderstaand schema wordt weergegeven. Alleen dan is een succesvolle doorstart mogelijk. Gelijktijdig daarmee wordt door deze gemeenten een éénmalige (lager dan maximale) afkoopsom betaald waarmee de reorganisatie éénmalig kan worden gefinancierd. De gemeenten hebben daarna een zakelijke relatie voor de duur van een contractperiode met de vernieuwde

organisatie. Wanneer na vier jaar de zakelijke relatie zou worden beëindigd, zijn niet langer uittredekosten voor de gemeenten aan de orde.

Een succesvolle doorstart is alleen mogelijk wanneer onderstaand scenario in de volgende financiële vertaling kan worden gerealiseerd.

KOSTEN NIEUWE ORGANISATIE

Werkingskosten

Beheerskosten 250.000,00

Consulenten 250.000,00

Activiteitenbudget 100.000,00

Totaal 600.000,00

BENODIGDE INKOMSTEN

Bijdrage op Werkbudget per inwonertal jaar

Gemeenten Inwoners Vo e 60o.ooo,oo

Beuningen 25.400 30 180.568,72

Groesbeek 19.000 23 135.071,09

Wijchen 40.000 47 284.360,19

Heumen WMW Eigen

inkomsten pm

Totalen 84.400 1,00 600.000,00

2 2 / 2 8

(24)

EENMALIGE AFKOOPSOMMEN Gemeenten

Beuningen Groesbeek Wijchen Heumen WMW

Reorganisatiekosten Totalen

Heumen en WMW samen Wijchen. Beuningen,Groesbeek Check

AANBIEDING PLAN

Beuningen Groesbeek Wijchen

Heumen en WMW samen Totalen

"/o Afkoop Alternatief Liquidatie

28 416.769,00 666.000,00 15 231.538,00 370.000,00 57 856.693,00 1.369.000,00

851.000,00 851.000,00 444.000,00 444.000,00 1,00 2.800.000,00 3.700.000,00

2.800.000,00 1.295.000,00 1.505.000,00 2.800.000,00

Subs /Jaar 180.568,72 135.071,09 284.360,19

600.000,00

Eenmalige afkoop

416.769,00

231.538,00

856.693,00

1.295.000,00

2.800.000,00

(25)

10 Planning

W e e k 1 0 & 1 1 (vanaf 4 maart 2013)

W e e k 12

(vanaf 18 maart 2013)

W e e k 13

(vanaf 25 maart 2013)

W e e k 15

(vanaf 8 april 2013)

W e e k 18

(vanaf 29 april 2013)

W e e k 19 Ä 20

^vanaf6mei 2013)

«Reorganisatieplan presenteren bij gemeenten

«Reorganisatieplan bespreken in MT

•vastgesteld reorganisatieplan versturen naar de vakbonden S ter advisering aan de

medewerkers

«Bespreken concept sociaal plan in MT

* Reorganisatieplan S concept sociaal plan bespreken met de vakbonden (21 maart 2013)

«Informatiebijeenkomst van de vakbonden voor de medewerkers (21 maart 2013)

«Medewerkersbijeenkomst over ronde langs de gemeenten (27 maart 2013)

•Bespreken reacties medewerkers op reorganisatieplan

•Achterbanraadpleging over het concept sociaal plan door de vakbonden (11 april 2013)

•Streven = akkoord sociaal plan

•Voorbereiden benodigde informatie voor de persoonlijke gesprekken

•Persoonlijke gesprekken

•Bevestigingen opstellen

«Vervolggesprekken

- Bevestigingen

l

•Vervolgacties

2 4 / 2 8

(26)

Bijlage 1, functiebeschrijvingen

Directeur D

A. B e s c h r i j v i n g van de functie

A.1 Plaats in de organisatie Functiebenaming: directeur Rapporteert a a n : bestuur Geeft leiding a a n : de instelling

A.2 Taken

1. Het zorgdragen voor voorbereiding en uitvoering van het beleid 2. Het leiding geven aan de medewerkers van de instelling 3. Het vertegenwoordigen van de instelling

A. 3 Functie-eisen Hbo-niveau

B. Beschrijving van de taken

B.1 Het zorgdragen voor voorbereiding en uitvoering van het beleid

Draagt zorg voor de voorbereiding van strategie en beleid van de instelling, zowel op korte als op langere termijn.

Legt een en ander voor besluitvorming voor aan het bestuur en draagt zorg voor de uitvoering van aldaar genomen besluiten.

Bewaakt de kwaliteit van de producten en diensten van de instelling.

Legt verantwoording af over het gevoerde beleid en beheer.

B.2 Het leiding geven aan de medewerkers Geeft leiding aan de medewerkers.

Draagt zorg voor de uitvoering van het personeelsbeleid van de instelling.

Leidt het managementteam.

Vertegenwoordigt het bestuur in het overleg met het medezeggenschapsorgaan.

B.3 Het vertegenwoordigen van de instelling

Behartigt de belangen van de instelling in het overleg met overheden en andere partijen.

Draagt de doelstellingen van de instelling uit.

Voert overleg over de mogelijkheden van fondsenwerving en ontwikkelt commerciële activiteiten.

Bouwt netwerken op met samenwerkingspartners, overheden, collega-instellingen.

Neemt deel aan provinciaal en landelijk overleg.

(27)

Consulent

A. B e s c h r i j v i n g v a n de functie

A.1 Plaats in de organisatie Functiebenaming: Consulent Rapporteert a a n : directeur Geeft leiding a a n : -

A.2 Taken

1. Het in overleg met cliënten opstellen van een steunfunctieactiviteitenplan 2. Het verzorgen van steunfunctieactiviteiten

3. Het bijdragen aan de ontwikkeling van beleid, producten en programma's

A. 3 Functie-eisen Hbo-niveau

B. Beschrijving van de taken

B.1 Het in overleg met cliënten opstellen van een steunfunctie-activiteitenplan

Informeert en adviseert (potentiële) cliënten over de mogelijkheden van steunfunctieactiviteiten.

Overlegt met (de leiding van) potentiële cliënten over wensen en verwachtingen.

Stelt een activiteiten- of begeleidingsplan op of ondersteunt de cliënt daarbij.

Overlegt waar nodig met externe instanties.

B.2 Het verzorgen van steunfunctieactiviteiten

Geeft informatie en adviezen over methoden en leermiddelen.

Verzorgt teamtrainingen en individuele begeleiding van docenten.

Adviseert bij de aanschaf van leermiddelen en ontwikkelt, waar nodig, zelf leermiddelen en methodieken.

Organiseert met de cliënt producties, tentoonstellingen en andere evenementen.

Begeleidt bij de opstelling van werkplannen.

Bewaakt de afspraken met betrekking tot begroting, planning en inzet.

B.3 Het bijdragen aan de ontwikkeling van beleid, producten en programma's

Volgt en signaleert relevante ontwikkelingen op het terrein van de kunstzinnige vorming.

Levert bijdragen aan beleidsontwikkeling, marktanalyses en aan de ontwikkeling van nieuw aanbod en marktontwikkelingsplannen; overlegt met opdrachtgevers en andere instanties over organisatie en uitvoering van projecten.

Werkt voorstellen uit in projectbeschrijvingen.

2 6 / 2 8

(28)

Controller

A. Beschrijving v a n de functie A.1 Plaats in de organisatie Functiebenaming: controller Rapporteert a a n : directeur

Geeft leiding a a n : eventueel enkele medewerkers

A.2 Taken

1. Het leiding geven aan enkele medewerkers 2. Het ontwikkelen van het financiële beleid 3. Het verrichten van de controlfunctie

4. Het bijdragen aan het management van de instelling

A. 3 Functie-eisen Hbo-niveau

B. Beschrijving van de taken

B.1 Het leiding geven aan enkele medewerkers Verdeelt het werk op hoofdlijnen.

Draagt zorg voor een effectief en efficiënt functionerende eenheid.

Houdt werkoverleg.

Voert functioneringsgesprekken.

Ziet toe op een juiste uitvoering van de financiële administratie.

B.2 Het ontwikkelen van het financieel beleid Formuleert het financieel beleid van de instelling.

Draagt zorg voor de ontwikkeling van de benodigde instrumenten.

Beoordeelt de financiële effecten van nieuwe activiteiten.

Stelt de kaders op voor de administratieve organisatie en het financiële beheer.

Draagt zorg voor de begroting, prognoses, kostenanalyses, liquiditeitsbewaking, etc.

B.3 Het verrichten van de controlfunctie

Doet onderzoek naar de doelmatigheid van het beleid van de instelling.

Voert overleg met de afdelingshoofden over de bedrijfsvoering en adviseert de directeur.

Draagt zorg voor jaarverslag en jaarrekening in overleg met externe accountant.

Rapporteert over het gevoerde financieel beheer; adviseert directeur en bestuur.

Voert, namens de instelling, overleg met financiers en contractpartners.

B.4 Het bijdragen aan het management van de instelling

Levert bijdragen aan de beleidsontwikkeling van de instelling,

is lid van het managementteam van d e instelling.

(29)

Administratief medewerker A

A. B e s c h r i j v i n g v a n de functie A.1 Plaats in de organisatie

Functiebenaming: Administratief medewerker A Rapporteert a a n : Controller

Geeft leiding a a n : -

A.2 Taken

1. Het verrichten van financieel-administratieve werkzaamheden 2. Het verzorgen van de cursusadministratie

3. Het verrichten van algemene secretariële werkzaamheden

A.3 Aanvullende gegevens

De functie bestaat uit één of meerdere van bovengenoemde taken.

A. 4 Functie-eisen Mbo-niveau

B. Beschrijving van de taken

B.1 Het verrichten van financieel-administratieve werkzaamheden Voert de debiteuren- en crediteurenadministratie.

Controleert facturen, verwerkt gegevens in de boekhouding en zorgt voor betaling.

Beheert de financiële pakketten.

Ondersteunt bij het opstellen van financiële rapportages.

Controleert de uitvoering van de salarisadministratie en zorgt voor afdrachten, reiskosten, etc.

Houdt personele mutaties bij.

Verstrekt informatie aan medewerkers over arbeidsvoorwaarden.

B.2 Het verzorgen van de cursusadministratie

Verstrekt informatie over cursussen en behandelt aanmeldingen.

Stelt nota's op en zorgt voor de inning.

Verwerkt mutaties in de cursusadministratie.

Ondersteunt leidinggevenden bij de opstelling van roosters.

Verricht administratief-organisatorische werkzaamheden in verband met audities, e x a m e n s , excursies, tentoonstellingen, etc.

B.3 Het verrichten van algemene secretariële werkzaamheden Voert het secretariaat voor directeur en leidinggevenden.

Beheert agenda's en maakt afspraken.

Bereidt vergaderingen voor, maakt notulen en verslagen.

Bewaakt de afhandeling van genomen besluiten.

Zorgt voor de postbehandeling.

Beheert het archief.

2 8 / 2 8

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wijzigingen Nederlandse identiteitskaart in 2021.

In de LOGA-circulaire van 2 oktober 2014 (met kenmerk U201401849) is melding gemaakt van de wijzigingen die per 1 januari 2016 in werking treden in het nieuwe beloningshoofdstuk

Op grond van de door u verstrekte gegevens onderschrijven wij de in uw aanmelding uitgevoerde toetsing van de voorgenomen werken en uw overwegingen met betrekking tot de te

Pieterspolder, Nieuw Olzendepolder bij ons college aangemeld, met het verzoek om na te gaan of voor de uitvoering van de beoogde werken een milieueffectrapport (MER) dient te

Een werknemer behoort ook tot deze ‘gemeentelijke doelgroep Participatiewet’ als hij ziek uit dienst gaat en als een gemeente in de afgelopen 2 jaar loonkostensubsidie voor

De gemeente Bergen voorziet in woonruimte voor verblijfsgerechtigden door deze groep via urgentie (conform de Huisvestingsverordening) te huisvesten in

In de volgende tabel wordt de eerste financiële prognose voor 2015 gegeven.. De prognose is opgesteld met de

Brief van de Provincie NH inzake toezending Koninklijk Besluit (herbenoeming burgemeester). Raad Voor