• No results found

De visie van JONGCD&V op de jongerengarantie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De visie van JONGCD&V op de jongerengarantie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt Werk / Uitgeverij Acco 1/2016 41

“Mensen als ik vind je overal. Op de arbeidsmarkt, in dit tranendal”.

Als Gorki de arbeidsmarkt vermeldt in Mia, leidt dat niet bepaald tot de meest vrolijke zin van het nummer. Voor JONGCD&V is werk, een plaats op de arbeidsmarkt, van buitengewone waarde, en overstijgt het belang van werk het louter materiële aspect (inkomsten). Werk is zoveel meer: regelmaat en structuur in de dagindeling, een heleboel soci- ale contacten, het verschaft identiteit, het verbindt mensen met doelen die het individuele niveau ver overschrijden, het is een hefboom voor zelfont- plooiing en het schept geluk.

De arbeidsmarkt is continu on the move. Er is een reeds langer proces van globalisering aan de gang, er is de toenemende impact van automatisering, platformisering en digitalisering en een socio-de- mografische trend van vergrijzing. Deze nieuwe economie stelt beleidsmakers voor grote uitdagin- gen. De westerse economieën vertonen momenteel veel gelijkenissen in hun houding ten aanzien van deze trends, met een jong gezin dat een kind ver- wacht en plots beseft dat het nog tal van voorbe- reidingen moet treffen en het de kinderkamer nog moet schilderen. Zo is er een groep van jongeren die zich – goed opgeleid en voorzien van de juiste vaardigheden – met veel enthousiasme in dit tijd- perk van vele mogelijkheden zullen storten. Het is belangrijk dat wij deze mensen alle kansen kunnen bieden om hun talenten en ambitie in die nieuwe economie te ontplooien. Een belangrijke taak is daarbij weggelegd voor het onderwijs. Academi- ci wijzen erop dat het digitale tijdperk bij uitstek mensen zal belonen met een abstract redenerings- vermogen, met engineering- en creatieve vaardig- heden (met een modieus woord onder de noemer

‘ideation’ samen te vatten). Daarnaast zijn er ech- ter jongeren in onze samenleving die zich, althans

Jongerenafdelingen politieke partijen

JONGCD&V

op korte en middellange termijn, bedreigd voelen door de nieuwe economie. Een fenomeen van alle tijden, zo leert de geschiedenis. Welk toekomst- perspectief kunnen we deze groep van kwetsbare mensen bieden?

Die diagnose zien we ook bevestigd in de werkloos- heidscijfers of bijvoorbeeld de VDAB schoolverla- terstudies. Ze tonen telkens aan dat studieniveau een kritische succesfactor in jeugdwerkloosheid blijft. Laaggeschoolden domineren de werkloos- heidscijfers. Ook bij bepaalde middengeschoolde jongeren (ASO, kunstonderwijs) is de kans op werkloosheid groot. Verder blijkt twintig procent van de jonge werkzoekenden van allochtone ori- gine, met laaggeschooldheid en taalachterstand als remmende factoren. In 2015 had tien procent van de jonge werkzoekenden een arbeidshandicap.

Wat zien we nog? Verschillende steden in België kamperen met een mismatch tussen vraag en aan- bod: de vraag naar aanbod spitst zich toe op hoog- gekwalificeerd personeel, terwijl het beschikbare aanbod veelal laaggeschoold is. De facto is heel België in dat bedje ziek. België heeft een van de hoogste vacaturegraden van de hele EU (na Duits- land en het Verenigd Koninkrijk), maar in tegenstel- ling tot deze twee landen vertaalt zich dat niet in een lage werkloosheid.

Welk medicijn moeten we de patiënt toedienen?

Er is geen enkele ’silver bullet‘ die het probleem van jeugdwerkloosheid in één keer zal neerknal- len. Het is voortdurend werken op verschillende sporen: aan de aanbodszijde, aan de vraagzijde of via de regisseur.

Aan de aanbodszijde (welk materiaal leveren onze scholen af?) kan dat gaan over het ’pimpen‘ van het imago van studierichtingen, zoals beloftevolle

(2)

42 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt Werk / Uitgeverij Acco 1/2016

(werkzoekende) jongeren en hun aanbod voor sta- ges drastisch uitbreiden. Het IBO-model (individu- ele beroepsopleiding) kan daarbij als een leidraad dienen en wordt terecht geprezen. We moeten blij- ven werken aan een vlotte doorstroming van tij- delijke contracten of uitzendwerk naar vast werk, zonder een opeenstapeling van tijdelijke contrac- ten. België scoort relatief goed op dit vlak en dat willen we zo houden. Als CD&V zijn we tegen een arbeidsmarkt met een binnenste schil van goed betaalde jobs met een grote mate van sociale be- scherming en een buitenste schil van precaire en slecht betaalde jobs. Doorstroming is met andere woorden van cruciaal belang. Recent onderzoek van Elchardus (2015) heeft bovendien aangetoond dat jongeren zelf kritisch staan ten aanzien van een beweging naar extreme flexibiliteit en overmatige jobonzekerheid. Wat we alvast zeker niet moeten doen, is oudere werknemers de mogelijkheid bie- den om op vroege leeftijd de arbeidsmarkt te ver- laten, zogenaamd ten faveure van de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt. Die fout uit de jaren negentig mogen we niet opnieuw maken. Verschil- lende, serieuze studies hebben aangetoond dat het brugpensioen voor dergelijke doeleinden niet ef- fectief is gebleken.

Laten we tot slot nog even het belang van vakantie- jobs onderstrepen voor jongeren. Arbeidsattitude, je eigen interessegebieden verkennen, je eerste contacten met arbeidswetgeving en de werkvloer...

Een vakantiejob is als zaaigoed voor je latere loop- baan.

Dit alles geeft aan hoe essentieel de jongerenga- rantie is. Vandaag blijft deze echter te sterk steken in het ‘grote principe’. Aan onze beleidsmakers om hier veel concreter invulling aan te geven.

Wim Soons JONGCD&V

Bibliografie

Elchardus, M. (2015). Voorbij het narratief van neergang.

Uitgeverij LannooCampus.

STEAM-studierichtingen (Science, Technology, Arts

& Mathematics) of het technisch en beroepsonder- wijs, en het werken aan de emotionele beleving van studenten in die richtingen. Ook het bijbrengen van levensloopbaan-competenties past in het plaat- je: weten wat je kan, waar je talenten liggen, welke weg je kan volgen om uiteindelijk een zinvolle job te kunnen uitoefenen. Het aanpakken van vroeg- tijdige schoolverlaters moet een absolute prioriteit zijn, zeker nu de inschakelingsuitkering – een soort werkloosheidsuitkering voor afgestudeerde jonge- ren die nog niet gewerkt en bijgedragen hebben – gekoppeld is aan een diplomavereiste. Ten slotte moeten we het werkplekleren in de schoolloop- baan promoten onder de noemer “tell me and I forget, teach me and I may remember, involve me and I learn”.

Aan de kant van de regisseur (VDAB) is momen- teel een grote dynamiek waar te nemen. Het hele aanbod van online sollicitatiecoaching, videochat- sessies, mentor-apps, doedagen, e-dienstverlening, campusacties en sensibiliseringsacties verdient alle lof. VDAB moet in de toekomst nog meer een fa- ciliterende rol opnemen inzake competentie- en kwalificatieverwerving van studenten of deeltijds lerenden (bijvoorbeeld leerlingen uit technisch onderwijs die gratis opleiding volgen op VDAB- infrastructuur). In de begeleiding van jongeren zal in de toekomst een meer gedifferentieerde aanpak nodig zijn tussen zij die best zelfredzaam zijn (vaak hogergeschoolden) en zij die wat meer sturing en omkadering nodig hebben. Maatwerk is nodig en jongeren moeten het gevoel krijgen dat het net zich sluit. Niemand mag tussen de mazen van het net van VDAB vallen. Daar toont zich het belang van de jongerengarantie.

Welke zijn ten slotte hefbomen aan de vraagzijde om jongerenwerkloosheid te bestrijden? Het is geen geheim dat arbeid in België nog altijd duur is, on- danks de taxshift. Jongeren, vaak nog onervaren en daarom minder ‘gewaardeerd’ op de arbeidsmarkt, ondervinden daar last van, zeker in laaggeschool- de beroepen. We moeten arbeid verder blijven opwaarderen door het net goedkoper te maken en de lasten te verschuiven naar andere bronnen van inkomsten voor de overheid. Bedrijven moe- ten bovendien hun vloer verder openstellen voor

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Werkplekleren en sta- ges, zowel binnen het secundaire als hoger onder- wijs, zouden een deugddoende afwisseling kunnen zijn en leveren voor jongeren een meerwaarde op, aangezien

Jongeren moeten zich toch vooral bewust zijn van de ar- beidsmarkt.. ’Arbeidsmarktinitiatie‘ zou deel moeten uitmaken van

Voor Jong Groen moet deze begeleiding opstarten ten laatste één maand na het afstuderen of werk- loos worden, en eindigt deze pas bij een eerste, kwalitatieve en duurzame

Jong N-VA vindt dat er meer moet ingezet worden op arbeidsmarktbeleid en dit door het verder over te dragen naar de ge- meenschappen.. Jobcreatie moet voornamelijk ge- beuren in

Als het zou kloppen dat meer jobs werk onmo- gelijk maakt, waarom is er dan geen catastrofale stijging van de werkloosheid sinds vrouwen hun haard verlieten.. De werkelijkheid is

Voor de Vlaamse jongeren die hun loopbaan willen starten, biedt het huidige beleid van jongerengaran- tie echter geen echte oplossing.. De zo gepromote stages zijn namelijk vooral

“U werd helaas niet weerhouden, we kozen voor iemand met meer ervaring, we wensen u veel succes in uw verdere zoektocht.” Vraag maar even om u heen, er zijn heel wat jongeren die

De Ambrassade ondersteunt de Vlaamse Jeugdraad daarom in het brengen van de stem van diverse jongeren naar beleidsmakers, onder meer door aan de Vlaamse werkgroep rond